PDA

Bekijk Volledige Versie : Toename werkloosheid vooral bij allochtonen



TonH
31-01-06, 12:07
Beroepsbevolking Amsterdam en regio 2005
O+S, 30-1-2006

Het aandeel werkloze beroepsbevolking van de totale beroepsbevolking is ten opzichte van 2003 toegenomen van 8 naar 10 procent. De stijging is het grootst bij de allochtone Amsterdammers, vooral bij Marokkanen, Surinamers en Antillianen.


Dit blijkt uit onderzoek dat O+S om het jaar doet naar de omvang en samenstelling van de beroepsbevolking, als aanvulling op de cijfers van het CBS. Tussen mei 2004 en april 2005 zijn 8.000 Amsterdammers en 4.000 mensen in de regio ondervraagd. De resultaten van de Regionale Enquête Beroepsbevolking zijn nu beschikbaar en zijn in lijn met die van een recent onderzoek van het SCP.



Werkloosheid 1) onder Amsterdamse jongeren van 15-24 jaar naar etniciteit, 1999-2005 (procenten)

http://www.os.amsterdam.nl/img/3825

Vergrijzing neemt toe maar blijft in Amsterdam relatief laag

Als gevolg van de toenemende vergrijzing neemt de beroepsbevolking af. Dit fenomeen doet zich in heel Nederland voor. Van de totale Nederlandse bevolking is 13,7% 65 jaar of ouder. Overigens valt de vergrijzing in Amsterdam met 11,6% nog mee. Het aanzienlijke aandeel etnische minderheden houdt de Amsterdamse bevolking relatief jong.


Conjunctuurgevoeligheid werklozen

Voor de duur van en kans op werkloosheid maakt het nogal wat uit wat voor opleiding een werkzoekende heeft gevolgd. Van de hoger opgeleiden (HBO of WO) is drie procent werkloos, terwijl dit percentage veel hoger ligt voor degenen die minder hoog opgeleid zijn.

Mensen met een hogere opleiding hebben niet alleen een betere startkwalificatie, maar hebben ook de grootste kans dat ze hun baan behouden als het minder goed gaat met de economie.



Jongeren kiezen vaker voor studie

Niet elke groep reageert op dezelfde manier op schommelingen in de conjunctuur. Terwijl 55-plussers in 2005 vaker dan voorheen ingeschreven stonden bij het CWI, mogelijk bij gebrek aan alternatief, reageren jongeren anders.

Het lijkt er op dat jongeren als reactie op het gebrek aan banen langer op school blijven of studeerden, in plaats van een baan te zoeken. In 2001 was er een recordaantal jongeren met betaald werk: 50% van alle jongeren werkte 12 of meer uur per week, velen combineerden werk en studie. Na 2001 daalt het percentage jongeren met betaald werk drastisch naar 45% in 2003 en nog verder naar 37% in 2005. Het aandeel jongeren dat bij gebrek aan werk voor een studie of vervolgstudie kiest stijgt navenant: van 53% in 2001 naar 60% in 2003 en 68% in 2005.

Werkenden 1) en studerenden onder Amsterdamse jongeren van 15-24 jaar, 1999-2005 (procenten)

http://www.os.amsterdam.nl/img/3829