Juliette
25-05-05, 12:51
Filosoof Johan Braeckman over de theorie van het intelligent ontwerp
Johan Braeckman
25/05/2005
In de VS is het debat over de evolutietheorie in het onderwijs terug van eigenlijk nooit weggeweest. En in Nederland bond de minister van Onderwijs deze week zelf de kat de bel aan. We mogen het debat over het creationisme en het Darwinisme niet uit de weg gaan, vindt ze. ,,Er is niks om over te debatteren'', schrijft Johan Braeckman. ,,Wetenschappelijk creationisme is een contradictio in terminis.''
DE creationisten, die met vele tientallen miljoenen zijn in de Verenigde Staten, hebben altijd geprobeerd om Darwin uit de klas te weren. Hun pogingen liepen evenwel te pletter op het First Amendment, dat de scheiding tussen kerk en staat regelt. In 1987, in de zaak Aguillard versus Edwards, werd bovendien ook vastgelegd dat het ongrondwettelijk is om van leraars te eisen dat ze naast evolutietheorie ook het creationisme moeten onderwijzen.
Creationisme, zoveel is ook voor de rechters van het Supreme Court duidelijk, is geen wetenschap maar een geloofsopvatting. Creationisten nemen het bijbelse boek Genesis in meer of mindere mate letterlijk, wat manifest in strijd is met uiteenlopende wetenschappelijke inzichten waarover een ruime consensus bestaat, ontwikkeld binnen de evolutiebiologie, maar ook door de genetica, taxonomie, geneeskunde, taalkunde, psychologie, enzovoort. Het creationisme gaat immers niet alleen over de oorsprong van soorten, maar over alles wat in de bijbel staat. Als de bijbel letterlijk het woord Gods is, dan is er natuurlijk geen reden om te stoppen bij de eerste pagina's van het boek Genesis , die het ontstaan van soorten, inclusief de mens, behandelen. Ook het verhaal van de toren van Babel is dan letterlijk te nemen (als 'alternatief' voor de moderne taalkunde); ook de leeftijd die bijvoorbeeld Methusalem bereikte moet dan kloppen (ietwat in strijd met de huidige gerontologische inzichten), enzovoort.
Bovendien moeten ook de 'ethische' voorschriften in principe worden gevolgd, wat tot een maatschappij kan leiden waarin de meesten van ons liever niet zouden leven (zie bijvoorbeeld de aansporingen tot genocide in het boek Exodus , of de diverse redenen uiteengezet in Leviticus om iemand ter dood te brengen).
Eigen mythen eerst
Je kunt je de vraag stellen wat de eigenlijke motivatie is van de creationisten. Het is vrij duidelijk dat hun ware beweegreden niet wetenschappelijk, maar veeleer moreel is geïnspireerd. Creationisten, in lijn met hun religieus-protestantse, politiek-rechtse en moreel-conservatieve opvattingen, denken dat het aanvaarden van de evolutietheorie onvermijdelijk hun waarden- en normenstelsel zal aantasten.
Ze zijn van mening dat Darwins opvattingen impliceren dat de mens ,,slechts een dier onder de dieren is'', waardoor het fundament voor - zoals zij dat interpreteren - menselijke waardigheid en humaniteit, voor ethiek en beschaving zou wegvallen. De door hen verfoeide tolerantie tegenover homofilie bijvoorbeeld, of het legaliseren van abortus of euthanasie, een gruwel in hun ogen, koppelen zij aan de invloed van Darwin op het Amerikaanse onderwijs en de samenleving.
Het onderwijs over evolutie terugschroeven zou de 'maatschappelijke degeneratie' een halt moeten toeroepen. Maar aangezien de scheiding van kerk en staat het niet mogelijk maakt om de klok terug te draaien, pakken ze het nu anders aan. In de jaren negentig hadden ze het niet langer over 'creationisme', maar over 'wetenschappelijk creationisme'. Dit bleek een eerder doorzichtige poging om de beperkingen die de grondwet hen oplegt te omzeilen. 'Wetenschappelijk creationisme' is een contradictio in terminis; zoiets als een vierkante cirkel. Wetenschap probeert de feiten niet te plooien naar een onwrikbaar geloof dat in een onfeilbaar boek is neergepend, maar probeert het beeld dat we van de wereld hebben constant bij te sturen op basis van nieuwe inzichten, die overigens vaak in strijd zijn met de vorige, door wetenschap ontwikkelde, interpretaties. Wetenschap doet met andere woorden aan interne zelfkritiek; het 'wetenschappelijk creationisme' daarentegen blijft steken in krampachtige pogingen om 'bewijzen' te vinden voor buitengewoon onwaarschijnlijke 'gebeurtenissen' zoals de zondvloed (Genesis) of het tijdelijk stilstaan van de zon (Jozua), enzovoort.
Het creationisme, kortom, vertoont de kenmerken die typisch zijn voor pseudo-wetenschap, en hoort alleen al daarom niet thuis in het onderwijs.
De eis van de creationisten voor een 'gelijke, faire behandeling', zodat de leerlingen en studenten 'democratisch voor zichzelf kunnen uitmaken hoe de vork in de steel zit', is dan ook ontzettend misleidend. Als men de scheppingsverhalen uit de bijbel zou onderwijzen in de lessen biologie, als 'alternatief' voor de evolutietheorie, waarom dan ook niet de scheppingsmythen van de Navajo-indianen, of van de Inuit, of de Yanomamö? Er zijn duizenden mythen, er is geen enkele zinnige reden waarom die van de joods-christelijke cultuur meer waarheidsgetrouw zijn dan alle andere.
De creationisten houden er niet alleen een onwetenschappelijke kijk op de wereld op na, maar voeren ook een 'eigen mythen eerst' politiek. Mochten de hardst roependen, of diegenen die het meest lobbyen of de numerieke meerderheid hebben, uitmaken wat we in het onderwijs behandelen, dan zou het niveau van wetenschappelijke kennis van vandaag de dag dramatisch lager zijn.
Plan C
Op enkele lokale, tijdelijke successen na, bleek het 'wetenschappelijk creationisme' te licht te wegen om veel indruk te maken. Men diende daarom over te schakelen op plan C. Na het creationisme en vervolgens het wetenschappelijk creationisme, wordt nu massaal gegokt op de 'theorie' van het 'intelligent design' , het 'intelligent ontwerp'. Dat is wel erg oude wijn in relatief nieuwe zakken, maar de truc slaat blijkbaar aan.
De illusie dat 'intelligent ontwerp' naar een authentieke wetenschappelijke theorie verwijst, die niets te maken heeft met het creationisme, noch met de een of andere onwetenschappelijke geloofsovertuiging (en daarom niet in strijd zou zijn met het principe van de scheiding tussen kerk en staat), nestelde zich in snel tempo in de hoofden van velen die zich ongemakkelijk voelen met Darwins natuur- en mensbeeld. Zo ook in Nederland, waar zopas zelfs de minister van Onderwijs en Wetenschappen (!), Maria van der Hoeven (CDA), liet verstaan dat ze wel wat voelt voor de theorie van het 'intelligente ontwerp' (DS 23 mei). Waarom is deze opvatting populair? In essentie herhaalt ze de eeuwenoude creationistische opvatting dat een uurwerk een uurwerkmaker veronderstelt, en dat bijgevolg, naar analogie, een oog een oogmaker impliceert, een mens een mensmaker, enzovoort. Een oog, zoals een uurwerk, is zeer complex en bovendien ook functioneel; zoiets kan, aldus de believers in intelligent ontwerp, onmogelijk per toeval zijn ontstaan. Daarom kan ook de evolutietheorie niet kloppen, beweren ze, want die houdt volgens hen in dat de functionele complexiteit van het leven wél per toeval is ontstaan. Niet toevallig wordt minister van der Hoeven 'geadviseerd' door enkele academici die expertise hebben in kansberekening, niet in evolutietheorie.
Ze maken een cruciale fout: de evolutietheorie schrijft het ontstaan van functionele complexiteit helemaal niet aan het toeval toe. Mocht dat Darwins 'verklaring' zijn voor functionele complexiteit, dan zou ze inderdaad bijzonder ongeloofwaardig zijn. Alleen heeft hij zoiets nooit beweerd. Wel had hij het over het mechanisme van natuurlijke selectie, waardoor uit de variatie die in de natuur ontstaat, elke generatie weer opnieuw, die vormen bewaard blijven ('geselecteerd worden') die het meest zijn aangepast. Het woord 'aangepast' betekent in deze context: functioneel zijn met betrekking tot overleving en voortplanting.
De evolutietheorie stelt dus helemaal niet dat alles 'toevallig' is tot stand gekomen, maar geeft een inzichtelijke verklaring voor de langzame ontstaansgeschiedenis van functionele - ogenschijnlijk intelligente - complexiteit. Het oog is niet plotseling ontstaan, maar is langzaam geëvolueerd, vanuit enkele lichtgevoelige cellen, vele miljoenen jaren geleden. Er is een enorme hoeveelheid informatie beschikbaar die deze visie ondersteunt, niet alleen vanuit de evolutiebiologie, maar ook binnen de genetica, taxonomie, celbiologie, enzovoort. Bovendien is ze ook compatibel met de kennis die de geologie ons levert, en de fysica, en vele andere wetenschappelijke disciplines. De 'theorie van het intelligente ontwerp' daarentegen staat volstrekt geïsoleerd. Er bestaat niet het minste bewijs voor haar kernidee, namelijk dat de functionele complexiteit in de natuur een 'hogere intelligentie' veronderstelt. Bovendien vindt ze - opnieuw typisch voor pseudo-wetenschap - geen aansluiting bij betrouwbare, wetenschappelijke kennis.
Plan D?
Minister van der Hoeven wil een 'debat' over het 'intelligent ontwerp'. Een ruime meerderheid van politici en wetenschappers in Nederland liet verstaan daar niks voor te voelen. Ik zou geen bezwaar hebben, om de eenvoudige reden dat er moeilijk sprake kan zijn van een debat. Er is niks van belang om over te debatteren. De theorie van het intelligent ontwerp is good old protestants creationisme, gehuld in een pseudo-wetenschappelijk schapenvelletje. Ik kijk al uit naar de inhoud van plan D.
(De auteur doceert wijsbegeerte aan de Universiteit Gent en is Socrates hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Hij schreef het boek 'Darwins Moordbekentenis', uitgegeven bij Nieuwezijds, 2001.)
Johan Braeckman
Copyright | De Standaard Online 2005
Johan Braeckman
25/05/2005
In de VS is het debat over de evolutietheorie in het onderwijs terug van eigenlijk nooit weggeweest. En in Nederland bond de minister van Onderwijs deze week zelf de kat de bel aan. We mogen het debat over het creationisme en het Darwinisme niet uit de weg gaan, vindt ze. ,,Er is niks om over te debatteren'', schrijft Johan Braeckman. ,,Wetenschappelijk creationisme is een contradictio in terminis.''
DE creationisten, die met vele tientallen miljoenen zijn in de Verenigde Staten, hebben altijd geprobeerd om Darwin uit de klas te weren. Hun pogingen liepen evenwel te pletter op het First Amendment, dat de scheiding tussen kerk en staat regelt. In 1987, in de zaak Aguillard versus Edwards, werd bovendien ook vastgelegd dat het ongrondwettelijk is om van leraars te eisen dat ze naast evolutietheorie ook het creationisme moeten onderwijzen.
Creationisme, zoveel is ook voor de rechters van het Supreme Court duidelijk, is geen wetenschap maar een geloofsopvatting. Creationisten nemen het bijbelse boek Genesis in meer of mindere mate letterlijk, wat manifest in strijd is met uiteenlopende wetenschappelijke inzichten waarover een ruime consensus bestaat, ontwikkeld binnen de evolutiebiologie, maar ook door de genetica, taxonomie, geneeskunde, taalkunde, psychologie, enzovoort. Het creationisme gaat immers niet alleen over de oorsprong van soorten, maar over alles wat in de bijbel staat. Als de bijbel letterlijk het woord Gods is, dan is er natuurlijk geen reden om te stoppen bij de eerste pagina's van het boek Genesis , die het ontstaan van soorten, inclusief de mens, behandelen. Ook het verhaal van de toren van Babel is dan letterlijk te nemen (als 'alternatief' voor de moderne taalkunde); ook de leeftijd die bijvoorbeeld Methusalem bereikte moet dan kloppen (ietwat in strijd met de huidige gerontologische inzichten), enzovoort.
Bovendien moeten ook de 'ethische' voorschriften in principe worden gevolgd, wat tot een maatschappij kan leiden waarin de meesten van ons liever niet zouden leven (zie bijvoorbeeld de aansporingen tot genocide in het boek Exodus , of de diverse redenen uiteengezet in Leviticus om iemand ter dood te brengen).
Eigen mythen eerst
Je kunt je de vraag stellen wat de eigenlijke motivatie is van de creationisten. Het is vrij duidelijk dat hun ware beweegreden niet wetenschappelijk, maar veeleer moreel is geïnspireerd. Creationisten, in lijn met hun religieus-protestantse, politiek-rechtse en moreel-conservatieve opvattingen, denken dat het aanvaarden van de evolutietheorie onvermijdelijk hun waarden- en normenstelsel zal aantasten.
Ze zijn van mening dat Darwins opvattingen impliceren dat de mens ,,slechts een dier onder de dieren is'', waardoor het fundament voor - zoals zij dat interpreteren - menselijke waardigheid en humaniteit, voor ethiek en beschaving zou wegvallen. De door hen verfoeide tolerantie tegenover homofilie bijvoorbeeld, of het legaliseren van abortus of euthanasie, een gruwel in hun ogen, koppelen zij aan de invloed van Darwin op het Amerikaanse onderwijs en de samenleving.
Het onderwijs over evolutie terugschroeven zou de 'maatschappelijke degeneratie' een halt moeten toeroepen. Maar aangezien de scheiding van kerk en staat het niet mogelijk maakt om de klok terug te draaien, pakken ze het nu anders aan. In de jaren negentig hadden ze het niet langer over 'creationisme', maar over 'wetenschappelijk creationisme'. Dit bleek een eerder doorzichtige poging om de beperkingen die de grondwet hen oplegt te omzeilen. 'Wetenschappelijk creationisme' is een contradictio in terminis; zoiets als een vierkante cirkel. Wetenschap probeert de feiten niet te plooien naar een onwrikbaar geloof dat in een onfeilbaar boek is neergepend, maar probeert het beeld dat we van de wereld hebben constant bij te sturen op basis van nieuwe inzichten, die overigens vaak in strijd zijn met de vorige, door wetenschap ontwikkelde, interpretaties. Wetenschap doet met andere woorden aan interne zelfkritiek; het 'wetenschappelijk creationisme' daarentegen blijft steken in krampachtige pogingen om 'bewijzen' te vinden voor buitengewoon onwaarschijnlijke 'gebeurtenissen' zoals de zondvloed (Genesis) of het tijdelijk stilstaan van de zon (Jozua), enzovoort.
Het creationisme, kortom, vertoont de kenmerken die typisch zijn voor pseudo-wetenschap, en hoort alleen al daarom niet thuis in het onderwijs.
De eis van de creationisten voor een 'gelijke, faire behandeling', zodat de leerlingen en studenten 'democratisch voor zichzelf kunnen uitmaken hoe de vork in de steel zit', is dan ook ontzettend misleidend. Als men de scheppingsverhalen uit de bijbel zou onderwijzen in de lessen biologie, als 'alternatief' voor de evolutietheorie, waarom dan ook niet de scheppingsmythen van de Navajo-indianen, of van de Inuit, of de Yanomamö? Er zijn duizenden mythen, er is geen enkele zinnige reden waarom die van de joods-christelijke cultuur meer waarheidsgetrouw zijn dan alle andere.
De creationisten houden er niet alleen een onwetenschappelijke kijk op de wereld op na, maar voeren ook een 'eigen mythen eerst' politiek. Mochten de hardst roependen, of diegenen die het meest lobbyen of de numerieke meerderheid hebben, uitmaken wat we in het onderwijs behandelen, dan zou het niveau van wetenschappelijke kennis van vandaag de dag dramatisch lager zijn.
Plan C
Op enkele lokale, tijdelijke successen na, bleek het 'wetenschappelijk creationisme' te licht te wegen om veel indruk te maken. Men diende daarom over te schakelen op plan C. Na het creationisme en vervolgens het wetenschappelijk creationisme, wordt nu massaal gegokt op de 'theorie' van het 'intelligent design' , het 'intelligent ontwerp'. Dat is wel erg oude wijn in relatief nieuwe zakken, maar de truc slaat blijkbaar aan.
De illusie dat 'intelligent ontwerp' naar een authentieke wetenschappelijke theorie verwijst, die niets te maken heeft met het creationisme, noch met de een of andere onwetenschappelijke geloofsovertuiging (en daarom niet in strijd zou zijn met het principe van de scheiding tussen kerk en staat), nestelde zich in snel tempo in de hoofden van velen die zich ongemakkelijk voelen met Darwins natuur- en mensbeeld. Zo ook in Nederland, waar zopas zelfs de minister van Onderwijs en Wetenschappen (!), Maria van der Hoeven (CDA), liet verstaan dat ze wel wat voelt voor de theorie van het 'intelligente ontwerp' (DS 23 mei). Waarom is deze opvatting populair? In essentie herhaalt ze de eeuwenoude creationistische opvatting dat een uurwerk een uurwerkmaker veronderstelt, en dat bijgevolg, naar analogie, een oog een oogmaker impliceert, een mens een mensmaker, enzovoort. Een oog, zoals een uurwerk, is zeer complex en bovendien ook functioneel; zoiets kan, aldus de believers in intelligent ontwerp, onmogelijk per toeval zijn ontstaan. Daarom kan ook de evolutietheorie niet kloppen, beweren ze, want die houdt volgens hen in dat de functionele complexiteit van het leven wél per toeval is ontstaan. Niet toevallig wordt minister van der Hoeven 'geadviseerd' door enkele academici die expertise hebben in kansberekening, niet in evolutietheorie.
Ze maken een cruciale fout: de evolutietheorie schrijft het ontstaan van functionele complexiteit helemaal niet aan het toeval toe. Mocht dat Darwins 'verklaring' zijn voor functionele complexiteit, dan zou ze inderdaad bijzonder ongeloofwaardig zijn. Alleen heeft hij zoiets nooit beweerd. Wel had hij het over het mechanisme van natuurlijke selectie, waardoor uit de variatie die in de natuur ontstaat, elke generatie weer opnieuw, die vormen bewaard blijven ('geselecteerd worden') die het meest zijn aangepast. Het woord 'aangepast' betekent in deze context: functioneel zijn met betrekking tot overleving en voortplanting.
De evolutietheorie stelt dus helemaal niet dat alles 'toevallig' is tot stand gekomen, maar geeft een inzichtelijke verklaring voor de langzame ontstaansgeschiedenis van functionele - ogenschijnlijk intelligente - complexiteit. Het oog is niet plotseling ontstaan, maar is langzaam geëvolueerd, vanuit enkele lichtgevoelige cellen, vele miljoenen jaren geleden. Er is een enorme hoeveelheid informatie beschikbaar die deze visie ondersteunt, niet alleen vanuit de evolutiebiologie, maar ook binnen de genetica, taxonomie, celbiologie, enzovoort. Bovendien is ze ook compatibel met de kennis die de geologie ons levert, en de fysica, en vele andere wetenschappelijke disciplines. De 'theorie van het intelligente ontwerp' daarentegen staat volstrekt geïsoleerd. Er bestaat niet het minste bewijs voor haar kernidee, namelijk dat de functionele complexiteit in de natuur een 'hogere intelligentie' veronderstelt. Bovendien vindt ze - opnieuw typisch voor pseudo-wetenschap - geen aansluiting bij betrouwbare, wetenschappelijke kennis.
Plan D?
Minister van der Hoeven wil een 'debat' over het 'intelligent ontwerp'. Een ruime meerderheid van politici en wetenschappers in Nederland liet verstaan daar niks voor te voelen. Ik zou geen bezwaar hebben, om de eenvoudige reden dat er moeilijk sprake kan zijn van een debat. Er is niks van belang om over te debatteren. De theorie van het intelligent ontwerp is good old protestants creationisme, gehuld in een pseudo-wetenschappelijk schapenvelletje. Ik kijk al uit naar de inhoud van plan D.
(De auteur doceert wijsbegeerte aan de Universiteit Gent en is Socrates hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Hij schreef het boek 'Darwins Moordbekentenis', uitgegeven bij Nieuwezijds, 2001.)
Johan Braeckman
Copyright | De Standaard Online 2005