Juliette
17-03-06, 12:49
De kloof tussen de leugens van Bart Somers en de inzet van zijn burgers [1]
De verkiezingscampagne is gelanceerd. En het oogt niet zo fraai. De manier waarop Bart Somers de verkiezingscampagne in zijn stad op gang trekt is van een bedenkelijk laag niveau. Ze gaat namelijk gepaard met leugens en bewuste verdraaiingen. Leugens die ook moeilijk te ontkrachten zijn omdat de informatie die die leugens kan doorbreken in handen is van diegene die ze vertelt. Het wordt nog gevaarlijker voor de democratie wanneer die lokale politiek een nationaal gegeven wordt. Het wansmakelijke ‘arbeidsethos-verhaal’ van Somers was moeilijk te counteren tot socioloog Jan Hertogen de cijfers rond sollicitaties in Mechelen opvroeg. Dat hij gemakkelijk aan deze cijfers geraakte, was vooral te danken aan het optreden van Somers, die de inspanningen van zijn stadsdiensten en tewerkstellingsdiensten onrecht aandeed. Somers schoffeert desnoods iedereen om aan de macht te blijven.
De VLD heeft duidelijk zijn thema gekozen voor de komende verkiezingen: ‘de hardwerkende Vlaming’. Dat we dit thema heel letterlijk, eng en vooral populistisch moeten interpreteren wordt stilaan duidelijk. Het voortouw wordt genomen door burgemeester, ex-Vlaams Minister-President en VLD-voorzitter Bart Somers en ‘zijn’ enfant terrible en populistische goeroe Jean-Marie Dedecker. Publiekelijk en ongegrond allochtonen stigmatiserend afschilderen als niet werkwillig en zelfs stellen dat ze de ongekwalificeerde jobs mijden, levert een enorme maatschappelijke schade op, aangezien het vooroordeel heel diep verankerd zit na jaren VB-discours. Dat dit een enorme schade oplevert in de huidige maatschappelijke context, zal de VLD worst wezen. De ‘hardwerkende Vlaming’ zal en moet zijn, al moet daarvoor de werkelijkheid worden verdraaid, geminimaliseerd of bewerkt. Tal van recente interventies van de Mechelse burgervader staven deze analyse: het monddood maken en immobiliseren van het Mechelse jeugdhuis Rzoezie (niet in het minst wat betreft hun tewerkstellingsprojecten), de houding in de zaak Feryn, de positionering in het debat rond allochtone tewerkstelling,… De (her-)lancering van het concept arbeidsethos is er één van.
Bij Tim Pauwels en Kathleen Cools in Morgen Beter (VRT, vrijdag 24/2) en in Polspoel en Desmet (VTM, enkele weken geleden) lanceerden Somers en Dedecker respectievelijk de volgende vaststelling: “De stad Mechelen heeft een vacature uitgeschreven voor grondwerker, ongeschoolde arbeid die geen enkele kwalificatie vergt en heeft deze bekendgemaakt aan 20 allochtone organisaties. Er is niemand op afgekomen. Daar is dus een probleem zowel met allochtonen als met hun organisaties.” Het gezag waarmee dit verhaal verteld werd duldde geen tegenspraak. Dat het over een plaatselijke Mechelse situatie ging maakte het nog moeilijker de vaststelling aan te vechten.
Achteraf blijkt dit verhaal gelogen en volledig in tegenspraak met de notulen van het College van Burgemeester en Schepenen van 18 januari 2006 waaruit Somers citeerde. Het voorbeeld is overdreven, onjuist en een alleenstaand geval. Het staaft bovendien een verhaal dat niet gedekt wordt door de globale cijfers en dient enkel om te stigmatiseren. Er is namelijk slechts één vacature waarop geen allochtone kandidaten zijn afgekomen, maar ook geen enkele autochtoon, zelfs na drie oproepen. Veralgemenend stellen dat er iets schort met de arbeidsethos van zgn. autochtonen houdt geen steek, hetzelfde geldt dus voor allochtonen. Maar waarom kwamen er geen kandidaten opdagen? Omdat het, in tegenstelling tot wat Somers beweert, wél om een technisch specifieke en complexe job ging. Het was geen vacature voor een grondwerker, wel voor “Technisch medewerker grondwerker”, verder omschreven als “3de ploegbaas (bouw en herstellingen)” met als kwalificatieniveau hoger secundair onderwijs. Het ging dus duidelijk niét om “ongeschoolde arbeid die geen enkele kwalificatie vergt”. Er is namelijk geen enkele vacature ‘zonder diplomavereiste’ (niveau E) uitgeschreven.
Verder blijkt dat dit voorbeeld een alleenstaand geval is. 13% van de jobs op niveau D (lager secundair niveau en gelijkgesteld) zijn ingenomen door allochtonen. Dit komt overeen met het percentage allochtonen in de Mechelse bevolking van niet-Europese oorsprong. Voor de lager gekwalificeerde functies is er dus een perfecte gelijkheid met hun aanwezigheid in de bevolking. Op niveau C (hoger secundair onderwijs) is dit nog altijd 9%. Voor hoger onderwijs (niveau B) en universitair onderwijs (niveau A) is dit 3%, wat nog altijd 1% meer is dan de aanwezigheid van allochtonen in het hoger onderwijs. De stad en haar burgemeester weten maar al te goed dat slechts 5 van de 45 functies van niveau D zijn, zij weten dat 80% van de Marokkaanse jongens geen secundair diploma heeft en dus maar in zeer beperkte mate in aanmerking komt voor functies van C-niveau. En toch ligt het sollicitatiepercentage voor allochtonen voor de D-functies op 13% en voor de C-functies op 9%. Op de 45 vacante functies sinds juni 2005 zijn er 1.388 kandidaten rechtsgeldig ingeschreven waarvan 89 allochtonen of 6%. De werkelijkheid wordt door Somers echter doelbewust verdraaid.
Deze positieve cijfers zijn het resultaat van het diversiteitbeleid in Mechelen: van de gemeentelijke diensten, de verenigingen van en voor allochtonen, het steunpunt tewerkstelling dat bij Rzoezie is ondergebracht en het Jobkanaal van VOKA dat recent zijn activiteiten heeft gestart. Dit zijn de harde feiten die aantonen dat in Mechelen de wil om te solliciteren heel duidelijk aanwezig is bij de allochtonen.
Dat Jean-Marie Dedecker zaken simplificeert en verdraait zodat ze beter in zijn kraam passen, weten we al langer dan vandaag. Dat Bart Somers in het tewerkstellingsdebat zich nu dezelfde manieren toemeet en als toemaatje nog eens leugens verspreidt ook, is een gevaar voor de democratie. Somers is namelijk een ‘would-be’ staatsman, burgemeester van één van de grootste steden van Vlaanderen, ex-Vlaams Minister-President en voorzitter van de partij die de premier levert. Somers lanceert daarmee zijn campagne op een manier die enkel de anti-politiek kan voeden: op basis van stemmingmakerij en leugens, op de rug van een groep die zich nauwelijks kan verdedigen. En wanneer ze zich wel verdedigen, snoert Somers hen de mond en draait hij de geldkraan toe, zoals met Rzoezie. Somers brengt met het Mechelse voorbeeld om zijn ‘arbeidsethos-verhaal’ te staven, tegelijk zijn administratie, stadspersoneel en stadsdiensten in diskrediet. Dat de vermaarde kloof tussen burger en politiek niet enkel met populisme, maar ook met eerlijkheid en vertrouwen moet gedicht worden, ontgaat de VLD-voorzitter blijkbaar.
Hatim El Sghiar
(De auteur is bestuurslid bij Kif Kif)
Bron: www.kifkif.be
De verkiezingscampagne is gelanceerd. En het oogt niet zo fraai. De manier waarop Bart Somers de verkiezingscampagne in zijn stad op gang trekt is van een bedenkelijk laag niveau. Ze gaat namelijk gepaard met leugens en bewuste verdraaiingen. Leugens die ook moeilijk te ontkrachten zijn omdat de informatie die die leugens kan doorbreken in handen is van diegene die ze vertelt. Het wordt nog gevaarlijker voor de democratie wanneer die lokale politiek een nationaal gegeven wordt. Het wansmakelijke ‘arbeidsethos-verhaal’ van Somers was moeilijk te counteren tot socioloog Jan Hertogen de cijfers rond sollicitaties in Mechelen opvroeg. Dat hij gemakkelijk aan deze cijfers geraakte, was vooral te danken aan het optreden van Somers, die de inspanningen van zijn stadsdiensten en tewerkstellingsdiensten onrecht aandeed. Somers schoffeert desnoods iedereen om aan de macht te blijven.
De VLD heeft duidelijk zijn thema gekozen voor de komende verkiezingen: ‘de hardwerkende Vlaming’. Dat we dit thema heel letterlijk, eng en vooral populistisch moeten interpreteren wordt stilaan duidelijk. Het voortouw wordt genomen door burgemeester, ex-Vlaams Minister-President en VLD-voorzitter Bart Somers en ‘zijn’ enfant terrible en populistische goeroe Jean-Marie Dedecker. Publiekelijk en ongegrond allochtonen stigmatiserend afschilderen als niet werkwillig en zelfs stellen dat ze de ongekwalificeerde jobs mijden, levert een enorme maatschappelijke schade op, aangezien het vooroordeel heel diep verankerd zit na jaren VB-discours. Dat dit een enorme schade oplevert in de huidige maatschappelijke context, zal de VLD worst wezen. De ‘hardwerkende Vlaming’ zal en moet zijn, al moet daarvoor de werkelijkheid worden verdraaid, geminimaliseerd of bewerkt. Tal van recente interventies van de Mechelse burgervader staven deze analyse: het monddood maken en immobiliseren van het Mechelse jeugdhuis Rzoezie (niet in het minst wat betreft hun tewerkstellingsprojecten), de houding in de zaak Feryn, de positionering in het debat rond allochtone tewerkstelling,… De (her-)lancering van het concept arbeidsethos is er één van.
Bij Tim Pauwels en Kathleen Cools in Morgen Beter (VRT, vrijdag 24/2) en in Polspoel en Desmet (VTM, enkele weken geleden) lanceerden Somers en Dedecker respectievelijk de volgende vaststelling: “De stad Mechelen heeft een vacature uitgeschreven voor grondwerker, ongeschoolde arbeid die geen enkele kwalificatie vergt en heeft deze bekendgemaakt aan 20 allochtone organisaties. Er is niemand op afgekomen. Daar is dus een probleem zowel met allochtonen als met hun organisaties.” Het gezag waarmee dit verhaal verteld werd duldde geen tegenspraak. Dat het over een plaatselijke Mechelse situatie ging maakte het nog moeilijker de vaststelling aan te vechten.
Achteraf blijkt dit verhaal gelogen en volledig in tegenspraak met de notulen van het College van Burgemeester en Schepenen van 18 januari 2006 waaruit Somers citeerde. Het voorbeeld is overdreven, onjuist en een alleenstaand geval. Het staaft bovendien een verhaal dat niet gedekt wordt door de globale cijfers en dient enkel om te stigmatiseren. Er is namelijk slechts één vacature waarop geen allochtone kandidaten zijn afgekomen, maar ook geen enkele autochtoon, zelfs na drie oproepen. Veralgemenend stellen dat er iets schort met de arbeidsethos van zgn. autochtonen houdt geen steek, hetzelfde geldt dus voor allochtonen. Maar waarom kwamen er geen kandidaten opdagen? Omdat het, in tegenstelling tot wat Somers beweert, wél om een technisch specifieke en complexe job ging. Het was geen vacature voor een grondwerker, wel voor “Technisch medewerker grondwerker”, verder omschreven als “3de ploegbaas (bouw en herstellingen)” met als kwalificatieniveau hoger secundair onderwijs. Het ging dus duidelijk niét om “ongeschoolde arbeid die geen enkele kwalificatie vergt”. Er is namelijk geen enkele vacature ‘zonder diplomavereiste’ (niveau E) uitgeschreven.
Verder blijkt dat dit voorbeeld een alleenstaand geval is. 13% van de jobs op niveau D (lager secundair niveau en gelijkgesteld) zijn ingenomen door allochtonen. Dit komt overeen met het percentage allochtonen in de Mechelse bevolking van niet-Europese oorsprong. Voor de lager gekwalificeerde functies is er dus een perfecte gelijkheid met hun aanwezigheid in de bevolking. Op niveau C (hoger secundair onderwijs) is dit nog altijd 9%. Voor hoger onderwijs (niveau B) en universitair onderwijs (niveau A) is dit 3%, wat nog altijd 1% meer is dan de aanwezigheid van allochtonen in het hoger onderwijs. De stad en haar burgemeester weten maar al te goed dat slechts 5 van de 45 functies van niveau D zijn, zij weten dat 80% van de Marokkaanse jongens geen secundair diploma heeft en dus maar in zeer beperkte mate in aanmerking komt voor functies van C-niveau. En toch ligt het sollicitatiepercentage voor allochtonen voor de D-functies op 13% en voor de C-functies op 9%. Op de 45 vacante functies sinds juni 2005 zijn er 1.388 kandidaten rechtsgeldig ingeschreven waarvan 89 allochtonen of 6%. De werkelijkheid wordt door Somers echter doelbewust verdraaid.
Deze positieve cijfers zijn het resultaat van het diversiteitbeleid in Mechelen: van de gemeentelijke diensten, de verenigingen van en voor allochtonen, het steunpunt tewerkstelling dat bij Rzoezie is ondergebracht en het Jobkanaal van VOKA dat recent zijn activiteiten heeft gestart. Dit zijn de harde feiten die aantonen dat in Mechelen de wil om te solliciteren heel duidelijk aanwezig is bij de allochtonen.
Dat Jean-Marie Dedecker zaken simplificeert en verdraait zodat ze beter in zijn kraam passen, weten we al langer dan vandaag. Dat Bart Somers in het tewerkstellingsdebat zich nu dezelfde manieren toemeet en als toemaatje nog eens leugens verspreidt ook, is een gevaar voor de democratie. Somers is namelijk een ‘would-be’ staatsman, burgemeester van één van de grootste steden van Vlaanderen, ex-Vlaams Minister-President en voorzitter van de partij die de premier levert. Somers lanceert daarmee zijn campagne op een manier die enkel de anti-politiek kan voeden: op basis van stemmingmakerij en leugens, op de rug van een groep die zich nauwelijks kan verdedigen. En wanneer ze zich wel verdedigen, snoert Somers hen de mond en draait hij de geldkraan toe, zoals met Rzoezie. Somers brengt met het Mechelse voorbeeld om zijn ‘arbeidsethos-verhaal’ te staven, tegelijk zijn administratie, stadspersoneel en stadsdiensten in diskrediet. Dat de vermaarde kloof tussen burger en politiek niet enkel met populisme, maar ook met eerlijkheid en vertrouwen moet gedicht worden, ontgaat de VLD-voorzitter blijkbaar.
Hatim El Sghiar
(De auteur is bestuurslid bij Kif Kif)
Bron: www.kifkif.be