Zwarte Schaap
23-08-05, 16:28
L'Equipe: Armstrong gebruikte epo in '99
EDWARD SWIER
DEN HAAG - De Franse sportkrant L'Equipe zegt bewijzen te hebben dat Lance Armstrong tijdens de Tour de France van 1999, de eerste die de Amerikaan won, liefst zesmaal betrapt is op het gebruik van epo.
Het dopinglab Chatenay-Malabry zou de in 1999 afgenomen urinemonsters jaren later op de aanwezigheid van epo hebben onderzocht, in 1999 was die techniek nog niet voorhanden.
Het wetenschappelijk onderzoek is eind 2004 verricht, in samenwerking met het wereld-antidopingagentschap WADA. Van de tientallen uit 1999 daterende urinemonsters bleken er bij nader onderzoek twaalf positief. Zes daarvan waren van Armstrong, de namen van de overige coureurs zijn niet bekendgemaakt.
Na een zestal ritten werd volgens L'Equipe epo in Armstrongs urinemonsters aangetroffen. Na zijn proloogzege in Puy du Fou, op 3 juli, volgde de eerste 'positieve' plas, vervolgens zou hij ook betrapt zijn na de ritten Montaigu-Challans (eerste etappe), Grand-Bornand-Sestriėres (negende etappe), SestriĖres-L'Alpe d'Huez (tiende etappe), Saint-Galmier- Saint-Flour (twaalfde etappe) en Castres-Saint-Gaudens (veertiende etappe). Het zou er, volgens L'Equipe, op wijzen dat Armstrong een drietal epo-kuren heeft ondergaan, voorafgaand aan de Tourstart, voor de Alpen en voor de Pyreneeėn-ritten.
In 1999 was epo nog niet te traceren in urinemonsters. Volgens professor Audran, een farmacoloog, staat de waarde van de test inmiddels wel vast. Audran bevestigde in L'Equipe dat het - zoals laboratoriumdirecteur Jaques de Ceaurriz zegt - mogelijk is goed bewaarde urinemonsters jaren later nog te onderzoeken.
Sinds 2000 is de epo-test ingevoerd, nimmer werd sindsdien een positieve plas van Armstrong aangetroffen. In 2001 valideerde de wereldwielerbond UCI de Franse epo-test. Epo verhoogt het aantal rode bloedlichaampjes in het bloed en maakt een grotere zuurstofopname mogelijk. Het is zeer effectief gebleken bij zware inspanningen. Het uithoudingsvermogen wordt met zo'n 30 procent vergroot.
Het laboratorium Chatenay-Malabry berekende voor de stalen van 1999 een percentage dat de waarschijnlijkheid van de aanwezigheid van epo in de urine aangaf. Eenmaal werd voor een van Armstrongs stalen een 100 %-score gehaald, de laagste van de zes scores voor Armstrong bedroeg 88,7%. Het lab wist overigens tijdens de test niet van wie de stalen waren, omdat deze slechts genummerd zijn. De nummers corresponderen met de getallen op het proces-verbaal dat de dopingcontroleur van de UCI maakt na iedere dopingcontrole na afloop van een etappe. L'Equipe drukte in de krant echter zowel de staatjes van het lab als de zes betreffende formulieren van Armstrong af.
Armstrong heeft altijd ontkend doping te hebben gebruikt. ''Het is aan jullie journalisten om te onderzoeken of ik de waarheid zeg'', liet Armstrong op 22 juli 1999 in de Franse sportkrant noteren. L'Equipe zegt ''de handschoen vanaf die dag te hebben opgenomen en gezocht te hebben naar de waarheid.''
Armstrong werd in 1999 in totaal vijftien maal gecontroleerd. Eenmaal werd hij positief bevonden op een corticoöde, maar Armstrong bleek een medisch attest voor de ontstekingsremmer te hebben en ging vrijuit.
Lance Armstrong pakte de eindzege in Tour de France in 1999 voor het eerst. Deze zomer won de Amerikaan de Ronde van Frankrijk voor de zevende keer op rij en zette hij een punt achter zijn carriėre. Hoewel uitermate dominant in de Franse koers, kon Armstrong zich nimmer in grote populariteit van het Franse publiek verheugen. Dat de Franse media veelvuldig dopinggebruik van Armstrong suggereerden, speelde daarbij een grote rol. Nooit werden concrete bewijzen geleverd dat Armstrong ook daadwerkelijk doping gebruikt had. In het in 2004 gepubliceerde boek LA Confidential werden tal van voormalige vertrouwelingen van Armstrong opgevoerd die zulks wel suggereerden. L'Equipe zegt nu als eerste hard bewijs te hebben dat Armstrong zich wel degelijk aan epo bezondigde.
Lance Armstrong doet het artikel in L'Equipe zelf af als ''niets anders dan riooljournalistiek.''
''Helaas gaat de heksenjacht voort. De krant zegt zelf dat ik geen enkele manier heb om me te verdedigen omdat er geen contra-expertise op de urinemonsters kan worden uitgevoerd. Mijn rechten kunnen niet worden gerespecteerd, geven ze zelf aan. Ik kan dus ook niets anders doen, dan te herhalen wat ik altijd heb gezegd: ik heb nooit prestatie-bevorderende doping genomen.''
Bron: Het Parool 23/08/05
EDWARD SWIER
DEN HAAG - De Franse sportkrant L'Equipe zegt bewijzen te hebben dat Lance Armstrong tijdens de Tour de France van 1999, de eerste die de Amerikaan won, liefst zesmaal betrapt is op het gebruik van epo.
Het dopinglab Chatenay-Malabry zou de in 1999 afgenomen urinemonsters jaren later op de aanwezigheid van epo hebben onderzocht, in 1999 was die techniek nog niet voorhanden.
Het wetenschappelijk onderzoek is eind 2004 verricht, in samenwerking met het wereld-antidopingagentschap WADA. Van de tientallen uit 1999 daterende urinemonsters bleken er bij nader onderzoek twaalf positief. Zes daarvan waren van Armstrong, de namen van de overige coureurs zijn niet bekendgemaakt.
Na een zestal ritten werd volgens L'Equipe epo in Armstrongs urinemonsters aangetroffen. Na zijn proloogzege in Puy du Fou, op 3 juli, volgde de eerste 'positieve' plas, vervolgens zou hij ook betrapt zijn na de ritten Montaigu-Challans (eerste etappe), Grand-Bornand-Sestriėres (negende etappe), SestriĖres-L'Alpe d'Huez (tiende etappe), Saint-Galmier- Saint-Flour (twaalfde etappe) en Castres-Saint-Gaudens (veertiende etappe). Het zou er, volgens L'Equipe, op wijzen dat Armstrong een drietal epo-kuren heeft ondergaan, voorafgaand aan de Tourstart, voor de Alpen en voor de Pyreneeėn-ritten.
In 1999 was epo nog niet te traceren in urinemonsters. Volgens professor Audran, een farmacoloog, staat de waarde van de test inmiddels wel vast. Audran bevestigde in L'Equipe dat het - zoals laboratoriumdirecteur Jaques de Ceaurriz zegt - mogelijk is goed bewaarde urinemonsters jaren later nog te onderzoeken.
Sinds 2000 is de epo-test ingevoerd, nimmer werd sindsdien een positieve plas van Armstrong aangetroffen. In 2001 valideerde de wereldwielerbond UCI de Franse epo-test. Epo verhoogt het aantal rode bloedlichaampjes in het bloed en maakt een grotere zuurstofopname mogelijk. Het is zeer effectief gebleken bij zware inspanningen. Het uithoudingsvermogen wordt met zo'n 30 procent vergroot.
Het laboratorium Chatenay-Malabry berekende voor de stalen van 1999 een percentage dat de waarschijnlijkheid van de aanwezigheid van epo in de urine aangaf. Eenmaal werd voor een van Armstrongs stalen een 100 %-score gehaald, de laagste van de zes scores voor Armstrong bedroeg 88,7%. Het lab wist overigens tijdens de test niet van wie de stalen waren, omdat deze slechts genummerd zijn. De nummers corresponderen met de getallen op het proces-verbaal dat de dopingcontroleur van de UCI maakt na iedere dopingcontrole na afloop van een etappe. L'Equipe drukte in de krant echter zowel de staatjes van het lab als de zes betreffende formulieren van Armstrong af.
Armstrong heeft altijd ontkend doping te hebben gebruikt. ''Het is aan jullie journalisten om te onderzoeken of ik de waarheid zeg'', liet Armstrong op 22 juli 1999 in de Franse sportkrant noteren. L'Equipe zegt ''de handschoen vanaf die dag te hebben opgenomen en gezocht te hebben naar de waarheid.''
Armstrong werd in 1999 in totaal vijftien maal gecontroleerd. Eenmaal werd hij positief bevonden op een corticoöde, maar Armstrong bleek een medisch attest voor de ontstekingsremmer te hebben en ging vrijuit.
Lance Armstrong pakte de eindzege in Tour de France in 1999 voor het eerst. Deze zomer won de Amerikaan de Ronde van Frankrijk voor de zevende keer op rij en zette hij een punt achter zijn carriėre. Hoewel uitermate dominant in de Franse koers, kon Armstrong zich nimmer in grote populariteit van het Franse publiek verheugen. Dat de Franse media veelvuldig dopinggebruik van Armstrong suggereerden, speelde daarbij een grote rol. Nooit werden concrete bewijzen geleverd dat Armstrong ook daadwerkelijk doping gebruikt had. In het in 2004 gepubliceerde boek LA Confidential werden tal van voormalige vertrouwelingen van Armstrong opgevoerd die zulks wel suggereerden. L'Equipe zegt nu als eerste hard bewijs te hebben dat Armstrong zich wel degelijk aan epo bezondigde.
Lance Armstrong doet het artikel in L'Equipe zelf af als ''niets anders dan riooljournalistiek.''
''Helaas gaat de heksenjacht voort. De krant zegt zelf dat ik geen enkele manier heb om me te verdedigen omdat er geen contra-expertise op de urinemonsters kan worden uitgevoerd. Mijn rechten kunnen niet worden gerespecteerd, geven ze zelf aan. Ik kan dus ook niets anders doen, dan te herhalen wat ik altijd heb gezegd: ik heb nooit prestatie-bevorderende doping genomen.''
Bron: Het Parool 23/08/05