Juliette
18-06-05, 14:46
Tom Naegels
18/06/2005
HET gemiddelde moslimmeisje in Europa leeft in angst. Angst voor een pak slaag. Angst vernederd te worden. Angst om vermoord te worden. Angst om uitgehuwelijkt te worden. Bang Bang Bang
Zo begint Ayaan Hirsi Ali haar inleiding op Ayse. Op de vlucht voor eerwraak (uitgeverij De Kern), de autobiografie van een 21-jarig Turks-Koerdisch meisje dat koos voor een Duits lief en daarom door haar ouders ter dood veroordeeld is. Hirsi Ali wijdt uit over alles wat een moslima in Europa ontzegd wordt, hoe ze beperkt wordt in haar vrijheid en de hele tijd moet waken over haar eer, ,,een eer die zich in het moslimgezin nestelt tussen de benen van de moeder en de dochter.''
Het vervelende is dat het boek helemaal niet over een moslimmeisje gaat. Als de politica ook maar twee paragrafen had gelezen, dan had ze dat geweten. Ayse behoort tot de Jezidi, een kleine religieuze gemeenschap die zich, zo wordt expliciet gesteld, in Turkije al eeuwen verzet tegen de islam. Daarom wordt ze er net vervolgd. Vrij vroeg in het boek wordt overigens verteld over een Jezidisch meisje dat door haar vader en broers vermoord werd, omdat ze een geheime relatie had met een moslim.
Maar ach, wat maakt het uit? Eerwraak is afgrijselijk, daar gaat het om. En misschien moeten we inderdaad voor het gemak elke barbaarse daad die wereldwijd begaan wordt, islamitisch noemen. Chinese boeren die hun pasgeboren meisjes vermoorden omdat ze liever een zoon hebben? Moslims zijn het. Aboriginals die de huid van de penis opensnijden tot aan het scrotum en die dan dichtbranden? Onverbeterlijke islamieten.
Ik las afgelopen week nog een boek in hetzelfde genre: Vrij, van Loubna Méliane (uitgeverij Arena). Zij was een van de leiders van het Franse scholierenforum en is nu gangmaker binnen SOS Racisme en Ni putes ni soumises, dat het geweld tegen vrouwen door allochtone jongens bestrijdt. Ik was onder de indruk van haar verhaal, net als van dat van Ayse, maar opnieuw ergerde ik me aan de manier waarop het boek me verkocht werd. ,,Een jonge Frans-Marokkaanse strijdt tegen onderdrukking van vrouwen'' is de ondertitel. Op de achterflap: ,,Loubna besluit zich niet langer aan mannen te onderwerpen. Vol overgave stort ze zich in allerlei protestbewegingen, om jonge vrouwen duidelijk te maken dat ze niet alleen plichten maar ook rechten hebben." Nu is de vrouwenstrijd belangrijk in dat boek, maar het gaat over veel meer dan dat. Over grootstedelijke getto's, over een discriminerend onderwijssysteem, over een Franse maatschappij die de allochtonen blijft uitspuwen. Méliane hamert er keer op keer op dat de emancipatie van de vrouwen hand in hand gaat met die van de jongens: antiracisme en feminisme zijn twee zijden van dezelfde medaille. Dat volledige verhaal wordt op de blurb nergens gebracht. Die vertelt een anekdote zelfs verkeerd na, om Mélianes broer in een kwaad daglicht te stellen. Dat ze heel liefdevol schrijft over haar vader en haar broers: irrelevant.
Ben ik antifeministisch als ik zeg dat de uitgeverij moedwillig de complexe boodschap van Loubna Méliane verengt tot het enige dat haar blanke lezers nog willen horen: dat moslims hun vrouwen onderdrukken, en dat die vrouwen daartegen in opstand komen, en dat dat onze samenlevingsproblemen wel zal oplossen? Ben ik cynisch als ik zeg dat het inspeelt op onze zelfgenoegzaamheid: nu gaan we eens lezen over een dappere jonge vrouw die inziet dat wij superieur zijn?
Ik ben zelf een boek aan het maken met een Belgisch-Marokkaanse jonge vrouw. Ook dat behandelt thema's als uithuwelijking en mannelijke dominantie, en ook dat probeert die in een ruimere context te plaatsen. Ik pieker me suf over hoe ik dat zo genuanceerd mogelijk kan doen. Het meisje met wie ik werk is ooit uitgehuwelijkt, maar haar zussen niet. Sommige mannen uit haar omgeving hebben zich als agressieve bullebakken gedragen, maar zijn nu liefhebbende vaders die hun dochters vrij laten. Hoe kunnen we die tegenstrijdigheden weergeven, empathie opwekken, zonder de verontwaardiging te verliezen? Begrijpen zoveel het kan, oordelen als het moet, en daarbij het onderscheid maken tussen individuele fouten, een starre traditie en een afwijzende samenleving - kan dat nog, met zo'n beladen onderwerp? Hoe vermijden we dat het opnieuw gebruikt wordt om een enge visie te ondersteunen: dappere vrouw, boze man?
Het is een onderwerp geworden met zoveel valkuilen, dat de begane grond haast verdwenen lijkt.
Tom Naegels is schrijver. ,,Spijkerschrift'' verschijnt wekelijks op zaterdag.
www.standaard.be/spijkerschrift
Copyright | De Standaard Online 2005
18/06/2005
HET gemiddelde moslimmeisje in Europa leeft in angst. Angst voor een pak slaag. Angst vernederd te worden. Angst om vermoord te worden. Angst om uitgehuwelijkt te worden. Bang Bang Bang
Zo begint Ayaan Hirsi Ali haar inleiding op Ayse. Op de vlucht voor eerwraak (uitgeverij De Kern), de autobiografie van een 21-jarig Turks-Koerdisch meisje dat koos voor een Duits lief en daarom door haar ouders ter dood veroordeeld is. Hirsi Ali wijdt uit over alles wat een moslima in Europa ontzegd wordt, hoe ze beperkt wordt in haar vrijheid en de hele tijd moet waken over haar eer, ,,een eer die zich in het moslimgezin nestelt tussen de benen van de moeder en de dochter.''
Het vervelende is dat het boek helemaal niet over een moslimmeisje gaat. Als de politica ook maar twee paragrafen had gelezen, dan had ze dat geweten. Ayse behoort tot de Jezidi, een kleine religieuze gemeenschap die zich, zo wordt expliciet gesteld, in Turkije al eeuwen verzet tegen de islam. Daarom wordt ze er net vervolgd. Vrij vroeg in het boek wordt overigens verteld over een Jezidisch meisje dat door haar vader en broers vermoord werd, omdat ze een geheime relatie had met een moslim.
Maar ach, wat maakt het uit? Eerwraak is afgrijselijk, daar gaat het om. En misschien moeten we inderdaad voor het gemak elke barbaarse daad die wereldwijd begaan wordt, islamitisch noemen. Chinese boeren die hun pasgeboren meisjes vermoorden omdat ze liever een zoon hebben? Moslims zijn het. Aboriginals die de huid van de penis opensnijden tot aan het scrotum en die dan dichtbranden? Onverbeterlijke islamieten.
Ik las afgelopen week nog een boek in hetzelfde genre: Vrij, van Loubna Méliane (uitgeverij Arena). Zij was een van de leiders van het Franse scholierenforum en is nu gangmaker binnen SOS Racisme en Ni putes ni soumises, dat het geweld tegen vrouwen door allochtone jongens bestrijdt. Ik was onder de indruk van haar verhaal, net als van dat van Ayse, maar opnieuw ergerde ik me aan de manier waarop het boek me verkocht werd. ,,Een jonge Frans-Marokkaanse strijdt tegen onderdrukking van vrouwen'' is de ondertitel. Op de achterflap: ,,Loubna besluit zich niet langer aan mannen te onderwerpen. Vol overgave stort ze zich in allerlei protestbewegingen, om jonge vrouwen duidelijk te maken dat ze niet alleen plichten maar ook rechten hebben." Nu is de vrouwenstrijd belangrijk in dat boek, maar het gaat over veel meer dan dat. Over grootstedelijke getto's, over een discriminerend onderwijssysteem, over een Franse maatschappij die de allochtonen blijft uitspuwen. Méliane hamert er keer op keer op dat de emancipatie van de vrouwen hand in hand gaat met die van de jongens: antiracisme en feminisme zijn twee zijden van dezelfde medaille. Dat volledige verhaal wordt op de blurb nergens gebracht. Die vertelt een anekdote zelfs verkeerd na, om Mélianes broer in een kwaad daglicht te stellen. Dat ze heel liefdevol schrijft over haar vader en haar broers: irrelevant.
Ben ik antifeministisch als ik zeg dat de uitgeverij moedwillig de complexe boodschap van Loubna Méliane verengt tot het enige dat haar blanke lezers nog willen horen: dat moslims hun vrouwen onderdrukken, en dat die vrouwen daartegen in opstand komen, en dat dat onze samenlevingsproblemen wel zal oplossen? Ben ik cynisch als ik zeg dat het inspeelt op onze zelfgenoegzaamheid: nu gaan we eens lezen over een dappere jonge vrouw die inziet dat wij superieur zijn?
Ik ben zelf een boek aan het maken met een Belgisch-Marokkaanse jonge vrouw. Ook dat behandelt thema's als uithuwelijking en mannelijke dominantie, en ook dat probeert die in een ruimere context te plaatsen. Ik pieker me suf over hoe ik dat zo genuanceerd mogelijk kan doen. Het meisje met wie ik werk is ooit uitgehuwelijkt, maar haar zussen niet. Sommige mannen uit haar omgeving hebben zich als agressieve bullebakken gedragen, maar zijn nu liefhebbende vaders die hun dochters vrij laten. Hoe kunnen we die tegenstrijdigheden weergeven, empathie opwekken, zonder de verontwaardiging te verliezen? Begrijpen zoveel het kan, oordelen als het moet, en daarbij het onderscheid maken tussen individuele fouten, een starre traditie en een afwijzende samenleving - kan dat nog, met zo'n beladen onderwerp? Hoe vermijden we dat het opnieuw gebruikt wordt om een enge visie te ondersteunen: dappere vrouw, boze man?
Het is een onderwerp geworden met zoveel valkuilen, dat de begane grond haast verdwenen lijkt.
Tom Naegels is schrijver. ,,Spijkerschrift'' verschijnt wekelijks op zaterdag.
www.standaard.be/spijkerschrift
Copyright | De Standaard Online 2005