EL MOKHTARI
24-11-05, 19:58
AMSTERDAM - Ruim een derde van de Amsterdammers voelt zich gediscrimineerd op grond van hun etnische achtergrond. Dat blijkt uit de Amsterdamse Burgermonitor 2005, die woensdag verscheen. Vooral Marokkanen hebben hiermee te maken, meer dan de helft van de ondervraagden gaf aan wel eens last te hebben van discriminatie.
De Burgermonitor keert jaarlijks terug en peilt de maatschappelijke en politieke betrokkenheid onder ongeveer 3000 Amsterdammers. De vorige monitor had in de zomer van 2004 plaats. Het onderzoek geeft dan ook een beeld van de opvattingen en gevoelens in de stad, voor en na de moord op Theo van Gogh.
Volgens burgemeester Cohen van Amsterdam lijken de negatieve gevolgen van de aanslag op de regisseur mee te vallen. „Nog steeds zijn veruit de meeste Amsterdammers blij dat ze in Amsterdam wonen. Ze voelen zich er thuis, in de stad als geheel en in hun buurt.” Uit het onderzoek blijkt dat ruim acht van de tien inwoners zich betrokken voelt bij de hoofdstad.
De monitor toont verder aan dat Amsterdammers meer weten van gemeentepolitiek. Zeven van de tien ondervraagden zeggen geďnteresseerd te zijn in de lokale politiek. Ook de wethouders hebben meer bekendheid verworven. Dat komt vooral door wethouder Aboutaleb (Integratie) die na de moord op Van Gogh flink in de schijnwerpers kwam te staan. In plaats van vier kennen nu zes van de tien Amsterdammers minimaal een naam van een wethouder. Ruim een derde noemt Aboutaleb.
De gemeente probeert de discriminatieproblematiek aan te pakken met het actieplan Wij Amsterdammers, dat na de moord op Van Gogh werd gelanceerd in de strijd tegen discriminatie, intolerantie en extremisme. Via een campagne voor het Meldpunt Discriminatie Amsterdam stimuleert de gemeente mensen om van zich te laten horen als ze onjuist worden bejegend.
De ondervraagden gaven in de peiling verder aan dat ze behoefte hebben aan betere dienstverlening via internet. Amsterdam wil hiermee begin volgend jaar aan de slag.
Bron: De Telegraaf
De Burgermonitor keert jaarlijks terug en peilt de maatschappelijke en politieke betrokkenheid onder ongeveer 3000 Amsterdammers. De vorige monitor had in de zomer van 2004 plaats. Het onderzoek geeft dan ook een beeld van de opvattingen en gevoelens in de stad, voor en na de moord op Theo van Gogh.
Volgens burgemeester Cohen van Amsterdam lijken de negatieve gevolgen van de aanslag op de regisseur mee te vallen. „Nog steeds zijn veruit de meeste Amsterdammers blij dat ze in Amsterdam wonen. Ze voelen zich er thuis, in de stad als geheel en in hun buurt.” Uit het onderzoek blijkt dat ruim acht van de tien inwoners zich betrokken voelt bij de hoofdstad.
De monitor toont verder aan dat Amsterdammers meer weten van gemeentepolitiek. Zeven van de tien ondervraagden zeggen geďnteresseerd te zijn in de lokale politiek. Ook de wethouders hebben meer bekendheid verworven. Dat komt vooral door wethouder Aboutaleb (Integratie) die na de moord op Van Gogh flink in de schijnwerpers kwam te staan. In plaats van vier kennen nu zes van de tien Amsterdammers minimaal een naam van een wethouder. Ruim een derde noemt Aboutaleb.
De gemeente probeert de discriminatieproblematiek aan te pakken met het actieplan Wij Amsterdammers, dat na de moord op Van Gogh werd gelanceerd in de strijd tegen discriminatie, intolerantie en extremisme. Via een campagne voor het Meldpunt Discriminatie Amsterdam stimuleert de gemeente mensen om van zich te laten horen als ze onjuist worden bejegend.
De ondervraagden gaven in de peiling verder aan dat ze behoefte hebben aan betere dienstverlening via internet. Amsterdam wil hiermee begin volgend jaar aan de slag.
Bron: De Telegraaf