barfly
03-02-06, 19:44
Door onze redacteur Froukje Santing
Rotterdam, 3 febr. „De mensen in Uruzgan willen ook wel eens een nachtje rustig slapen.” De 15-jarige Hamid Orazghani uit Zaandam is verheugd dat de Tweede Kamer gisteravond instemde met het sturen van troepen naar deze onrustige provincie in Centraal Afghanistan waar hij vandaan komt. „Er is daar al 25 jaar oorlog”, zegt hij . „Het wordt tijd dat er een einde komt aan de terreur en dat met de wederopbouw kan worden begonnen.” Hamid kwam ruim zes jaar geleden met zijn familie (vader, moeder en drie zonen) naar Nederland. Ze wonen in Zaandam. Hij zit op het vmbo. De familie heeft (nog) geen plannen om terug te keren naar Uruzgan, zelfs niet als het de Nederlandse militairen lukt om daar veiligheid en enige welvaart te brengen, zegt hij. „Mijn vader vindt het beter voor onze toekomst dat we voorlopig in Nederland blijven”, verklaart Hamid. „We kunnen daar niet naar school.” Hij heeft twee jongere broertjes – van twaalf en negen jaar.
Zijn vader Mohammed Orazghani (62) is dankbaar dat de Nederlandse troepen gaan. „Ik wens hun heel veel succes.” Maar het is volgens hem belangrijk dat de militairen duidelijk maken dat ze niet zijn gekomen om de islam te bestrijden. „Laat ze absoluut goed zeggen”, benadrukt hij, „dat ze niet de nieuwe overheersers zijn in Afghanistan. Maar dat ze de bevolking in Uruzgan wil helpen met het bouwen van huizen, scholen en ziekenhuizen en de aanleg van bruggen en wegen.” Orazghani denkt dat als de Nederlandse militairen er in slagen het vertrouwen van de lokale bevolking te winnen, zij het onderscheid wel kunnen maken tussen de Nederlandse en de Amerikaanse troepen die de ultra-orthodoxe Talibaan bevechten. „Ze snappen dan wel dat het om twee verschillende missies gaat.”
De familie heeft de politieke twisten over het wel of niet sturen van troepen naar Uruzgan de afgelopen maanden nauwgezet gevolgd. Dat is een van de redenen dat de parlementaire delegatie, twee mannen en een vrouw, uit Uruzgan die maandag door de Tweede Kamer werd gehoord, ook in Zaandam op bezoek kwam. Volgens Orazghani wonen er zes, hooguit zeven families uit Uruzgan in Nederland.
Bron: www.nrc.nl
Ik hoop inderdaad dat de Nederlandse militairen daar een goede indruk achterlaten en die mensen helpen met het opbouwen van hun infrastructuur.
Rotterdam, 3 febr. „De mensen in Uruzgan willen ook wel eens een nachtje rustig slapen.” De 15-jarige Hamid Orazghani uit Zaandam is verheugd dat de Tweede Kamer gisteravond instemde met het sturen van troepen naar deze onrustige provincie in Centraal Afghanistan waar hij vandaan komt. „Er is daar al 25 jaar oorlog”, zegt hij . „Het wordt tijd dat er een einde komt aan de terreur en dat met de wederopbouw kan worden begonnen.” Hamid kwam ruim zes jaar geleden met zijn familie (vader, moeder en drie zonen) naar Nederland. Ze wonen in Zaandam. Hij zit op het vmbo. De familie heeft (nog) geen plannen om terug te keren naar Uruzgan, zelfs niet als het de Nederlandse militairen lukt om daar veiligheid en enige welvaart te brengen, zegt hij. „Mijn vader vindt het beter voor onze toekomst dat we voorlopig in Nederland blijven”, verklaart Hamid. „We kunnen daar niet naar school.” Hij heeft twee jongere broertjes – van twaalf en negen jaar.
Zijn vader Mohammed Orazghani (62) is dankbaar dat de Nederlandse troepen gaan. „Ik wens hun heel veel succes.” Maar het is volgens hem belangrijk dat de militairen duidelijk maken dat ze niet zijn gekomen om de islam te bestrijden. „Laat ze absoluut goed zeggen”, benadrukt hij, „dat ze niet de nieuwe overheersers zijn in Afghanistan. Maar dat ze de bevolking in Uruzgan wil helpen met het bouwen van huizen, scholen en ziekenhuizen en de aanleg van bruggen en wegen.” Orazghani denkt dat als de Nederlandse militairen er in slagen het vertrouwen van de lokale bevolking te winnen, zij het onderscheid wel kunnen maken tussen de Nederlandse en de Amerikaanse troepen die de ultra-orthodoxe Talibaan bevechten. „Ze snappen dan wel dat het om twee verschillende missies gaat.”
De familie heeft de politieke twisten over het wel of niet sturen van troepen naar Uruzgan de afgelopen maanden nauwgezet gevolgd. Dat is een van de redenen dat de parlementaire delegatie, twee mannen en een vrouw, uit Uruzgan die maandag door de Tweede Kamer werd gehoord, ook in Zaandam op bezoek kwam. Volgens Orazghani wonen er zes, hooguit zeven families uit Uruzgan in Nederland.
Bron: www.nrc.nl
Ik hoop inderdaad dat de Nederlandse militairen daar een goede indruk achterlaten en die mensen helpen met het opbouwen van hun infrastructuur.