PDA

Bekijk Volledige Versie : Klem tussen justitie en onderwereld



waterfiets
01-11-05, 13:51
Klem tussen justitie en onderwereld

BART MIDDELBURG

In augustus, kort nadat hij zich tijdelijk van het tableau had laten schrappen teneinde zijn naam te zuiveren, had Evert Hingst (36) er nog alle vertrouwen in dat alles vanzelf op z'n pootjes terecht zou komen.

''Waar justitie mee bezig is, dat is gewoon mij zo zwart mogelijk afschilderen, in de hoop dat niemand meer met me te maken wil hebben. Ik kan er nu nog niet te veel over zeggen, maar bel me over een paar maanden maar op, dan zal ik wel eens uitleggen wat er echt aan de hand is.''

Van dat uitleggen zal het nooit meer komen: Hingst, de laatste maanden alleen als fiscalist verbonden aan het kantoor Toenbreker op de Keizersgracht, werd gisteravond rond zes uur geliquideerd voor zijn woning in de Gerrit van der Veenstraat. Hij werd neergeschoten met een groot aantal kogels uit een automatisch wapen en overleed ter plaatse.

Fiscaal jurist Hingst wist dat zijn reputatie de laatste jaren tot het nulpunt was gedaald en dat hij binnen en buiten de advocatuur bekend stond als consigliere van zware criminelen. Zijn naam werd een jaar of vijf geleden bij politie en justitie al in één adem genoemd met die van prominente criminelen zoals Johnny Mieremet (voormalig compagnon van de in 2000 geliquideerde Sam Klepper) en Stanley Hillis. Ook beschikte justitie toen al over informatie dat Hingst er in Luxemburg een zogeheten Derdenrekening op na zou houden - een rekening waarop zijn criminele klanten hun zwarte geld konden storten ten behoeve van witwaspraktijken.

De eerste keer dat zijn naam publiekelijk viel als 'onderwereld-advocaat' was in februari 2002, toen zijn cliënt John Mieremet bij het verlaten van het kantoor van Hingst werd neergeschoten. Mieremet overleefde de aanslag, maar voelde zich zo bedreigd dat hij naar justitie stapte, waar hij naar onder anderen Hingst wees.

De advocaat had hem, aldus Mieremet, 'in de val gelokt': Hingst had hem gevraagd naar kantoor te komen, naar de advocaat had niets van belang te vertellen. En toen Mieremet wegging, hoorde hij dat de deur van het advocatenkantoor op slot werd gedraaid.

Hingst ontkende elke betrokkenheid bij de aanslag, en stapte zelfs (met succes) naar de Raad voor de Journalistiek, nadat De Telegraaf de beschuldigingen van Mieremet had gepubliceerd, maar voor ingewijden was duidelijk dat Hingst steeds verder in de gevarenzone belandde: als zelfs zijn criminele cliënten hem niet meer vertrouwden en rekening ermee hielden dat de advocaat hand- en spandiensten verleende bij aanslagen, dan had Hingst een levensgroot probleem. Sindsdien circuleerde ook geregeld CIE-informatie (tips aan de Criminele Inlichtingen Eenheid) dat Hingst op de nominatie stond te worden geliquideerd.

De affaire was overigens geen beletsel voor nieuwe gezamenlijke projecten. Begin 2003 werd in de Scheldestraat in Amsterdam-Zuid na een kostbare verbouwing een chic, Frans restaurant geopend, Valaire, waarvan de aandelen via via in handen waren van een maatschappijtje op Curaçao, Brison International.

De constructie was opgezet door Hingst en de eveneens als zeer louche bekendstaande accountant Rob Boon. Justitie was ervan overtuigd dat de financier achter het geheel Mieremet was, wellicht in combinatie met andere zwarte investeerders. Begin 2004 ging het restaurant alweer failliet, mogelijk als gevolg van onderlinge geschillen.

Niet lang na de sluiting van Valaire zette het verval van Hingst definitief in. Het begon zomer vorig jaar met huiszoekingen bij Rob Boon, zowel thuis als op z'n kantoor, en bij Hingst. Eind vorig jaar werden de twee een paar weken vastgezet en uitvoerig verhoord.

Hingst bleek te worden verdacht van hulpverlening aan zware criminelen, met name witwasserij, in twee zaken. In een onderzoek bij het parket in Den Bosch, het zogeheten Car Wash-onderzoek, werd hij verdacht van het witten van enkele miljoenen van een Bossche crimineel, Hendrikus van D. Aanvankelijk trad Hingst nog op als advocaat van Van D., maar daar stak de rechter-commissaris een stokje voor: gevreesd moest worden dat beide verdachten hun verklaringen op elkaar zouden gaan afstemmen, zelfs een kantoorgenoot van Hingst, Cees Dekker, werd de toegang geweigerd.

Daarnaast bleek Hingst, samen met Rob Boon, verdachte te zijn in een groot witwasonderzoek bij het Amsterdamse parket. Dat onderzoek draait met name, naar nu blijkt, om de constructie die rond restaurant Valaire is opgezet, en om de diverse criminelen die in die zaak naar voren zijn gekomen.

Op 25 april dit jaar volgde wederom een inval bij Toenbreker Advocaten, dit keer door een arrestatieteam. De politie had een tip gekregen dat Hingst op zijn kantoor wapens verborgen zou houden. Bij de inval, waarbij het kantoor op de Keizersgracht van onder tot boven werd gestript, vond de politie in een afgesloten kast van Hingst onder meer een grote hoeveelheid geld, plus drie vuurwapens. Hingst had die wapens, volgens de verdenking van justitie, in bewaring voor weer een andere cliënt, de gedetineerde topcrimineel Mink Kok.

Hingst zat na de vondst ruim een maand in detentie. In overleg met zijn civiele advocaat Germ Kemper besloot hij zich voorlopig te laten schrappen als advocaat. Hij wilde aantonen dat hij het slachtoffer was van een lastercampagne van vooral justitie. Zodra alles van tafel was, zou hij weer terugkeren in de advocatuur. ''Ik word als advocaat door justitie de vernieling in geholpen.''

Hij en zijn strafrechtadvocaat Henk Koopman waren ervan overtuigd dat er voor wat betreft de wapens sprake was van een 'opzetje'. ''Ik heb inmiddels een verklaring van Mink Kok, voor wie ik wel eens als fiscaal jurist ben opgetreden, dat hij niets met die wapens te maken heeft,'' aldus Hingst na zijn vrijlating. Volgens Hingst had hij van een onbekende op straat een afgesloten tas gekregen met het verzoek die een tijdje te bewaren, zonder te weten wat de inhoud was. ''En vrijwel onmiddellijk volgt er een inval. Dat kan natuurlijk geen toeval zijn.''

© Het Parool, 01-11-2005