PDA

Bekijk Volledige Versie : Brief burgemeester over RID-diskettes



GiovanniHN
15-12-05, 13:05
Van www.rotterdam.nl

Alle vragen worden beantwoord :)



De burgemeester komt tot de conclusie dat de het op straat komen te liggen van de diskettes waarop zeer vertrouwelijke informatie stond, nooit had mogen gebeuren. Dat hierdoor de integriteit van personen in het geding is gekomen betreurt hij zeer. Ook constateer hij op basis van de documenten dat er geen aanleiding is om aan de integriteit van personen of partijen te twijfelen. Daar waar het gaat om de gegevens rond de heer Fortuyn stelt hij vast dat deze geen nieuw licht werpen op datgene dat eerder door de commissie van den Haak is onderzocht.


Geachte leden van de raad,

In aanvulling op mijn brief van 8 december jl. naar aanleiding van de rapportage van de heer P.R. de Vries in zijn televisieprogramma 'Peter R. de Vries, misdaadverslaggever' van 11 december jl., bericht ik u als volgt.

Voordat ik inhoudelijk inga op een nadere beschrijving en duiding van de bestanden / documenten die op de diskettes staan die in het bezit zijn gekomen van Peter R. de Vries en waarvan delen in zijn programma zijn getoond, hecht ik er waarde aan om nog eens te benadrukken dat deze informatie nooit in de openbaarheid had mogen komen. Dit had niet mogen gebeuren. Hierdoor is onnodig schade toegebracht aan mensen. Personen en politieke partijen zijn in diskrediet gebracht en door de uitzending van Peter R. de Vries is nodeloos twijfel gezaaid rond de integriteit van mensen. Op basis van de gegevens die op de diskettes staan vermeld is er geen enkele aanleiding om op enigerlei wijze aan de integriteit van deze personen of partijen te twijfelen.

In antwoord op de brief van Peter R. de Vries waarin hij laat weten over twee diskettes met vertrouwelijke gegevens te beschikken, heeft het hoofd de Algemene Inlichtingen-en Veiligheidsdienst (AIVD) hem er bij brief van 7 december jl. uitdrukkelijk op gewezen dat het openbaar maken van bepaalde gegevens, zoals de identiteit van medewerkers en menselijke bronnen en contacten van inlichtingen- en veiligheidsdiensten en andere staatsgeheime gegevens (ernstige) schade kan opleveren voor de nationale veiligheid. Ook is hij er op gewezen dat het openbaar maken van privacygevoelige en/of operationele gegevens onrechtmatig is. In verband hiermee is hem verzocht en voorzover nodig gesommeerd de desbetreffende diskettes (de gegevensdragers en de daarop aanwezige informatie) aan het hoofd van de AIVD of aan de politie Rotterdam-Rijnmond te overhandigen. Ook het ongeoorloofd bezit van dergelijke gegevens is strafbaar, hetgeen - zo is De Vries bericht - ook van toepassing is indien hij een kopie van de desbetreffende gegevens achterhoudt. Aangezien De Vries daarop niet reageerde, heeft het hoofd van de AIVD vervolgens op 8 december jl. aan het einde van de middag tegen hem aangifte gedaan van overtreding van artikel 98 e.v. Wetboek van strafrecht (schending staatsgeheimen). Hiermee is de afhandeling van deze zaak in handen van het openbaar ministerie.

Waarschijnlijke toedracht vermissing diskettes
Op grond van de thans beschikbare informatie van de politie Rotterdam-Rijnmond en de AIVD kom ik tot de volgende reconstructie met betrekking tot het verlies van de diskettes. Thans wordt uit gegaan van vergaande nalatigheid van een voormalige medewerker van de RID Rotterdam-Rijnmond, die thans bij de AIVD werkzaam is. Voordat deze medewerker overging van de RID naar de AIVD heeft hij een aantal privé-gegevens en werkaantekeningen, zoals namen en telefoonnummers van relaties en (concept) rapportages, uit zijn RID periode op diskettes gezet. Deze diskettes zijn hoogstwaarschijnlijk door bedoelde medewerker medio 2003 achtergelaten in een auto die hij voor zijn functie bij de AIVD heeft gebruikt. Op enig moment na medio 2003 zijn ze bij een garagebedrijf in deze auto aangetroffen en opgeborgen. Begin november 2005 zijn ze door een medewerker van het garagebedrijf bekeken. Na er een kopie van te hebben gemaakt heeft hij de diskettes aan de heer De Vries gestuurd. De politie heeft deze kopie in beslag genomen.

De inhoud van de diskettes
De RID Rotterdam-Rijnmond en de AIVD hebben gezamenlijk de achterliggende feiten vastgesteld met betrekking tot de (concept)rapportages en gegevens. Aangezien het om persoonlijke werkaantekeningen en conceptrapportages van enkele jaren geleden ging, heeft het zoeken van de originele documenten waarin deze gegevens verwerkt (kunnen) zijn, veel tijd gekost.

Het gaat om twee diskettes. Deze bevatten door betrokkene aangemaakte tekstbestanden. Voor een deel gaat het hierbij om privé-gegevens van de desbetreffende medewerker, waaronder enkele sollicitatiebrieven, onder andere aan de AIVD. Deze zijn bij het onderzoek naar de feiten buiten beschouwing gelaten. De andere tekstbestanden betreffen gegevens die dateren uit de periode 1994-2002.
Zij kunnen globaal in de volgende categorieën worden onderverdeeld:

1. Documenten met betrekking tot de taakvelden van de BVD/AIVD, waaronder gegevens van medewerkers en contacten van enkele inlichtingen- en veiligheidsdiensten in binnen- en buitenland en informatieve gegevens over groepen of personen wier activiteiten of doelstellingen vallen binnen de onderzoeksactiviteiten van de BVD/AIVD.

2. Documenten betreffende sturing en beheer, zoals projectbeschrijvingen en (beknopte) activiteitenplannen voor onderzoek van de RID.

3. Gegevens die verband houden met mogelijke integriteitsaantastingen. Het gaat hierbij om gegevens die bij de RID Rotterdam-Rijnmond bekend zijn geworden en die ter beoordeling zijn doorgegeven aan het meldpunt integriteitsaantastingen (Mepia) bij de BVD/AIVD. Deze mededelingen worden aangeduid als Mepia berichten of Mepia meldingen. Twee Mepia meldingen hebben betrekking op Pim Fortuyn en zijn directe politieke omgeving in Rotterdam. Eén melding heeft betrekking op de fusie tussen twee streekscholen in Rotterdam.

In het kader van de activiteiten op het terrein van de integriteit van het openbaar bestuur is binnen de BVD/AIVD het meldpunt voor integriteitsaantastingen Mepia gevestigd. Dit meldpunt beoordeelt of de melding voldoende feiten bevat en in hoeverre een nader gesprek met de melder geïndiceerd is. Het gaat na of de melding serieus is te nemen en verifieert daartoe enkele eenvoudig vast te stellen feiten, zo nodig door het raadplegen van voor een ieder toegankelijke openbare bronnen (zoals een handelsregister) of ambtelijke bronnen. Hierbij worden geen bijzondere bevoegdheden (zoals volgen en observeren en afluisteren) ingezet. De melding wordt vervolgens of doorverwezen naar een andere bevoegde instantie of als daartoe aanleiding is door de AIVD in onderzoek genomen. De BVD/AIVD neemt een zaak alleen zelf in behandeling als er geen andere instantie bevoegd is en als het gaat om meldingen die wijzen op een aantasting van de democratische rechtsorde, de staatsveiligheid of andere gewichtige belangen van de staat en als er sprake is van majeure gevallen of structurele aantastingen van de integriteit van het openbaar bestuur.

Mepia melding Fortuyn en zijn Rotterdamse politieke omgeving
De eerste melding kwam tot stand doordat een burger bij de RID Rotterdam-Rijnmond in het kader van een aantal mededelingen ondermeer informatie verschafte over de mogelijke kwetsbaarheid van Pim Fortuyn. Ingevolge artikel 62 Wet op de inlichtingendiensten (WIV) 2002 (artikel 22 WIV 1987) zijn onder andere ambtenaren van de politie verplicht gegevens die van belang kunnen zijn voor de AIVD eigener beweging, via de RID, aan de AIVD te verstrekken.
De BVD/AIVD heeft de melding, waarin onder andere sprake was van seks met minderjarigen, voorgelegd aan de Landelijk Officier van Justitie. Door de AIVD en politie zijn terzake geen nadere feiten vastgesteld. De Landelijk Officier van Justitie was van oordeel dat de mededelingen van de desbetreffende burger onvoldoende houvast bood om van een verdenking, in de zin van art. 27 Wetboek van strafvordering, te kunnen spreken (verdenking van een strafbaar feit).
Het tweede RID rapport bevat gegevens uit de politieadministratie van in de regio Rotterdam-Rijnmond woonachtige personen die voorkomen op de kandidatenlijst van de Lijst Pim Fortuyn (LPF) voor de Tweede Kamerverkiezingen op 15 mei 2002, de kandidatenlijst Leefbaar Rotterdam alsmede aan deze partijen gelieerde verenigingen. De Commissie Van der Haak oordeelt dat dit RID-rapport 'mede op verzoek van de Mepia-desk is vervaardigd' (blz.223). Bovendien merkte zij op dat de RID niet meer dan zijn plicht deed. Ook bevat dit rapport gegevens over de heer Fortuyn, waaronder zijn justitiële antecedenten en een in 1998 tegen hem geuite bedreiging. Er moet vanuit worden gegaan dat de RID het rapport vervaardigde met het doel beweringen uit het eerste bericht te verifiëren. Er is geen sprake geweest van een expliciete opdracht. Het opstellen van dit rapport past in een behoefte tot nadere duiding van de mogelijke risico's voor de integriteit. Er heeft geen verder onderzoek naar de genoemde personen plaats gevonden.

Mepia melding over de scholenfusie in Rotterdam
Het document betreft een concept-samenvatting van een RID rapportage ten behoeve van de BVD over mogelijke integriteitsschendingen binnen het Rotterdamse stadsbestuur rond de fusie medio jaren negentig tussen twee Rotterdamse streekscholen. Deze samenvatting is de directe neerslag van gesprekken die de medewerker van de RID Rotterdam-Rijnmond in kwestie 'als luisterend oor' voerde met personen die kennelijk kritiek hadden op de wijze waarop deze fusie tot stand was gebracht. De samenvatting is een onsamenhangende neerslag van de genoemde gesprekken.

De toenmalig scholenfusie leidde openlijk tot veel spanningen. Het document over de scholenfusie is in het programma gekenschetst als een uitvoerig onderzoek naar de integriteit van het stadbestuur, terwijl het in feit niet meer dan een optekening van enkele gesprekken betreft. In het onderhavige feiten onderzoek is vast komen te staan dat de AIVD rondom deze scholenfusie in 2000 een ambtsbericht naar het openbaar ministerie zond, dat de stukken in handen heeft gesteld van de rijksrecherche. Nadat de rijksrecherche de stukken heeft bestudeerd heeft de Landelijk rijksrecherche officier vastgesteld dat er onvoldoende aanknopingspunten waren voor verder onderzoek.

In verband met de uitzending van Peter R. de Vries zijn door mij de openbare stukken en de overige beschikbare dossiers in het kader van de fusie van de streekscholen uitvoerig geraadpleegd. Hoewel de fusie binnen het personeel van beide scholen tot onrust heeft geleid, blijkt op geen enkele wijze dat er bij de fusie van de streekschool sprake is geweest van onoorbaar gedrag van bij de fusie betrokken politici, ambtenaren of andere bestuurders. De suggesties die bij de vertoning van het document in het programma van Peter R. de Vries zijn gewekt als dat er sprake is geweest van ontoelaatbaar gedrag, kwalificeer ik als 'totale onzin'. Ik vind het hoogst kwalijk dat de indruk is gewekt dat de integriteit van politieke partijen en personen in het geding is en werp dit verre van me. Op basis van de gegevens die mij beschikbaar zijn gesteld is hiervoor geen enkele aanleiding.

Ik wil nog eens benadrukken dat de minister in zijn brief aan de Tweede Kamer van 8 december jl. heeft gewezen op de terughoudende opstelling van de AIVD bij het verrichten van onderzoek naar politici. Die richtlijnen zijn ook thans nog onverkort van toepassing.

Alles overziende kom ik tot de conclusie dat de het op straat komen te liggen van de diskettes waarop zeer vertrouwelijke informatie stond, nooit had mogen gebeuren. Dat hierdoor de integriteit van personen in het geding is gekomen betreur ik zeer. Evenwel constateer ik op basis van de documenten dat er geen aanleiding is om aan de integriteit van personen of partijen te twijfelen. Daar waar het gaat om de gegevens rond de heer Fortuyn stel ik vast dat deze geen nieuw licht werpen op datgene dat eerder door de commissie van den Haak is onderzocht.

Vertrouwende u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.

mr. I.W. Opstelten
Burgemeester