Marsipulami
08-07-05, 10:28
,,Dutchbat had anders kunnen handelen''
Overlevenden Srebrenica willen Nederlandse staat aansprakelijk stellen
Van onze redactrice in Nederland
© AP
AMSTERDAM - Tien jaar na de val van Srebrenica is de strijd om wie de verantwoordelijkheid draagt voor de moord op meer dan zevenduizend moslimmannen nog niet gestreden. Overlevenden willen de Nederlandse staat aansprakelijk stellen. ,,Het Nederlandse leger heeft zijn taak niet serieus genomen. Het moest de vluchtelingen beschermen en heeft dat niet gedaan.''
UIT opeenvolgende overheidsrapporten en een parlementaire enquête naar het bloedbad in Srebrenica in juli 1995, rees de afgelopen jaren het beeld op van een Nederlands VN-bataljon Dutchbat van nog geen vierhonderd lichtbewapende soldaten dat met de onmogelijke taak naar Bosnië was gestuurd om er de moslimbevolking te beschermen. Oog in oog met duizenden tot de tanden bewapende Servische militairen bleef hun geen andere mogelijkheid dan zich over te geven, zeker toen de gevraagde VN-luchtsteun uitbleef. Ze waren overgeleverd aan de Serviërs, en konden niet anders dan mee te werken aan de deportatie van duizenden moslimmannen, die daarna in koelen bloede werden vermoord.
Maar de soldaten van Dutchbat hadden wel degelijk anders kunnen handelen en de Nederlandse staat is medeverantwoordelijk voor de genocide. Dat is de overtuiging van het advocatenbureau van de bekende Nederlandse juriste Britta Böhler, die eerder ook al de Koerdenleider Abdullah Öcalan verdedigde. In naam van overlevenden van de genocide in Srebrenica (zie inzet) wil het bureau de Nederlandse staat aanklagen.
Omdat een eventueel proces erg duur zal worden en jaren kan aanslepen, onderzochten de advocaten via voorbereidende getuigenverhoren of de nabestaanden überhaupt een kans op slagen hebben. Daarom namen in Den Haag de afgelopen weken belangrijke hoofdrolspelers van het Srebrenica-debâcle, zoals oud-Dutchbat-commandant Thom Karremans, zijn plaatsvervanger Rob Franken, enkele generaals en de toenmalige minister van Defensie Joris Voorhoeve, plaats in het getuigenbankje.
Mient Jan Faber, icoon van de Nederlandse vredesbeweging, staat de advocaten bij als raadgever. Hij reisde de afgelopen jaren veelvuldig in Bosnië, ook tijdens de oorlog, en legt zich als bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam toe op de veiligheid van burgers in conflictsituaties. ,,Dat Dutchbat niet anders kon handelen dan het heeft gedaan, dat gaat er bij mij nog altijd niet in'', zegt Faber. ,,Er waren andere opties.''
Faber: ,,Toen de enclave overrompeld werd door de Serviërs, vluchtten duizenden Moslims naar de plek waar ze dachten veilig te zijn: de basis van Dutchbat. Maar daar werden ze niet binnengelaten. Toen de Serviërs vervolgens begonnen met deporteren, had Dutchbat met name de mannen in veiligheid kunnen brengen door ze alsnog tot de basis toe te laten.''
Volgens Faber hadden de Nederlandse blauwhelmen de vluchtelingen op de basis in Potocari moeten houden tot de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR en het Rode Kruis er waren om de mannen te registreren, voor de Serviërs ze konden meenemen voor 'ondervraging'. ,,Dat doe je normaal gesproken in een oorlogssituatie, daar bestaan regels voor die vastgelegd zijn in de Conventie van Genève. Maar Dutchbat nam zijn beschermingstaak niet ernstig. Integendeel, de soldaten gingen zelfs de deportatie door de Serviërs faciliteren, gingen meehelpen. Alle Moslims werden van de compound weggestuurd.''
Waarom Dutchbat dat deed? ,,De officiële redenering voor het Nederlandse optreden luidt dat er een humanitair probleem was'', zegt Faber. ,,Er zaten 25.000 vluchtelingen in Potocari, het was er hartstikke warm, er was een gebrek aan water en voedsel. Als de Moslims te lang op de basis zouden blijven, zou het probleem, zoals commandant Franken het verwoordde, 'zichzelf oplossen'. De vluchtelingen zouden sterven als ratten.'' Men besloot te redden wat er te redden viel, om de mannen dan maar te riskeren om zo de vrouwen en de kinderen in veiligheid te kunnen brengen.
Al snel na de val van de enclave kwam het bevel van hogerhand om de deportatie door de Serviërs te ondersteunen. En dat bevel kwam van de Nederlandse legerleiding, beweert Faber. ,,De Nederlandse staat zal natuurlijk alles doen om aan te tonen dat de missie van Dutchbat een VN-operatie was. Maar er is volgens ons een duidelijke Nederlandse lijn en dus verantwoordelijkheid. Een Nederlandse generaal in Sarajevo, Cees Nicolaï, heeft na overleg met de Nederlandse minister van Defensie Voorhoeve aan een Nederlandse commandant in Potocari Karremans de opdracht gegeven om de deportatie te faciliteren. Dat terwijl de opdracht van de VN voor Dutchbat was om de vluchtelingen bij zich op de basis te beschermen.''
Volgens Faber speelde een gebrek aan ervaring de Nederlanders parten in die noodlottige julidagen. ,,We hebben een eeuwenlange traditie van afzijdigheid. We drijven handel en steken ons vingertje op. We gaan met een zeker enthousiasme, maar hebben niets met de keiharde wereld van oorlog en conflicten.''
Faber: ,,De Nederlanders doordachten de situatie niet waarin ze terecht zouden komen. Er trad een gezichtsvernauwing op, bij de Dutchbatters, maar ook bij de Nederlandse overheid. Die raakte in een soort stress, hoe kon ze haar militairen zo snel mogelijk weghalen uit Srebrenica? Ze konden zich niet voorstellen dat er nog grotere rampen zouden komen. De overheid en de militairen wisten dat er massaal gemoord werd in de regio, en toch haalden ze de vluchtelingen niet op de compound. Dat was vragen om moeilijkheden.''
Nu de getuigenverhoren zijn afgerond, moeten de overlevenden beslissen of ze een zaak aanspannen tegen de Nederlandse staat. ,,Hun antwoord zal ongetwijfeld ja zijn'', zegt Mient Jan Faber. Midden juli valt de beslissing.
In de maandagkrant: interview ex-Dutchbatter.
08/07/2005 Ilse Degryse
©Copyright De Standaard
Overlevenden Srebrenica willen Nederlandse staat aansprakelijk stellen
Van onze redactrice in Nederland
© AP
AMSTERDAM - Tien jaar na de val van Srebrenica is de strijd om wie de verantwoordelijkheid draagt voor de moord op meer dan zevenduizend moslimmannen nog niet gestreden. Overlevenden willen de Nederlandse staat aansprakelijk stellen. ,,Het Nederlandse leger heeft zijn taak niet serieus genomen. Het moest de vluchtelingen beschermen en heeft dat niet gedaan.''
UIT opeenvolgende overheidsrapporten en een parlementaire enquête naar het bloedbad in Srebrenica in juli 1995, rees de afgelopen jaren het beeld op van een Nederlands VN-bataljon Dutchbat van nog geen vierhonderd lichtbewapende soldaten dat met de onmogelijke taak naar Bosnië was gestuurd om er de moslimbevolking te beschermen. Oog in oog met duizenden tot de tanden bewapende Servische militairen bleef hun geen andere mogelijkheid dan zich over te geven, zeker toen de gevraagde VN-luchtsteun uitbleef. Ze waren overgeleverd aan de Serviërs, en konden niet anders dan mee te werken aan de deportatie van duizenden moslimmannen, die daarna in koelen bloede werden vermoord.
Maar de soldaten van Dutchbat hadden wel degelijk anders kunnen handelen en de Nederlandse staat is medeverantwoordelijk voor de genocide. Dat is de overtuiging van het advocatenbureau van de bekende Nederlandse juriste Britta Böhler, die eerder ook al de Koerdenleider Abdullah Öcalan verdedigde. In naam van overlevenden van de genocide in Srebrenica (zie inzet) wil het bureau de Nederlandse staat aanklagen.
Omdat een eventueel proces erg duur zal worden en jaren kan aanslepen, onderzochten de advocaten via voorbereidende getuigenverhoren of de nabestaanden überhaupt een kans op slagen hebben. Daarom namen in Den Haag de afgelopen weken belangrijke hoofdrolspelers van het Srebrenica-debâcle, zoals oud-Dutchbat-commandant Thom Karremans, zijn plaatsvervanger Rob Franken, enkele generaals en de toenmalige minister van Defensie Joris Voorhoeve, plaats in het getuigenbankje.
Mient Jan Faber, icoon van de Nederlandse vredesbeweging, staat de advocaten bij als raadgever. Hij reisde de afgelopen jaren veelvuldig in Bosnië, ook tijdens de oorlog, en legt zich als bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam toe op de veiligheid van burgers in conflictsituaties. ,,Dat Dutchbat niet anders kon handelen dan het heeft gedaan, dat gaat er bij mij nog altijd niet in'', zegt Faber. ,,Er waren andere opties.''
Faber: ,,Toen de enclave overrompeld werd door de Serviërs, vluchtten duizenden Moslims naar de plek waar ze dachten veilig te zijn: de basis van Dutchbat. Maar daar werden ze niet binnengelaten. Toen de Serviërs vervolgens begonnen met deporteren, had Dutchbat met name de mannen in veiligheid kunnen brengen door ze alsnog tot de basis toe te laten.''
Volgens Faber hadden de Nederlandse blauwhelmen de vluchtelingen op de basis in Potocari moeten houden tot de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR en het Rode Kruis er waren om de mannen te registreren, voor de Serviërs ze konden meenemen voor 'ondervraging'. ,,Dat doe je normaal gesproken in een oorlogssituatie, daar bestaan regels voor die vastgelegd zijn in de Conventie van Genève. Maar Dutchbat nam zijn beschermingstaak niet ernstig. Integendeel, de soldaten gingen zelfs de deportatie door de Serviërs faciliteren, gingen meehelpen. Alle Moslims werden van de compound weggestuurd.''
Waarom Dutchbat dat deed? ,,De officiële redenering voor het Nederlandse optreden luidt dat er een humanitair probleem was'', zegt Faber. ,,Er zaten 25.000 vluchtelingen in Potocari, het was er hartstikke warm, er was een gebrek aan water en voedsel. Als de Moslims te lang op de basis zouden blijven, zou het probleem, zoals commandant Franken het verwoordde, 'zichzelf oplossen'. De vluchtelingen zouden sterven als ratten.'' Men besloot te redden wat er te redden viel, om de mannen dan maar te riskeren om zo de vrouwen en de kinderen in veiligheid te kunnen brengen.
Al snel na de val van de enclave kwam het bevel van hogerhand om de deportatie door de Serviërs te ondersteunen. En dat bevel kwam van de Nederlandse legerleiding, beweert Faber. ,,De Nederlandse staat zal natuurlijk alles doen om aan te tonen dat de missie van Dutchbat een VN-operatie was. Maar er is volgens ons een duidelijke Nederlandse lijn en dus verantwoordelijkheid. Een Nederlandse generaal in Sarajevo, Cees Nicolaï, heeft na overleg met de Nederlandse minister van Defensie Voorhoeve aan een Nederlandse commandant in Potocari Karremans de opdracht gegeven om de deportatie te faciliteren. Dat terwijl de opdracht van de VN voor Dutchbat was om de vluchtelingen bij zich op de basis te beschermen.''
Volgens Faber speelde een gebrek aan ervaring de Nederlanders parten in die noodlottige julidagen. ,,We hebben een eeuwenlange traditie van afzijdigheid. We drijven handel en steken ons vingertje op. We gaan met een zeker enthousiasme, maar hebben niets met de keiharde wereld van oorlog en conflicten.''
Faber: ,,De Nederlanders doordachten de situatie niet waarin ze terecht zouden komen. Er trad een gezichtsvernauwing op, bij de Dutchbatters, maar ook bij de Nederlandse overheid. Die raakte in een soort stress, hoe kon ze haar militairen zo snel mogelijk weghalen uit Srebrenica? Ze konden zich niet voorstellen dat er nog grotere rampen zouden komen. De overheid en de militairen wisten dat er massaal gemoord werd in de regio, en toch haalden ze de vluchtelingen niet op de compound. Dat was vragen om moeilijkheden.''
Nu de getuigenverhoren zijn afgerond, moeten de overlevenden beslissen of ze een zaak aanspannen tegen de Nederlandse staat. ,,Hun antwoord zal ongetwijfeld ja zijn'', zegt Mient Jan Faber. Midden juli valt de beslissing.
In de maandagkrant: interview ex-Dutchbatter.
08/07/2005 Ilse Degryse
©Copyright De Standaard