Timoesh
18-11-05, 09:31
AMSTERDAM - Marokkaanse meisjes met depressieve gevoelens zoeken vaker dan verwacht hulp op internet. Een in april geopende website met een zelftest is tot nu toe ingevuld door 2700 bezoekers van 15 tot 23 jaar.
Dit maakte projectleider Shanti Guanipa bekend. De website www.depri-en-dan.nl werd gelanceerd toen uit onderzoek van de GGZ bleek dat depressies onder Hindoestaanse, Turkse en Marokkaanse meisjes veel voorkomen. Ook bleek het aantal zelfmoorden onder Marokkaanse meisjes hoog terwijl binnen de hulpverlening maar weinig hulpvragen van hen binnenkwamen. ,,We zagen dat er onder Marokkaanse meisjes een taboe heerst op het geestelijk ziek zijn. En de drempel om daarover te praten is dus heel hoog'', zegt Guanipa. ,,Het is blijkbaar niet oké om naar de hulpverlening te stappen. Zoek de oplossing in je geloof, is bijvoorbeeld een reactie.''
Sinds april heeft de site 17.500 bezoekers gehad, vulden 2700 meisjes een zelftest in en zijn inmiddels 500 meisjes geselecteerd voor interactieve hulpverlening. De website wordt beheerd door medewerkers van de stichting de Meren, een GGZ-instelling in Amsterdam en onderdeel van het Amsterdams Medisch Centrum (AMC). De Meren heeft bij de oprichting van de site nauw samengewerkt met de Marokkaanse meisjesvereniging Chebba in Amsterdam en de site www.marok.nl, een populaire website voor Marokkaanse jongeren. Guanipa vermoedt dat via deze organisaties zoveel meisjes de weg naar de site vonden, want tot nu toe heeft de Meren de site niet actief in de publiciteit gebracht.
Niet ieder meisje dat zich meldt, komt voor hulp in aanmerking. ,,Meisjes die hulp willen, vullen eerst een zelftest in waaruit blijkt of hulpverlening echt nodig is. Uit de groep die daaruit rolt, maakt een psycholoog een selectie. Van 500 meiden weten we nu dat ze hulp nodig hebben.''
De site is een succes doordat meisjes anoniem kunnen blijven, denkt Guanipa. Maar het vervolgtraject is niet voor iedereen anoniem. ,,Sommige meisjes zullen een serie chatsessies met een psycholoog of psychiater volgen. Met hen willen wij volgende week starten. Er is een afspraak gemaakt voor een dag en een tijdstip en het aantal sessies. Andere meiden worden uitgenodigd voor groepsbijeenkomsten. Geven de meisjes aan dat ze daaraan willen meedoen, dan verplichten ze zich voor zes bijeenkosten.''
Is deze drempel toch te hoog, dan biedt de organisatie ook themabijeenkomsten die meisjes facultatief mogen bezoeken. Een van de thema's waarvoor aandacht komt, is bijvoorbeeld de invloed van depressieve klachten op het gewone leven.
Dit maakte projectleider Shanti Guanipa bekend. De website www.depri-en-dan.nl werd gelanceerd toen uit onderzoek van de GGZ bleek dat depressies onder Hindoestaanse, Turkse en Marokkaanse meisjes veel voorkomen. Ook bleek het aantal zelfmoorden onder Marokkaanse meisjes hoog terwijl binnen de hulpverlening maar weinig hulpvragen van hen binnenkwamen. ,,We zagen dat er onder Marokkaanse meisjes een taboe heerst op het geestelijk ziek zijn. En de drempel om daarover te praten is dus heel hoog'', zegt Guanipa. ,,Het is blijkbaar niet oké om naar de hulpverlening te stappen. Zoek de oplossing in je geloof, is bijvoorbeeld een reactie.''
Sinds april heeft de site 17.500 bezoekers gehad, vulden 2700 meisjes een zelftest in en zijn inmiddels 500 meisjes geselecteerd voor interactieve hulpverlening. De website wordt beheerd door medewerkers van de stichting de Meren, een GGZ-instelling in Amsterdam en onderdeel van het Amsterdams Medisch Centrum (AMC). De Meren heeft bij de oprichting van de site nauw samengewerkt met de Marokkaanse meisjesvereniging Chebba in Amsterdam en de site www.marok.nl, een populaire website voor Marokkaanse jongeren. Guanipa vermoedt dat via deze organisaties zoveel meisjes de weg naar de site vonden, want tot nu toe heeft de Meren de site niet actief in de publiciteit gebracht.
Niet ieder meisje dat zich meldt, komt voor hulp in aanmerking. ,,Meisjes die hulp willen, vullen eerst een zelftest in waaruit blijkt of hulpverlening echt nodig is. Uit de groep die daaruit rolt, maakt een psycholoog een selectie. Van 500 meiden weten we nu dat ze hulp nodig hebben.''
De site is een succes doordat meisjes anoniem kunnen blijven, denkt Guanipa. Maar het vervolgtraject is niet voor iedereen anoniem. ,,Sommige meisjes zullen een serie chatsessies met een psycholoog of psychiater volgen. Met hen willen wij volgende week starten. Er is een afspraak gemaakt voor een dag en een tijdstip en het aantal sessies. Andere meiden worden uitgenodigd voor groepsbijeenkomsten. Geven de meisjes aan dat ze daaraan willen meedoen, dan verplichten ze zich voor zes bijeenkosten.''
Is deze drempel toch te hoog, dan biedt de organisatie ook themabijeenkomsten die meisjes facultatief mogen bezoeken. Een van de thema's waarvoor aandacht komt, is bijvoorbeeld de invloed van depressieve klachten op het gewone leven.