PDA

Bekijk Volledige Versie : 18 Maart: Breken met Bush



_h4T3D_sE7eN
09-03-06, 16:38
Stop de bezetting van Irak
Op 18 maart 2006, drie jaar na de invasie in Irak en aan het begin van de anti-racisme-week, vraagt het Platform tegen de ‘Nieuwe Oorlog’ aandacht voor déze slachtoffers. De bevolking van Irak en Afghanistan die ongevraagd lijdt onder de westerse strijd tegen het terrorisme, de westerse afkeer van bepaalde regiems, de westerse economische politiek en de westerse bezetting. Die houding is koloniaal en zelfs racistisch. Rudyard Kipling, de dichter van het Britse imperialisme, sprak in dit verband van de ‘white man’s burden’. Zonder onze bevoogding redden ze het daar niet, is het achterliggende idee.

Troepen uit Afghanistan
De Nederlandse politiek, de militaire vakbonden en veel ouders maken zich zorgen over de grote risico’s die de Nederlandse militairen in Afghanistan zullen lopen. Het gewapend verzet in Zuid- Afghanistan, maar ook in het rustig gewaande noorden, neemt toe. Dat gebeurt vooral in reactie op het westerse optreden, in Afghanistan zelf, maar ook op de bezetting van Irak en van Palestina. Rust en wederopbouw in Afghanistan, Irak en elders is alleen mogelijk wanneer de bezetting van Arabische en islamitische landen beëindigd wordt. De uitzending van Nederlandse militairen naar Afghanistan draagt hieraan niets bij.

Geen oorlog tegen Iran
Ondertussen lijkt de geschiedenis met de Irak-oorlog zich in Iran te herhalen. De inspecteurs van het Internationaal Atoomenergie Agentschap verklaren geen bewijs te hebben van een Iraans kernwapenprogramma, maar de VS bereiden met steun van de EU een aanvalsoorlog voor. Door deze oorlogsdreiging dringen conservatieve krachten in Iran de democratiseringsbeweging in een hoek. Oorlog brengt geen democratie in Iran. Ook om de verdere verspreiding van kernwapens tegen te gaan is oorlogsdreiging niet het juiste instrument.

De voortgaande ontwikkeling van kernwapens in de westerse wereld, met name Israël, Frankrijk en de Verenigde Staten, laat zien dat de regeringen van de westerse landen met twee maten meten. In de politieke discussies over Nederlandse missies in Afghanistan en Irak wordt systematisch voorbij gegaan aan het feit dat in een oorlog doden vallen, mensen worden verminkt en woningen worden vernietigd. In onze media wordt wel aandacht besteed aan de ruim 3.000 gesneuvelde westerse militairen en gedode westerlingen en de misstanden in Abu
Graib en op Guantánamo Bay. Maar over de 32.000 tot 180.000 doden aan Iraakse en Afghaanse zijde (veelal gewone, ongewapende burgers) krijgen we nauwelijks iets te horen.

Laat staan over de nog veel grotere aantallen gewonden en ontheemden. Kennelijk doen Iraakse of Afghaanse slachtoffers er minder toe dan westerse doden en gewonden.

http://www.internationalesocialisten.org/

_h4T3D_sE7eN
09-03-06, 16:39
De IS willen zich aansluiten bij de SP: Opbouw van een politiek alternatief.

Op 5 november besloot de conferentie van de IS om de nodige stappen te zetten voor aansluiting bij de SP. Peyman Jafari gaat in op de achtergronden voor dit besluit en schetst het perspectief voor links.

In de afgelopen jaren is links voor een aantal grote uitdagingen komen te staan. De bloedige oorlogen tegen Afghanistan en Irak hebben aan tienduizenden mensen het leven gekost en een spoor van verwoesting achtergelaten. Door de enthousiaste deelname van Balkenende aan de Coalition of the Killing is het gevaar van terroristische aanslagen ook in Nederland toegenomen.

Onder Balkenende II heeft de neoliberale politiek van sociale afbraak en privatisering een nieuw hoogtepunt bereikt. En ondertussen gebruikt rechts de politiek van angst (voor moslims en terrorisme) als bliksemafleider voor de groeiende sociale onvrede.

Dit zijn de belangrijkste fronten waarop links in de komende jaren getest zal worden. Om die test met succes te doorlopen, is het belangrijk om een inschatting te maken van de politieke krachtsverhoudingen, in Nederland en internationaal. Die krachtsverhoudingen zijn in de afgelopen periode drastisch veranderd.

Vanaf het eind van de jaren zeventig zette rechts de aanval in op de verzorgingsstaat. De vakbonden en andere sociale bewegingen werden in het defensief gedrukt. Dit heeft rechtse partijen en de bazen een enorm zelfvertrouwen gegeven. Maar in de afgelopen jaren hebben we zowel op internationaal niveau als in Nederland ook een nieuwe opleving van strijd kunnen zien.

Het belangrijkste onderdeel van die opleving was de opkomst van de andersglobaliseringsbeweging. Die beweging groeide uit tot een massabeweging, zoals alleen al het Wereld Sociaal Forum en de recente demonstraties in Argentinië laten zien. De beweging tegen de oorlog in Irak, een directe voortzetting van de andersglobaliseringsbeweging, bracht miljoenen mensen op straat.

Deze beweging is ons sterkste antwoord op het ideologische offensief van rechts. De geschiedenis is niet geëindigd met een periode van welvaart, vrede en stabiliteit, zoals rechtse commentatoren beweerden na de val van de stalinistische dictaturen in het Oostblok. Fundamentele kritiek op het kapitalisme vindt gehoor bij een groeiende groep mensen.

Op het front van economische strijd voltrekt de opleving zich trager. In de afgelopen twintig jaar hebben vakbonden grote nederlagen geleden. Actieve netwerken aan de basis en in de bedrijven vielen weg, en de vakbondsbureaucratie kreeg vrij spel.

Maar ook op dit front zijn er hoopvolle tekenen. De vakbondsmobilisaties rond 2 oktober vorig jaar en een reeks van stakingen in het afgelopen jaar wijzen op een herstel van het zelfvertrouwen op de werkvloer. Er is nu een reëel perspectief om te bouwen aan nieuwe netwerken van strijdbare vakbondsleden.

IS en SP

De IS hebben zich steeds met volle overgave ingezet op al deze fronten om samen met anderen de sociale bewegingen te verbreden en te versterken. We speelden een prominente rol in de Nederlandse andersglobaliseringsbeweging en in de protesten tegen de oorlog en het groeiende racisme.

Op al die fronten vonden we de SP als een belangrijke bondgenoot die zich ook sterk maakte voor een alternatief voor het neoliberalisme. Samen met anderen stonden we aan de wieg van initiatieven als Keer het Tij en het Nederlands Sociaal Forum.

Met het besluit om ons aan te sluiten bij de SP, met als belangrijkste richtpunt de gemeenteraadsverkiezingen van 2006, hopen we een bijdrage te kunnen leveren aan de verdere ontwikkeling van de beweging tot een kracht die de kapitalistische machtsstructuren kan confronteren en de maatschappij van onderaf kan veranderen. Dat we de stap naar aansluiting nu zetten, komt voort uit twee ontwikkelingen.

Overwinningen

De opstand van de zapatistas in 1994 en de massale stakingen in Frankrijk in 1995 waren de eerste tekenen dat de neoliberale hegemonie begon af te brokkelen. Eind 1999 werd tijdens de WTO-top in Seattle ook de tegenkracht zichtbaar: de andersglobaliseringsbeweging. In de afgelopen jaren groeiden de protesten tegen het IMF, de Wereldbank, multinationals en privatisering.

Ze legden ook de basis voor de anti-oorlogsbeweging die na 11 september 2001 opkwam. Het Wereld Sociaal Forum, dat dit jaar door honderdtwintigduizend mensen bezocht werd, symboliseert de groei van de beweging. Maar met deze groei is een belangrijke vraag opgekomen: hoe gaan we van een cyclus van protesten naar een cyclus van overwinningen?

Duizenden mensen hebben deelgenomen aan demonstraties en acties. Ze zijn terecht niet meer tevreden met protest op zichzelf, maar willen ook resultaten zien. Daarom zijn strategische kwesties belangrijker geworden: hoe moeten we omgaan met de staat en verkiezingen; wat zijn de zwakke plekken van het systeem; welke coalities hebben we nodig? De fase waarin de beweging kon doorgroeien zonder een antwoord te vinden op dit soort vragen is voorbij.

Maar sociale bewegingen kunnen niet als één blok antwoorden formuleren op deze vragen. Ze zijn zelf het terrein van debatten over strategie en alternatieven. Mensen die elkaar op bepaalde uitgangspunten, strategische keuzes en praktische voorstellen kunnen vinden en zich organiseren om hun ideeën uit te voeren, opereren in feite als partijen. De noodzaak voor partijen komt dus voort uit de beweging zelf.

Daarnaast hebben bewegingen te maken met een politieke context die door partijen gevormd wordt. Sociale bewegingen kunnen de staat en de politieke arena niet negeren, al was het maar omdat de staat zich wel met hen zal bemoeien en er andere partijen zijn (liberalen, sociaal-liberalen en extreem-rechts) die de politieke arena zullen innemen.

De staat kan burgerrechten inperken en zelfs geweld gebruiken zoals tijdens de protesten in Genua in 2001 gebeurde. Sociaal-democratische partijen kunnen proberen de beweging terug te leiden in de banen van de parlementaire politiek. Dit is wat er gebeurde tijdens de G8-top in Schotland afgelopen zomer. Blair en een aantal grote NGO’s die hun banden hebben met New Labour probeerden hun eigen politieke vertaalslag te geven aan de massademonstraties.

In Nederland hebben we vergelijkbare politieke manoeuvres kunnen zien. In 2002 was het uiterst rechts dat profiteerde van de groeiende onvrede over het neoliberale beleid van de paarse kabinetten. En in de protesten tegen Balkenende probeerde de PvdA, in samenwerking met de vakbondsleiding, haar greep op het linkse electoraat terug te winnen.

De kwestie is dan ook niet of we voor of tegen partijen zijn, maar wat voor soort partijen we nodig hebben. De beweging is gebaat bij partijen die zich inzetten om acties en campagnes op straat en op de werkvloer te versterken door alle middelen, inclusief verkiezingen, te gebruiken om het geluid van de beweging te versterken. Wil de beweging zich op alle terreinen verder ontwikkelen en een werkelijk massaal gehoor vinden, dan moeten we een antwoord weten te formuleren op de vraag wat we in de plaats stellen van niet alleen het neoliberalisme van Balkenende en Zalm, maar ook van het sociaal-liberalisme van Bos en Halsema.

De opkomst van de beweging is enorm versterkt door de groei van radicale linkse partijen in Europa zoals Rifondazione Comunista in Italië, Respect in Engeland, de Rood-Groene Alliantie in Denemarken, het Linkse Blok in Portugal en de Linkspartei in Duitsland. We zien ook de SP, met haar eigen geschiedenis en karakter, als een uitdrukking van dit proces. Verdere groei van de SP zal ook in Nederland het geluid van verzet versterken, en daarmee de mogelijkheden voor de beweging op straat vergroten.

GroenLinks?

Maar er is ook een beweging naar links geweest, die tot uitdrukking komt in de sterke groei van de SP. Voor GroenLinks geldt een ander verhaal. In 1989-90 fuseerden de CPN, PPR, PSP en EVP tot GroenLinks. In tegenstelling tot de linkse hergroepering die we nu in Europa zien, was deze hergroepering een teken van zwakte en nederlagen. De dynamiek die aan het ontstaan van GroenLinks ten grondslag ligt, beweegt dan ook naar rechts.

Femke Halsema was de eerste die in Nederland de term ‘sociaal-liberalisme’ introduceerde. Het nieuwe GroenLinks-plan voor de sociale zekerheid laat zien hoe ver die omarming van het neoliberalisme gaat. GroenLinks is dan ook niet in staat geweest om de ruimte die de PvdA aan de linkerkant openliet te vullen. Dat werd gedaan door de SP, die zich in de afgelopen jaren bewezen heeft als de meest consistente partij tegen het neoliberalisme.

Dit is de meest essentiële breuklijn die op dit moment binnen links loopt. Het ‘nee’ tegen de Europese Grondwet was een belangrijke bevestiging van dit punt. Het fanatisme waarmee de PvdA en GroenLinks de Grondwet verdedigden laat zien dat deze partijen hebben geaccepteerd dat er in wezen geen alternatief is voor een liberale koers.

Hun ambitie reikt niet verder meer dan het verzachten van de gevolgen van die koers. Het ‘nee’, waaraan de SP een belangrijke bijdrage heeft geleverd, was een grote nederlaag voor die koers en liet zien dat we de neoliberale trein kunnen stoppen.

De laatste reden waarom we ons juist nu willen aansluiten bij de SP, is omdat er werk te doen is. Met de komende gemeenteraads- en parlementsverkiezingen kunnen we het kabinet-Balkenende en het neoliberale project opnieuw een flinke klap bezorgen. Hoe groter de overwinning van de SP, hoe groter de overwinning van heel links. De SP heeft zich bewezen als de partij die het meest consequent stelling neemt tegen het marktfundamentalisme van rechts.

Dat betekent niet dat verkiezingen op zichzelf de maatschappij kunnen veranderen. We kunnen ze echter wel gebruiken om de strijd op straat en op de werkvloer te versterken en kleine hervormingen af te dwingen.

De SP is een actieve partij die zich in de afgelopen jaren heeft ingezet om sociale strijd op alle fronten te versterken. Een sterke SP is een SP die midden in de sociale bewegingen staat en die bewegingen verder helpt op te bouwen.

Wij willen onze bijdrage leveren om de SP te helpen maken tot het kristallisatiepunt voor verzet, maar ook voor de debatten over wat socialisme anno 2005 in Nederland betekent. Met hetzelfde enthousiasme waarmee we demonstreerden in Genua in 2001 en in Amsterdam op 2 oktober 2004, willen we ons storten in de opbouw van de SP in de komende verkiezingscampagnes. We zien dit niet als gescheiden terreinen.

De IS als organisatie zal blijven bestaan. We streven naar een fundamentele verandering van de samenleving als geheel. In dat kader heeft de discussie over hervorming of revolutie, en de discussie over revolutionaire organisatie die daaraan vast zit, in onze ogen niet aan actualiteit ingeboet. De hele internationale en historische ervaring van de arbeidersbeweging, de recente ontwikkelingen in Latijns Amerika en de diepe teleurstellingen die sociaal-democratische regeringen in heel Europa hun kiezers hebben gebracht zijn een bevestiging van dit punt.

Maar we zien ook dat het de opbouw van een links alternatief niet zou versterken, maar verzwakken als we de opbouw van revolutionaire organisatie in concurrentie zouden zien met de opbouw van een bredere socialistische partij, waarin revolutionairen en niet-revolutionairen in staat zijn samen te vechten voor een fundamentele breuk met het neoliberale project in het hier en nu.

We willen bouwen aan een zo groot en zo sterk mogelijke SP. We denken dat we dat het beste kunnen doen door voort te bouwen op datgene wat die partij tot nu toe sterk heeft gemaakt: een duidelijk geluid tegen de vrije markt, een consequente lijn tegen de oorlogen in Servië, Afghanistan en Irak, een activistische benadering die de straat stelt boven het pluche. Een sterke SP is een SP die zich zo volledig mogelijk verbindt met de sociale bewegingen die streven naar een ‘andere wereld’, een wereld waarin mensen boven winst gaan.

De IS roepen iedereen die genoeg heeft van de sociale afbraak, oorlog en racisme op om zich bij de SP aan te sluiten en gezamenlijk te bouwen aan een brede, sterke en activistische Socialistische Partij.
----------

Props aan Peyman Jafari. :duim: