barfly
21-07-05, 19:24
Jarig België takelt langzaam af
Van onze correspondent Bart Dirks
BRUSSEL - België viert vandaag zijn 175-jarig bestaan, maar het land hangt met spuug en paktouw aan elkaar. ‘Men beeft, men zweet, men kijkt schichtig rond, men takelt af, men ligt op sterven...'
Existentiële crisis overschaduwt nationale feestdag: ‘We zitten in blessuretijd’
Een bestelling geplaatst op het terras van restaurant L’Achepot op het Sint-Katelijneplein in Brussel. Een dame aan een belendend tafeltje windt zich er prompt over op. ‘U moet hier gewoon in het Nederlands bestellen, hoor! Ik wil overal Frans spreken, behalve in Brussel. Dit is de hoofdstad van Vlaanderen!’
De boze mevrouw bewijst dat de Belgische taalstrijd geen folklore is, maar dagelijkse realiteit. Ze is niet voor niks in Brussel op maandag 11 juli, de jaarlijkse Vlaamse feestdag waarop de Gulden Sporenslag uit 1302 wordt herdacht. Slechts eens per jaar worden de Brusselse terrassen gedomineerd door Nederlandstaligen. Doorgaans mijden de meeste Vlamingen het overwegend Franstalige Brussel.
Vandaag, tien dagen later, is het opnieuw feest. Nu voor héél België. De jaarlijkse nationale feestdag staat in het teken van 175 jaar België en 25 jaar federale staat. De slogan is ‘175-25’, als betrof het een rekensom.
Maar de traditionele militaire parade, het bal en het vuurwerk worden overschaduwd door existentiële vragen. ‘België, 175 jaar. En daarna?’, kopte Le Soir gisteren op de voorpagina. Overleven zal het land wel, antwoordt Luc Delfosse in het commentaar van de Franstalige krant: ‘Overleven? Maar wat voor akelig lot is dat! Men beeft, men zweet, men kijkt schichtig rond, men takelt af, men ligt op sterven.’
In zijn boek Een eeuw van uitersten (1994) schreef de Britse historicus Eric Hobsbawn niet verbaasd te zijn als België ‘over tien of vijftien jaar’ ophoudt te bestaan. ‘Hobsbawn voorspelde de crash dus ergens tussen 2004 en 2009’, constateerde journalist en historicus Marc Reynebeau woensdag in De Standaard. ‘Als hij gelijk heeft, verkeert België al in blessuretijd.’
Hoezeer de taalgrens België in twee gescheiden werelden deelt, bleek dit voorjaar toen de Frans- en Nederlandstaligen snoeihard botsten over de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. ‘BHV’ ging om veel meer dan het voor een buitenstaander kleinzerig klinkende Vlaamse klacht dat de Franstaligen in Vlaamse randgemeenten rond Brussel toch op Franstalige partijen kunnen stemmen. Het was een pure krachtmeting.
De Vlaamse regering eiste eensgezind de ‘onverwijlde splitsing’ van BHV en voelde de hete adem van oppositiepartij Vlaams Belang in haar nek.
De Franstaligen in Wallonië en Brussel wilden compensatie: de uitbreiding van het tweetalige Brusselse hoofdstedelijke gewest ten koste van Vlaams grondgebied. Immers, in sommige van die Vlaamse randgemeentes wonen nu al veel meer Frans- dan Nederlandstaligen.
Premier Guy Verhofstadt stopte het onoplosbare dossier uiteindelijk ‘in de frigo’ (ijskast) tot na de federale verkiezingen van 2007. Volgens menigeen was dat een bewijs dat het land ‘met spuug en paktouw’ wordt bijeengehouden. Dit najaar staan nog meer moeizame dossiers op de agenda van de uitgebluste federale regering.
Het is frappant hoe weinig toenadering de twee landshelften tot elkaar zoeken. De Waalse socialist Elio Di Rupo in een Vlaamse talkshow? Dat is zo uniek dat alleen al zijn komst enkele dagen het nieuws beheerst. ‘Waarom dat charmeoffensief?’, klinkt het wantrouwend. Volgt Di Rupo soms Nederlandse les omdat hij in 2007 premier wil worden?
De wederzijdse desinteresse schuilt ook in details. Neem het bal moderne, afgelopen zaterdag vanwege ‘175-25’. ‘Er werd gedanst in Brussel, Antwerpen, Gent, Hasselt, Leuven, Ieper en in zes Waalse steden’, meldde het Vlaamse radionieuws. Welke luisteraar zou willen weten dat er ook werd gedanst in Charleroi, Luik, Wavre, Dinant, Eupen en La Roche?
Bezuiden de taalgrens kankeren de Walen ook op de Vlamingen dat het een lieve lust is. Al lijken zij soms nét iets meer belang aan België te hechten. Ze beseffen dat hun economisch zwakke regio niet buiten de miljardensteun vanuit het rijkere Vlaanderen kan. Als ze dat al openlijk bekennen, volgt daar meteen een ‘maar’ op: Wallonië was 150 jaar lang, tot rond WOII, veel welvarender. Honderdduizenden berooide Vlamingen trokken naar het zuiden om werk te zoeken in de kolen- en staalindustrie.
Belgisch nationalisme? Bestaat niet. Marc Reynebeau waarschuwt nationalisme niet te verwarren ‘met oppervlakkigheden als de dametjesopwinding rond de koninklijke familie of de heertjeshysterie wanneer de Rode Duivels nog eens niet al te erg verliezen’.
Opvallend is dat de Belgen zich wel bovengemiddeld pro-Europees lijken te voelen. Menigeen ziet de EU als ‘levensverzekering’, mocht het slecht met België aflopen.
‘Sire, il n’y a pas de Belges’, schreef de Waalse socialist Jules Destrée in 1912: ‘Sire, er zijn geen Belgen.’ Walen en Vlamingen bestaan wel, en Brusselaars. Maar Belgen, nee.
Het citaat wordt al ruim negentig jaar met grote regelmaat van stal gehaald. Maar koning Albert II sprak die opvatting tijdens zijn woensdag al uitgesproken 21 juli-rede nadrukkelijk tegen. De vorst zei dat velen hem ‘hun bezorgdheid hebben meegedeeld omtrent de eenheid van het land. Het kwam telkens als leidmotief terug.’
De koning verwees naar een peiling uit maart, waaruit bleek dat 87 procent vindt dat België moet blijven bestaan. ‘Alhoewel 13 procent het tegenovergestelde denkt, en dat soms luidruchtig te kennen geeft, mag men toch niet vergeten dat de overgrote meerderheid van onze bevolking de eenheid aankleeft’, aldus Albert II. De ‘federale modelstaat’ is volgens hem reëel.
Ook Le Soir houdt moed: er zijn ‘in dit even absurde als aantrekkelijke koninkrijk’ nog mensen die hun ideologische en culturele verschillen overstijgen. ‘Zij houden, in onbedoeld pompeuze woorden, vast aan het zo harmonisch mogelijk waarborgen van ons gedeelde lot.’
Alle ruzies ten spijt, tot bloedvergieten is het in België nog nooit gekomen. Er is dus nog hoop voor het land in blessuretijd. In dagblad De Morgen schreef journalist Walter Pauli zaterdag dat de redding én de charme van België is ‘dat wij compleet onvolmaakt zijn, in alles: in onze keuken, in onze grote cultuurdragers, in het gros van onze sportieve prestaties, in onze staatsopbouw, in ons vorstenhuis’.
Daaruit volgt volgens Pauli dat ook alle Belgen per definitie onvolmaakt zijn. ‘Heerlijk toch? Geen volk, geen land zo menselijk als België en zijn Belgen.’
Bron: www.volkskrant.nl
Ik zie een duidelijke oplossing. Wallonië sluit zich aan bij Luxemburg of Frankrijk en Vlaanderen wordt een provincie van Nederland en om de Vlamingen tegemoet te komen wordt Brussels de hoofdstad van Nederland. Tegen zo'n voorstel zal zelfs Marsipulami niets in kunnen brengen. Toch? :tik:
Van onze correspondent Bart Dirks
BRUSSEL - België viert vandaag zijn 175-jarig bestaan, maar het land hangt met spuug en paktouw aan elkaar. ‘Men beeft, men zweet, men kijkt schichtig rond, men takelt af, men ligt op sterven...'
Existentiële crisis overschaduwt nationale feestdag: ‘We zitten in blessuretijd’
Een bestelling geplaatst op het terras van restaurant L’Achepot op het Sint-Katelijneplein in Brussel. Een dame aan een belendend tafeltje windt zich er prompt over op. ‘U moet hier gewoon in het Nederlands bestellen, hoor! Ik wil overal Frans spreken, behalve in Brussel. Dit is de hoofdstad van Vlaanderen!’
De boze mevrouw bewijst dat de Belgische taalstrijd geen folklore is, maar dagelijkse realiteit. Ze is niet voor niks in Brussel op maandag 11 juli, de jaarlijkse Vlaamse feestdag waarop de Gulden Sporenslag uit 1302 wordt herdacht. Slechts eens per jaar worden de Brusselse terrassen gedomineerd door Nederlandstaligen. Doorgaans mijden de meeste Vlamingen het overwegend Franstalige Brussel.
Vandaag, tien dagen later, is het opnieuw feest. Nu voor héél België. De jaarlijkse nationale feestdag staat in het teken van 175 jaar België en 25 jaar federale staat. De slogan is ‘175-25’, als betrof het een rekensom.
Maar de traditionele militaire parade, het bal en het vuurwerk worden overschaduwd door existentiële vragen. ‘België, 175 jaar. En daarna?’, kopte Le Soir gisteren op de voorpagina. Overleven zal het land wel, antwoordt Luc Delfosse in het commentaar van de Franstalige krant: ‘Overleven? Maar wat voor akelig lot is dat! Men beeft, men zweet, men kijkt schichtig rond, men takelt af, men ligt op sterven.’
In zijn boek Een eeuw van uitersten (1994) schreef de Britse historicus Eric Hobsbawn niet verbaasd te zijn als België ‘over tien of vijftien jaar’ ophoudt te bestaan. ‘Hobsbawn voorspelde de crash dus ergens tussen 2004 en 2009’, constateerde journalist en historicus Marc Reynebeau woensdag in De Standaard. ‘Als hij gelijk heeft, verkeert België al in blessuretijd.’
Hoezeer de taalgrens België in twee gescheiden werelden deelt, bleek dit voorjaar toen de Frans- en Nederlandstaligen snoeihard botsten over de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. ‘BHV’ ging om veel meer dan het voor een buitenstaander kleinzerig klinkende Vlaamse klacht dat de Franstaligen in Vlaamse randgemeenten rond Brussel toch op Franstalige partijen kunnen stemmen. Het was een pure krachtmeting.
De Vlaamse regering eiste eensgezind de ‘onverwijlde splitsing’ van BHV en voelde de hete adem van oppositiepartij Vlaams Belang in haar nek.
De Franstaligen in Wallonië en Brussel wilden compensatie: de uitbreiding van het tweetalige Brusselse hoofdstedelijke gewest ten koste van Vlaams grondgebied. Immers, in sommige van die Vlaamse randgemeentes wonen nu al veel meer Frans- dan Nederlandstaligen.
Premier Guy Verhofstadt stopte het onoplosbare dossier uiteindelijk ‘in de frigo’ (ijskast) tot na de federale verkiezingen van 2007. Volgens menigeen was dat een bewijs dat het land ‘met spuug en paktouw’ wordt bijeengehouden. Dit najaar staan nog meer moeizame dossiers op de agenda van de uitgebluste federale regering.
Het is frappant hoe weinig toenadering de twee landshelften tot elkaar zoeken. De Waalse socialist Elio Di Rupo in een Vlaamse talkshow? Dat is zo uniek dat alleen al zijn komst enkele dagen het nieuws beheerst. ‘Waarom dat charmeoffensief?’, klinkt het wantrouwend. Volgt Di Rupo soms Nederlandse les omdat hij in 2007 premier wil worden?
De wederzijdse desinteresse schuilt ook in details. Neem het bal moderne, afgelopen zaterdag vanwege ‘175-25’. ‘Er werd gedanst in Brussel, Antwerpen, Gent, Hasselt, Leuven, Ieper en in zes Waalse steden’, meldde het Vlaamse radionieuws. Welke luisteraar zou willen weten dat er ook werd gedanst in Charleroi, Luik, Wavre, Dinant, Eupen en La Roche?
Bezuiden de taalgrens kankeren de Walen ook op de Vlamingen dat het een lieve lust is. Al lijken zij soms nét iets meer belang aan België te hechten. Ze beseffen dat hun economisch zwakke regio niet buiten de miljardensteun vanuit het rijkere Vlaanderen kan. Als ze dat al openlijk bekennen, volgt daar meteen een ‘maar’ op: Wallonië was 150 jaar lang, tot rond WOII, veel welvarender. Honderdduizenden berooide Vlamingen trokken naar het zuiden om werk te zoeken in de kolen- en staalindustrie.
Belgisch nationalisme? Bestaat niet. Marc Reynebeau waarschuwt nationalisme niet te verwarren ‘met oppervlakkigheden als de dametjesopwinding rond de koninklijke familie of de heertjeshysterie wanneer de Rode Duivels nog eens niet al te erg verliezen’.
Opvallend is dat de Belgen zich wel bovengemiddeld pro-Europees lijken te voelen. Menigeen ziet de EU als ‘levensverzekering’, mocht het slecht met België aflopen.
‘Sire, il n’y a pas de Belges’, schreef de Waalse socialist Jules Destrée in 1912: ‘Sire, er zijn geen Belgen.’ Walen en Vlamingen bestaan wel, en Brusselaars. Maar Belgen, nee.
Het citaat wordt al ruim negentig jaar met grote regelmaat van stal gehaald. Maar koning Albert II sprak die opvatting tijdens zijn woensdag al uitgesproken 21 juli-rede nadrukkelijk tegen. De vorst zei dat velen hem ‘hun bezorgdheid hebben meegedeeld omtrent de eenheid van het land. Het kwam telkens als leidmotief terug.’
De koning verwees naar een peiling uit maart, waaruit bleek dat 87 procent vindt dat België moet blijven bestaan. ‘Alhoewel 13 procent het tegenovergestelde denkt, en dat soms luidruchtig te kennen geeft, mag men toch niet vergeten dat de overgrote meerderheid van onze bevolking de eenheid aankleeft’, aldus Albert II. De ‘federale modelstaat’ is volgens hem reëel.
Ook Le Soir houdt moed: er zijn ‘in dit even absurde als aantrekkelijke koninkrijk’ nog mensen die hun ideologische en culturele verschillen overstijgen. ‘Zij houden, in onbedoeld pompeuze woorden, vast aan het zo harmonisch mogelijk waarborgen van ons gedeelde lot.’
Alle ruzies ten spijt, tot bloedvergieten is het in België nog nooit gekomen. Er is dus nog hoop voor het land in blessuretijd. In dagblad De Morgen schreef journalist Walter Pauli zaterdag dat de redding én de charme van België is ‘dat wij compleet onvolmaakt zijn, in alles: in onze keuken, in onze grote cultuurdragers, in het gros van onze sportieve prestaties, in onze staatsopbouw, in ons vorstenhuis’.
Daaruit volgt volgens Pauli dat ook alle Belgen per definitie onvolmaakt zijn. ‘Heerlijk toch? Geen volk, geen land zo menselijk als België en zijn Belgen.’
Bron: www.volkskrant.nl
Ik zie een duidelijke oplossing. Wallonië sluit zich aan bij Luxemburg of Frankrijk en Vlaanderen wordt een provincie van Nederland en om de Vlamingen tegemoet te komen wordt Brussels de hoofdstad van Nederland. Tegen zo'n voorstel zal zelfs Marsipulami niets in kunnen brengen. Toch? :tik: