Joesoef
09-09-05, 07:10
Geen sprake van schuldbekentenis
zaak-nienke kleiss
door Adri Vermaat
Het OM wist dat er twijfels waren over de schuld van Cees B., de vermeende moordenaar van Nienke Kleiss. Die twijfels deelde het OM niet met de rechter.
Dit blijkt uit een brief die Harm Brouwer, baas van het college van procureurs-generaal, deze week schreef aan alle hoofdofficieren een brief over de zaak-Nienke Kleiss. De brief lekte uit, maar moet volgens het college zeker niet gezien worden als een schuldbekentenis' over het achterhouden van cruciale informatie in het proces tegen de onterecht veroordeelde Cees B.
Brouwer stuurde zijn brief voorafgaand aan het bezoek dat hij dinsdag aan het tv-programma ’Nova’ bracht. Het leek hem, zegt het OM, goed om de hoofdofficieren tijdig te informeren over een kwestie die sinds ’Netwerk’ er maandag over berichtte, stof deed opwaaien.
In de brief, die ’Nova’ woensdag naar buiten bracht, wordt gedetailleerd beschreven hoe het OM is omgegaan met DNA-informatie rond het onderzoek, afkomstig van het Nederlands forensisch instituut (NFI).
Volgens Brouwer blijkt niet dat het OM „willens en wetens onderzoeksresultaten van het NFI onder de pet heeft willen houden”. Hij erkent dat binnen dit instituut verschillend werd gedacht over de betekenis van de resultaten van het onderzoek. „De onderzoeker trok verdergaande conclusies dan de deskundige die verantwoordelijk was voor het opstellen van het uiteindelijke onderzoeksrapport wilde overnemen”, schrijft de OM-baas.
Hij neemt hiermee een voorschot op een lopend onderzoek dat het college van procureurs-generaal liet instellen naar de onterechte veroordeling van Cees B. en waarvan de resultaten spoedig bekend worden.
Het verschil van inzicht bij de medewerkers van het NFI over de waarde van de DNA-sporen is niet aan de rechters overgebracht. De officier van justitie in Rotterdam en naderhand de advocaat-generaal in Den Haag hielden vast aan de in een rapport weergegeven bevindingen van uitsluitend de NFI-deskundige.
Dit hoewel het NFI, voor het eerst in de historie, in een gesprek met de officier en later de advocaat-generaal aangaf dat er twijfels waren over de schuld van B.
„De officier en de advocaat-generaal hebben die twijfels meegewogen”, schrijft Brouwer. „Maar het heeft hun overtuiging dat B. de dader was, niet veranderd. Achteraf bezien was het beter geweest die twijfels ook aan de rechter over te brengen. Dat heeft noch het OM, noch de NFI-deskundige gedaan.”
Het ontbreken van sporen van de aanvankelijk bekennende B. werkte uiteindelijk belastend voor hem. Als dader wist hij immers dat hij geen sporen had achtergelaten, was de redenering die ophield toen de échte dader de moord bekende.
zaak-nienke kleiss
door Adri Vermaat
Het OM wist dat er twijfels waren over de schuld van Cees B., de vermeende moordenaar van Nienke Kleiss. Die twijfels deelde het OM niet met de rechter.
Dit blijkt uit een brief die Harm Brouwer, baas van het college van procureurs-generaal, deze week schreef aan alle hoofdofficieren een brief over de zaak-Nienke Kleiss. De brief lekte uit, maar moet volgens het college zeker niet gezien worden als een schuldbekentenis' over het achterhouden van cruciale informatie in het proces tegen de onterecht veroordeelde Cees B.
Brouwer stuurde zijn brief voorafgaand aan het bezoek dat hij dinsdag aan het tv-programma ’Nova’ bracht. Het leek hem, zegt het OM, goed om de hoofdofficieren tijdig te informeren over een kwestie die sinds ’Netwerk’ er maandag over berichtte, stof deed opwaaien.
In de brief, die ’Nova’ woensdag naar buiten bracht, wordt gedetailleerd beschreven hoe het OM is omgegaan met DNA-informatie rond het onderzoek, afkomstig van het Nederlands forensisch instituut (NFI).
Volgens Brouwer blijkt niet dat het OM „willens en wetens onderzoeksresultaten van het NFI onder de pet heeft willen houden”. Hij erkent dat binnen dit instituut verschillend werd gedacht over de betekenis van de resultaten van het onderzoek. „De onderzoeker trok verdergaande conclusies dan de deskundige die verantwoordelijk was voor het opstellen van het uiteindelijke onderzoeksrapport wilde overnemen”, schrijft de OM-baas.
Hij neemt hiermee een voorschot op een lopend onderzoek dat het college van procureurs-generaal liet instellen naar de onterechte veroordeling van Cees B. en waarvan de resultaten spoedig bekend worden.
Het verschil van inzicht bij de medewerkers van het NFI over de waarde van de DNA-sporen is niet aan de rechters overgebracht. De officier van justitie in Rotterdam en naderhand de advocaat-generaal in Den Haag hielden vast aan de in een rapport weergegeven bevindingen van uitsluitend de NFI-deskundige.
Dit hoewel het NFI, voor het eerst in de historie, in een gesprek met de officier en later de advocaat-generaal aangaf dat er twijfels waren over de schuld van B.
„De officier en de advocaat-generaal hebben die twijfels meegewogen”, schrijft Brouwer. „Maar het heeft hun overtuiging dat B. de dader was, niet veranderd. Achteraf bezien was het beter geweest die twijfels ook aan de rechter over te brengen. Dat heeft noch het OM, noch de NFI-deskundige gedaan.”
Het ontbreken van sporen van de aanvankelijk bekennende B. werkte uiteindelijk belastend voor hem. Als dader wist hij immers dat hij geen sporen had achtergelaten, was de redenering die ophield toen de échte dader de moord bekende.