PDA

Bekijk Volledige Versie : evaluatie abortuswet



Derrick
15-11-05, 09:13
Vaste vijf-dagen-termijn bij abortus moet variabel worden

evaluatie abortuswet



Van onze verslaggever
geef uw reactie geef uw reactie
Er moet een variabele bedenktijd komen in de abortuswet, menen onderzoekers van het Academisch medisch centrum in Amsterdam. De huidige vaste termijn van vijf dagen is voor veel vrouwen emotioneel te belastend. „De termijn is geen doel op zich", stellen de onderzoekers. Een kamermeerderheid is voor, maar staatssecretaris Ross (Volksgezondheid) loopt op eieren.

De vaste beraadtermijn van vijf dagen in de abortuswet moet worden vervangen door een variabele bedenktijd. Overtijdbehandeling moet onder de werking van de abortuswet worden gebracht.

Dit zijn de belangrijkste aanbevelingen uit het evaluatierapport over de Wet afbreking zwangerschap (WAZ), zoals de abortuswet officieel heet.

Het rapport werd gisteren overhandigd aan staatssecretaris Ross van volksgezondheid. Zij verwacht dat het kabinet maart volgend jaar met een standpunt over de aanbevelingen zal komen. Het rapport is opgesteld door onderzoekers van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam onder leiding van hoogleraar gezondheidsrecht Sjef Gevers.

In het algemeen wordt de abortuswet goed nageleefd. Destijds, in 1984, is de wet onder grote politieke spanning tot stand gekomen. De wet moest twee doelen tegelijk dienen: bescherming bieden aan het ongeboren leven en het recht van de vrouw op hulp bij ongewenste zwangerschap. Volgens de commissie wordt in de praktijk aan beide doelen recht gedaan: voor vrouwen in nood is hulpverlening bij abortus beschikbaar en toegankelijk; tegelijk krijgt het ongeboren leven bescherming dankzij wettelijk vastgelegde procedures en regels.

Een van die regels is de bepaling dat vijf dagen bedenktijd in acht moet worden genomen. Volgens de commissie is het beter een variabele bedenktijd in te voeren. Gevers: „In 80 procent van de gevallen nemen vrouwen een langere bedenktijd dan die vijf dagen. Soms is een kortere termijn voldoende. Het gaat er om dat vrouwen een weloverwogen en vrijwillige beslissing nemen. De termijn is geen doel op zich.”

De commissie stelt nu ook de overtijdbehandeling (zwangerschapsafbreking binnen 16 dagen over tijd) ter discussie. Die overtijdbehandeling werd bij de invoering buiten de wet gehouden, omdat het destijds niet mogelijk was zo vroeg met zekerheid vast te stellen of er sprake was van een zwangerschap. Nu kan dat wel. Daarom hoort deze behandeling onder de werking van de abortuswet te worden gebracht.

Voor abortus na dertien weken hebben ziekenhuizen en klinieken een speciale vergunning nodig. De commissie bepleit deze grens vooralsnog te handhaven. De grens is bedoeld als scheidslijn tussen gewone en complexere zwangerschapsafbrekingen. De commissie bepleit een discussie over andere manieren om de grens te bepalen.

De onderzoekers vinden dat het verstrekken van de zogenaamde abortuspil voorbehouden moet blijven aan klinieken en ziekenhuizen. Zouden huisartsen deze pil gaan voorschrijven dan verdwijnt het zicht op abortushulpverlening. Daarnaast dreigt het gevaar dat de abortuspil online kan worden besteld.

Om die reden adviseren de onderzoekers om ook in de toekomst abortushulp laagdrempelig te houden. Zij zien geen reden om te tornen aan de levensvatbaarheidsgrens van –in de praktijk– 24 weken. Na die termijn mag geen abortus worden gepleegd. Er gaan stemmen op om die termijn te verlagen, omdat vroeggeborenen tegenwoordig al eerder in leven kunnen worden gehouden.

Hulpverleners houden zich goed aan de plicht om voorlichting te geven over anticonceptie, blijkt verder uit het rapport. Minder is dat het geval bij de verplichte voorlichting over alternatieven voor abortus. Volgens een aantal hulpverleners is het contraproductief en onethisch om vrouwen te wijzen op de mogelijkheid van adoptie, als ze al hebben besloten tot abortus.

Laag abortuscijfer ondanks liberale wet

Ondanks de ’liberale’ abortuswet heeft Nederland vergeleken met andere landen nog steeds een van de laagste abortuscijfers: 8,7 per duizend vrouwen in de leeftijdscategorie van 15 tot 44 jaar. België en Duitsland kennen met respectievelijk 7,9 en 7,6 per duizend vrouwen nog lagere cijfers. In Engeland/Wales, Zweden en de Verenigde Staten komt abortus juist veel meer voor: respectievelijk 16,6, 20 en 20,9 abortussen per duizend vrouwen.

Vrouwen die in Nederland een abortus ondergaan zijn grotendeels (51 procent) van niet-Nederlandse herkomst. Surinaamse en Antilliaanse vrouwen besluiten acht keer vaker dan autochtone vrouwen tot een abortus. Was voor Nederlandse vrouwen dat cijfer in 2004 4,7 per duizend, voor Surinaamse vrouwen was dat 33,1 en voor vrouwen uit de Nederlandse Antillen 44,1. Voor Turkse en Marokkaanse vrouwen zijn die cijfers 12,2 en 18,5. Onder asielzoekers is het aantal abortussen erg hoog: 60 per duizend vrouwen.

Elien
16-11-05, 09:05
5dgn wachttijd zou wat mij betreft mogen blijven..veel vrouwen zullen minder voorzichtig omspringen met een loodzware beslissing..zou ik niet verplicht hebben moeten wachten...zou mijn kleine er nu niet zijn