amadeus
05-07-05, 10:50
Het zielige geval Benzakour
Hans Jansen - HP/De Tijd
Alleen multiculturele goeierds, en zielige gevallen als Mohammed Benzakour, plaatsen een vraagteken bij de Westerse superioriteit. Tot ze een keer kiespijn hebben. Dan willen ze zo snel mogelijk naar hun niet-multiculturele tandarts ...
Mohammed Benzakour heeft een hekel aan Nederland, dat hij bijvoorbeeld aanduidt als “de failliete debatbrouwerij”. Wij vormen hier een “moderne holle maatschappij” die “moreel failliet” is. Hij ergert zich aan de “buitengewone ongeletterdheid” van Nederlanders. Dat alles staat in scherp contrast tot de vele mooie eigenschappen die hij moslims, Arabieren, en vooral Berbers toedicht: “zalig zijn de allochtonen”, p. 119.
Wie niet gelooft dat het zo erg is, moet snel Benzakours laatste boek gaan kopen, maar als Nederlandse ongeletterde zult u dat wel weer niet willen gaan doen.
Het gaat om een verzamelbundel met daarin Benzakours columns vanaf 2001. Osama’s Grot heeft de uitgever als titel voor dit boekje bedacht, met als ondertitel Allah, Holland en ik. Over Allah is Benzakour trouwens heel wat minder kritisch dan over Nederland, wat wel zal komen doordat Allah ook in Nederland, denk aan van Gogh, over nogal hardhandig grondpersoneel beschikt.
De auteur is genomineerd voor de verkiezing van de Journalist voor de Vrede 2005, een prijs die het Humanistisch Vredesberaad heeft ingesteld. Het is hem van harte gegund, de zich als ‘humanistisch’ afficherende organisaties zijn lang niet allemaal helemaal snik.
Echte vrede kan er volgens Benzakour trouwens pas komen ‘als Israël zijn Zionistische idealen opgeeft’, p. 237. Dit inzicht komt uit een column in de Volkskrant, een blad waarmee Benzakour in begin 2003 een verdrietig conflict over plagiaat gehad heeft dat hem zijn vaste positie als columnist bij die krant heeft gekost.
De titel van de nieuwe bundel, Osama’s Grot, is ontleend aan een column over Osama ben Laden, die immers vanuit een grot zijn grote boodschappen de wereld in zendt. Ook de profeet Mohammed verbleef volgens de verhalen die de vroegste moslims daarover vertellen op twee belangrijke momenten van zijn leven in een grot. De eerste keer toen hij zijn eerste goddelijke openbaring ontving in 610, de tweede keer toen hij zich voor zijn Mekkaanse achtervolgers moest verbergen toen hij in 622 op weg was naar Medina.
Ondanks dat het in beide gevallen over grotten gaat, is het verschil tussen Mohammed en Osama hier nogal groot. Mohammed verbleef die beide keren in een grot om niet gezien te worden. Osama zegt in een grot te verblijven om (via de televisie) juist wel gezien te worden. Maar Benzakour grijpt deze overeenkomst aan om Osama als supermoslim neer te zetten. Misschien heeft hij wel gelijk. Uiteindelijk heeft Osama zich wel degelijk onzichtbaar weten te maken voor zijn Amerikaanse vijanden.
Benzakour’s boek bevat een aantal valse passages, en het maakt kleine en grote fouten. Eén voorbeeld van ‘vals’, over minister Verdonk: “Want als het aan de VVD-bewindsvrouw ligt, moeten moslims bij voorkeur politieagentje willen spelen, de kunst van het verklikken verstaan en meewerken aan repressie”, p. 20. Het gaat hier over de vraag of moslims moordenaars als Mohammed B. en Osama ben Laden zouden moeten aangeven.
Een paar voorbeelden van een kleine fout. Over ‘de oriëntalist Bernard Lewis’ schrijft Benzakour, p. 182: ‘En weet u wie de werkgever is van deze Amerikaanse jood? Het Witte Huis. Bij het aantreden van Bush liet Lewis zich met een riante beloning binnenlokken om te adviseren over het Midden-Oostenbeleid. Het resultaat daarvan kunnen we ieder dag lezen en op televisie zien’.
Tsja. Bij het aantreden van Bush, in 2001, was Bernard Lewis 86 jaren oud. Dat iemand met aanleg voor manipulatie en intrige op die leeftijd zijn schaapjes nog niet op het droge heeft maar nog steeds een ‘riante beloning’ van het Witte Huis nodig heeft, is weinig waarschijnlijk.
Verder adviseert Lewis het Witte Huis al zeker sinds Carter, mogelijk al langer. Carter, dat was zo rond 1980, meer dan twintig jaar eerder dan de datum waarop Lewis zich volgens Benzakour het Witte Huis liet ‘binnenlokken’.
Tot slot, adviezen van professoren bepalen nooit het beleid, zelfs niet in Nederland. Wie denkt dat professoren, zelfs joodse professoren, of zelfs Bernard Lewis, het Amerikaanse Midden-Oostenbeleid bepalen, die is ernstig in de war en neemt zijn medicijnen niet regelmatig.
Op p. 178 heeft Benzakour het over “de VVD-knuffelaap en het van gogh-varken die samen koranteksten ter discussie stellen”. Is dit een grote of een kleine fout? De Koran noemt in 5:60 de joden ‘apen en varkens’, Benzakours tekst komt daar wel heel dichtbij. Ook Mohammed B. meende, getuige de brief die hij bij het lichaam van Theo van Gogh achterliet, dat Ayaan HA en Theo van Gogh door ‘de joden’ werden aangestuurd.
Op p. 112 moet een andere oude heer, Edward Luttwak, het ontgelden. Ook deze is weer “een van de hoogste adviseurs”, deze keer van het Pentagon. Luttwak is vooral bekend als schrijver van nuchtere boeken over strategie. Hem wordt verweten dat hij ooit bekende “I love war!” – en dan volgt er een lang letterlijk citaat waaruit duidelijk blijkt dat Luttwak het vooral prettig vindt wanneer de oorlog is afgelopen. Grote of kleine fout?
Een kleine fout is dat Benzakour de lezer uitdaagt (p. 88) hem ‘een vers uit de koran aan te reiken waaruit blijkt dat mishandeling jegens de vrouw wordt aangemoedigd’.
Nou, vooruit dan maar weer: Koran 4:34. Hier wordt God in de mond gelegd dat wanneer mannen ‘opstandigheid’ van hun vrouwen vrezen, dat zij die vrouwen dan moeten slaan, wa-driboehoenna. Het gaat niet om gebleken opstandigheid, dat zou trouwens ook nog problematisch zijn, maar om opstandigheid waarvoor gevreesd wordt. Een bange of boze man kan zich uiteraard door dit vers laten aanmoedigen.
Benzakour maakt twee fouten die zonder meer groot zijn. Hij gelooft dat de wereld overheerst wordt door duistere machten, en dat waar die machten overheersen, de rede heeft afgedaan (pp. 108 en 109).
De Leidse universiteitsbibliotheek heeft in 2000 onder de titel “Duistere Machten” een tentoonstelling georganiseerd waar tientallen boeken en pamfletten uit het Midden-Oosten vertoond werden die ook vanuit deze sombere opvatting geschreven waren. De tentoonstelling liet prachtig zien dat dit geloof, in die superioriteit en onafwendbaarheid van Duistere Machten, ongeveer het zieligste is dat er op intellectueel gebied in het Midden-Oosten te vinden is. ‘Duistere machten’ zijn in dit verband trouwens de joden, het Pentagon, de vrijmetselarij, de Rotary-clubs enzovoort. Deze zielige onzin heeft nu via de pen van Benzakour de Nederlandse multiculturele samenleving weten te verrijken.
Grote Fout nummer twee is dat Benzakour, net als zo veel inwoners van het Midden-Oosten, doet alsof hij niet weet dat het Westen superieur is (p. 156-158). Hij acht het ‘avondland’ (Benzakour vindt dat kennelijk een goede term, en ik neem hem graag over) niet superieur, bijvoorbeeld omdat ‘psychiaters nachtdiensten draaien’. Maar dat doen urologen en longartsen toch ook? Waarom is dat fout? Het lijkt me eerder verkeerd dat er in het Midden-Oosten geen behoorlijke medische nachtdiensten zijn.
Het ‘avondland’ heeft de mobiele telefoon, de MacDonald Hamburger, het internet, de kruisraket, radar, antibiotica, en de niet-natuurlijke rechtspersoon uitgevonden. Wat kan het morgenland daar tegenover stellen? Welke Nobelprijzen zijn er door wetenschappers uit het Midden-Oosten in de wacht gesleept? Waarom zou de elite van het ‘morgenland’ zich in geval van ziekte in het avondland willen laten behandelen, denk aan Arafat’s sterfbed in Parijs?
Die superioriteit van het Westen is een gevoelige kwestie, omdat daarmee natuurlijk de hele multicul-ideologie staat of valt. In het Midden-Oosten bestaat er volstrekte eenstemmigheid over de superioriteit van het Westen. Er bestaat alleen verschil van mening over de vraag hoe het Midden-Oosten de achterstand kan inhalen, of die achterstand wel openlijk toegegeven mag worden, en hoe de voorsprong van het Westen theologisch moet worden geduid. Alleen multiculturele goeierds, en zielige gevallen als Mohammed Benzakour, plaatsen een vraagteken bij die Westerse superioriteit. Tot ze een keer kiespijn hebben. Dan willen ze zo snel mogelijk naar hun niet-multiculturele tandarts.
Hans Jansen - HP/De Tijd
Alleen multiculturele goeierds, en zielige gevallen als Mohammed Benzakour, plaatsen een vraagteken bij de Westerse superioriteit. Tot ze een keer kiespijn hebben. Dan willen ze zo snel mogelijk naar hun niet-multiculturele tandarts ...
Mohammed Benzakour heeft een hekel aan Nederland, dat hij bijvoorbeeld aanduidt als “de failliete debatbrouwerij”. Wij vormen hier een “moderne holle maatschappij” die “moreel failliet” is. Hij ergert zich aan de “buitengewone ongeletterdheid” van Nederlanders. Dat alles staat in scherp contrast tot de vele mooie eigenschappen die hij moslims, Arabieren, en vooral Berbers toedicht: “zalig zijn de allochtonen”, p. 119.
Wie niet gelooft dat het zo erg is, moet snel Benzakours laatste boek gaan kopen, maar als Nederlandse ongeletterde zult u dat wel weer niet willen gaan doen.
Het gaat om een verzamelbundel met daarin Benzakours columns vanaf 2001. Osama’s Grot heeft de uitgever als titel voor dit boekje bedacht, met als ondertitel Allah, Holland en ik. Over Allah is Benzakour trouwens heel wat minder kritisch dan over Nederland, wat wel zal komen doordat Allah ook in Nederland, denk aan van Gogh, over nogal hardhandig grondpersoneel beschikt.
De auteur is genomineerd voor de verkiezing van de Journalist voor de Vrede 2005, een prijs die het Humanistisch Vredesberaad heeft ingesteld. Het is hem van harte gegund, de zich als ‘humanistisch’ afficherende organisaties zijn lang niet allemaal helemaal snik.
Echte vrede kan er volgens Benzakour trouwens pas komen ‘als Israël zijn Zionistische idealen opgeeft’, p. 237. Dit inzicht komt uit een column in de Volkskrant, een blad waarmee Benzakour in begin 2003 een verdrietig conflict over plagiaat gehad heeft dat hem zijn vaste positie als columnist bij die krant heeft gekost.
De titel van de nieuwe bundel, Osama’s Grot, is ontleend aan een column over Osama ben Laden, die immers vanuit een grot zijn grote boodschappen de wereld in zendt. Ook de profeet Mohammed verbleef volgens de verhalen die de vroegste moslims daarover vertellen op twee belangrijke momenten van zijn leven in een grot. De eerste keer toen hij zijn eerste goddelijke openbaring ontving in 610, de tweede keer toen hij zich voor zijn Mekkaanse achtervolgers moest verbergen toen hij in 622 op weg was naar Medina.
Ondanks dat het in beide gevallen over grotten gaat, is het verschil tussen Mohammed en Osama hier nogal groot. Mohammed verbleef die beide keren in een grot om niet gezien te worden. Osama zegt in een grot te verblijven om (via de televisie) juist wel gezien te worden. Maar Benzakour grijpt deze overeenkomst aan om Osama als supermoslim neer te zetten. Misschien heeft hij wel gelijk. Uiteindelijk heeft Osama zich wel degelijk onzichtbaar weten te maken voor zijn Amerikaanse vijanden.
Benzakour’s boek bevat een aantal valse passages, en het maakt kleine en grote fouten. Eén voorbeeld van ‘vals’, over minister Verdonk: “Want als het aan de VVD-bewindsvrouw ligt, moeten moslims bij voorkeur politieagentje willen spelen, de kunst van het verklikken verstaan en meewerken aan repressie”, p. 20. Het gaat hier over de vraag of moslims moordenaars als Mohammed B. en Osama ben Laden zouden moeten aangeven.
Een paar voorbeelden van een kleine fout. Over ‘de oriëntalist Bernard Lewis’ schrijft Benzakour, p. 182: ‘En weet u wie de werkgever is van deze Amerikaanse jood? Het Witte Huis. Bij het aantreden van Bush liet Lewis zich met een riante beloning binnenlokken om te adviseren over het Midden-Oostenbeleid. Het resultaat daarvan kunnen we ieder dag lezen en op televisie zien’.
Tsja. Bij het aantreden van Bush, in 2001, was Bernard Lewis 86 jaren oud. Dat iemand met aanleg voor manipulatie en intrige op die leeftijd zijn schaapjes nog niet op het droge heeft maar nog steeds een ‘riante beloning’ van het Witte Huis nodig heeft, is weinig waarschijnlijk.
Verder adviseert Lewis het Witte Huis al zeker sinds Carter, mogelijk al langer. Carter, dat was zo rond 1980, meer dan twintig jaar eerder dan de datum waarop Lewis zich volgens Benzakour het Witte Huis liet ‘binnenlokken’.
Tot slot, adviezen van professoren bepalen nooit het beleid, zelfs niet in Nederland. Wie denkt dat professoren, zelfs joodse professoren, of zelfs Bernard Lewis, het Amerikaanse Midden-Oostenbeleid bepalen, die is ernstig in de war en neemt zijn medicijnen niet regelmatig.
Op p. 178 heeft Benzakour het over “de VVD-knuffelaap en het van gogh-varken die samen koranteksten ter discussie stellen”. Is dit een grote of een kleine fout? De Koran noemt in 5:60 de joden ‘apen en varkens’, Benzakours tekst komt daar wel heel dichtbij. Ook Mohammed B. meende, getuige de brief die hij bij het lichaam van Theo van Gogh achterliet, dat Ayaan HA en Theo van Gogh door ‘de joden’ werden aangestuurd.
Op p. 112 moet een andere oude heer, Edward Luttwak, het ontgelden. Ook deze is weer “een van de hoogste adviseurs”, deze keer van het Pentagon. Luttwak is vooral bekend als schrijver van nuchtere boeken over strategie. Hem wordt verweten dat hij ooit bekende “I love war!” – en dan volgt er een lang letterlijk citaat waaruit duidelijk blijkt dat Luttwak het vooral prettig vindt wanneer de oorlog is afgelopen. Grote of kleine fout?
Een kleine fout is dat Benzakour de lezer uitdaagt (p. 88) hem ‘een vers uit de koran aan te reiken waaruit blijkt dat mishandeling jegens de vrouw wordt aangemoedigd’.
Nou, vooruit dan maar weer: Koran 4:34. Hier wordt God in de mond gelegd dat wanneer mannen ‘opstandigheid’ van hun vrouwen vrezen, dat zij die vrouwen dan moeten slaan, wa-driboehoenna. Het gaat niet om gebleken opstandigheid, dat zou trouwens ook nog problematisch zijn, maar om opstandigheid waarvoor gevreesd wordt. Een bange of boze man kan zich uiteraard door dit vers laten aanmoedigen.
Benzakour maakt twee fouten die zonder meer groot zijn. Hij gelooft dat de wereld overheerst wordt door duistere machten, en dat waar die machten overheersen, de rede heeft afgedaan (pp. 108 en 109).
De Leidse universiteitsbibliotheek heeft in 2000 onder de titel “Duistere Machten” een tentoonstelling georganiseerd waar tientallen boeken en pamfletten uit het Midden-Oosten vertoond werden die ook vanuit deze sombere opvatting geschreven waren. De tentoonstelling liet prachtig zien dat dit geloof, in die superioriteit en onafwendbaarheid van Duistere Machten, ongeveer het zieligste is dat er op intellectueel gebied in het Midden-Oosten te vinden is. ‘Duistere machten’ zijn in dit verband trouwens de joden, het Pentagon, de vrijmetselarij, de Rotary-clubs enzovoort. Deze zielige onzin heeft nu via de pen van Benzakour de Nederlandse multiculturele samenleving weten te verrijken.
Grote Fout nummer twee is dat Benzakour, net als zo veel inwoners van het Midden-Oosten, doet alsof hij niet weet dat het Westen superieur is (p. 156-158). Hij acht het ‘avondland’ (Benzakour vindt dat kennelijk een goede term, en ik neem hem graag over) niet superieur, bijvoorbeeld omdat ‘psychiaters nachtdiensten draaien’. Maar dat doen urologen en longartsen toch ook? Waarom is dat fout? Het lijkt me eerder verkeerd dat er in het Midden-Oosten geen behoorlijke medische nachtdiensten zijn.
Het ‘avondland’ heeft de mobiele telefoon, de MacDonald Hamburger, het internet, de kruisraket, radar, antibiotica, en de niet-natuurlijke rechtspersoon uitgevonden. Wat kan het morgenland daar tegenover stellen? Welke Nobelprijzen zijn er door wetenschappers uit het Midden-Oosten in de wacht gesleept? Waarom zou de elite van het ‘morgenland’ zich in geval van ziekte in het avondland willen laten behandelen, denk aan Arafat’s sterfbed in Parijs?
Die superioriteit van het Westen is een gevoelige kwestie, omdat daarmee natuurlijk de hele multicul-ideologie staat of valt. In het Midden-Oosten bestaat er volstrekte eenstemmigheid over de superioriteit van het Westen. Er bestaat alleen verschil van mening over de vraag hoe het Midden-Oosten de achterstand kan inhalen, of die achterstand wel openlijk toegegeven mag worden, en hoe de voorsprong van het Westen theologisch moet worden geduid. Alleen multiculturele goeierds, en zielige gevallen als Mohammed Benzakour, plaatsen een vraagteken bij die Westerse superioriteit. Tot ze een keer kiespijn hebben. Dan willen ze zo snel mogelijk naar hun niet-multiculturele tandarts.