PDA

Bekijk Volledige Versie : 'Beavis and Butt-head cultuur treft Nederland'



Alien1375
19-10-05, 17:26
Ad Verbrugge: ‘Modern management heeft immorele kanten’

Weg met de verheerlijking van seks, drugs en rock-’n-roll. Sinds de jaren zestig is de Nederlandse maatschappij de weg kwijt, vindt de populaire jonge filosoof Ad Verbrugge. ‘Zelfbeheersing, discipline en omgangsvormen, dát hoor je op school te leren.’


Opmerkelijk gedachtegoed

Een filosoof die het uitstekend doet in de media, dat is een unicum in Nederland. Temeer daar Ad Verbrugge afkomstig is uit de Leidse filosofengemeenschap, waar maatschappelijk-filosofische thema’s als milieu, euthanasie of dierenrechten altijd taboe waren. Leidse wijsgeren bestudeerden voornamelijk de duistere teksten van de Duitse filosoof Martin Heidegger, waar geen journalist een touw aan vast kon knopen en dus het liefst verre van bleef.

Maar Verbrugge is bewust uit de ivoren toren gestapt. Sinds hij universitair hoofddocent is aan de Vrije Universiteit zoekt hij de schijnwerpers op. Want Verbrugge heeft een boodschap. ‘Ik wil me inzetten om de samenleving te veranderen.’ Het gedachtegoed dat hij verkondigt, is op zijn zachtst gezegd opmerkelijk. Sommigen lopen met hem weg, zoals de cabaretier Theo Maassen die volgens eigen zeggen een diepe ‘zielsverwantschap’ met Verbrugge voelt. Maar critici zoals de linkse socioloog Dick Pels zien in Verbrugge juist een gevaarlijke reactionair, die de klok in Nederland minstens vijftig jaar terug wil zetten. Terug naar de tijd dat kinderen luisterden naar vader en de bovenmeester, het verenigingsleven bloeide en het christendom boeide. Een tijd ook zonder zinloos geweld, etnische spanningen, zakkenvullende topmanagers en ongebreideld consumentisme.

Dat Verbrugge met zijn omstreden ideeën zo goed scoort in de media, heeft ongetwijfeld ten dele te maken met zijn uiterlijk. Het voorkomen van de jonge filosoof houdt het midden tussen een charismatische bijbelse profeet en een mediagenieke, hippe, Franse intellectueel. Het zijn vooral zijn lange donkere manen die hij af en toe nonchalant uit zijn ogen veegt, die het hem doen.


Onderwijs en opvoeding herwaarderen

Tijd van onbehagen heet je laatste boek. Vind je het echt zo onbehaaglijk in Nederland? ‘

De term onbehagen duikt de laatste tijd steeds op, vorig jaar bijvoorbeeld nog in een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Ik probeer te duiden waar dat onbehagen in Nederland vandaan komt en kom tot de conclusie dat onze samenleving de laatste decennia steeds sterker haar richting en bezieling is kwijtgeraakt. We zijn vooral gericht op ons individuele geluk en genot. Door de erosie van traditionele verbanden als religie, de lokale gemeenschap en gezin staat de saamhorigheid, het gemeenschapsgevoel onder druk. Het onbehagen dat dat oproept, gaan we nu voelen.’

Je boek lijkt één groot pleidooi voor een terugkeer van jaren-vijftigwaarden.

‘Dat is het niet. Ik wil de klok niet vijftig jaar terugdraaien, dat kan ik of een overheid ook helemaal niet afdwingen. Wat ik bijvoorbeeld wel wil, is dat we onderwijs en opvoeding gaan herwaarderen, net als lokale gemeenschapsverbanden zoals het gezin en de buurt- of sportvereniging. Daarnaast moeten we ons veel meer teweerstellen tegen de machinaties van de markt en de media. Daarin is ook een belangrijke rol weggelegd voor de staat.’

Wat is er mis met ons onderwijs?

‘Het onderwijs is bij ons de laatste decennia in het teken komen te staan van zelfontplooiing. De eigen beleving van de leerling is steeds meer het uitgangspunt geworden. Leerlingen moeten vooral een eigen mening vormen over van alles en nog wat. Het onderwijs is ten dele verantwoordelijk voor de Beavis en Butthead-mentaliteit van de Nederlandse jeugd: sceptische, nihilistische zelfgenoegzaamheid. Vakinhoudelijke vorming is in het Nederlandse onderwijs sinds de invoering van het studiehuis ook zwaar uitgehold door de werkstukjescultuur. Daardoor beheersen nogal wat eerstejaars studenten die ik krijg nauwelijks nog de Nederlandse grammatica. Om over hun kennis van het Duits en Frans maar te zwijgen.’

Wat heeft kennis van de Nederlandse grammatica te maken met goed burgerschap?

‘Het herkennen en erkennen van hoe wij in Nederland een goede zin schrijven. Grammatica behoort tot de gemeenschappelijke vormen, je drukt er respect voor de traditie mee uit.’

Hoe kan de school verder nog bijdragen aan de vorming van betrokken burgers in spe?

‘Het bijbrengen van zelfbeheersing en discipline, juist om mensen te bevrijden. Verder het leren van allerlei omgangsvormen. Respect bijvoorbeeld. Kinderen van zeven, acht jaar zijn tegenwoordig in staat een lerares weg te pesten. Dat was vroeger haast ondenkbaar. Op school leer je ook concreet hoe je met anderen omgaat: wat voor toon sla je aan als je met iemand praat, kijk je iemand aan?'
Kortom: normen en waarden?
‘Normen en waarden, dat is veel te theoretisch. Over normen en waarden gaan we in het Nederlandse klaslokaal direct weer met elkaar discussiëren: wat vind jij hiervan en wat daarvan? Maar daar gaat het mij helemaal niet om. Hoe je met elkaar omgaat is helemaal niet in theoretische normen en waarden te vatten. Het is vooral een kwestie van voordoen wat betamelijk is, en kinderen die betamelijkheid aanwennen door ordehandhaving. De meester of juf corrigeert je wanneer je iets fout doet: zó leer je ethiek, niet door te discussiëren. Sport is daar een mooi voorbeeld van. Een goede trainer houdt geen lange verhalen, die doet dingen voor en corrigeert.’

Het huidige kabinet-Balkenende heeft vast oren naar je onderwijsideeën. Al contact gehad?

‘Ik ben op uitnodiging bij een aantal ministeries langs geweest. Binnenkort ga ik eten met staatssecretaris Mark Rutte. Ik wil echt dat het studiehuis wordt teruggedraaid voordat mijn oudste dochter naar de middelbare school gaat.’


Belang van huwelijk en gezin

Je hebt onlangs gepubliceerd in de Christen-Democratische Verkenningen van het CDA. Heeft het CDA al geprobeerd je binnen te halen als de nieuwe ideoloog van de partij?
‘Nee. Voor die Verkenningen ben ik inderdaad meerdere malen gevraagd, maar het blad publiceert niet louter artikelen uit CDA-kringen. Maar met bepaalde elementen van de partij heb ik zeker affiniteit: vooral de communautaire trek, het centraal stellen van de gemeenschap. Maar communautaire belangstelling is bij allerlei partijen te vinden. Ook bij de SP en Geert Wilders heb ik stukken van mezelf aangetroffen. Zelfs ook bij een liberale partij als D66.’

Wat je in ieder geval met het CDA gemeen hebt, is je nadruk op het belang van huwelijk en gezin. Je noemt het huwelijk zelfs iets ‘heiligs’. Ervaar je je eigen huwelijk echt zo?

‘Laten we het zo zeggen: ik heb wel de indruk dat ik niet zomaar naar eigen believen mag beslissen over mijn huwelijk, ermee stoppen als ik denk dat het mijn zelfontplooiing niet langer ten goede komt. Ik denk dat het langzaam duidelijk begint te worden dat de vrijblijvendheid van huwelijk en gezin sinds de jaren zestig voor veel ellende heeft gezorgd.’

Maar het homohuwelijk wijs je af.
‘Ik ben er niet op tegen dat twee mannen of twee vrouwen hun speciale band een juridische status geven. Maar ze hadden daarvoor niet het woord huwelijk moeten gebruiken. Een huwelijk is in onze traditie een verband tussen man en vrouw, gerelateerd aan de mogelijkheid van voortplanting, de voortgang der geslachten, opvoeding van kinderen. Nu is het huwelijk gedegradeerd tot een belofte van trouw tussen twee personen. Waarom twee? Wees dan consequent, en sta ook huwelijken toe tussen drie of meer personen, of tussen broer en zus, opa en kleindochter.’


Lovend over Pim Fortuyn

De filosofie die je verkondigt zou tien jaar geleden door de elite zijn uitgekotst. Nu heb je de tijdgeest mee.

‘Dat is zeker waar. De thema’s die ik aansnijd, houden me al veel langer bezig, maar ik heb gewacht op het juiste moment om het naar buiten te brengen. Mijn eerste essay, waarin ik een verband leg tussen zinloos geweld en de geïndividualiseerde, belevingsgerichte samenleving, publiceerde ik in 2000. In diezelfde tijd kwam Paul Scheffer met zijn beroemde artikel "Het multiculturele drama" in NRC Handelsblad. Het werd een keerpunt in het denken in Nederland, zaken begonnen te schuiven, de boel ging gisten. De media zijn mij vervolgens voortdurend gaan opzoeken.’

Die verschuiving had ook met Pim Fortuyn te maken. Terwijl het grootste deel van intellectueel Nederland hem een ordinaire populist vond, ben jij in je boek tamelijk lovend over zijn gedachtegoed.

‘Er waren mensen die me dat destijds ernstig kwalijk namen. Maar Fortuyn had écht iets te melden, legde op veel terreinen de vinger op de zere plek: van zijn kritiek op de islam tot zijn klachten over de teloorgang van het onderwijs, de bureaucratie en het gebrek aan politiek bij Paars. Dat waren thema’s waar ik zelf ook mee bezig was. Bovendien had Fortuyn enorm veel lef, iets wat in de Nederlandse politiek verdwenen was. Met zijn beweging heeft hij een eind gemaakt aan de cultuur van pappen en nathouden.’

Maar Fortuyn was ook de homodandy die alles deed wat god verboden heeft. Een typische exponent van de door jou verfoeide jaren zestig.
‘Mijn houding tegenover hem is inderdaad ambivalent. Ik was het niet in alles met hem eens, was zeker geen Fortuyn-adept. Ook had ik mijn twijfel of hij werkelijk in staat was geweest het land te besturen en leiden. Er ontbrak bovendien een goede partijtraditie.’

Had je op hem gestemd als hij bij de verkiezingen op 15 mei 2002 nog geleefd had?
‘Als hij nog had geleefd, had ik waarschijnlijk op hem gestemd ja. Al was het alleen maar omdat hij heeft afgerekend met Paars.’


Waarden van de Verlichting niet eenduidig

Je wilt links noch rechts worden genoemd. Maar conservatief lijkt me een label dat wel op je past.

‘Het conservatisme is een heel brede stroming met allerlei aftakkingen. Momenteel is er erg veel aandacht voor het neoconservatisme in Amerika. Daarover ben ik sceptisch. Het wil tal van westerse waarden zoals de liberale democratie en mensenrechten aan Irak en de rest van de wereld opleggen omdat het universele waarden zouden zijn. Dat staat haaks op het ouderwetse conservatisme dat de traditie centraal stelt.
‘Democratie en mensenrechten zijn niet per definitie universeel, maar hangen sterk samen met onze burgerlijke maatschappij en de christelijke traditie. Dat kun je dus niet zomaar even overplaatsen naar een totaal andere cultuur en geschiedenis. Ik verbaas me er sowieso over hoe allerlei waarden die in de jaren zestig in Europa doorgebroken zijn, zoals de absolute gelijkheid van individuen, van man en vrouw, van homo en hetero, de nadruk op zelfontplooiing, nu ineens door links en rechts als universele Verlichtingswaarden worden gepropageerd. De waarden van de Verlichting zijn helemaal niet eenduidig. Er is in de geschiedenis ook niet één Verlichting geweest. Ook in Griekenland ten tijde van Plato en Aristoteles was er sprake van een Verlichting. Toch werd slavernij in die tijd als iets volstrekt normaals gezien.’

Dat standpunt leidt toch tot links relativisme? Oftewel een pleidooi voor de multiculturele samenleving:
onze westerse waarden zijn immers niet beter dan de islamitische of de hindoestaanse?

‘Multiculturalisten concluderen uit die relativiteit van menselijke waarden dat er binnen onze samenleving pluraliteit moet bestaan, verschillende waardensystemen naast elkaar. Maar de hele inrichting van onze samenleving, alle instituties en gebruiken, zijn gebaseerd op één traditie, de westerse. Nieuwkomers moeten zich de wezenlijke elementen van die traditie eigen maken, in plaats van binnen hun eigen traditie langs de rest van de samenleving heen te leven. Maar dan moeten wij die wezenlijke elementen natuurlijk wel uitdragen.
Gebeurt dat niet, dan krijgen we een samenleving zoals op de Balkan, die op een gegeven moment uit elkaar splijt. Overigens was links oorspronkelijk helemaal niet multiculturalistisch, dat heeft met socialisme ook weinig te maken. Het multiculturele denken is een gevolg van het antinationalisme uit de jaren zestig.’

Worst of both worlds

Die traditie, oftewel de ‘wijsheid die onze cultuur in duizenden jaren heeft verworven’ zoals jij het noemt, wordt ook door het geglobaliseerde bedrijfsleven bedreigd, begrijp ik uit jouw essays.

'Niet alles uit die traditie is wijsheid, maar denken dat alles van vroeger een vergissing was en we pas sinds de jaren zestig de wijsheid in pacht hebben, is natuurlijk dom. In de huidige managementcultuur in Nederland bestaat de neiging om alles uit Amerika over te nemen. Maar de Amerikaanse cultuur is heel anders dan de Europese, waardoor klakkeloos kopiëren dramatische gevolgen kan hebben.

'Naar Amerikaans voorbeeld zijn we nu bezig de staat en tal van niet-commerciële verbanden af te breken of te vermarkten. Maar in de Verenigde Staten vindt de markt een tegenwicht in allerlei religieuze en lokale communities, die bijvoorbeeld zwakkeren of kunst en cultuur ondersteunen. Bovendien heeft Amerika weliswaar de naam de bakermat van het individualisme te zijn, maar tegelijk is de concrete gemeenschapszin er door buurtlidmaatschap, patriottisme en religiositeit veel sterker dan in Europa. In Nederland loopt solidariteit met de zwakkeren hoofdzakelijk via de staat sinds de verzuiling verdwenen is.

‘Daarom is het een heel gevaarlijk experiment om die staat nu ineens te gaan ondermijnen. Door onderdelen van de Amerikaanse cultuur in de onze te plaatsen, vrees ik dat we uiteindelijk in de worst of both worlds belanden. Onder het mom van marktwerking en efficiency worden nu complete tradities en gemeenschappelijke diensten weggevaagd in Nederland, en zelfs de PvdA doet daar vrolijk aan mee.’

Alien1375
19-10-05, 17:27
Moderne managersdom: immorele kanten

De moderne manager, opgeleid aan een Amerikaansige mba-opleiding, is de verpersoonlijking van deze destructie?
‘Dat gaat te ver, want er zijn ook goede managers met een mba. Maar goed leiderschap betekent voeling en binding hebben met de gemeenschap die je leidt, en dat kan alleen als je jezelf lid weet van die gemeenschap, vertrouwd bent met het werk en het het liefst zelf ooit gedaan hebt, net zoals een voetbalcoach ooit zelf heeft gevoetbald. Een voetbalcoach komt dan ook op voor zijn mensen, weet wat ze doen en doormaken, en dat is iets wat de huidige mba-managers zich nauwelijks eigen gemaakt hebben.

'Managers leren vooral hoe ze controle kunnen uitoefenen, hoe ze prestaties kunnen meten, hoe ze de boel zo efficiënt mogelijk kunnen laten draaien, en daarvoor zijn voortdurend reorganisaties nodig. Het moderne managersdom heeft immorele kanten. Het is niet voor niets dat het boek Hoe word ik een rat? Van Joep Schrijvers tot managementboek van 2002 is verkozen.

‘Het wordt echt rampzalig als managers zelfs geen interesse meer hebben in de normen, codes en beroepseer van het bedrijf waaraan ze leiding geven. Een paar jaar geleden speelde bij de NS het conflict tussen directie en personeel over het "rondje rond de kerk". Een vrouw uit de directie van de NS zei letterlijk: "Die mensen moeten gewoon doen wat ik zeg. Als ik zou willen dat ze door een hoepeltje springen, dan springen ze door een hoepeltje." Dan begrijp je duidelijk niet wat goed besturen is.’


Bron: intermediar.nl

My Hero! :lole: