PDA

Bekijk Volledige Versie : Afrikaanse staat vaak niet meer dan façade



Olive Yao
07-07-05, 17:34
AFRIKAANSE STAAT VAAK NIET MEER DAN FACADE

NRC woensdag 6 juli 2005

door onze correspondent Koert Lindijer

Nairobi, 6 juli

Afrika's armoede is een indicatie van zijn malaise, niet de oorzaak. De oorzaak is politiek. Europeanen lijken Afrika te willen redden. Menig Afrikaans commentator twijfelt of dat kan.

De Afrikaanse staat is vaak niet meer dan een decor, een façade die de werkelijke politieke verhoudingen verbergt. De G-8 landen willen met meer geld voor de regeringen Afrika uit de armoede helpen. Maar in Afrika oefenen niet zozeer de regeringen de controle uit maar de netwerken, met schimmige raderwerken van patronage.

Geestelijken, zakenlui en criminelen hebben in veel landen bezuiden de Sahara meer invloed dan de officiële heersers. Zij maken het moeilijk om Afrika op korte termijn te veranderen. Al eeuwen zijn deze netwerken actief.

De meest schaamteloze tijd uit de Afrikaanse geschiedenis is vermoedelijk de slavenhandel. Machtige staten waren opgebloeid in Afrika, tot in de 16de eeuw Europeanen op rooftocht gingen langs de kusten. Hun buit bestond uit mensen, tien tot vijftien miljoen jonge Afrikanen werden in ruim twee eeuwen naar Amerika vervoerd voor arbeid op plantages en in mijnen. Daarbij komen nog eens de miljoenen slaven die zijn weggehaald door Arabieren. De slavenhandel verarmde Afrika en verrijkte Amerika en Europa. Zo luidt het politiek correcte geschiedenisverhaal in het Afrikaanse leerplan.

Bij deze versie raakt Afrika's eigen rol bij de ondermijning van zijn toekomst verdoezeld. Had zonder medewerking van Afrikaanse inwoners de mensenhandel ooit zo'n grote omvang aangenomen? Afrikaanse stamhoofden verkochten hun onderdanen aan blanke handelaren, of ze voerden bij buurvolkeren aanvallen uit om onderdanen te stelen en te verkopen.

De winsten van de plantages in Amerika ondersteunden de industriële revolutie, de historische omwenteling die de blanken superioriteit verschafte. Door dit gevoel de meerdere te zijn in de wereld ontstond het blanke racisme tegen Afrikanen, dat weer de weg vrijmaakte voor kolonialisme, imperialisme en missionarissen. Sinds de onafhankelijkheid begin jaren zestig wordt Afrika verdeeld gehouden, ten behoeve van het Westen dat de grondstoffen plundert, met Afrikaanse regeringen die aan de leiband moeten lopen van de internationale financiële instellingen. Aldus opnieuw een politiek correcte versie van de Afrikaanse geschiedenis.

De rol die Afrikaanse leiders speelden en spelen in de onderontwikkeling van hun continent blijft in deze geschiedenisles onderbelicht.

Er bestaat een paradox tussen de Afrikaanse burgers en de leiders. De burgers zijn communaal en hoopvol ingesteld, de politici individualistisch en cynisch. Afrika's armoede is een indicatie van zijn malaise, niet de oorzaak. De oorzaak is politiek. Dezer dagen lijken Europeanen Afrika te willen redden. Menig Afrikaans commentator drukt daarover zijn twijfel uit. De Oegandees Charles Onyango-Obbo schreef vorige week: “Programma's voor hulp en schuldenlastverlichting zullen falen als ze niet zijn gebouwd op een hoge standaard van open en transparant beleid”. Minder beleefd: onze slechte leiders kan het geld niet worden toevertrouwd.

Op het eerste gezicht lijkt het alsof Afrika staten heeft, met daarbij horende regeringen en overheidsinstellingen. Onder de oppervlakte zijn het echter vooral de niet te controleren netwerken die de dienst uitmaken. Eenzelfde soort netwerken als die de blanken een handje hielpen bij de slavenhandel en in de koloniale tijd.

Over de invloed van deze netwerken bestaat geen controverse in Afrika, welke rol ze spelen bij de onderontwikkeling of de ontwikkeling van Afrika wordt verschillend geïnterpreteerd. Enkele jaren geleden verschenen er tegelijkertijd twee boeken over hetzelfde onderwerp, ieder met een andere conclusie. Het eerste boek heet Africa works, het tweede The criminalization of the state in Africa. Het eerste komt tot de conclusie dat de netwerken voortkomen uit de Afrikaanse tradities en een alternatief politiek model vormen voor het continent. Het tweede beschrijft juist het gevaar dat de netwerken de staat overnemen en deze criminaliseren.

Na de onafhankelijkheid ging de macht naar, in de woorden van de Nigeriaanse schrijver Chinua Achebe, “de slimmen, de gelukkigen maar nauwelijks de besten”. De invloed van de informele netwerken nam verder toe. In Nigeria liggen, net als elders in West-Afrika, de belangen van een president bij die van duizenden andere miljonairs, of geestelijken, genootschappen, stamleiders. De genocide in Rwanda in 1994 had plaats onder een regering, maar het waren de akazu's, de geheime cellen en netwerken, die de volkerenmoord bedachten en uitvoerden. In Tsjaad is niet zozeer belangrijk wat de president vertelt, maar wat zijn clan en Zaghawastam ervan vinden. In Kenia luidt een nieuw regime, voortgekomen uit de oppositie, niet een nieuw begin in zonder corruptie en geheime deals. De samenstelling van de regering is veranderd maar niet de ongrijpbare lobby van leden van de Kalenjin, Kikuyu en andere stammen. Dat netwerk herstelde snel zijn invloed op de overheid.

De netwerken hebben verplichtingen aan familieleden, cliënten, stammen, regio's en religie. Geestelijk leiders, zoals de marabouts, oefenen grote invloed uit in West-Afrika. Deze netwerken hebben toegang tot presidenten en politici, tot banken en rechtbanken, tot staatskassen en aidsfondsen. Door de liberalisering van de economieën en de verkoop van staatsbedrijven konden ze de afgelopen jaren hun invloed versterken.

Netwerken spelen ook in Azië en Oost-Europa een hoofdrol. Nigeria en Indonesië stonden bij de onafhankelijkheid op hetzelfde welvaartsniveau, nu is Nigeria vele malen armer. Vietnam, dat in veel grovere mate te doen kreeg met kolonialisme en imperialisme dan Afrika, is nu een van de snelst groeiende economieën van Zuidoost-Azië.

Waarom alleen Afrika steeds armer wordt, is een noodzakelijke vraag geworden voor de toekomst van het continent. Niet alleen de netwerken belemmeren goed bestuur. Afrikaanse rijken stoppen hun geld niet in iets productiefs, ze willen pronken met hun rijkdommen. Ze bouwen een kopie van de Sint Pieter in Rome (wijlen de Ivoriaanse leider Félix Houphouët-Boigny), of paleizen in de jungle (wijlen de Congolese leider Mobutu). Of ze zetten miljoenen en zelfs miljarden dollars op Europese banken, zoals wijlen de Nigeriaanse president Sani Abacha. De Afrikaanse burger die zich boven de middelmaat uitwerkt, vertrekt naar het Westen. Er zijn meer Ghanese dokters in New York dan in Ghana, meer Malawiaanse verpleegkundigen in Birmingham dan in Malawi.

Er bestaan nog vele andere redenen voor de malaise. Soms zijn deze cultureel bepaald en nog moeilijk bespreekbaar in Afrika. Afrikaanse burgers zijn conservatief, dagelijks bezig met het overleven en veel minder met de ontwikkeling op de lange termijn. Banden met familie en clan stijgen uit boven individueel welzijn, en ook boven nationale belangen. En Afrika is diep religieus, het geloof in een spirituele wereld zit erin geheid. Een nieuwe paradox. Afrika kenmerkt zich door fatalisme en xenofobie, maar ook door vitaliteit en solidariteit.

Zwarte Schaap
07-07-05, 18:27
Geplaatst door Olive Yao
AFRIKAANSE STAAT VAAK NIET MEER DAN FACADE

Sinds de onafhankelijkheid begin jaren zestig wordt Afrika verdeeld gehouden, ten behoeve van het Westen dat de grondstoffen plundert, met Afrikaanse regeringen die aan de leiband moeten lopen van de internationale financiële instellingen. Aldus opnieuw een politiek correcte versie van de Afrikaanse geschiedenis.

.........................

De rol die Afrikaanse leiders speelden en spelen in de onderontwikkeling van hun continent blijft in deze geschiedenisles onderbelicht.

Waarom alleen Afrika steeds armer wordt, is een noodzakelijke vraag geworden voor de toekomst van het continent. Niet alleen de netwerken belemmeren goed bestuur. Afrikaanse rijken stoppen hun geld niet in iets productiefs, ze willen pronken met hun rijkdommen. Ze bouwen een kopie van de Sint Pieter in Rome (wijlen de Ivoriaanse leider Félix Houphouët-Boigny), of paleizen in de jungle (wijlen de Congolese leider Mobutu). Of ze zetten miljoenen en zelfs miljarden dollars op Europese banken, zoals wijlen de Nigeriaanse president Sani Abacha. De Afrikaanse burger die zich boven de middelmaat uitwerkt, vertrekt naar het Westen. Er zijn meer Ghanese dokters in New York dan in Ghana, meer Malawiaanse verpleegkundigen in Birmingham dan in Malawi.

Het plunderen van de grondstoffen kan niet zonder de hulp van de Westerse landen. Het plunderen van de grondstoffen, de leiders die dat toestaan en het westen die ze aan de macht helpt en houdt, zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Karin.N
07-07-05, 18:44
Wanneer de wereld het werkelijk zou willen, dan zouden de problemen in Afrika in no time opgelost zijn.
Het zou echter betekenen dat er eerlijk gedeeld moet worden en dat wordt liever met de mond beleden dan in daden omgezet.

Zarathoestra
07-07-05, 18:47
Welja, laat de smerige handelspelletjes van de welvarendste landen die rijk worden over de ruggen van de armste landen er maar buiten.

Karin.N
07-07-05, 18:59
Geplaatst door Zarathoestra
Welja, laat de smerige handelspelletjes van de welvarendste landen die rijk worden over de ruggen van de armste landen er maar buiten.

Bedoel je daar mijn reactie mee?

Zarathoestra
07-07-05, 19:24
Geplaatst door Karin.N
Bedoel je daar mijn reactie mee?
Nee, het was een reactie op de beginpost :)

soobnebki
07-07-05, 19:46
en deze reacties allemaal na de aanslagen in Londen.... wakker worden jongens !

Olive Yao
11-07-05, 21:32
Geplaatst door Zarathoestra
Welja, laat de smerige handelspelletjes van de welvarendste landen die rijk worden over de ruggen van de armste landen er maar buiten.
Die laat het stuk er helemaal niet buiten.
En ik ben benieuwd in hoeverre jij die smerige handelsspelletjes steunt door de producten te kopen.