AARDIG
07-09-05, 19:39
Allochtone studenten geen feestbeesten
Door Carine Neefjes
Dinsdag 6 september 2005 - Hoewel de meeste Marokkaanse, Turkse of Surinaamse studenten hier zijn geboren, hebben ze behoefte aan eigen clubjes. Vooral de zuipfestijnen bij studentenverenigingen vinden ze verschrikkelijk.
Den Haag - Dat feesten en beesten hoeft voor hem niet zo. Devlin Tiao (26) - geboren in Nederland, opgegroeid in Suriname en nu weer terug in Amsterdam - kan niet tegen alcohol. „Dus heb ik niets te zoeken op een Nederlandse studentenvereniging. Daar draait het vooral om bier drinken.“
Allochtone studenten discussiëren in hun eigen clublokalen over de multiculturele samenleving, eten sushi of dansen salsa. „We relaxen zonder ladderzat te worden“, vertelt Tiao die lid is van de Aziatische Studentenvereniging Nederland (ASN).
De ASN heeft vooral een serieus karakter: een topman van Philips houdt een lezing over zaken doen in Azië, een modeshow moet er voor zorgen dat ook de kleine, Chinese fotomodellen een baan krijgen en uiteraard zijn er ook feestjes. „We hebben wel eens bier ingekocht, maar niemand nam een pilsje. Daar zijn we dus maar mee opgehouden“, aldus Tiao.
Dertien procent
Op de Erasmus Universiteit in Rotterdam schieten allochtone studentenclubs als paddestoelen uit de grond. De toename van deze multiculturele clubs wordt veroorzaakt door het groeiende aantal allochtone studenten. Op de Erasmus Universiteit was begin jaren negentig slechts twee procent allochtoon, nu is dat negentien procent. In het hele hoger onderwijs is dertien procent van de studenten allochtoon.
Volgens studentendecaan Myrna Njiokiktjien van de Erasmus Universiteit in Rotterdam heeft een groeiende groep studenten behoefte aan een eigen club. „Vooral islamitische meisjes willen zich niet voortdurend verantwoorden waarom ze een hoofddoek dragen, geen alcohol drinken en maagd willen blijven. In hun eigen vereniging kunnen ze gewoon zichzelf zijn.“
Zijn die gescheiden multiculturele honken geen belemmering voor de integratie? „Zolang studenten daar behoefte aan hebben, houden wij dat niet tegen. Het is voor hen kennelijk toch een veilige manier om zich te ontwikkelen.“
Biertjuh? Nee, dank je wel.
Door Carine Neefjes
Dinsdag 6 september 2005 - Hoewel de meeste Marokkaanse, Turkse of Surinaamse studenten hier zijn geboren, hebben ze behoefte aan eigen clubjes. Vooral de zuipfestijnen bij studentenverenigingen vinden ze verschrikkelijk.
Den Haag - Dat feesten en beesten hoeft voor hem niet zo. Devlin Tiao (26) - geboren in Nederland, opgegroeid in Suriname en nu weer terug in Amsterdam - kan niet tegen alcohol. „Dus heb ik niets te zoeken op een Nederlandse studentenvereniging. Daar draait het vooral om bier drinken.“
Allochtone studenten discussiëren in hun eigen clublokalen over de multiculturele samenleving, eten sushi of dansen salsa. „We relaxen zonder ladderzat te worden“, vertelt Tiao die lid is van de Aziatische Studentenvereniging Nederland (ASN).
De ASN heeft vooral een serieus karakter: een topman van Philips houdt een lezing over zaken doen in Azië, een modeshow moet er voor zorgen dat ook de kleine, Chinese fotomodellen een baan krijgen en uiteraard zijn er ook feestjes. „We hebben wel eens bier ingekocht, maar niemand nam een pilsje. Daar zijn we dus maar mee opgehouden“, aldus Tiao.
Dertien procent
Op de Erasmus Universiteit in Rotterdam schieten allochtone studentenclubs als paddestoelen uit de grond. De toename van deze multiculturele clubs wordt veroorzaakt door het groeiende aantal allochtone studenten. Op de Erasmus Universiteit was begin jaren negentig slechts twee procent allochtoon, nu is dat negentien procent. In het hele hoger onderwijs is dertien procent van de studenten allochtoon.
Volgens studentendecaan Myrna Njiokiktjien van de Erasmus Universiteit in Rotterdam heeft een groeiende groep studenten behoefte aan een eigen club. „Vooral islamitische meisjes willen zich niet voortdurend verantwoorden waarom ze een hoofddoek dragen, geen alcohol drinken en maagd willen blijven. In hun eigen vereniging kunnen ze gewoon zichzelf zijn.“
Zijn die gescheiden multiculturele honken geen belemmering voor de integratie? „Zolang studenten daar behoefte aan hebben, houden wij dat niet tegen. Het is voor hen kennelijk toch een veilige manier om zich te ontwikkelen.“
Biertjuh? Nee, dank je wel.