PDA

Bekijk Volledige Versie : De verzoenende rol van de katholieke kerk in Azië



Marsipulami
11-08-05, 10:08
China en Vaticaan groeien naar elkaar toe
Diplomatieke verhoudingen niet langer uitgesloten

Geplaatst op 11/8 '05 om 3:19u
Door Theo Borgermans (Bron: Tertio)


ANTWERPEN (RKnieuws.net) - De voorbije maanden wezen diverse tekenen op een wijziging in de relaties tussen de Volksrepubliek China en de Heilige Stoel. De Romeinse China-watcher Gerard O’Connell sluit niet uit dat beide partijen binnenkort besprekingen beginnen die tot volwaardige diplomatieke relaties leiden.



Een eerste teken is de aanstelling van bisschoppen voor de katholieke kerk in China, een kwestie die voor het Vaticaan van het hoogste belang is en bij de Chinese overheden bijzonder gevoelig ligt. In de voorbije zes maanden is de houding van Peking aan het veranderen. Dat werd duidelijk op 28 juni, toen in de Ignatiuskathedraal van Xujiahui in hartje Sjanghai een nieuwe hulpbisschop werd gewijd. Joseph Xing Wenzhi (42) was benoemd met goedkeuring van zowel Rome als Peking, nadat binnen de Chinese katholieke kerk tussen open en ondergrondse kerkleiders een akkoord was bereikt.

De aanstelling van bisschop Xing was evenwel niet de eerste die in de open kerk met instemming van Rome en Peking plaatsvond. Volgens bronnen in het Vaticaan waren er al eerder situaties waarbij leiders van de open en de ondergrondse kerkgemeenschappen het over bisschopsbenoemingen eens raakten. De keuze voor bisschop Xing is daar het meest recente voorbeeld van. In elk van de gevallen had het Vaticaan erop aangedrongen dat de wijding zou gebeuren door een geldig gewijde en gelegitimeerde bisschop, bijgestaan door twee eveneens geldig gewijde en gelegitimeerde medeconsecranten. En zo is het ook telkens gebeurd. Bovendien liet de staatsadministratie voor Godsdienstaangelegenheden in Peking in januari en februari ook toe dat drie ondergrondse bisschoppen voortaan in de open kerk kunnen werken.

Interessante ontwikkeling

In die belangrijke materie groeit dus toenadering tussen China en het Vaticaan. Misschien is het nog te vroeg om van een gewijzigde procedure te spreken, maar de ontwikkeling is hoe dan ook interessant en veelbelovend. Het ziet ernaar uit dat beide partijen een meer pragmatische aanpak en voor iedereen aanvaardbare oplossingen nastreven.

Vorige week woensdag nog begroette paus Benedictus XVI in Rome officieel 28 Chinese priesters. Volgens AsiaNews behoorden ze allen tot de door de Chinese regering erkende kerk. Als dat klopt, was het de eerste keer dat een paus publiekelijk leden van de staatskerk verwelkomde.

Een tweede teken van een verandering in China’s houding was te zien bij de dood van paus Johannes Paulus II op 2 april. De volgende dag immers zonden de twee officieel goedgekeurde organen van de katholieke kerk in China – de Chinese katholieke patriottische vereniging en de bisschoppenconferentie – een telegram naar het Vaticaans staatssecretariaat.

Constructieve stap

Nog betekenisvoller was de verklaring van Liu Jianchao, een woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken, op 3 april. Hij sprak zijn medeleven uit en herinnerde eraan dat de overleden paus vergiffenis had gevraagd voor de fouten van westerse missionarissen in China. Liu noemde dat een constructieve stap in de verbetering van de relaties tussen China en het Vaticaan. Hij verwees naar de ‘Boodschap voor het vierde eeuwfeest van de aankomst in Peking van de grote missionaris en wetenschapper Matteo Ricci SJ’ van 24 oktober 2001.

Voorwaarden

Liu herinnerde tegelijk aan twee voorwaarden voor diplomatieke relaties: de Heilige Stoel moet de verhoudingen met Taiwan verbreken en mag zich niet mengen in de Chinese binnenlandse aangelegenheden.

"Wij hopen dat het nieuwe pontificaat de voorwaarden voor betere bilaterale verhoudingen zal kunnen realiseren,’’ zei Liu.

Kort na 2 april had het Vaticaan de indruk dat China voor de begrafenis van Johannes Paulus II een delegatie zou sturen. Maar die hoop viel snel weg toen de president van Taiwan, Chen Shui-bian, erop aandrong de plechtigheid te kunnen bijwonen. Daarmee kwam het Vaticaan in een moeilijke positie. De Heilige Stoel kon de leider van de Republiek China (Taiwan) niet afwijzen, want er waren diplomatieke relaties.

Na de begrafenis liet het Vaticaan aan de Taiwanese overheid verstaan dat ‘het goed zou zijn’ geen delegatie van zo’n hoog niveau voor de installatieplechtigheid van paus Benedictus XVI te sturen. Taiwan ging op dit verzoek in. Daarmee hoopte het Vaticaan dat China die gelegenheid te baat zou nemen om een eigen delegatie te sturen. Maar blijkbaar was voor Peking de tijd nog niet rijp. China was dan ook een van de weinige landen die zowel op de begrafenis van Johannes Paulus II als op de inauguratie van Benedictus XVI geen vertegenwoordiging had.

Al die tijd volgden de Chinese autoriteiten de gebeurtenissen in Rome op de voet. Dat blijkt uit een derde teken. Op 20 april namelijk, daags na de verkiezing van Benedictus XVI, verklaarde Qin Gang, een woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken: "We sturen onze hartelijkste groeten aan kardinaal Joseph Ratzinger die tot nieuwe paus werd verkozen.’’ Qin had het verder over de kwestie van de normalisering van de betrekkingen tussen China en de Heilige Stoel: "Eerst dient de Heilige Stoel zijn diplomatieke relaties met Taiwan te verbreken en verklaren dat de Volksrepubliek China de enige wettelijke regering van China is, waarvan Taiwan een onafscheidelijk deel is. Ten tweede moet de Heilige Stoel beloven zich niet met de binnenlandse aangelegenheden van China in te laten, ook niet om religieuze of eender welke motieven.’’ Qin voegde er nog aan toe: "We hopen dat de Heilige Stoel, onder de leiding van de nieuwe paus, gunstige omstandigheden zal scheppen voor een normalisering van onze betrekkingen.’’

Hoewel China de grote afwezige was op de begrafenis van Johannes Paulus II en bij de aanstelling van Benedictus XVI, meende het Vaticaan toch een nieuwe houding van Peking te ontdekken en het haastte zich elke Chinese stap in de richting van een normalisering te verwelkomen. Daarom laste paus Benedictus XVI bewust een zin in in zijn toespraak tot het Diplomatieke Korps bij de Heilige Stoel – de ambassadeurs van 174 landen. Hij nodigde de landen die nog geen diplomatieke relaties met de Heilige Stoel hebben, uit zulke betrekkingen aan te knopen. Die woorden waren in de eerste plaats tot de Chinese overheid gericht, maar tegelijk ook bedoeld voor de 26 andere landen zonder diplomatieke betrekkingen, waaronder Saoedi-Arabië en Vietnam. Die zin werd aan de pauselijke toespraak toegevoegd ‘met China in het achterhoofd’, bevestigde een Vaticaanse bron. "We verlangen echt naar diplomatieke betrekkingen met China. Vraag is of China daartoe bereid is.’’

Twee dagen later, op 14 mei, zei de Chinese ambassadeur in Italië, Dong Jinyi, aan de krant Il Messaggero: "We waarderen ten zeerste de open houding van de paus ten aanzien van China. Het zal nodig zijn te dialogeren en het wederzijdse vertrouwen te versterken als we tot een normalisering van de betrekkingen willen komen.’’

Dong sloot evenwel uit dat China de paus voor een bezoek aan Peking zou uitnodigen: "Dat is niet mogelijk, aangezien de paus niet alleen een spiritueel leider is, maar ook staatshoofd van het Vaticaan dat op dit ogenblik diplomatieke relaties met Taiwan onderhoudt.’’ Hij toonde zich verder positief tegenover inspanningen "om contacten te leggen en aan een dialoog en een wederzijds vertrouwen te werken. Ook als dat tijd nodig heeft, moeten wij die weg gaan.’’ Een maand later, op 13 juni, bevestigde ambassadeur Dong dat "er al contacten met de Heilige Stoel zijn en dat de inspanningen van beide partijen vooruitgang mogelijk maken.’’ Hij preciseerde evenwel niet van welke aard die contacten zijn.

De Heilige Stoel knoopte in 1942 diplomatieke betrekkingen aan met de Republiek China (Taiwan). Betrekkingen met de Volksrepubliek China kwamen er nooit. China wees de apostolische nuntius in 1951 uit, maar tot het einde van de jaren vijftig waren er wel kerkelijke contacten met het Chinese vasteland. In de voorbije jaren liet de Heilige Stoel bij verschillende gelegenheden aan China verstaan dat het geen problemen zag in de erkenning van het éne China en dat het bereid is zijn diplomatieke relaties met Taiwan te verbreken zodra China zelf tot zulke betrekkingen bereid zou zijn.

Godsdienstvrijheid

Voor het Vaticaan is de eis van China om de diplomatieke betrekkingen met Taiwan te verbreken, onaanvaardbaar als voorafgaande voorwaarde om gesprekken over diplomatieke relaties te kunnen beginnen, iets wat China nooit van enig andere staat heeft geëist. De Heilige Stoel is dan ook niet van plan zijn banden met Taiwan te verbreken zonder garanties voor diplomatieke betrekkingen met de Volksrepubliek. Tegelijk wil de Heilige Stoel, als religieuze entiteit, dat China een aanvaardbaar niveau van godsdienstvrijheid voor alle gelovigen en in het bijzonder voor de katholieke kerk waarborgt en dat het zijn zending zonder inmenging van de staat kan uitvoeren.

Pragmatische oplossing

Het wordt stilaan duidelijk dat beide partijen voor een pragmatische oplossing opteren in de kwestie van de bisschopsbenoemingen. Het zou dan ook niet verwonderen dat zij – naast alle retoriek – ook naar een pragmatische oplossing voor Taiwan op zoek zijn.

Aartsbisschop Giovanni Lajolo, de Vaticaanse secretaris voor de betrekkingen met de staten, liet onlangs zoiets verstaan: "Het is vanzelfsprekend dat de Heilige Stoel de Chinese staat erkent, hoewel er geen diplomatieke betrekkingen zijn. Hoe zou het mogelijk zijn een staat als China niet te erkennen, met zijn 1,3 miljard inwoners en met zo’n rijkdom aan culturele traditie, kunst, poëzie, ideeëngoed en nog meer?’’