Wide-O
24-01-06, 05:43
ANALYSE. Waarom IJzeren Rita gevaarlijk is
Code die nederlands op straat verplicht, volstaat niet
Het populisme van Rita Verdonk polariseert de samenleving. Door eenzijdige aandacht voor moslims verliezen autochtonen vertrouwen in de staat. Dat schept nieuwe problemen.
Nederland heeft een gedragscode nodig, zei Rita Verdonk, de Nederlandse minister van Vreemdelingenzaken en Integratie, afgelopen weekend. Het meest in het oog springende regeltje uit die code is de verplichting om op straat Nederlands te spreken.
Het is niet het eerste boude voorstel van Verdonk, die bekendstaat om haar krasse taal en haar strenge aanpak. Ze krijgt bakken kritiek over zich heen, maar ook heel veel lof. IJzeren Rita, noemen haar bewonderaars haar. Ze is recht voor de raap, vinden ze, en dat kunnen ze smaken. Verdonk is overigens niet de enige in de Nederlandse politieke wereld die de jongste tijd stoer doet.
Is die stoerheid wat Nederland nodig heeft? Ligt daar de oplossing van 's lands problemen? Neen.
Wat is er gaande in Nederland? Er loopt een rode draad van Pim Fortuyn over Theo Van Gogh naar Rita Verdonk.
Fortuyn
Nederland gaat prat op zijn 'open debatcultuur'. Niet ten onrechte. Maar, zoals de opkomst van Pim Fortuyn aantoonde, nam een groot deel van de Nederlanders niet deel aan dat debat. Fortuyn werd gezien als de stem van die stemlozen. Dat was hij niet echt, maar zo werd hij gezien.
Fortuyn teerde nog op een andere evolutie in de Nederlandse samenleving: de verzwakking van het middenveld, dat zijn bemiddelende rol tussen burger en staat niet meer speelde. De bureaucratisering nam enorme proporties aan. De staat werd een leverancier van diensten, beheerd door kille cijferaars met weinig inlevingsvermogen in de zorgen en angsten van de mensen, stelt de Leuvense hoogleraar René Foqué vast.
Na de moord op Fortuyn, op 6 mei 2002, explodeerde al die opgekropte woede, bitterheid, frustratie, vervreemding. Nederland viel ten prooi aan onzekerheid.
Van Gogh
Twee jaar later, met de moord op filmmaker Theo Van Gogh op 2 november 2004, kon voor die onzekerheid een schuldige worden aangewezen: het islamitisch fundamentalisme. Nederland verkrampte. De Utrechtse historicus Maarten Van Rossem spreekt van 'een nationale angstpsychose'.
Verdonk
In zo'n klimaat gedijen politici als Verdonk. Ze zeggen wat ze denken dat de kiezers willen horen. Maar het populisme van Verdonk (en dat van anderen) dient de Nederlandse samenleving niet. Integendeel. Het is gevaarlijk. Verdonk polariseert, in plaats van de mensen voor te houden wat goed is voor de hele samenleving.
Verdonk en haar geestesgenoten luisteren ook niet echt naar de mensen. Ze hebben niet helemaal begrepen waarom Fortuyn zo'n succes had. Ze bewijzen de mensen die ze zeggen te dienen, hoegenaamd geen dienst met hun beleid en hun krasse taal. In feite dragen ze bij tot de vervreemding van hun achterban. Door zo sterk op de moslims in te zoomen, vallen de verzuchtingen van andere kwetsbare groepen, zoals werklozen of langdurig zieken, van de politieke agenda. Voeg daarbij de 'vermarkting' van onderwijs en gezondheidszorg en de besparingen op allerlei uitkeringen en het zal niet verbazen dat ook vele zwakkere autochtonen het vertrouwen in de staat verliezen, meent Foqué.
Politici als Verdonk horen alleen de klachten over allochtonen en zien niet dat de klagers eigenlijk angst hebben voor de snel veranderende wereld om zich heen, dat ze het gevoel hebben dat ze de greep op hun omgeving, op hun toekomst kwijt zijn. De Utrechtse hoogleraar Mark Bovens noemde hen gisteren in het NRC Handelsblad nog ,,moderniseringsverliezers''.
Immigratie draagt zeker bij tot hun gevoel van onbehagen, te meer omdat die migratie het meest voelbaar is in hun wijken. Maar ook de mondialisering en de verzwakking van het middenveld. Kerk, vakbond en sociale organisaties vormden ooit hun houvast. Bovens noemt het ,,maatschappelijke stootkussens tegen vertrouwensverlies''. Investeren in sociale organisaties, in een warme maatschappij zal dan ook meer resultaat opleveren dan stoere taal.
Een doeltreffend beleid moet bovendien vertrekken van de realiteit dat de Nederlandse samenleving veelkleurig, divers is. Die samenleving moet worden geordend tot een ,,gematigde, fatsoenlijke samenleving'', zoals Foqué dat noemt. En dat doel wordt niet bereikt met simplistische maatregelen zoals een code die mensen verplicht op straat Nederlands te spreken. Daarvoor is een verfijndere aanpak nodig. Met politici als Verdonk komt Nederland niet snel uit de problemen.
Evita Neefs leidt de buitenlandredactie. Elke dag beantwoordt de redactie een actuele vraag.
Evita Neefs
Bron: De Standaard
Code die nederlands op straat verplicht, volstaat niet
Het populisme van Rita Verdonk polariseert de samenleving. Door eenzijdige aandacht voor moslims verliezen autochtonen vertrouwen in de staat. Dat schept nieuwe problemen.
Nederland heeft een gedragscode nodig, zei Rita Verdonk, de Nederlandse minister van Vreemdelingenzaken en Integratie, afgelopen weekend. Het meest in het oog springende regeltje uit die code is de verplichting om op straat Nederlands te spreken.
Het is niet het eerste boude voorstel van Verdonk, die bekendstaat om haar krasse taal en haar strenge aanpak. Ze krijgt bakken kritiek over zich heen, maar ook heel veel lof. IJzeren Rita, noemen haar bewonderaars haar. Ze is recht voor de raap, vinden ze, en dat kunnen ze smaken. Verdonk is overigens niet de enige in de Nederlandse politieke wereld die de jongste tijd stoer doet.
Is die stoerheid wat Nederland nodig heeft? Ligt daar de oplossing van 's lands problemen? Neen.
Wat is er gaande in Nederland? Er loopt een rode draad van Pim Fortuyn over Theo Van Gogh naar Rita Verdonk.
Fortuyn
Nederland gaat prat op zijn 'open debatcultuur'. Niet ten onrechte. Maar, zoals de opkomst van Pim Fortuyn aantoonde, nam een groot deel van de Nederlanders niet deel aan dat debat. Fortuyn werd gezien als de stem van die stemlozen. Dat was hij niet echt, maar zo werd hij gezien.
Fortuyn teerde nog op een andere evolutie in de Nederlandse samenleving: de verzwakking van het middenveld, dat zijn bemiddelende rol tussen burger en staat niet meer speelde. De bureaucratisering nam enorme proporties aan. De staat werd een leverancier van diensten, beheerd door kille cijferaars met weinig inlevingsvermogen in de zorgen en angsten van de mensen, stelt de Leuvense hoogleraar René Foqué vast.
Na de moord op Fortuyn, op 6 mei 2002, explodeerde al die opgekropte woede, bitterheid, frustratie, vervreemding. Nederland viel ten prooi aan onzekerheid.
Van Gogh
Twee jaar later, met de moord op filmmaker Theo Van Gogh op 2 november 2004, kon voor die onzekerheid een schuldige worden aangewezen: het islamitisch fundamentalisme. Nederland verkrampte. De Utrechtse historicus Maarten Van Rossem spreekt van 'een nationale angstpsychose'.
Verdonk
In zo'n klimaat gedijen politici als Verdonk. Ze zeggen wat ze denken dat de kiezers willen horen. Maar het populisme van Verdonk (en dat van anderen) dient de Nederlandse samenleving niet. Integendeel. Het is gevaarlijk. Verdonk polariseert, in plaats van de mensen voor te houden wat goed is voor de hele samenleving.
Verdonk en haar geestesgenoten luisteren ook niet echt naar de mensen. Ze hebben niet helemaal begrepen waarom Fortuyn zo'n succes had. Ze bewijzen de mensen die ze zeggen te dienen, hoegenaamd geen dienst met hun beleid en hun krasse taal. In feite dragen ze bij tot de vervreemding van hun achterban. Door zo sterk op de moslims in te zoomen, vallen de verzuchtingen van andere kwetsbare groepen, zoals werklozen of langdurig zieken, van de politieke agenda. Voeg daarbij de 'vermarkting' van onderwijs en gezondheidszorg en de besparingen op allerlei uitkeringen en het zal niet verbazen dat ook vele zwakkere autochtonen het vertrouwen in de staat verliezen, meent Foqué.
Politici als Verdonk horen alleen de klachten over allochtonen en zien niet dat de klagers eigenlijk angst hebben voor de snel veranderende wereld om zich heen, dat ze het gevoel hebben dat ze de greep op hun omgeving, op hun toekomst kwijt zijn. De Utrechtse hoogleraar Mark Bovens noemde hen gisteren in het NRC Handelsblad nog ,,moderniseringsverliezers''.
Immigratie draagt zeker bij tot hun gevoel van onbehagen, te meer omdat die migratie het meest voelbaar is in hun wijken. Maar ook de mondialisering en de verzwakking van het middenveld. Kerk, vakbond en sociale organisaties vormden ooit hun houvast. Bovens noemt het ,,maatschappelijke stootkussens tegen vertrouwensverlies''. Investeren in sociale organisaties, in een warme maatschappij zal dan ook meer resultaat opleveren dan stoere taal.
Een doeltreffend beleid moet bovendien vertrekken van de realiteit dat de Nederlandse samenleving veelkleurig, divers is. Die samenleving moet worden geordend tot een ,,gematigde, fatsoenlijke samenleving'', zoals Foqué dat noemt. En dat doel wordt niet bereikt met simplistische maatregelen zoals een code die mensen verplicht op straat Nederlands te spreken. Daarvoor is een verfijndere aanpak nodig. Met politici als Verdonk komt Nederland niet snel uit de problemen.
Evita Neefs leidt de buitenlandredactie. Elke dag beantwoordt de redactie een actuele vraag.
Evita Neefs
Bron: De Standaard