PDA

Bekijk Volledige Versie : ‘Zou ik heel even in uw schrank mogen kijken?’



Bofko
02-06-05, 10:00
‘Zou ik heel even in uw koelkast mogen kijken?’

ENSCHEDE - Een plotselinge scheiding is verdacht, geldopnames in een vreemde stad eveneens. Fraude met de bijstandsuitkering is nog altijd heel eenvoudig. Maar de controle neemt toe.
Fraudepreventiemedewerkers ontdekken regelmatig misstanden bij de aanvraag van een bijstandsuitkering

‘Ik ben Hans, van de sociale dienst. Er zijn wat vragen over uw uitkeringsaanvraag. Mag ik even bij u binnenkomen?’
Maar natuurlijk. Een breed glimlachend koppel leidt Hans met weidse armgebaren naar de eettafel, waar hij CWI-kopieën laat zien. Het zijn twee afzonderlijke aanvragen voor een bijstandsuitkering. Een voor hem, een voor haar. Ze zijn ingediend bij twee verschillende CWI-medewerksters.

‘Kloppen deze gegevens?’ Ja, die kloppen. ‘Mag ik misschien even in uw huis rondkijken?’ Zeker. De trap op, waar de slaapkamers zijn. Overal een snelle blik om de hoek van de deur. Een kamer met een tweepersoonsbed, een logeerkamer, een badkamer. Op de overloop verstommen de toelichtingen en hartelijkheden. Hans gaat de zolder op, waar slingerend ondergoed te drogen hangt.
De twee trappen weer naar beneden zwijgen Hans, de man en de vrouw. Hans gaat opnieuw aan de eettafel zitten, en kijkt uitbegreid naar de CWI-kopieën. Uit het niets zegt de man met een zucht: ‘Nee, die gegevens zijn niet goed. Wij zijn getrouwd.’
Hij staat op een legt een stapel papieren en enveloppen op tafel. Achterstanden, aanmaningen, acceptgiro’s. Het hele verhaal. Over een andere uitkering die ten einde liep, een verlenging die werd afgekeurd, drie maanden zonder inkomsten, vrienden die moeten bijspringen. De man begint steeds luider te praten, de vrouw huilt. Hans knikt en vraagt of hij in de koelkast mag kijken.

Hans is dagelijks op pad als fraudepreventiemedewerker. Eerst gaat hij langs het CWI, waar twijfelachtige aanvragen voor een bijstandsuitkering in Hans’ postbakje worden gelegd. Twijfelachtig, dat zijn twintig inschrijvingen op één adres, plotselinge ‘scheidingen’, veel geldopnames in een heel andere stad, kopietjes met witte gaten, extreem hoge huur, of een cliënt die nooit komt opdagen.
Doorgaans kent Hans van tevoren de feitelijke situatie al. ‘Je moet een pokerface houden. Die koelkast zat gewoon vol. En waar rijden ze dat busje van? Ik heb ook vrienden, maar die gaan me echt niet zo royaal onderhouden. Deze mensen hebben waarschijnlijk nog inkomsten.’

Het echtpaar had hem toegang kunnen weigeren. Maar als de gegevens niet te controleren zijn, kan de uitkeringsaanvraag niet doorgaan. ‘Zo simpel is het.’
Hans zal zijn bevindingen doorgeven aan het CWI: het stel is getrouwd, en krijgt dus een dito uitkering. ‘Netto 1099 euro.’

Zijn collega Karin legt uit dat fraude nog steeds niet al te ingewikkeld is. Stel, je zet je auto op naam van een vriendin. En je hevelt je spaarrekening over naar een andere vriendin. ‘Officieel heb je dan toch geen geld? Als je je zaakjes goed aanpakt, kun je het als fraudeur nog best een tijdje uithouden.’
Karin is sociaal rechercheur. Dat betekent dat ze opsporingsbevoegdheden heeft: ze mag observeren, arresteren, vastzetten. Ze mag in het hypothekenregister en het testamentenregister. En na toestemming van de officier van justitie mag ze gegevens controleren van bankafschriften en creditcards en kan ze dossiers van justitie inzien.
Alle bijstandsfraude boven zesduizend euro kan strafrechtelijk worden aangepakt. In Enschede zijn zes rechercheurs daar voltijds mee bezig. ‘We hebben allemaal wel eens bedreigingen gehad.’ Karin lacht breed. ‘Doodsbedreigingen.’
Sommige fraudeurs zijn volgens Karin ‘zo in de shit gekomen dat ze denken: de dood of de gladiolen.’ Anderen willen eenvoudigweg met weinig moeite wat meer verdienen. ‘Ik heb wel eens een frauderende bouwvakker gevolgd. Wérken! Verdiende geld als drek. En toch een uitkering erbij. Daar heb ik me over verbaasd.’

Ze stapt de woning van een jonge vrouw binnen. Er zijn onduidelijkheden gerezen over haar woonplek. Mogelijk heeft de vrouw een uitkering terwijl ze samenwoont.
Geroutineerd loopt Karin door de woning. De vrouw gaat haar voor, onwennig maar beslist om gastvrij te zijn. Karin ziet de slaapkamer (‘prima’), de badkamer (‘ja’), een extra kamer (‘oké’) , de woonkamer (‘hmm-hmm’), een keuken (‘Zou ik heel even in uw koelkast mogen kijken?’).
Binnen tien minuten staat ze weer buiten. Niets bijzonders. Er had verse dagmelk en brood in de koelkast gelegen, een belangrijk criterium. Soms, zegt Karin, staat er een eenzame fles ketchup en een onaangebroken pot pindakaas in het keukenkastje. ‘Ik ben aan de lijn, zeggen ze dan. Nou, daar geloof ik dus geen ruk van.’

volkskrant.nl