PDA

Bekijk Volledige Versie : De Rif: Onbekend, onbegrepen en onbemind



Azul
28-10-05, 15:03
De Rif: Onbekend, onbegrepen en onbemind
De laatste maanden is er veel geschreven over het Rifgebied en haar bewoners. “Barbaars” en “achtergesteld” zijn gangbare termen geworden in de media om dit gebied en de Riffijnen aan te duiden. Deze termen zijn nu algemeen geaccepteerd, al dan niet op basis van omstreden antropologische onderzoeken. Maar hoe zit het nou werkelijk met dit gebied en haar bewoners?

In het geïsoleerde Rifgebied waren eeuwenoude tradities en sociale verhoudingen onderdeel van het dagelijkse leven. Door voortdurende dreiging van buitenaf moest een Riffijn altijd paraat staan om zijn land te verdedigen. Protectionisme en vijandigheid waren dan ook onderdeel van de traditie; het was simpelweg de enige manier om als volk te overleven. Fragmentatie van het gebied, namelijk in verschillende stammen, heeft ervoor gezorgd dat niemand echt grip wist te krijgen op het gebied. Lange tijd stond het gebied bekend als bled-siba, letterlijk vertaald; “het ongetemde land.”
Met Spanje als gezamenlijke “vijand” wist verzetsleider Abdelkrim El Khattabi in de jaren ’20 de Riffijnse stammen toch te verenigen. Een onwerkelijke prestatie op zich. Maar daar bleef het niet bij, want niet lang hierna werden de Spanjaarden verjaagd en werd de Rif republiek uitgeroepen. Een prestatie waar Nederland 80 jaar over heeft moeten doen. Maar het mocht niet baten. In een massa-aanval van twee landen tegelijk, Spanje en Frankrijk, werd het gebied heroverd. Dit gebeurde onder andere door Duits gifgas in te zetten op dorpen waar alleen vrouwen en kinderen zich in bevonden. Door het gebruik van verboden wapens als gifgas op onschuldige mensen was de schending van het akkoord van Geneve een feit. De oproep van Abdelkrim El Khattabi destijds aan Internationale Rode Kruis voor interventie om zo snel mogelijk een einde te maken aan de genocide die zich voltrok in het Rifgebied, werd niet gehoord. Hij was gedwongen zich over te geven.
Dertig jaar later, na de onafhankelijkheid van Marokko, werd de Rif onderdeel van het koninkrijk Marokko. Dit betekende een hele omslag, het Spaans werd vervangen door het Frans en het Berbers door het Arabisch. De minimale autonomie die het gebied had onder Spaanse heerschappij werd teniet gedaan. De Riffijnen moesten zich plotseling onderwerpen aan een onbekende koning, gezeteld in een stad duizenden kilometers van de Rif vandaan. Beroofd van enige vorm van zelfrespect, werd de Riffijnse opstand die daarop in 1958 uitbrak, door het Marokkaanse leger onder leiding van Hassan II bloedig neergeslagen. Mannen die nog geen drie decennia daarvoor vochten voor de vrijheid van Marokko, werden nu vernederd en gemarteld. Hun vrouwen en dochters werden verkracht. De Riffijnen kregen hiermee het zoveelste trauma te verwerken. In 2005 is er in Marokko een pseudo-verzoeningscommissie opgericht ‘die deze gruweldaden openbaar tracht te maken.’ Namen van de beulen mochten echter niet genoemd worden. De waarheidscommissie werd dan ook niet bepaald met gejuich verwelkomd in het gebied. En terecht. De littekens uit het verleden waren nog te vers. Vanaf dit moment werd het Rifgebied systematisch verwaarloosd. In de jaren ‘70 werd ook nog eens een groot deel van de mannelijke bevolking door Europese landen geworven om als gastarbeider aan de wederopbouw van Europa te werken. Het gebied bleef achter zonder mannelijke werkkrachten en was volkomen afhankelijk van het geld van gastarbeiders uit Europa.
David en Ursula Hart, twee antropologen die diverse boeken hebben gepubliceerd over de Riffijnen, zagen thans de vernietiging van de eeuwenoude tradities van het Riffijnse volk met eigen ogen gebeuren. In de epiloog van het boek ‘Behind the courtyard door (1994)’ vertellen zij over de gevolgen van deze arbeidsimmigratie: “Meanwhile, Dave and I are doing our best to blot out the memory of that disagreeable final week. In our older years, we prefer to remember “our Rif” as it was during the wonderful days of fieldwork. (Kingsmill Hart 1994)”

Nu, hier in Nederland, 3000 kilometer verderop en 40 jaar later, is het een trend geworden om ongenuanceerd en ongestraft oordelen te vellen over Riffijnen. Riffijnen zijn ‘achterlijk’, ‘agressief’ etc. We kennen de goedkope containertermen zo onderhand al wel. Hoewel ik bijna begin te wennen aan de onwetendheid waarmee deze beledigingen gepaard gaan, blijf ik mij verbazen over de arrogantie van de mensen die Riffijnen zo benoemen. Een land dat zelf aandeel heeft gehad in het beroven van een gebied door het haar toekomst te ontnemen heeft immers waarlijk geen recht van spreken. Onder het mom van “vrijheid van meningsuiting”, niet wetend wat letterlijk vechten voor je vrijheid is, schrijven pseudo-intellectuele schrijvers essays over de Rif en pogen zij de achterlijkheid van de Riffijnen te ‘verklaren’. Genante vertoningen. Een ‘journalist’ van Elsevier ging zelfs zo ver door het landschap van de Rif als oorzaak aan te wijzen voor het ‘achterlijke’ en ‘agressieve’ gedrag van Riffijnen. Deze journalist was nog wel een schrijver van Friese afkomst, die aangaf trots te zijn op die afkomst. Gezien de slechte positie die de Friezen in het verleden hebben gehad in Nederland, zou je toch denken dat deze man dan enige mate van inlevingsvermogen zou hebben. Helaas. Ook deze pseudo-journalist beperkt zich tot simplistisch denken en clichévorming. In het jaar 2005 verscheen een andere strijdster op het toneel die streed voor ‘de vrijheid van meningsuiting.’ Deze strijdster, zelf van Marokkaanse afkomst, liet in haar column pijnlijk blijken dat ze niet eens het verschil tussen Berber en Amazigh begreep. Ze dacht dat Amazigh een berberstam is. De waarheid is echter dat Amazigh het berberwoord voor Berber is. Ook deze zelfverklaarde schrijfster smeet met ‘fijnzinnige’ en ‘beschaafde’ termen als berggeit en stinkberbers. Hierop volgde, overigens geheel begrijpelijk, grote verontwaardiging vanuit de Marokkaanse gemeenschap. Verstoten en verafschuwd door de Marokkaanse Nederlanders, besloot de vrouw in kwestie het slachtoffer uit te hangen. Met behulp van de Spunk-redactie -die een onderdeel vormt van het NRC Handelsblad- kon mevrouw met vage, al dan niet verzonnen, dreigementen een ware kruistocht tegen de Berbers beginnen. Professioneel als de journalistiek in Nederland is, werd het uitgangspunt ‘hoor- en wederhoor’ voor de gelegenheid maar even genegeerd.

Waarschijnlijk is dit nog slechts het begin van de “kruistocht” tegen de Berbers, de Riffijnen in het bijzonder. Met het misplaatste gevoel van koloniale suprematie bestijgen de ridders van het “vrije woord” hun bureaustoelen om te oordelen over volkeren zonder zich te verdiepen in achtergronden. Uiteraard is inlevingsvermogen niet aanwezig, want waarom zou je je inleven in een ander wanneer je alleen bereid bent om jezelf als voorbeeld te stellen voor de rest van de wereld. Een gebrek aan inlevingsvermogen en respect voor anderen is in mijn ogen een teken van ontevredenheid over eigen leven. Daarom sluit ik mijn relaas af met “Leef en laat leven”.

Said Tidet
Met dank aan Nadia Tusaid

wytze
28-10-05, 15:19
Interessant stuk. Mischien ook iets voor NVDD?

Z.S.A.D
28-10-05, 15:28
Is dit nu niet de zoveelste x? :D

Azul
28-10-05, 15:31
Geplaatst door urbanus
Is dit nu niet de zoveelste x? :D Waarvan?

Z.S.A.D
28-10-05, 15:34
Geplaatst door Azul
Waarvan?

Ik vind het een mooi stuk daar niet van ;) (niet dat ik overal mee eens ben) :engel:

Maar dat je die zaken aanhaalt