Wide-O
27-02-06, 10:02
Wie is er bang voor de boze wolf?
© AP
De wolvenvallei'Kurtlar vadisi - Irak' oftewel 'De wolvenvallei' is een nieuwe Turkse film die nogal wat stof doet opwaaien. Vooral vanwege het ,,passioneel anti-Amerikanisme en antisemitisme dat over het scherm wordt gesmeerd'', schreef deze krant vorige week. Drie 'betrokkenen' vellen nu hun oordeel. Roel Vande Winkel en Sofie Van Bauwel vergelijken met de Amerikaanse film 'Rules of Engagement' ,,waar ook een behoorlijk geurtje aan zat''. Dirk Rochtus bekijkt een en ander in EU-perspectief en stelt dat de film ,,een metafoor is voor het opflakkerende Turkse staatsnationalisme''. Selahattin Koçak , ten slotte, pleit vooral voor rust: het is immers maar film.
DE film De Wolvenvallei is, zoals Hollywood zo vaak stelt, based on a true story . In 2003 overvielen Amerikaanse troepen in Noord-Irak Turkse soldaten. Turkije ziet dat incident, dat weliswaar officieel afgesloten is, nog steeds als een schande. De Wolvenvallei hanteert een klassiek propagandarecept en gebruikt het voorval om de Amerikaanse aanwezigheid in Irak aan de kaak te stellen. Wat de Turkse militairen in (Koerdisch) Noord-Irak te zoeken hadden, komt dan weer niet ter sprake - een andere truc van de foor.
Het karikaturale beeld dat de film ophangt, roept terecht verontwaardiging op. Hier en daar gaan stemmen op om de film te verbieden. De Turkse bewering dat Amerikaanse films vaak even ongenuanceerd zijn, wordt bestreden. De Standaard schreef vorige week woensdag: ,,Zo'n eenzijdige haat tegen karikaturale schurken werd in westerse films niet meer gezien sinds de goedkope actiefilms van de jaren tachtig waarin Chuck Norris Vietnamese 'spleetogen' neermaaide'' (DS 22 februari) .
Laten we de proef op de som nemen. En ons er niet te snel van af maken door te verwijzen naar televisiereeksen als 24 . Of naar Black Hawk Down , een met Pentagon-steun gedraaide, zeer eenzijdige 'reconstructie' (2001) van de Amerikaanse raid op Mogadishu (1997). Laten we een film kiezen die ruim voor 11 september 2001 werd gemaakt. Bijvoorbeeld de big-budgetfilm Rules of Engagement (2000), geregisseerd door William Friedkin, bekend van The French Connection en The Exorcist . Met in de hoofdrol sterren als Ben Kingsley (Gandhi) , Samuel L. Jackson (Pulp Fiction) en Tommy Lee Jones (Men in Black) .
Bekijk deze film en 'mens, erger je niet'. Moeilijker dan u denkt. Tenzij u sowieso gelooft dat alle Arabieren moslims en daarom wraaklustige moordmachines zijn. Lees vervolgens Reel Bad Arabs: How Hollywood villifies a People (2001) van Jack Shaheen. Rules of Engagement wordt door Shaheen aangehaald als een extreem, maar recent voorbeeld van een oude Hollywoodtraditie: het verbeelden van Arabieren als een vijandig volk. Shaheen sluit daarmee aan bij de bevindingen van Edward Said, die al in Orientalism (1978) de westerse stereotypering van het Midden-Oosten analyseerde.
Rules of Engagement volgt de krijgsraad tegen de Amerikaanse kolonel Hodges. Hem wordt aangewreven in Jemen de interventieregels ('rules of engagement') te hebben overtreden. Hodges beval immers om vanuit de Amerikaanse ambassade het vuur te openen op demonstranten. De verhaallijn sympathiseert aanvankelijk met die Jemenitische slachtoffers, die volgens de aanklager vreedzaam protesteerden. Vooral aangrijpend is het kleine meisje, verminkt door Amerikaanse kogels.
Op het einde wordt de verhaallijn echter drastisch omgegooid. Een videocassette 'bewijst' dat de 'vreedzame' betogers tot de tanden toe gewapende fanatici waren. De mannen in hoofddoek, de vrouwen in boerka en ook het kleine meisje. Allemaal vuurden ze kogels af op de Amerikaanse ambassade. Letterlijk elk Arabisch personage blijkt schuldig te zijn. Zelfs de schuchtere dokter van de Rode Halve Maan wordt ontmaskerd als een anti-Amerikaanse leugenaar.
Een motief voor dit blijkbaar ingebakken anti-Amerikanisme wordt nooit verstrekt. Waarom Jemenieten de Amerikaanse ambassade belagen, wie de wapens verstrekt: het is allemaal van geen belang. Waarom de Amerikaanse militaire aanwezigheid in het Midden-Oosten zo groot is dat men dadelijk met man en macht de ambassade kan ontzetten, komt evenmin aan bod. Als kijker moeten we, op zoek naar de grond van dit anti-Amerikanisme, het doen met verwijzingen naar religieuze propaganda die alle Arabieren blijkbaar tot een blinde bedreiging omvormt.
Toegegeven, ook sommige Amerikanen krijgen in de film een veeg uit de pan. Kolonel Hodges wordt er immers ingeluisd door Amerikaanse politici. Zij offeren hun patriottische kolonel op om een internationaal conflict te vermijden. Uiteindelijk geschiedt echter 'gerechtigheid': Hodges wordt vrijgesproken. De aftiteling maakt duidelijk dat de corrupte politici hun straf niet ontliepen en later veroordeeld werden. Met die credits wordt zeer duidelijk gesuggereerd dat Rules of Engagement dat zich in een 'echt' land afspeelt ook gebaseerd is op 'a true story'. Een perverse suggestie: het scenario is pure fictie.
De enige helden van dit verhaal zijn kolonel Hodges en met hem alle Amerikaanse militairen. Kan het ook anders? Het scenario werd geschreven door James Webb, Secretary of the Navy onder Ronald Reagan. Voor de verfilming kregen Webb en Friedkin ruime steun van het US Departement of Defense en het Marine Corps. Een militair oorlogsschip met crew en helikopters voor gevechtsscènes? Achthonderd US Marines voor de grote scènes? Geen probleem. Voor 'Jemenitische' scènes in Marokko filmen, is dan weer onmogelijk zonder steun van de Amerikaanse ambassade.
Samengevat: Rules of engagement schetst met steun van Amerikaanse instanties een negatief beeld van Jemen en bij uitbreiding van alle islamitische Arabieren. Dat aan deze film een behoorlijk geurtje zit, bleef niet onopgemerkt. Internationaal kwam er onder meer protest van Jemen en van de Council on American-Islamic Relations (CAIR). Ook in België kwam er wat tegenwind, bijvoorbeeld in deze krant (DS 27 december 2000) .
De vraag of deze expliciet anti-Arabische productie wel in Belgische zalen mocht worden vertoond, werd echter nooit gesteld. Had dat dan wel moeten gebeuren? Niet noodzakelijk. Maar waarom wordt de vraag wel gesteld over een niet westers getinte film met een even polariserende boodschap? Als we het publiek volwassen genoeg vinden om zelf een oordeel te vormen over deze primaire 'wij/zij'-logica, moeten we consequent zijn. En met even veel of even weinig enthousiasme ook films toelaten die met vergelijkbare eenzijdigheid een in deze maatschappij minder dominant standpunt propageren.
Roel Vande Winkel en Sofie Van Bauwel
(De auteurs zijn lid van de werkgroep Film & TV Studies aan de vakgroep communicatiewetenschappen, Universiteit Gent.)
© AP
De wolvenvallei'Kurtlar vadisi - Irak' oftewel 'De wolvenvallei' is een nieuwe Turkse film die nogal wat stof doet opwaaien. Vooral vanwege het ,,passioneel anti-Amerikanisme en antisemitisme dat over het scherm wordt gesmeerd'', schreef deze krant vorige week. Drie 'betrokkenen' vellen nu hun oordeel. Roel Vande Winkel en Sofie Van Bauwel vergelijken met de Amerikaanse film 'Rules of Engagement' ,,waar ook een behoorlijk geurtje aan zat''. Dirk Rochtus bekijkt een en ander in EU-perspectief en stelt dat de film ,,een metafoor is voor het opflakkerende Turkse staatsnationalisme''. Selahattin Koçak , ten slotte, pleit vooral voor rust: het is immers maar film.
DE film De Wolvenvallei is, zoals Hollywood zo vaak stelt, based on a true story . In 2003 overvielen Amerikaanse troepen in Noord-Irak Turkse soldaten. Turkije ziet dat incident, dat weliswaar officieel afgesloten is, nog steeds als een schande. De Wolvenvallei hanteert een klassiek propagandarecept en gebruikt het voorval om de Amerikaanse aanwezigheid in Irak aan de kaak te stellen. Wat de Turkse militairen in (Koerdisch) Noord-Irak te zoeken hadden, komt dan weer niet ter sprake - een andere truc van de foor.
Het karikaturale beeld dat de film ophangt, roept terecht verontwaardiging op. Hier en daar gaan stemmen op om de film te verbieden. De Turkse bewering dat Amerikaanse films vaak even ongenuanceerd zijn, wordt bestreden. De Standaard schreef vorige week woensdag: ,,Zo'n eenzijdige haat tegen karikaturale schurken werd in westerse films niet meer gezien sinds de goedkope actiefilms van de jaren tachtig waarin Chuck Norris Vietnamese 'spleetogen' neermaaide'' (DS 22 februari) .
Laten we de proef op de som nemen. En ons er niet te snel van af maken door te verwijzen naar televisiereeksen als 24 . Of naar Black Hawk Down , een met Pentagon-steun gedraaide, zeer eenzijdige 'reconstructie' (2001) van de Amerikaanse raid op Mogadishu (1997). Laten we een film kiezen die ruim voor 11 september 2001 werd gemaakt. Bijvoorbeeld de big-budgetfilm Rules of Engagement (2000), geregisseerd door William Friedkin, bekend van The French Connection en The Exorcist . Met in de hoofdrol sterren als Ben Kingsley (Gandhi) , Samuel L. Jackson (Pulp Fiction) en Tommy Lee Jones (Men in Black) .
Bekijk deze film en 'mens, erger je niet'. Moeilijker dan u denkt. Tenzij u sowieso gelooft dat alle Arabieren moslims en daarom wraaklustige moordmachines zijn. Lees vervolgens Reel Bad Arabs: How Hollywood villifies a People (2001) van Jack Shaheen. Rules of Engagement wordt door Shaheen aangehaald als een extreem, maar recent voorbeeld van een oude Hollywoodtraditie: het verbeelden van Arabieren als een vijandig volk. Shaheen sluit daarmee aan bij de bevindingen van Edward Said, die al in Orientalism (1978) de westerse stereotypering van het Midden-Oosten analyseerde.
Rules of Engagement volgt de krijgsraad tegen de Amerikaanse kolonel Hodges. Hem wordt aangewreven in Jemen de interventieregels ('rules of engagement') te hebben overtreden. Hodges beval immers om vanuit de Amerikaanse ambassade het vuur te openen op demonstranten. De verhaallijn sympathiseert aanvankelijk met die Jemenitische slachtoffers, die volgens de aanklager vreedzaam protesteerden. Vooral aangrijpend is het kleine meisje, verminkt door Amerikaanse kogels.
Op het einde wordt de verhaallijn echter drastisch omgegooid. Een videocassette 'bewijst' dat de 'vreedzame' betogers tot de tanden toe gewapende fanatici waren. De mannen in hoofddoek, de vrouwen in boerka en ook het kleine meisje. Allemaal vuurden ze kogels af op de Amerikaanse ambassade. Letterlijk elk Arabisch personage blijkt schuldig te zijn. Zelfs de schuchtere dokter van de Rode Halve Maan wordt ontmaskerd als een anti-Amerikaanse leugenaar.
Een motief voor dit blijkbaar ingebakken anti-Amerikanisme wordt nooit verstrekt. Waarom Jemenieten de Amerikaanse ambassade belagen, wie de wapens verstrekt: het is allemaal van geen belang. Waarom de Amerikaanse militaire aanwezigheid in het Midden-Oosten zo groot is dat men dadelijk met man en macht de ambassade kan ontzetten, komt evenmin aan bod. Als kijker moeten we, op zoek naar de grond van dit anti-Amerikanisme, het doen met verwijzingen naar religieuze propaganda die alle Arabieren blijkbaar tot een blinde bedreiging omvormt.
Toegegeven, ook sommige Amerikanen krijgen in de film een veeg uit de pan. Kolonel Hodges wordt er immers ingeluisd door Amerikaanse politici. Zij offeren hun patriottische kolonel op om een internationaal conflict te vermijden. Uiteindelijk geschiedt echter 'gerechtigheid': Hodges wordt vrijgesproken. De aftiteling maakt duidelijk dat de corrupte politici hun straf niet ontliepen en later veroordeeld werden. Met die credits wordt zeer duidelijk gesuggereerd dat Rules of Engagement dat zich in een 'echt' land afspeelt ook gebaseerd is op 'a true story'. Een perverse suggestie: het scenario is pure fictie.
De enige helden van dit verhaal zijn kolonel Hodges en met hem alle Amerikaanse militairen. Kan het ook anders? Het scenario werd geschreven door James Webb, Secretary of the Navy onder Ronald Reagan. Voor de verfilming kregen Webb en Friedkin ruime steun van het US Departement of Defense en het Marine Corps. Een militair oorlogsschip met crew en helikopters voor gevechtsscènes? Achthonderd US Marines voor de grote scènes? Geen probleem. Voor 'Jemenitische' scènes in Marokko filmen, is dan weer onmogelijk zonder steun van de Amerikaanse ambassade.
Samengevat: Rules of engagement schetst met steun van Amerikaanse instanties een negatief beeld van Jemen en bij uitbreiding van alle islamitische Arabieren. Dat aan deze film een behoorlijk geurtje zit, bleef niet onopgemerkt. Internationaal kwam er onder meer protest van Jemen en van de Council on American-Islamic Relations (CAIR). Ook in België kwam er wat tegenwind, bijvoorbeeld in deze krant (DS 27 december 2000) .
De vraag of deze expliciet anti-Arabische productie wel in Belgische zalen mocht worden vertoond, werd echter nooit gesteld. Had dat dan wel moeten gebeuren? Niet noodzakelijk. Maar waarom wordt de vraag wel gesteld over een niet westers getinte film met een even polariserende boodschap? Als we het publiek volwassen genoeg vinden om zelf een oordeel te vormen over deze primaire 'wij/zij'-logica, moeten we consequent zijn. En met even veel of even weinig enthousiasme ook films toelaten die met vergelijkbare eenzijdigheid een in deze maatschappij minder dominant standpunt propageren.
Roel Vande Winkel en Sofie Van Bauwel
(De auteurs zijn lid van de werkgroep Film & TV Studies aan de vakgroep communicatiewetenschappen, Universiteit Gent.)