Zwarte Schaap
28-10-05, 20:14
Smeergeld voor Saddam
Van onze redactie economie
NEW YORK - Meer dan tweeduizend bedrijven hebben smeergeld betaald aan het regime van Saddam Hoessein, waaronder Volvo, Siemens en DaimlerChrysler. Zij waren betrokken bij het Iraakse olie-voor-voedsel-programma.
Dit staat in het laatste rapport van de onafhankelijke commissie die namens de Verenigde Naties het schandaal heeft onderzocht.
In totaal waren 4500 bedrijven betrokken bij het olie-voor-voedsel-programma. Meer dan de helft van deze ondernemingen uit 66 landen hebben dictator Saddam Hoessein en consorten smeergeld betaald.
Volgens het onderzoek onder leiding van de voormalige Amerikaanse centrale bankier Paul Volcker maakten vooral Russische en Franse ondernemingen zich schuldig aan het betalen van illegale toeslagen aan het regime.
Het programma is in de jaren negentig opgezet om de VN-sancties tegen Irak voor de bevolking te verzachten. Bagdad mocht olie verkopen, mits de opbrengst werd besteed aan voedsel en medicijnen. Maar in de praktijk verdween 1,8 miljard dollar in de zakken van het Iraakse regime en van bedrijven die belast waren met de uitvoering van het programma.
Het rapport beschuldigt grote bedrijven ervan het Iraakse bewind geld te hebben toegeschoven. Onder meer de activiteiten van BNP Paribas, DaimlerChrysler AG, Siemens en Volvo worden bij naam genoemd. Volcker zei volgens de BBC tijdens een persconferentie dat dit niet hoeft te betekenen dat de bedrijven van de betalingen wisten of ze autoriseerden.
Zwitserland is begonnen met strafrechtelijke procedures en de bevriezing van banktegoeden. Volgens het rapport was Zwitserland een spil in de oliehandel met Irak en na Rusland en Frankrijk de grootste koper van Iraakse olie. Banken in Genève speelden een belangrijke rol in de financiering van de handel.
Bron: Het Parool 28/10/2005
Van onze redactie economie
NEW YORK - Meer dan tweeduizend bedrijven hebben smeergeld betaald aan het regime van Saddam Hoessein, waaronder Volvo, Siemens en DaimlerChrysler. Zij waren betrokken bij het Iraakse olie-voor-voedsel-programma.
Dit staat in het laatste rapport van de onafhankelijke commissie die namens de Verenigde Naties het schandaal heeft onderzocht.
In totaal waren 4500 bedrijven betrokken bij het olie-voor-voedsel-programma. Meer dan de helft van deze ondernemingen uit 66 landen hebben dictator Saddam Hoessein en consorten smeergeld betaald.
Volgens het onderzoek onder leiding van de voormalige Amerikaanse centrale bankier Paul Volcker maakten vooral Russische en Franse ondernemingen zich schuldig aan het betalen van illegale toeslagen aan het regime.
Het programma is in de jaren negentig opgezet om de VN-sancties tegen Irak voor de bevolking te verzachten. Bagdad mocht olie verkopen, mits de opbrengst werd besteed aan voedsel en medicijnen. Maar in de praktijk verdween 1,8 miljard dollar in de zakken van het Iraakse regime en van bedrijven die belast waren met de uitvoering van het programma.
Het rapport beschuldigt grote bedrijven ervan het Iraakse bewind geld te hebben toegeschoven. Onder meer de activiteiten van BNP Paribas, DaimlerChrysler AG, Siemens en Volvo worden bij naam genoemd. Volcker zei volgens de BBC tijdens een persconferentie dat dit niet hoeft te betekenen dat de bedrijven van de betalingen wisten of ze autoriseerden.
Zwitserland is begonnen met strafrechtelijke procedures en de bevriezing van banktegoeden. Volgens het rapport was Zwitserland een spil in de oliehandel met Irak en na Rusland en Frankrijk de grootste koper van Iraakse olie. Banken in Genève speelden een belangrijke rol in de financiering van de handel.
Bron: Het Parool 28/10/2005