waterfiets
19-09-05, 09:22
Columns Ronald Plasterk 2005/2006
Ik heb het debat met Donner gefascineerd gevolgd.
Het centrale politieke moment ging hierom. De minister heeft de Kamer gezegd dat er bij de rechtzaak tegen Cees B. geen bewijzen zijn achtergehouden. Mocht blijken dat hij onwaarheid heeft gesproken dan is dat naar Haagse normen een politieke doodzonde, en moet hij opstappen, dus hij weegt elk woord. Op het slachtoffer zijn twee duidelijke DNA sporen gevonden, onder de nagel en op de laars, die waren niet van Cees B. Dat wist de rechter. Maar er waren ook vijf andere DNA sporen, op het lichaam en op het moordwapen. Dat is de rechter niet verteld; eigenlijk was dat op zichzelf natuurlijk al bewijs dat is achtergehouden. Maar goed: als die vijf sporen van dezelfde persoon zouden zijn als die twee duidelijke sporen van de nagel en de laars, dan is het helemaal zeker een daderspoor, van een andere dader dan Cees B., en dan is er dus cruciaal bewijs achtergehouden. Het probleem was dat de kwaliteit van die vijf sporen matig was, men kon maar vier van de gebruikelijke tien kenmerken beoordelen. Die pasten inderdaad op die sporen van nagel en laars.
Nu komt het. Donner zei tegen de Kamer, en ik lees voor uit het stenografisch verslag: "Ik kan het wetenschappelijk uitleggen, maar dat zal ik hier niet doen. De vier kenmerken komen vermoedelijk overeen met het profiel van vijftigduizend andere Nederlanders. Dat is het soort conclusie dat u de foto van een persoon ziet, vervolgens van een ander persoon vaststelt dat hij ook ogen en een neus heeft en op grond daarvan zegt dat dit dezelfde persoon is." Aldus de minister van justitie.
Laat mij het ook eens wetenschappelijk uitleggen! Als die sporen overeenkomen met 50.000 Nederlanders, en er zijn totaal 16 miljoen Nederlanders, dan is de kans dat die sporen passen op één persoon: 50.000 gedeeld door 16 miljoen: 0,3 procent! Dus de kans dat het toeval was dat die sporen op het moordwapen en lichaam overeenkwamen met die van nagel en laars was drietiende procent. Het stond dus 99,7% vast dat die sporen afkomstig waren van dezelfde persoon: de dader. Het OM heeft de rechter het bewijs onthouden dat het 99,7% zeker was dat Cees B. niet de dader was.
Ik kan me voorstellen dat minister Donner, en een Kamermeerderheid, aanhikten tegen het idee dat de Minister zou moeten opstappen voor gebeurtenissen die onder zijn voorganger Korthals hebben plaatsgevonden. Maar deze voetnoot wil ik als eenvoudige beta toch aanbrengen bij deze juridische discussie: toen Minister Donner de Kamer vertelde dat er geen ontlastende bewijzen waren achtergehouden, toen sprak hij -ik neem direct aan met goede bedoelingen- maar toen sprak hij niet de waarheid.
Ronald Plasterk
Columns Ronald Plasterk 2005/2006
Ik heb het debat met Donner gefascineerd gevolgd.
Het centrale politieke moment ging hierom. De minister heeft de Kamer gezegd dat er bij de rechtzaak tegen Cees B. geen bewijzen zijn achtergehouden. Mocht blijken dat hij onwaarheid heeft gesproken dan is dat naar Haagse normen een politieke doodzonde, en moet hij opstappen, dus hij weegt elk woord. Op het slachtoffer zijn twee duidelijke DNA sporen gevonden, onder de nagel en op de laars, die waren niet van Cees B. Dat wist de rechter. Maar er waren ook vijf andere DNA sporen, op het lichaam en op het moordwapen. Dat is de rechter niet verteld; eigenlijk was dat op zichzelf natuurlijk al bewijs dat is achtergehouden. Maar goed: als die vijf sporen van dezelfde persoon zouden zijn als die twee duidelijke sporen van de nagel en de laars, dan is het helemaal zeker een daderspoor, van een andere dader dan Cees B., en dan is er dus cruciaal bewijs achtergehouden. Het probleem was dat de kwaliteit van die vijf sporen matig was, men kon maar vier van de gebruikelijke tien kenmerken beoordelen. Die pasten inderdaad op die sporen van nagel en laars.
Nu komt het. Donner zei tegen de Kamer, en ik lees voor uit het stenografisch verslag: "Ik kan het wetenschappelijk uitleggen, maar dat zal ik hier niet doen. De vier kenmerken komen vermoedelijk overeen met het profiel van vijftigduizend andere Nederlanders. Dat is het soort conclusie dat u de foto van een persoon ziet, vervolgens van een ander persoon vaststelt dat hij ook ogen en een neus heeft en op grond daarvan zegt dat dit dezelfde persoon is." Aldus de minister van justitie.
Laat mij het ook eens wetenschappelijk uitleggen! Als die sporen overeenkomen met 50.000 Nederlanders, en er zijn totaal 16 miljoen Nederlanders, dan is de kans dat die sporen passen op één persoon: 50.000 gedeeld door 16 miljoen: 0,3 procent! Dus de kans dat het toeval was dat die sporen op het moordwapen en lichaam overeenkwamen met die van nagel en laars was drietiende procent. Het stond dus 99,7% vast dat die sporen afkomstig waren van dezelfde persoon: de dader. Het OM heeft de rechter het bewijs onthouden dat het 99,7% zeker was dat Cees B. niet de dader was.
Ik kan me voorstellen dat minister Donner, en een Kamermeerderheid, aanhikten tegen het idee dat de Minister zou moeten opstappen voor gebeurtenissen die onder zijn voorganger Korthals hebben plaatsgevonden. Maar deze voetnoot wil ik als eenvoudige beta toch aanbrengen bij deze juridische discussie: toen Minister Donner de Kamer vertelde dat er geen ontlastende bewijzen waren achtergehouden, toen sprak hij -ik neem direct aan met goede bedoelingen- maar toen sprak hij niet de waarheid.
Ronald Plasterk
Columns Ronald Plasterk 2005/2006