PDA

Bekijk Volledige Versie : Bijstand? Aan het werk!



Dolle Fatima
27-12-05, 11:04
Bijstand / Allemaal aan het werk
door Wilma van Meteren
Twee steden in Brabant hebben zichzelf een ambitieus doel gesteld: iedereen die daar een bijstandsuitkering aanvraagt, moet een taak krijgen in de samenleving. Tot nog toe is dat een succes.

Streng maar rechtvaardig, zo noemen Roosendaal en Bergen op Zoom hun aanpak van de bijstand. Wie in die gemeenten een uitkering aanvraagt, krijgt een taak. Zo streven de beide Brabantse steden naar onafhankelijkheid voor iedere burger.

Het is lik-op-stuk, wie hardnekkig een baan blijft weigeren, verliest zijn uitkering. Aan de andere kant zorgen de gemeenten ook dat dat werk er is.

Het begon met een nieuwe wet. Deze Wet Werk en Bijstand moet mensen met een bijstandsuitkering sneller aan het werk krijgen. In Roosendaal zagen ze meteen dat dat kansen bood, vertelt wethouder Jan Pelle (PvdA). „We waren niet van ’o wat zielig allemaal’.”

Nog voordat de wet in januari 2004 werd ingevoerd, had Pelle in Roosendaal met steun van de gemeenteraad het nieuwe beleid ingevoerd: maak de bijstand grotendeels overbodig. „Toen ik als wethouder begon, trof ik een Sociale Dienst waar de regeltjes fantastisch werden uitgevoerd”, herinnert Pelle zich, die van huis uit politiek wetenschapper is. „Maar de ramen waren potdicht, er was geen enkel contact met de buitenwereld.”

Het kostte moeite om die vensters te openen, soms was het een kwestie van forceren. „Eigenlijk zijn we gaan werken als een sociale verzekeringsmaatschappij”, beschrijft directeur Sociale Zaken H. Smits. „We zien onze klanten als een schadepost, voor zichzelf en voor de gemeenschap. We bekijken hoe we die schade kunnen beperken en laten hen niet los. Daarbij schatten we hun economische waarde: hoe snel hebben we de klant aan het werk, zodat hij uit de uitkering kan.” Daarbij worden economische begrippen gebruikt. Er is een bedrijfsplan opgesteld, met productiedoelen en contracten.

Alle mensen in de bijstand zijn onderverdeeld in zij die op korte of langere termijn kunnen werken (zo’n zestig procent), en in 55-plussers en zorgklanten die om medische, sociale of psychische redenen niet binnen vijf jaar aan de slag kunnen. Soms controleert een verzekeringsarts aan de hand van dezelfde criteria die gelden voor de WAO, of iemand inderdaad te veel beperkingen heeft om te gaan werken. De meest kansrijken moeten binnen drie maanden aan werk worden geholpen.

Reïntegratie in de klassieke zin is niet aan de orde, alle bureaus die zoiets beloven zijn buiten de deur gezet. De gemeenten redeneren dat werkgevers de beste reïntegreerders zijn. Die krijgen dan ook in ruil onder meer tijdelijke loonsubsidies en no-riskpolissen aangeboden (waardoor bij ziekte van een werknemer dat de werkgever niets kost). „Het enige wat wij nog doen is met de cursus ’In en uit de bijstand’ goed werknemersgedrag aanleren, en taallessen voor mensen die dat nodig hebben”, zegt Smits. „Een probleem van mensen die lang in de bijstand zitten, is dat ze een andere dagindeling en ritme hebben gekregen. Ze weten niet goed wat een werkgever van hen verlangt.”

„Het is niet sociaal om mensen in de bijstand te laten’’, onderstreept wethouder Piet van den Kieboom (PvdA) van Bergen op Zoom. Deze stad werkt op veel terreinen met Roosendaal samen, en doet dat nu ook wat de bijstand betreft. „Het beste beleid tegen armoede is zorgen dat mensen economisch zelfstandig zijn en hun eigen keuzes kunnen maken. Daarom zijn we het gaan omkeren: niet het geen geld hebben, maar het geen werk hebben is het probleem.”

Om de nadruk weer op het werk zoeken te leggen, eisen beide steden dat mensen met bijstand iets doen.

„Zolang u geen werk heeft, zullen we u bijstaan, maar we verwachten dat u in ruil een bijdrage levert aan de samenleving’’, zegt de wethouder tegen iedereen die bijstand vraagt.

Deze ommekeer ging niet zonder slag of stoot. De agressie nam toe. Tot op heden hangen op het CWI-kantoor, waar veel mensen met bijstand komen, posters dat bij agressie zal worden opgetreden en de uitkering zal worden stopgezet. Maar inmiddels is de cultuurschok grotendeels achter de rug.

Toch moeten de gemeenten bij hun aanpak een stok achter de deur hebben. En meer dan hun lief is gebruiken ze die stok. Jaarlijks krijgen twintig tot dertig mensen de zwaarste straf: de uitkering en de dienstverlening worden gestopt. „Vermoedelijk hebben ze andere bronnen van inkomsten, die ze verzwijgen”, zegt directeur Smits.

Tegenover dit strengere beleid staat echter daadwerkelijke steun bij het zoeken van een baan. De gemeenten schromen niet om daarvoor de boer op te gaan en bij de werkgevers deze banen te werven.

Ook daarin gaan ze ver. Bedrijven die zich in hun regio willen vestigen, wordt gevraagd maatschappelijk te ondernemen en werk te scheppen voor klanten van Sociale Zaken. Wethouder Pelle die – uitzonderlijk – de portefeuille Economische Zaken combineert met Sociale Zaken ziet het als een natuurlijk proces. „Bij onze presentatie als vestigingsplaats leggen we ook een sociaal pakket op tafel. Het bedrijf kan ons helpen en wij het bedrijf, zoals bij het selecteren van werknemers op een heel korte termijn.”

De gemeenten moeten daarin prudent opereren, zegt Pelle. „Niet zoals de commissaris van de koningin tegen werkgevers roepen: ’U bent de maatschappij verplicht om...’, want dan antwoorden die: ’Dat maken we zelf wel uit’.” Gezagsdragers kunnen ook op subtielere wijze bedrijven oproepen tot maatschappelijke verantwoordelijkheid. Ondernemingen zijn gevoelig voor deals waarin zij ook hun maatschappelijke gezicht kunnen laten zien, is de ervaring van de wethouder. Zo is er een convenant met het internationale post- en expresbedrijf TNT. Deze vestiging was omstreden, tot het bedrijf aanbood in zijn Factory Outlet Center 200 mensen te plaatsen.

Sommige bijstandsklanten hebben niet genoeg vaardigheden om direct door te stromen naar echt werk. Voor hen zijn onder het motto ’Werk Voorop’ plannen ontwikkeld om ze, met behoud van uitkering plus een kleine vergoeding, in te zetten voor de gemeente. Die gaan zij groener, leefbaarder en veiliger maken, waarna zij kunnen doorstromen naar een echte baan.

Dat is eerder ook geprobeerd, bij de Melkert- en andere gesubsidieerde banen. Vergeefs, want mensen bleven daarin vastzitten, uitzicht op echt werk bleef vaak uit. Maar ditmaal moeten mensen vanuit deze ’werkactiveringsplaatsen’ na een jaar echt doorstromen naar regulier werk, zo stellen de beide Brabantse steden nu.

Het schept ook een dilemma. Beide wethouders beseffen dat met zulk gesubsidieerd werk voor mensen uit de bijstand hevige concurrentie kan ontstaan met andere kwetsbare werkzoekenden. Want ook bijvoorbeeld ex-WAO’ers die zijn goedgekeurd zoeken werk. Tevens kan concurrentie ontstaan met mensen in de Sociale Werkvoorziening.

Wethouder Van den Kieboom pleit daarom voor overheidsbeleid om voor laaggeschoolden banen te scheppen. Dat kan bijvoorbeeld in de persoonlijke dienstverlening: „Die banen kunnen niet wegvloeien naar lage-lonenlanden.” Anders zal het niet lukken om de leuze waar te maken dat niemand wordt afgeschreven, denkt de PvdA-wethouder. „Je zult iets moeten doen, zoals verlaging van loonkosten. Uiteindelijk bespaar je ook geld op uitkeringen.’’

Inmiddels zijn Bergen en Roosendaal uitgekomen bij de kwetsbaarste mensen in de bijstand, het ’granieten bestand’ van mensen die ondanks alle prikkels niet aan de slag willen of kunnen. De Wet Werk en Bijstand voorziet hier niet in. Het gaat om verslaafden, allochtone ouderen en anderen met een opeenstapeling van problemen. „Juist voor hen ligt sociaal isolement op de loer, want ze hebben geen geld om ergens naar toe te gaan”, zegt Van den Kieboom.

De hoop is gevestigd op de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), die gemeenten dwingt ouderen en gehandicapten te gaan ondersteunen. Beide gemeenten gaan nu samenwerken met maatschappelijke instellingen om vrijwilligerswerk te stimuleren. Allicht dat ook mensen met bijstand zich kunnen inzetten voor de gehandicapten en ouderen in hun stad. De gemeenten belonen de vrijwilliger met 600 euro per jaar.