PDA

Bekijk Volledige Versie : De kloof tussen de generaties wordt op allerlei manieren zichtbaar



Joesoef
24-12-05, 17:04
GENERATIES
Wout Woltz

De kloof tussen de generaties wordt op allerlei manieren zichtbaar. Ouderen verwijten jongeren gebrek aan manieren, jongeren hebben geen zin te betalen voor de luxe wensen van ouderen. Jongeren kijken op internet, ouderen willen een papieren krant. En soms zijn de standpunten ook precies andersom. De redactie van Opinie&Debat vroeg vier ouders en kinderen waarover ze van mening verschillen: Wout en Anna Woltz, H.W. en Thomas von der Dunk, Henk en Pieter van Os en Hugo en Aaf Brandt Corstius denken anders over eten, de Europese grondwet, cultuurbeleid en huilen.

Het duurste eten is misschien volmaakt

Oud-hoofdredacteur van NRC Handelsblad.

Met zijn dochter Anna schreef hij het kinderboek ‘Post uit de oorlog’ dat in april verschijnt.

Eten is iets onsmakelijks om naar te kijken en het is licht gênant om te doen. Gesmek in het openbaar lijkt nog het meest op ###########.

Het is interessant om in de nabijheid te leven van iemand die ongecompliceerd geniet van eten. Ik ken een persoon die in de morgen fantaseert over het menu van die avond, die zich verkneukelt over de lunch twee uur later en die jubelend door de supermarkt loopt. In keuken en moestuin neemt ze voortdurend nipjes en hapjes van alles. Eten is voor haar geluk.

Ik begrijp dat niet. Misschien heeft dat te maken met het feit dat ik uit een groot gezin kom. Als zeven hongerige mensen klaarzitten en er verschijnt een pan dampende boerenkool met rookworst op tafel (in mijn herinnering was het maar één rookworst) dan gebeurt er iets. Geen onbeschaafd gedrag maar fascinatie, ongerustheid en hoge verwachting.

Bang dat we iets tekort kwamen?

Nou en of.

Het kan ook zijn dat de hongerwinter een rol heeft gespeeld. Hoewel er in ons geval geen sprake was van bittere honger, nam alleen het denken over eten veel tijd in beslag. Uiteraard was er in het gemiddelde huishouden van 1940 geen sprake van radicchio, spaghetti, patates frites, saffraan of knoflook. De Hollandse keuken hield het bij nootmuskaat, kruidnagel en laurier; culinaire hoogvliegers gebruikten foelie, en zelfs tijm!

Toch kon iedereen met het degelijke huishoudschoolkookboek van mevrouw Wannee in de hand uren fantaseren over kip, kool en bloedworst. In die hallucinerende wereld bleek de Hollandse keuken toch geweldig gevariëerd te zijn.

En wie aan dat fantaseren niet wilde toegeven, werd wel gedwóngen om toch uren aan eten te denken. Op hongertocht, of in de rij voor de bakker of slager.

Wanneer de mare rondging dat slager Van der Linden vlees kreeg, stroomde het volk toe met de geldige bonkaart in de hand. Uren wachten in de sneeuw, afgelost door moeder of zuster, tot je eindelijk voor de toonbank met wat schamele schaaltjes dood dier stond.

Het had iets vernederends, om als twaalfjarige jongen tussen al die vrouwen te moeten staan met hun huishoudelijke praatjes, en de enkele man die slechte grappen maakte. Het moest, maar ik had een diepe weerzin tegen dat urenlange staan en opschuifelen naar de winkeldeur. Op één of andere manier vond ik het niet decent om op straat, in het openbaar, op eten te moeten wachten.

Dat is een hele bekentenis, maar erger: de wond is niet genezen.Want nog steeds heb ik een afkeer van bijeenkomsten met lopend buffet. Zie ze eens likkebaarden en aarzelen als de vouwdeuren worden weggeduwd en een kelner roept „Dames en heren, het buffet is geopend”.

Langzaam opstaan, drie kalme passen en een spurt: de marathon is begonnen.

Vrijwillig in de rij staan met een bord (bestek, servet, vork, je hebt de handen al vol voordat het begint) en dan hoffelijk dringen in de hoop dat er geen tegenstroom is van mensen die aan de andere kant zijn begonnen – welk beschaafd mens wil dat?

Ik niet. Deze hongerige blijft hoogmoedig zitten tot er ruimte is bij de réchauds.

Nooit meer in de rij staan voor eten. De straf is dat schalen met de traditioneel lekkerste en – vroeger – duurste dingen dan leeg zijn. Het vlees is op, van de garnalen zijn alleen plasjes mayonaise over, de zalm is vergaan tot graat.

Zijn er ergere dingen? Absoluut. Hoewel ik het niet zeker weet, vermoed ik dat een zekere dochter wel eens een etablissement bezoekt waar je Onbeperkt Spare Ribs kunt eten voor een handvol euro’s. Demensen die dat doen, zeggen op zeker moment: „Ik zit vol”. Er zijn nog andere gevoelige punten. Mensen zien eten. Tafelmanieren. Nog nooit heb ik genoegen beleefd aan het zien eten.

De vertedering van „ach, wat gaat dat er lekker in” is mij onbekend, ook bij kinderen.

Eten is, hoe verfijnd ook uitgevoerd, niet een smakelijke activiteit om te zien. Al dat proeven en smekken in kookprogramma’s trekt de kijker in een intimiteit die alleen te vergelijken is met ###########. En ondanks alle semiartistiek culinair gekwebbel blijft eten in wezen slurpen, smakken, wentelen, mummen, malen.

Ach, wat heb ik een misbaar gemaakt over netjes eten, ellebogen van tafel, eerst slikken en dan praten en wel verdomme nog aan toe NIET SMAKKEN.

Als je ooit bij de koningin moet eten kun je ook je mes niet aflikken... Maar wat moet je nu met een dochter die goedgehumeurd aan het ontbijt komt, vrolijk een schaaltje knapperige muesli maakt, de krant pakt en in duidelijk welbehagen maar heel rumoerig schepjes all bran verwerkt? Niets. Ik pak de andere helft van de krant en verdwijn: het is een taai ongerief.

Deemoedig accepteer ik ook haar verwijt dat ik in restaurants altijd iets wil wat niet op het menu staat, nooit tevreden ben met de bediening en vaak het duurste hoofdgerecht kies. Ik leg uit dat dit gedrag voortkomt uit de onuitroeibare kinderlijke verwachting dat het ditmaal een volmaakte bijeenkomst zal worden. Overigens, het moet gezegd: de tafelmanieren van dochter zijn elegant.

Wat mij onbegrijpelijk voorkomt is dat iemand drie gangen voor zichzelf gaat koken. Onlangs reisde de rest van de familie naar Zweden en bleef ik alleen achter met het eetprobleem. Rond vijf uur voelde ik een zekere baldadigheid opkomen. Zou ik de eenzame man gaan spelen en een ei bakken? Of een reis maken naar het verloren land van rodekool en bloedworst? De winkels waren nog open, de slager heeft niet alleen bloedworst maar ook braadworsten, kaantjes en half-om-half gehakt waar prachtig donkerbruine ballen van te maken zijn. Of zou ik, net als mijn oude vader deed toen moeder ziek was, een geweldige pan erwtensoep maken en die dagenlang onder een andere naam (Potage Hollandais, Groningse erwtensoep, Svenska Suppe) serveren?

Alleen naar een restaurant is ondenkbaar, tenzij in hoge nood, dus ik besloot tot een subversieve actie: de dichtstbijzijnde afhaalchinees. Een geweldige ervaring, helemaal zelf bedacht en niemand in de buurt om verwijten te maken.

Zo zoet, zo vet, zo ananas, zo gewurgde doorgekookte kip – en allemaal mijn eigen schuld. Gelukkig is dochter dit kerstweekeinde thuis en staat ze zielstevreden voor iedereen te koken.