Juliette
24-08-05, 11:23
Midden-Oostenkenner Ludo Abicht over Daniël Barenboim, de zionisten en Hamas
Ludo Abicht
24/08/2005
Het concert van Daniël Barenboims joods-Arabisch-Europese orkest in Ramallah was een klein straaltje hoop in het eindeloze Israëlisch-Palestijns conflict, schrijft Ludo Abicht. Veel meer dan de overgemediatiseerde terugtrekking van de kolonisten uit Gaza dat is. ,,Kunst kan de wereld niet redden, maar wel wederzijdse verwondering opwekken.''
OP zondagavond 21 augustus 2005, terwijl de iets intelligentere kijkers en luisteraars zich voorzichtig begonnen af te vragen of de eenzijdig besliste en overvloedig gemediatiseerde terugtrekking van de kolonisten uit Gaza in feite niet aanleiding zou geven tot méér in plaats van minder kolonisatie op Palestijns grondgebied, startten andere Israëli's in Ramallah een kleine revolutie. Ze speelden met name, onder leiding van de dirigent Daniël Barenboim, de Vijfde Symfonie van Beethoven. Maar het feit dat ze lid waren van een gemengd ,,Midden-Oosters'' orkest en dat ze dit keurig klassieke concert uitgerekend in Ramallah gaven, veranderde alles.
De zionistische ijveraars die onlangs nog in Tel-Aviv tegen de Israëlische dirigent Barenboim betoogd hadden en zijn interculturele muziekprojecten zonder verpinken met Auschwitz vergeleken hadden (de gruwelijke kampleuze ,,Arbeit macht frei'' werd omgezet in ,,Musik macht frei'', waardoor Barenboim in feite op één lijn kwam te staan met een kampcommandant van de SS), hadden gelijk: deze man is veel gevaarlijker voor hun ultra-orthodoxe en etnisch-nationalistische droom dan, zeg maar, de zelfmoordcommando's van Hamas en andere fundamentalistische organisaties.
Elke aanslag op Israëlische burgers levert de zionistische hardliners en hun westerse sympathisanten nog maar eens het bewijs dat die ,,Arabieren'', want zo noemen ze de Palestijnen, hooguit met grof geweld in toom kunnen worden gehouden, in afwachting van hun definitieve deportatie uit het Heilig Land. Elke actie van Palestijnse terroristen - laten we in godsnaam iemand die met voorbedachten rade burgers vermoordt geen vrijheidsstrijder of, nog erger, martelaar noemen - versterkt alleen maar de aanhang van die zionisten die, zoals eertijds Vladimir Jabotinsky, geloven dat er in de regio gewoon geen plaats is voor twee volkeren en dat de joden zich dan maar moeten verschansen achter ,,een stalen wal van bajonetten''.
Deze spiraal van geweld en tegengeweld kon weliswaar af en toe moeizaam en voor korte tijd worden stilgelegd, zoals bijvoorbeeld tijdens de evacuatie van de kolonisten uit de Gazastrook, maar zou onvermijdelijk opnieuw op gang komen als gevolg van de nieuw geplande en veel grotere kolonisaties op de Westelijke Jordaanoever. (Misschien ben ik te wantrouwig ingesteld, maar ik ben er jammer genoeg van overtuigd dat de westerse media nog geen tiende van die nieuwe kolonisatieactiviteiten zullen tonen in vergelijking met de berichtgeving over de aftocht van de 8.500 kolonisten uit Gaza.)
En wat doen Daniël Barenboim en zijn joods-Israëlische jonge muzikanten daartegen? Om te beginnen spelen ze nu al zes jaar, sinds hun project in 1999 in de Europese culturele hoofdstad Weimar gestart werd, samen met Palestijnen, Jordaniërs, Egyptenaren en Syriërs. Ze konden het hoge technische niveau van hun uitvoeringen onmogelijk bereikt hebben zonder de discipline en training die daar nu eenmaal voor nodig zijn, en tegelijkertijd zijn ze zich heel bewust van de uitzonderlijke boodschap die hun project uitstraalt.
Wie dit orkest, genoemd naar een dichtbundel van Goethe de ,,West-Oostelijke Divan'', een beetje kent, weet dat deze menselijke harmonie helemaal niet vanzelfsprekend tot stand gekomen is, maar als resultaat van jarenlange persoonlijke contacten en nachtenlange harde en vaak emotioneel geladen discussies. Want hoe ga je om met mensen die misschien een broer of in elk geval een ,,neef'' hebben die lid is van een terroristische organisatie en, in het andere kamp, familieleden en vrienden hebben die je land bezet houden? De decennialange indoctrinatie heeft een vijandbeeld geschapen dat alleen maar tot verdere confrontatie en geweld kan leiden. Hoe kun je die indoctrinatie uitschakelen?
Voor Daniël Barenboim en zijn muzikanten is het sleutelbegrip ,,menselijke waardigheid''. Want erger dan de repressieve maatregelen, de muur die dwars over Palestijns gebied loopt en de vernieling van huizen en waterputten, zijn de dagelijkse vernederingen die de hele Palestijnse bevolking moet ondergaan, alsof ze niet het recht krijgen als medemensen te worden beschouwd. Want net zoals de Israëli's in de ogen van de Palestijnen genadeloze bezetters zijn die hen langzaam maar zeker uit hun land willen verdrijven, zijn de Palestijnen voor de Israëli's niets anders dan terroristen of handlangers van terroristen die daardoor alle aanspraak op een gelijkwaardige behandeling verloren hebben.
Met zijn muziekproject, waarmee hij aantoont dat de Palestijnen tot hoogstaande culturele prestaties in staat zijn als ze daar de kans toe krijgen, raakt Barenboim de kern van de zaak: terroristen en onbetrouwbare, rancuneuze underdogs - gastarbeiders, taxichauffeurs en werklozen - kun je ongestraft terroriseren, maar wat doe je met mensen die onder de moeilijkste omstandigheden hun menselijke waardigheid en hun artistieke en intellectuele creativiteit weten te bewaren?
In een gesprek met zijn Palestijnse vriend Edward Saïd, die een van de leidende Amerikaanse intellectuelen was, beschreef Barenboim de muziek van de grote meesters daarom als ,,subversief'', omdat ze door hun werk en persoonlijkheid bewezen hebben dat die kunst universeel is en een erfgoed van alle beschavingen, de joods-Israëlische zowel als de Palestijnse. Uit politiek opportunisme kun je blijven herhalen dat er ,,geen Palestijnse gesprekspartners zijn'', maar hoe noem je dan het artistieke samenspel van joodse en Palestijnse muzikanten en het enthousiasme ervoor van de massa's in Ramallah en elders?
Barenboim en Saïd wisten uiteraard dat de weg van hun succesrijke artistieke project naar nieuwe, gelijkwaardige vredesonderhandelingen in ieder geval heel lang zou zijn en dat de slaagkansen ervan helemaal niet gegarandeerd waren, maar ze waren ervan overtuigd dat, in de geest van Emmanuel Lévinas, de erkenning van de menselijkheid van de ander de enige mogelijkheid bood om ooit uit die dodelijke en dodende spiraal van ontkenning, haat en geweld te geraken. Kunst kan inderdaad de wereld niet (alléén) redden, maar ze kan wel tot wederzijdse verwondering leiden. En verwondering, dat weten we al 2.500 jaar, is het begin van alle wijsheid.
Ludo Abicht
(De auteur is filosoof en Midden-Oostenkenner.)
Copyright | De Standaard Online 2005
Ludo Abicht
24/08/2005
Het concert van Daniël Barenboims joods-Arabisch-Europese orkest in Ramallah was een klein straaltje hoop in het eindeloze Israëlisch-Palestijns conflict, schrijft Ludo Abicht. Veel meer dan de overgemediatiseerde terugtrekking van de kolonisten uit Gaza dat is. ,,Kunst kan de wereld niet redden, maar wel wederzijdse verwondering opwekken.''
OP zondagavond 21 augustus 2005, terwijl de iets intelligentere kijkers en luisteraars zich voorzichtig begonnen af te vragen of de eenzijdig besliste en overvloedig gemediatiseerde terugtrekking van de kolonisten uit Gaza in feite niet aanleiding zou geven tot méér in plaats van minder kolonisatie op Palestijns grondgebied, startten andere Israëli's in Ramallah een kleine revolutie. Ze speelden met name, onder leiding van de dirigent Daniël Barenboim, de Vijfde Symfonie van Beethoven. Maar het feit dat ze lid waren van een gemengd ,,Midden-Oosters'' orkest en dat ze dit keurig klassieke concert uitgerekend in Ramallah gaven, veranderde alles.
De zionistische ijveraars die onlangs nog in Tel-Aviv tegen de Israëlische dirigent Barenboim betoogd hadden en zijn interculturele muziekprojecten zonder verpinken met Auschwitz vergeleken hadden (de gruwelijke kampleuze ,,Arbeit macht frei'' werd omgezet in ,,Musik macht frei'', waardoor Barenboim in feite op één lijn kwam te staan met een kampcommandant van de SS), hadden gelijk: deze man is veel gevaarlijker voor hun ultra-orthodoxe en etnisch-nationalistische droom dan, zeg maar, de zelfmoordcommando's van Hamas en andere fundamentalistische organisaties.
Elke aanslag op Israëlische burgers levert de zionistische hardliners en hun westerse sympathisanten nog maar eens het bewijs dat die ,,Arabieren'', want zo noemen ze de Palestijnen, hooguit met grof geweld in toom kunnen worden gehouden, in afwachting van hun definitieve deportatie uit het Heilig Land. Elke actie van Palestijnse terroristen - laten we in godsnaam iemand die met voorbedachten rade burgers vermoordt geen vrijheidsstrijder of, nog erger, martelaar noemen - versterkt alleen maar de aanhang van die zionisten die, zoals eertijds Vladimir Jabotinsky, geloven dat er in de regio gewoon geen plaats is voor twee volkeren en dat de joden zich dan maar moeten verschansen achter ,,een stalen wal van bajonetten''.
Deze spiraal van geweld en tegengeweld kon weliswaar af en toe moeizaam en voor korte tijd worden stilgelegd, zoals bijvoorbeeld tijdens de evacuatie van de kolonisten uit de Gazastrook, maar zou onvermijdelijk opnieuw op gang komen als gevolg van de nieuw geplande en veel grotere kolonisaties op de Westelijke Jordaanoever. (Misschien ben ik te wantrouwig ingesteld, maar ik ben er jammer genoeg van overtuigd dat de westerse media nog geen tiende van die nieuwe kolonisatieactiviteiten zullen tonen in vergelijking met de berichtgeving over de aftocht van de 8.500 kolonisten uit Gaza.)
En wat doen Daniël Barenboim en zijn joods-Israëlische jonge muzikanten daartegen? Om te beginnen spelen ze nu al zes jaar, sinds hun project in 1999 in de Europese culturele hoofdstad Weimar gestart werd, samen met Palestijnen, Jordaniërs, Egyptenaren en Syriërs. Ze konden het hoge technische niveau van hun uitvoeringen onmogelijk bereikt hebben zonder de discipline en training die daar nu eenmaal voor nodig zijn, en tegelijkertijd zijn ze zich heel bewust van de uitzonderlijke boodschap die hun project uitstraalt.
Wie dit orkest, genoemd naar een dichtbundel van Goethe de ,,West-Oostelijke Divan'', een beetje kent, weet dat deze menselijke harmonie helemaal niet vanzelfsprekend tot stand gekomen is, maar als resultaat van jarenlange persoonlijke contacten en nachtenlange harde en vaak emotioneel geladen discussies. Want hoe ga je om met mensen die misschien een broer of in elk geval een ,,neef'' hebben die lid is van een terroristische organisatie en, in het andere kamp, familieleden en vrienden hebben die je land bezet houden? De decennialange indoctrinatie heeft een vijandbeeld geschapen dat alleen maar tot verdere confrontatie en geweld kan leiden. Hoe kun je die indoctrinatie uitschakelen?
Voor Daniël Barenboim en zijn muzikanten is het sleutelbegrip ,,menselijke waardigheid''. Want erger dan de repressieve maatregelen, de muur die dwars over Palestijns gebied loopt en de vernieling van huizen en waterputten, zijn de dagelijkse vernederingen die de hele Palestijnse bevolking moet ondergaan, alsof ze niet het recht krijgen als medemensen te worden beschouwd. Want net zoals de Israëli's in de ogen van de Palestijnen genadeloze bezetters zijn die hen langzaam maar zeker uit hun land willen verdrijven, zijn de Palestijnen voor de Israëli's niets anders dan terroristen of handlangers van terroristen die daardoor alle aanspraak op een gelijkwaardige behandeling verloren hebben.
Met zijn muziekproject, waarmee hij aantoont dat de Palestijnen tot hoogstaande culturele prestaties in staat zijn als ze daar de kans toe krijgen, raakt Barenboim de kern van de zaak: terroristen en onbetrouwbare, rancuneuze underdogs - gastarbeiders, taxichauffeurs en werklozen - kun je ongestraft terroriseren, maar wat doe je met mensen die onder de moeilijkste omstandigheden hun menselijke waardigheid en hun artistieke en intellectuele creativiteit weten te bewaren?
In een gesprek met zijn Palestijnse vriend Edward Saïd, die een van de leidende Amerikaanse intellectuelen was, beschreef Barenboim de muziek van de grote meesters daarom als ,,subversief'', omdat ze door hun werk en persoonlijkheid bewezen hebben dat die kunst universeel is en een erfgoed van alle beschavingen, de joods-Israëlische zowel als de Palestijnse. Uit politiek opportunisme kun je blijven herhalen dat er ,,geen Palestijnse gesprekspartners zijn'', maar hoe noem je dan het artistieke samenspel van joodse en Palestijnse muzikanten en het enthousiasme ervoor van de massa's in Ramallah en elders?
Barenboim en Saïd wisten uiteraard dat de weg van hun succesrijke artistieke project naar nieuwe, gelijkwaardige vredesonderhandelingen in ieder geval heel lang zou zijn en dat de slaagkansen ervan helemaal niet gegarandeerd waren, maar ze waren ervan overtuigd dat, in de geest van Emmanuel Lévinas, de erkenning van de menselijkheid van de ander de enige mogelijkheid bood om ooit uit die dodelijke en dodende spiraal van ontkenning, haat en geweld te geraken. Kunst kan inderdaad de wereld niet (alléén) redden, maar ze kan wel tot wederzijdse verwondering leiden. En verwondering, dat weten we al 2.500 jaar, is het begin van alle wijsheid.
Ludo Abicht
(De auteur is filosoof en Midden-Oostenkenner.)
Copyright | De Standaard Online 2005