vlegeltje
09-09-05, 01:22
Trouw
deVerdieping | podium | 09-09-2005
En nu verder praten over status SGP
Democratie
door Florian de Roder
Nu de rechter overheidssubsidie aan de SGP heeft verboden, wordt het tijd te discussiëren over het bestaansrecht van de SGP.
De SGP is feitelijk tegen de vrijheid van godsdienst en tegen democratie. De SGP wil immers een staatsvorm waarin God en niet het volk als hoogste gezag wordt beschouwd, en daarom streeft men naar een beperking van de godsdienstvrijheid, een verworvenheid van onze democratie.
In artikel 1 van het beginselprogramma staat dat de SGP „streeft naar een regering van ons volk geheel op de grondslag van de in de Heilige Schrift geopenbaarde ordening Gods en staat mitsdien voor de handhaving van het onverkorte artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis”. Met dit laatste onderscheidt de SGP zich van andere christelijke partijen.
In 1905 schrapte de Generale Synode der Gereformeerde Kerken de volgende woorden uit dit artikel: „Om te weren en uit te roeien alle afgoderij en valsen godsdienst, om het rijk des antichrists te gronde te werpen.” De oprichters van de op dat moment nog niet bestaande SGP zagen dit als het gedogen van de overheid door de katholieke kerk en vonden dat onaanvaardbaar. Een van de oprichters, dominee Kersten, keurde tijdens de Tweede Wereldoorlog het verzet tegen de bezetter af en ondertekende in maart 1941 het protest van het Convent der Kerken tegen de jodenvervolging niet. Alles is immers de wil van God, nietwaar? Na de Tweede Wereldoorlog werd Kersten door de verklaringscommissie Beelaerts van Blokland weggezuiverd uit het parlement.
De SGP is sinds jaar en dag een splinterpartij. De toenmalige staatssecretaris van emancipatiezaken Verstand zei in 2001 dat ze de SGP niet wil aanpakken omdat deze partij volgens haar vooralsnog geen ernstige bedreiging vormt voor het democratisch proces. Tegelijkertijd meende ze persoonlijk dat de SGP discrimineert. Kennelijk bepaalt de grootte van een politieke partij of de democratie al dan niet in gevaar is. Een dergelijk standpunt is mijns inziens typisch Nederlands; de SGP wordt in feite gedoogd omdat ze een kleine partij is en zolang de SGP een kleine partij is, vermijden we een fundamentele discussie over het bestaansrecht van deze partij. Het ziet er ook niet naar uit dat de SGP een grote partij zal gaan worden.
Toen de SGP twee jaar geleden werd genoemd als mogelijke coalitiepartner was de kritiek op de partij niet van de lucht. Naast het vrouwenstandpunt hekelde men het feit dat de SGP tegen de vrijheid van godsdienst en tegen de scheiding van kerk en staat is. Daarmee zou de partij afstand nemen van belangrijke fundamenten van onze democratische rechtsstaat. Zulk een partij zou geen deel mogen uitmaken van een regering.
Ik vind het opmerkelijk dat deze discussie opeens in alle hevigheid losbrak toen de SGP het (centrale) regeringspluche naderde. De teneur was dat een partij die fundamentalistisch en ondemocratisch is geen regeringsverantwoordelijkheid zou mogen dragen.
Maar of zulk een partij wél deel van het parlement mag uitmaken of op decentraal niveau mag besturen, erd in het midden gelaten. Wanneer een partij op haar onwrikbare beginselen wordt aangevallen en daarmee de deur van het Torentje wordt ontzegd, moet je consequent zijn en pleiten voor een verbod van Neęrlands oudste politieke partij. Want je kunt zeggen wat je wilt: de SGP is beginselvast. Om met de uiteraard op zondagen niet toegankelijke website te spreken: „Oud en wijs.” „Wij zijn geen kameleon! Wij verschieten niet van kleur in het zicht van het pluche”, aldus voorman Van der Vlies.
In tijden van ontkerkelijking zullen de meeste mensen diverse standpunten van de SGP schouderophalend gadeslaan. Toch is een verdere inhoudelijke discussie over het bestaansrecht van de SGP noodzakelijk. De uitspraak van de Haagse rechtbank heeft het startschot gegeven. Blijft de vraag hoe een en ander zich zou hebben ontwikkeld als er sprake was van een moslimpartij.
Florian de Roder is student Nederlands recht aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
deVerdieping | podium | 09-09-2005
En nu verder praten over status SGP
Democratie
door Florian de Roder
Nu de rechter overheidssubsidie aan de SGP heeft verboden, wordt het tijd te discussiëren over het bestaansrecht van de SGP.
De SGP is feitelijk tegen de vrijheid van godsdienst en tegen democratie. De SGP wil immers een staatsvorm waarin God en niet het volk als hoogste gezag wordt beschouwd, en daarom streeft men naar een beperking van de godsdienstvrijheid, een verworvenheid van onze democratie.
In artikel 1 van het beginselprogramma staat dat de SGP „streeft naar een regering van ons volk geheel op de grondslag van de in de Heilige Schrift geopenbaarde ordening Gods en staat mitsdien voor de handhaving van het onverkorte artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis”. Met dit laatste onderscheidt de SGP zich van andere christelijke partijen.
In 1905 schrapte de Generale Synode der Gereformeerde Kerken de volgende woorden uit dit artikel: „Om te weren en uit te roeien alle afgoderij en valsen godsdienst, om het rijk des antichrists te gronde te werpen.” De oprichters van de op dat moment nog niet bestaande SGP zagen dit als het gedogen van de overheid door de katholieke kerk en vonden dat onaanvaardbaar. Een van de oprichters, dominee Kersten, keurde tijdens de Tweede Wereldoorlog het verzet tegen de bezetter af en ondertekende in maart 1941 het protest van het Convent der Kerken tegen de jodenvervolging niet. Alles is immers de wil van God, nietwaar? Na de Tweede Wereldoorlog werd Kersten door de verklaringscommissie Beelaerts van Blokland weggezuiverd uit het parlement.
De SGP is sinds jaar en dag een splinterpartij. De toenmalige staatssecretaris van emancipatiezaken Verstand zei in 2001 dat ze de SGP niet wil aanpakken omdat deze partij volgens haar vooralsnog geen ernstige bedreiging vormt voor het democratisch proces. Tegelijkertijd meende ze persoonlijk dat de SGP discrimineert. Kennelijk bepaalt de grootte van een politieke partij of de democratie al dan niet in gevaar is. Een dergelijk standpunt is mijns inziens typisch Nederlands; de SGP wordt in feite gedoogd omdat ze een kleine partij is en zolang de SGP een kleine partij is, vermijden we een fundamentele discussie over het bestaansrecht van deze partij. Het ziet er ook niet naar uit dat de SGP een grote partij zal gaan worden.
Toen de SGP twee jaar geleden werd genoemd als mogelijke coalitiepartner was de kritiek op de partij niet van de lucht. Naast het vrouwenstandpunt hekelde men het feit dat de SGP tegen de vrijheid van godsdienst en tegen de scheiding van kerk en staat is. Daarmee zou de partij afstand nemen van belangrijke fundamenten van onze democratische rechtsstaat. Zulk een partij zou geen deel mogen uitmaken van een regering.
Ik vind het opmerkelijk dat deze discussie opeens in alle hevigheid losbrak toen de SGP het (centrale) regeringspluche naderde. De teneur was dat een partij die fundamentalistisch en ondemocratisch is geen regeringsverantwoordelijkheid zou mogen dragen.
Maar of zulk een partij wél deel van het parlement mag uitmaken of op decentraal niveau mag besturen, erd in het midden gelaten. Wanneer een partij op haar onwrikbare beginselen wordt aangevallen en daarmee de deur van het Torentje wordt ontzegd, moet je consequent zijn en pleiten voor een verbod van Neęrlands oudste politieke partij. Want je kunt zeggen wat je wilt: de SGP is beginselvast. Om met de uiteraard op zondagen niet toegankelijke website te spreken: „Oud en wijs.” „Wij zijn geen kameleon! Wij verschieten niet van kleur in het zicht van het pluche”, aldus voorman Van der Vlies.
In tijden van ontkerkelijking zullen de meeste mensen diverse standpunten van de SGP schouderophalend gadeslaan. Toch is een verdere inhoudelijke discussie over het bestaansrecht van de SGP noodzakelijk. De uitspraak van de Haagse rechtbank heeft het startschot gegeven. Blijft de vraag hoe een en ander zich zou hebben ontwikkeld als er sprake was van een moslimpartij.
Florian de Roder is student Nederlands recht aan de Radboud Universiteit Nijmegen.