Zwarte Schaap
18-06-05, 14:35
Geloof en achterdocht
Door René Diekstra
Op een middag, ik was een jaar of zeven, speelde ik met mijn gebruikelijke vriendjes plus een neefje van een van die vriendjes. Op een gegeven moment zei het betreffende vriendje dat ze bij dat neefje thuis nooit naar de kerk gingen. Ik weet nog wat mijn verbaasde vraag aan het neefje was: ``bidden jullie dan nooit thuis?''
Helemaal verbluft was ik toen hij, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was, antwoordde dat ze thuis nooit baden, want dat ze niks geloofden. Door dat te zeggen, veranderde hij voor mij opeens. Van een toevallig speelkameraadje in iemand die bijna onvoorstelbaar anders was. Uit een ander land of zoiets. Zijn anders-zijn had bijna iets bedreigends. Ik heb dagen met vragen rondgelopen. Hoe kon je nou niks zijn? Dat was nog erger dan protestant zijn.
In het Friese stadje waar ik opgroeide, waren de grenzen tussen katholiek en protestant in die tijd vlijmscherp getrokken. Je ging eigenlijk alleen om met mensen uit je eigen geloofskring. Tenzij het niet anders kon, deed je je inkopen in winkels van geloofsgenoten. Als kind voelde je dat er behalve een koele afstandelijkheid ook een zekere naijver tussen beide geloofsgroepen was. Maar openlijke spanningen waren er nooit. Of het moest zijn dat wij als jongeren in groepsverband onze protestante leeftijdsgenoten wel eens uitscholden (`Protestante reuzen, hebben lange neuzen, hebben lange lippen, daar zit de duvel op te wippen').
Toch kan ik me niet herinneren dat het ooit tot echt handgemeen kwam. Ik herinner me ook niet dat wij als katholieken een religieus superioriteitsgevoel hadden. Zo van `wij hebben het ware geloof en jullie zijn eigenlijk een stelletje stakkers'. Nee, we waren ieder op onze manier gewoon anders. (We vonden overigens wel dat gelovig zijn `gewoner' was dan helemaal niks geloven). Ik voel me nog altijd meer katholiek dan protestant.
Toch praktiseer ik al jaren niet meer, en het godsbeeld dat ik er op na hou, kan op zijn best als onduidelijk worden omschreven. Ik geloof in mensen en zie niet echt een rol weggelegd voor een God in het verbeteren van de toestand in de wereld. Dat is onze eigen taak. Vanuit mijn religieus relativisme heb ik grote moeite met de houding die ik bij veel moslims bespeur, ook bij sommige van degenen die ik als vrienden beschouw. Dat is de houding dat op de keper beschouwd hun geloof het enige ware is. Een houding die helaas ook de katholieke kerk eeuwenlang heeft gekenmerkt. In hun hart kijken veel moslims neer op anders- en niet-gelovigen. Alsof dat tweederangs schepselen zijn. Natuurlijk wordt dat meestal niet uitgesproken, want dat vindt men te link. Maar in allerlei kleinere `zaken' sijpelt het toch door.
Een simpel voorbeeld. Ik heb nog nooit, werkelijk nog nooit, meegemaakt dat een moslim mij naar de kenmerken of achtergronden van mijn geloof vroeg. Terwijl het omgekeerde vaak is voorgekomen. Het lijkt erop dat nogal wat moslims zich ten opzichte van hun christelijke en niet-gelovige mede-landers voor wat betreft geloof in een soort van `splendid isolation' terugtrekken. Alsof ze niet `besmet' willen worden door anders- en niet-gelovigen.
Dat kan uitmonden in religieuze intolerantie. Je eigen godsdienst belangrijker achten dan wat verder dan ook in de wereld. Een ernstig en gevaarlijk verschijnsel. Ernstig omdat het zich niet verdraagt met de grondrechten van onze samenleving. Wie religieus intolerant is, kan voor de vrijheid van godsdienst, één van die grondrechten, geen respect opbrengen.
Religieus-intolerante moslim-ouders zullen geen enkel respect opbrengen voor hun zoon of dochter als die met een niet-moslim partner wil trouwen. Zij zien niet in dat het recht waar ze zelf gebruik van maken, namelijk in vrijheid hun godsdienst beoefenen, ook een plicht inhoudt. De plicht om anderen, ook anderen van eigen vlees en bloed, diezelfde vrijheid te geven en pal voor die vrijheid te staan.
Religieuze intolerantie is ook gevaarlijk. Ze vormt een broeinest voor gewelddadigheid. Als ik iemand veracht omdat hij mijn geloof afwijst, dan maak ik `m tot vijand. Vijanden moeten bestreden worden. De reden waarom gewelddadig extremisme in onze tijd vooral gebeurt in de naam van de islam, is hierin te vinden. Voor de meeste moslim-extremisten geldt: je bent moslim of je bent niks.
Dat `niks' verwijst niet alleen naar niet het ware geloof hebben maar ook naar je waarde als schepsel. Daarmee is de brug naar geweld, ook geweld tegen onschuldige burgers, geslagen. Die brug moet worden afgebroken en de moslims van vandaag hebben daarin zelf de sleutelrol. Ze zullen het moeten doen door in eigen kring de houding uit te dragen dat men niet het enige ware geloof bezit. Dat God vele namen heeft en dat Allah daar één van is, maar niet de enig ware. Zolang de rest van Nederland dat niet uit de mond van de moslim-gemeenschap hoort, zal er achterdocht zijn
Bron: Rotterdams Dagblad 11 juni 2005
Weer eentje die meelift met de waan van de dag en vanuit zijn eigen frustraties en vooroordelen met betrekking tot zijn geloof en Islam de moslims wil opleggen hoe ze moeten geloven.
Volgende stap is dat moslims hun geloof achter zich dienen te laten, zoals hij deed. Waarom? Omdat hij zijn eigen ''verlichting'' de enige, echte, superieure en ware ''ontwikkelingsgeloof'' vindt.
Door René Diekstra
Op een middag, ik was een jaar of zeven, speelde ik met mijn gebruikelijke vriendjes plus een neefje van een van die vriendjes. Op een gegeven moment zei het betreffende vriendje dat ze bij dat neefje thuis nooit naar de kerk gingen. Ik weet nog wat mijn verbaasde vraag aan het neefje was: ``bidden jullie dan nooit thuis?''
Helemaal verbluft was ik toen hij, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was, antwoordde dat ze thuis nooit baden, want dat ze niks geloofden. Door dat te zeggen, veranderde hij voor mij opeens. Van een toevallig speelkameraadje in iemand die bijna onvoorstelbaar anders was. Uit een ander land of zoiets. Zijn anders-zijn had bijna iets bedreigends. Ik heb dagen met vragen rondgelopen. Hoe kon je nou niks zijn? Dat was nog erger dan protestant zijn.
In het Friese stadje waar ik opgroeide, waren de grenzen tussen katholiek en protestant in die tijd vlijmscherp getrokken. Je ging eigenlijk alleen om met mensen uit je eigen geloofskring. Tenzij het niet anders kon, deed je je inkopen in winkels van geloofsgenoten. Als kind voelde je dat er behalve een koele afstandelijkheid ook een zekere naijver tussen beide geloofsgroepen was. Maar openlijke spanningen waren er nooit. Of het moest zijn dat wij als jongeren in groepsverband onze protestante leeftijdsgenoten wel eens uitscholden (`Protestante reuzen, hebben lange neuzen, hebben lange lippen, daar zit de duvel op te wippen').
Toch kan ik me niet herinneren dat het ooit tot echt handgemeen kwam. Ik herinner me ook niet dat wij als katholieken een religieus superioriteitsgevoel hadden. Zo van `wij hebben het ware geloof en jullie zijn eigenlijk een stelletje stakkers'. Nee, we waren ieder op onze manier gewoon anders. (We vonden overigens wel dat gelovig zijn `gewoner' was dan helemaal niks geloven). Ik voel me nog altijd meer katholiek dan protestant.
Toch praktiseer ik al jaren niet meer, en het godsbeeld dat ik er op na hou, kan op zijn best als onduidelijk worden omschreven. Ik geloof in mensen en zie niet echt een rol weggelegd voor een God in het verbeteren van de toestand in de wereld. Dat is onze eigen taak. Vanuit mijn religieus relativisme heb ik grote moeite met de houding die ik bij veel moslims bespeur, ook bij sommige van degenen die ik als vrienden beschouw. Dat is de houding dat op de keper beschouwd hun geloof het enige ware is. Een houding die helaas ook de katholieke kerk eeuwenlang heeft gekenmerkt. In hun hart kijken veel moslims neer op anders- en niet-gelovigen. Alsof dat tweederangs schepselen zijn. Natuurlijk wordt dat meestal niet uitgesproken, want dat vindt men te link. Maar in allerlei kleinere `zaken' sijpelt het toch door.
Een simpel voorbeeld. Ik heb nog nooit, werkelijk nog nooit, meegemaakt dat een moslim mij naar de kenmerken of achtergronden van mijn geloof vroeg. Terwijl het omgekeerde vaak is voorgekomen. Het lijkt erop dat nogal wat moslims zich ten opzichte van hun christelijke en niet-gelovige mede-landers voor wat betreft geloof in een soort van `splendid isolation' terugtrekken. Alsof ze niet `besmet' willen worden door anders- en niet-gelovigen.
Dat kan uitmonden in religieuze intolerantie. Je eigen godsdienst belangrijker achten dan wat verder dan ook in de wereld. Een ernstig en gevaarlijk verschijnsel. Ernstig omdat het zich niet verdraagt met de grondrechten van onze samenleving. Wie religieus intolerant is, kan voor de vrijheid van godsdienst, één van die grondrechten, geen respect opbrengen.
Religieus-intolerante moslim-ouders zullen geen enkel respect opbrengen voor hun zoon of dochter als die met een niet-moslim partner wil trouwen. Zij zien niet in dat het recht waar ze zelf gebruik van maken, namelijk in vrijheid hun godsdienst beoefenen, ook een plicht inhoudt. De plicht om anderen, ook anderen van eigen vlees en bloed, diezelfde vrijheid te geven en pal voor die vrijheid te staan.
Religieuze intolerantie is ook gevaarlijk. Ze vormt een broeinest voor gewelddadigheid. Als ik iemand veracht omdat hij mijn geloof afwijst, dan maak ik `m tot vijand. Vijanden moeten bestreden worden. De reden waarom gewelddadig extremisme in onze tijd vooral gebeurt in de naam van de islam, is hierin te vinden. Voor de meeste moslim-extremisten geldt: je bent moslim of je bent niks.
Dat `niks' verwijst niet alleen naar niet het ware geloof hebben maar ook naar je waarde als schepsel. Daarmee is de brug naar geweld, ook geweld tegen onschuldige burgers, geslagen. Die brug moet worden afgebroken en de moslims van vandaag hebben daarin zelf de sleutelrol. Ze zullen het moeten doen door in eigen kring de houding uit te dragen dat men niet het enige ware geloof bezit. Dat God vele namen heeft en dat Allah daar één van is, maar niet de enig ware. Zolang de rest van Nederland dat niet uit de mond van de moslim-gemeenschap hoort, zal er achterdocht zijn
Bron: Rotterdams Dagblad 11 juni 2005
Weer eentje die meelift met de waan van de dag en vanuit zijn eigen frustraties en vooroordelen met betrekking tot zijn geloof en Islam de moslims wil opleggen hoe ze moeten geloven.
Volgende stap is dat moslims hun geloof achter zich dienen te laten, zoals hij deed. Waarom? Omdat hij zijn eigen ''verlichting'' de enige, echte, superieure en ware ''ontwikkelingsgeloof'' vindt.