PDA

Bekijk Volledige Versie : De vrouw van het vrijdaggebed



Marsipulami
22-05-05, 09:45
De vrouw van het vrijdaggebed

door Elma Drayer
2005-05-21

Amina Wadud baarde onlangs wereldwijd opzien door in New York het vrijdaggebed te leiden voor een gemengd publiek. ,,Niemand heeft het recht een fatwa over mij uit te spreken.''


Gereserveerd is haar blik, loodzwaar haar academisch taalgebruik. Dan ineens ontdooit ze, als het gesprek komt op haar jeugd. De moslimtheoloog is domineesdochter, haar vader was methodistenpredikant. ,,Ik borduur nog steeds voort op wat mijn vader me heeft geleerd. Hij was mijn eerste spirituele mentor. Aan zijn hand beleefde ik mijn eerste transcendente ervaringen. Ik mis hem nog steeds heel erg.’’

Dr. Amina Wadud (52) - ze is hoogleraar islamstudies aan de Virginia Commonwealth University - was deze week in Amsterdam om te confereren over 'islam en feminisme'. Eerder dit jaar verscheen haar boek 'De koran en de vrouw' uit 1992 in Nederlandse vertaling. Deze doorwrochte studie kwam haar op islamitische razernij te staan: ze was geen echte moslim, ze begreep niets van de Koran. 'Karaktermoord', noemde ze het zelf. Meest gebruikte scheldwoorden: 'westers' en 'feministisch'.

Onlangs zorgde Wadud opnieuw voor hevige beroering onder geloofsgenoten, nu wereldwijd. Op 18 maart leidde ze in New York het vrijdaggebed, voor een publiek van vrouwen én mannen. Het was een daad van lutheraanse allure. Binnen de moslimwereld domineert de gedachte dat vrouwen daartoe niet bevoegd zijn. Wadud: ,,Ik had al vaker een vrijdaggebed geleid, maar steeds in alle discretie. Twee maanden geleden besloot ik een stap voorwaarts te doen. Publiekelijk een daad te stellen. Dat zal niet metéén tot verandering leiden, maar het heeft wel debat opgeleverd.''

Wat heet. Haar actie leidde wereldwijd tot niet mis te verstane fatwa's van moslimgeestelijken. Nee, zegt ze, bang is ze niet. ,,Niemand heeft de jurisdictie om over mij een fatwa uit te spreken. Ik ben aangesloten bij een soefi-orde. Ik ben geen Egyptische, ik kom niet uit Saoedi-Arabië. Een moefti van een land waarvan ik geen inwoner ben, van een wetsschool waarvan ik geen aanhanger ben, kan mij niet klein krijgen. Ik ben theoloog, ik beroep me op mijn kennis van de Koran.''

Wadud vond de deur naar de islam, zoals ze het zelf formuleert, in 1972. Ze meldde zich bij een moskee waar ze met open armen werd ontvangen. Vanaf het eerste moment dat ze de Koran opensloeg, zegt ze, was de overgave volledig. Ze verruilde haar roepnaam Mary (de moeder van Jezus) voor Amina (de moeder van Mohammed).

Haar vader heeft haar bekering nog net meegemaakt. ,,Toen was hij al erg ziek. Ik moet eerlijk toegeven dat ik destijds nog niet zo goed ingevoerd was in de islam als ik nu ben. Ik benadrukte bij hem mijn keuze voor het geloof in het heilige. Over andere kwesties hebben we niet gepraat. Omdat hij zo ziek was, vond ik het niet het moment om te polemiseren. Twee jaar later stierf hij.''

Als Afro-Amerikaanse, zegt Wadud, weet ze wat het is om veroordeeld te zijn tot 'een gemarginaliseerd bestaan'. Vandaar haar inzet voor de vrouwenzaak. Ze noemt zichzelf géén feministe; het feminisme ziet ze als een beweging van blanke vrouwen uit de middenklasse. Haar geloof in een rechtvaardige God, herhaalt ze telkens weer, dicteerde haar de overtuiging dat man en vrouw gelijk zijn.

Wadud meent dat de hoognodige hervorming binnen de islam moet beginnen bij de Koran. Ze wil het heilige boek bevrijden van letterlijke lezing. Hartstochtelijk pleit ze voor een 'contextgebonden' interpretatie, zonder de heiligheid of het openbaringskarakter van de eeuwenoude tekst in twijfel te trekken.

De waarden en principes van de Koran zijn eeuwig, zegt Wadud. Maar je kunt onmogelijk, vindt ze, een heilig boek uit het zevende-eeuws Arabië integraal toepasbaar verklaren in de geglobaliseerde wereld van nu. ,,We leven in een tijd dat vrouwen bijna even goed zijn opgeleid als mannen. Ook moslimvrouwen, al lopen ze ernstig achter. Dat creëert de noodzaak voor een genderinclusieve benadering. Helaas is de islamitische traditie door mannen opgebouwd, het intellectuele debat altijd door mannen gevoerd.''

Wadud aarzelt zelfs niet om Allah tot sekseneutraal wezen te verklaren. Nergens in de Koran staat volgens haar expliciet dat God mannelijk is. Dat heeft de traditie ervan gemaakt. Onbekommerd noemt ze Allah He, She en It. Vooral Arabische mannen, vertelt ze geamuseerd, jaagt ze daarmee hoog in de gordijnen.

Heel slim beschouwt Wadud de hadith - de later ontstane overleveringen betreffende de Profeet - als hors concours. Die plaatst ze mijlenver onder de heilige Koran. Dat schiet op, aangezien juist de hadith grossiert in misogynie. Wadud: ,,De openbaring van God aan Mohammed staat op een heel ander niveau dan de hadith. Ik erken de belijdenis: 'Er is geen God dan God, en Mohammed is zijn profeet'. Als er één God is die de grootste is, dan kunnen wij mensen alleen maar aan elkaar gelijk zijn. Niemand mag zichzelf boven een ander stellen.''

Nergens in de Koran kun je volgens haar een rechtvaardiging vinden voor de achterstelling, laat staan voor het slaan van vrouwen. Ook het sluiergebod vat ze ruimhartig op. Van belang is het principe van de ingetogenheid, vindt ze, niet 'dat stukje textiel'. Geen moslima hoeft zich verplicht te voelen. Zelf draagt ze de hidjaab vooral bij publieke optredens. ,,En niet als ik het gras rond mijn huis moet maaien.''




Wadud blijkt uitstekend op de hoogte van Ayaan Hirsi Ali’s strijd tegen vrouwenonderdrukking. De film ’Submission’ heeft ze gezien. ,,Persoonlijk bewonderde ik sommige esthetische manipulaties.’’ Verwerpt ze, zoals zoveel van haar geloofsgenoten doen, Hirsi Ali’s manier om aandacht te vragen voor de vrouwenzaak? ,,Ik ben niet het type om zoiets af te keuren. Haar film was provocatief, bedoeld om een reactie op te roepen in de moslimwereld. En helaas is er veel intolerantie onder extremisten. Compleet onacceptabel was natuurlijk dat Theo van Gogh om die film is vermoord.’’

Zelf, zegt ze, prefereert ze andere middelen om te strijden tegen onrecht binnen de islam. ,,Extremisme leidt tot extremisme. Niet tot harmonie en tolerantie.'' Bovendien, vindt ze, ontkent de 'overdreven media-aandacht' voor moslimextremisten de diversiteit van de 'gewone' islam.

Maar moet je -zie haar eigen optreden in het vrijdaggebed- soms niet extreem zijn om een doorbraak te forceren? Misschien, zegt Wadud. ,,Het punt is dat ik het deed vanuit het geloof. Dat staat voor mij voorop. Ik wijs op de rijke mogelijkheden van de Koran, dat kan moslims verder helpen. Hirsi Ali is antigeloof. Een groot verschil.''

Hoe succesvol acht Wadud haar eigen kruistocht voor een vrouwvriendelijker islam? Bescheiden meldt ze dat alleen Allah dat weet. ,,Ik kan niet in de toekomst kijken. Maar ik heb in deze drie decennia verandering gezien. Er zijn méér vrouwen die zich bezighouden met hervorming. Daarom is het zo belangrijk dat wij onze mond opendoen in het openbaar. Zelfs conservatieve moslims beginnen nu te begrijpen dat je vrouwen niet blijvend kunt uitsluiten. Dat geeft mij hoop.''




Citaten van Amina Wadud uit 'De koran en de vrouw'

,,Wat de Koran voorschrijft, overstijgt tijd en ruimte.''

,,Nergens wordt in de Koran een vrouw bevolen haar man te gehoorzamen.''

,,Er zijn wat betreft spiritualiteit geen rechten van de vrouw te onderscheiden van die van de man.''

,,Wat betreft hun potentiële relatie tot God zijn zij gelijk.''

,,Daarom moet de Koran steeds opnieuw bezien worden tegen het licht van de veranderende wederzijdse verantwoordelijkheid tussen mannen en vrouwen.''

,,Alle interpretaties die de toepassing van de richtlijnen van de Koran verengen tot letterlijke imitatie van de oorspronkelijke gemeenschap, doen de tekst onrecht aan. Geen enkele gemeenschap kan daarom een kopie zijn van die oorspronkelijke gemeenschap. In de Koran wordt dit ook nooit als het doel gesteld. Het doel is veeleer het nastreven van zekere kernwaarden in de ontwikkeling van de mens, zoals rechtvaardigheid, gelijkgerechtigheid, harmonie, morele verantwoordelijkheid, spriritueel bewustzijn en ontwikkeling.''

,,In de strijd om gendergelijkheid hebben de wachters bij de poorten van de moslim status-quo bij tijd en wijle heftig gereageerd op de roep om gerechtigheid. De loopgraven zijn diep en het gevecht is dikwijls unfair, maar mijn motivatie om deze strijd aan te gaan is rostvast.''
Uit 'De koran en de vrouw'. Amsterdam, Bulaaq; ISBN 9054600977, 240 blz, €16,50