PDA

Bekijk Volledige Versie : De Europeaan bestaat niet



Hanif
26-06-05, 14:42
De Europeaan bestaat niet

Kees Versteegh

WAARDENATLAS LEGT GEBREK AAN EUROPESE EENHEID BLOOT

De gelukkigste Europeanen wonen in Noord-Ierland, de minst gelukkige in Bulgarije.

Nederlanders en Zweden verwachten de minste ouderliefde van kinderen, Moldaviërs de meeste

8% van de Nederlanders vindt dat een vrouw een kind nodig heeft als levensvervulling, tegen 90% van de Letten

Tweederde van de Macedoniërs, Turken, Kroaten en Roemenen wil een sterke leider het land laten besturen

De Denen hechten de minste waarde aan hun werk, de Albaniërs het meest

De Albanezen hebben het meeste vertrouwen in de EU, de Russen, Grieken en Serven het minst

De donderdag verschenen Atlas of European Values biedt een schat aan ontnuchterend materiaal. Europeanen hebben niet veel gemeenschappelijk. Ze identificeren zich liever met de wereld dan met Europa.

Laten we beginnen met een kleine quiz. Weet u welk land in de Europese Unie het meest geseculariseerd is, en welk land het minst? Het juiste antwoord: .

Waarschijnlijk gaf u het foute antwoord, misschien wel op beide vragen.

Het zij u vergeven. U bent namelijk lang niet de enige. Europa is en blijft, ook voor Nederlanders, een vreemd en moeilijk te doorgronden continent, zo blijkt uit de eergisteren gepubliceerde wetenschappelijke Atlas of European Values waaraan deze secularisatiegegevens zijn ontleend. Die secularisatiegraad blijkt uit een reeks vragen naar onder meer het geloof in een persoonlijke God, het belang van God voor het dagelijks leven, de frequentie van kerkbezoek, naar bidden en de omgang met andere kerkleden in de vrije tijd.

In de Engelstalige atlas is voor het eerst in boekvorm het omvangrijke statistisch materiaal samengebracht over zeer uiteenlopende opvattingen van Europeanen uit 33 landen ten aan zien van godsdienst, opvoeding, werk, familie, vrije tijd, politiek en Europa. Met z’n toegankelijke kaarten is de atlas het paradepaardje van het al decennia lang lopende Europees Waarden Onderzoek (EVS) van de Universiteit van Tilburg.

Na het daverend nee op 1 juni tegen de Europese Grondwet wil het Nederlandse kabinet een brede discussie over Europa organiseren. Het kan geen kwaad daarbij de Europese atlas te betrekken.

Na alle ‘Grondwetspeak’ van de laatste maanden over een gemeenschappelijke Europese toekomst en een Europese identiteit, bieden de tientallen kaarten, grafieken en analyses een schat aan ontnuchterend materiaal. Van de bijna 40.000 ondervraagde burgers in 33 landen blijkt slechts vijf procent zich Europeaan te voelen. Ook bestaat er niet zoiets als Europese trots, of betrokkenheid bij het lot van mede-Europeanen. Stad, regio en land gaan als identificatiekader voorop. En daarna volgt niet Europa, zoals men wellicht zou verwachten, maar de wereld als geheel.

Tsjechië is het meest geseculariseerd, Malta het minst.

scheppen ‘‘Terwijl we politieke instituties en een Monetaire Unie bouwden, vergaten we een echte Europese maatschappij te scheppen’’, schrijft de Tilburgse bestuurskundige Wim van de Donk in een commentaar op de statistieken.

En de drie makers van de atlas, de Tilburgse wetenschappers Loek Halman, Ruud Luijkx en Marga van Zundert, stellen: ‘’Europa is alleen geaccepteerd op een instrumentele en utilitaire manier; er bestaat geen emotionele of affectieve aantrekkingskracht.’’

De Atlas vat de uitkomsten samen van het laatste Europese Waardenonderzoek uit 2000. Hoewel de cijfers dus enigszins gedateerd zijn, geven ze volgens de auteurs nog steeds veel inzicht in het huidige Europa. Het gaat immers om diepliggende morele opvattingen die niet snel veranderen. Als u vijf jaar geleden liever niet naast een dronkaard of jood woonde (één van de vragen uit het Waardenonderzoek om de tolerantie te testen), is de kans vrij groot dat u dat nog steeds liever niet doet. Bovendien konden de onderzoekers de continuïteit in veel van de opvattingen vaststellen op grond van twee eerdere soortgelijke onderzoeken in 1980 en 1990.

Het Europees Waardenproject vindt zijn oorsprong in de jaren zeventig. Tilburgse sociologen zoals Ruud de Moor en onderzoekers uit Leuven zoals Jan Kerkhofs vroegen zich af of het christendom dat in de Middeleeuwen het dominante waardensysteem van Europa had gevormd vijfhonderd jaar later was vervangen door een nieuw samenhangend patroon, bijvoorbeeld een seculier, postmaterialistisch waardenstelsel. Of was er veeleer sprake van een versplintering van waardenpatronen?

Net als Max Weber en Emile Durkheim, de grondleggers van de sociologie, gingen De Moor en Kerkhofs ervan uit dat opvattingen van burgers over religie, politiek, werk en familie de belangrijkste richtsnoeren voor hun handelen vormden. Wie iets wilde weten over de toekomst van Europa, deed er volgens hen goed aan te kijken naar de waarden van de burgers in plaats van naar het gedrag en de retoriek van politici.

Drie grote onderzoeken verder is er eerder sprake van versplintering van waardenstelsels dan van een nieuw samenhangend systeem. De Europeanen bestaan hooguit als inwoners van Europa, niet als dragers van een duidelijk omschreven, gemeenschappelijke set waarden.

De makers van de atlas doen weliswaar een moedige poging om een algemene karakteristiek van Europeanen te geven: tamelijk gelukkig, in meerderheid religieus, gehecht aan de familie als hoeksteen van de samenleving en aan opvoedingswaarden zoals verantwoordelijkszin, goede manieren en respect voor de ander. Maar zulke grove penseelstreken zijn ook op heel veel niet- Europeanen van toepassing.

Het zijn de enorme verschillen die het onderzoek betekenis geven. Individualisme en familiedenken, kerkelijke religie en religie-nieuwe-stijl, autoritarisme en liberalisme, materialisme en postmaterialisme, ze bestaan allemaal, naast elkaar en soms zelfs door elkaar. Zo zijn de buurlanden Tsjechië en Slowakije – ooit samen één staat – in godsdienstig en politiek opzicht elkaars tegenpolen, en bestaat er in culturele opvattingen over bijvoorbeeld abortus en echtscheiding een groot verschil tussen Noord- en Zuid-Duitsland. En Nederland mag zichzelf dan als libertaire voorhoedepost beschouwen, hier gaat nog altijd zo’n 25 procent wel eens naar de kerk en beschouwt zo’n zestig procent zichzelf als religieus. Bovendien betekent libertair niet altijd hetzelfde als geloof in de gelijkheid van man en vrouw: Nederlanders zijn van alle Europeanen het het minste eens met de stelling dat zowel mannen als vrouwen moeten bijdragen aan het gezinsinkomen.

De Tilburgse sociale wetenschapper Wil Arts, één van de onderzoekers die monenteel bij het EVS-project betrokken zijn, wees eerder op de botsingen waartoe deze grote onderlinge verschillen kunnen leiden. Oktober vorig jaar bleek de dominante seculiere moraal van het Europees Parlement niet te stroken met die van kandidaat-Europees Commissaris Rocco Buttiglione. De opvattingen van deze Italiaan over homoseksualiteit (‘‘een zonde’’), vrouw en gezin (‘‘Het gezin is er om de vrouw de gelegenheid te geven kinderen te krijgen en te worden beschermd door de echtgenoot’’), wekten afschuw van een overgrote meerderheid der Brusselse parlementariërs. Wil Arts zei hierover in deze krant: ‘’Rocco Buttiglione is geen extremist. Zijn opvattingen over vrouw en gezin komen redelijk overeen met die van burgers in veel lidstaten in Zuid-, Midden-, en Oost-Europa. In bepaalde opzichten is juist Nederland een buitenbeentje.’’

De diversiteit in Europa komt het sterkst tot uitdrukking in een grafiek over de verschillen in religiositeit en mate van individualisme. Zo is er een groot verschil tussen landen zoals Polen, Portugal, en Malta enerzijds waar de traditionele kerk en kerkgang nog een belangrijke rol spelen, en lidstaten in de Noord-Westhoek van Europa anderzijds, zoals Nederland en de Scandinavische landen. Daar is de rol van de kerk meestal marginaal, heeft het christendom zich grotendeels teruggetrokken uit het publieke leven en is volgens de Tilburgse onderzoekers een markt met talloze religieuze producten ontstaan, met het ‘ietsisme’ als populair winkelvak.

Ook persoonlijk gevormde gedachten over telepathie en reïncarnatie vallen daar onder. Religie verstrekt op deze manier het individualisme eerder dan dat ze de mens op z’n – nederige – plaats wijst, zoals in het traditionele christendom veelal het geval was.

De godsdienst-nieuwe stijl lijkt beter te passen in het individualistisch waardenpatroon dat in de West-Europese contreien domineert dan in het traditioneel kerkelijk georganiseerde christendom van het Zuiden en Oosten.

Een belangrijke, zeer hardnekkige scheidslijn in Europa gaat terug op het grote schisma tussen het Latijnse en Orthodoxe christendom van 1054. Bijna een millennium later schemeren de oude karresporen van dit schisma door de vers aangelegde asfaltlaag van de EU.

Het verschillend antwoord op de vraag of het individu meer zelf z’n verantwoordelijkheid moet nemen (West-Europa) of de staat een grote rol moet hebben ter bescherming van allen (Oost-Europa) valt min of meer samen met die scheidslijn, enkele uitzonderingen daargelaten. Hetzelfde geldt voor het oordeel over de juistheid van het bestaan van democratie.

De Tilburgse onderzoekers verwerpen de gedachte dat Oost en West na de uitbreiding van 1 mei vorig jaar snel naar elkaar toe groeien. Ze geloven niet dat Polen, Slowaken of Hongaren binnen afzienbare tijd op ‘ons’ gaan lijken en hetzelfde over bijvoorbeeld echtscheiding en abortus gaan denken als democratie en welvaart ook in het Oosten gaan floreren.

Weliswaar bestaat er historisch gezien een duidelijke samenhang tussen de groei van welvaart en de ontwikkeling van libertaire waarden. Toch volgt elk land zijn eigen pad bij de modernisering van de cultuur.

De auteurs verwachten bijvoorbeeld dat nog lange tijd veel Oost-Europeanen blijven hechten aan een sterke rol van de staat. Ook zal het onderling vertrouwen tussen burgers, ondermeer blijkend uit een vitaal middenveld, voorlopig duidelijk lager zal blijven dan in het Westen.

Na de val van de Muur en het demasqué van het communisme is in veel Oost-Europese landen de maatschappelijke middenlaag van vakbonden, onderwijsorganisaties, media, maar vaak ook kerken weggevaagd. Die hadden zich te veel aan de zittende, communistische macht gecommitteerd.

Tilburg zou Tilburg niet zijn als het niet uitvoerig aandacht zou besteden aan dat middenveld. De sociologische school van deze katholieke universiteit heeft veel onderzoek gedaan naar werking en betekenis van de civil society. Een van haar helden is de Amerikaanse sociale wetenschapper Robert Putman. In een klassiek geworden studie over Italië (Making democracy work; Civic Traditions in modern Italy (1993)) stelde hij zich de vraag waarom sommige van de regionale regeringen die in 1970 waren ingesteld wél werkten en andere een regelrechte mislukking werden.

Volgens Putnam kan deze tegenstelling niet alleen worden verklaard uit welvaartsverschillen tussen Noord en Zuid.

Putnam relateerde ze ook aan het al dan niet bestaan van een levendig middenveld.

In noordelijke delen van Italië met hun rijke geschiedenis van gilden, broederschappen en universitaire gemeenschappen, werkte de democratie veel beter dan in het zuiden, aldus Putnam.

Hier overheersten autoritaire, ‘godfather’- achtige structuren. De waarde van de noordelijke gemeenschappen was dat mensen elkaar leerden vertrouwen en ontdekten samen iets te kunnen bereiken.

Beide ervaringen, aldus Putnam, zijn van wezenlijke betekenis voor een goed functionerende democratie. foto joyce van belkom middenveld In de Atlas van Europese Waarden springen Nederland en Zweden eruit als landen met een relatief ontwikkeld middenveld en een sterk politiek bewustzijn. Op vragen als: Hoe belangrijk is politiek in uw leven? Hoe vaak volgt u de politiek in de media? Ben u lid van een politieke partij of groep? en Bent u bereid deel te nemen aan een politieke actie (zoals een demonstratie)?, scoren beide landen relatief hoog. Hetzelfde geldt voor vragen naar lidmaatschap van een culturele of sportorganisatie of vakbond, alsmede de bereidheid tot vrijwilligerswerk. In metingen van vertrouwen in andere mensen springen Nederland en Zweden, net als de andere Scandinavische landen trouwens, er dan ook uit.

Deze uitkomsten relativeren enigszins alle onheilsprofetieën sinds 2002 over de teloorgang van de democratie in Nederland.

Anderzijds wekken ze bijna medelijden op met die politieke Hollanders.

Want waar moeten ze heen met hun politieke liefdes nu de drie grote politieke projecten van na de Tweede Wereldoorlog in Nederland ofwel dood zijn verklaard (de multi-culturele samenleving en Europa als politiek ideaal) ofwel verregaand zijn ‘vertechnocratiseerd’ (de verzorgingsstaat)?

De auteurs van de atlas kiezen voor de positieve invalshoek. In hun epiloog herinneren ze aan de slogan van de Amerikaanse staat Californië: ‘De toekomst begint hier het eerst’. Niet waar, aldus de Tilburgers. ‘‘Zowel de Europese als Wereld Waardenonderzoeken tonen aan dat de Scandinaviërs, en misschien ook de Nederlanders, op de spits van de culturele verandering zitten’’, aldus Halman, Luijkx en Van Zundert. ‘‘Ze zijn qua modernisering en post-materialisme het verst gevorderd. Als de sociologische theorieën kloppen en anderen hun traject volgen, moeten Europeanen niet over de oceaan kijken, maar naar het Noorden om hun toekomst te zien.’’

Loek Halman, Ruud Luijkx en Marga van Zundert (eds.), Atlas of European Values.

ISBN 90 0414 4609, 140 blz., Brill Academic Publishers. Prijs: € 136.75. Zie ook www.atlasofeuropeanvalues.com

. Percentage van ondervraagden per land dat ‘Europa’ noemt als eerste of tweede geografische groep waartoe zij behoren. Bron: Atlas European Values

. Percentage van ondervraagden per land dat het eens was met de stelling ‘de meeste mensen zijn te vertrouwen’. Bron: Atlas European Values

Bron: NRC-handelsblad (papieren editie 25-06-2005)