_h4T3D_sE7eN
23-03-06, 13:39
Tot ieders verrassing heeft de Baskische terreurbeweging ETA een permanent staakt-het-vuren aangekondigd. Het is een vervolg op de neergang van andere, soortgelijke afscheidingsbewegingen wereldwijd zoals bijvoorbeeld de IRA. Volgens het NRC Handelsblad is de neergang van deze afscheidingsbewegingen een gevolg van de opkomst van Al Qaeda. Het is slechts een stelling, zonder enige concrete onderbouwing. Een reden die veelal wordt aangehaald voor deze ontwikkeling is het feit dat Al Qaeda zich volgens critici laat leiden door religie. Men gaat met deze simpele onderbouwing voorbij aan het feit dat al deze bewegingen in ieder geval een ideologie hebben, waarvan de oorsprong er in feite niet toedoet.
De IRA en ETA hebben hun oorsprong in de nasleep van bezettingsmachten, zoals de Engelsen een tijdlang in delen van Ierland en in het geval van de ETA, de wens om het Baskenland (een deel van Noord-Spanje en het zuidoosten van Frankrijk) af te scheiden en een eigen staat te creëren. In het geval van Al Qaeda ligt de oorsprong in de eerste aanwezigheid van Amerikaanse troepen in het Midden-Oosten, en dan met name in Saudie-Arabië. Laten we niet vergeten dat Al Qaeda is ontstaan tijdens de eerste Golfoorlog, toen de troepen van de Irakese ex-dictator Saddam Houssein uit Koeweit werden verdreven. Laten we ook niet vergeten dat de VS gigantische belangen hebben in de Koeweitse olie-industrie en dat dit de enige reden was voor de Amerikanen om zich actief te bemoeien met de Irakese invasie van Koeweit. Er zijn talloze andere oorlogen te noemen waar de Amerikanen zich niet mee bemoeiden, simpelweg omdat er geen belang bij was. Men kan dus ook niet zeggen dat de Amerikanen consequent optreden tegen iedere macht die een andere bezet, maar zich beperken tot de plaatsen waar Amerikaanse belangen in het geding komen. Een eenzijdige benadering van dit geheel zou de verleiding veroorzaken om dit een logische optelsom te noemen.
Al Qaeda zegt zich te laten inspireren door de Islam maar iedereen die ook maar een beetje verstand heeft van de basisbeginselen van iedere religie weet dat Al Qaeda ondertussen geen religieuze groepering meer is en is verworden tot een anti-politieke, anti-imperialistische en pro-terrorisme club. Al Qaeda lijkt de focus op hun eerste initiatief compleet te hebben verloren en dit alles heeft te maken met de interne ontwikkeling van verhoudingen tussen sleutelfiguren in de Al Qaeda-top. Sommige leden hebben een strikt politiek doeleinde als motivatie voor participatie aan de Al Qaeda-operaties, waar anderen zich puur laten leiden door hun religieuze overtuiging en totaal niets te maken willen hebben met een strijd buiten de Irakese, Afghaanse en Palestijnse gebieden. Zij zijn ervan overtuigd dat de strijd niet gevoerd dient te worden op plaatsen waar de strijd niet plaatsvindt (de VS, Europa en Australië), terwijl de contra-kant van deze groep juist op deze plaatsen wil toeslaan om zoveel mogelijk angst in te boezemen bij de Westerse bevolking, om op die manier druk te laten uitoefenen op hun Westerse regeringen en de terugtrekking uit de bezette gebieden te bewerkstelligen. In die context verschilt Al Qaeda helemaal niets met de IRA en de ETA, die met soortgelijke middelen terugtrekking danwel vrijgave uit en van gebieden eisen waarop zij het recht claimden. Ook in deze strijden ging dat gepaard met het maken van burgerslachtoffers.
Eerst was er de ontwapening van de IRA en nu de ETA een permanent staakt-het-vuren heeft aangekondigd, lijkt er zelfs sympathie te ontstaan voor de doeleinden van deze 2 bewegingen. Maar Al Qaeda wordt nog steeds gezien als de boosdoener. Het verschil zit hem waarschijnlijk in de publieke ruimte waar maar al te makkelijk wordt aangenomen dat Al Qaeda een strijd voert tegen een ieder die niet gelooft in God en vecht tegen de extreme secularisatie van de wereldbevolking. Niets is minder waar. Laten we niet vergeten dat de sympathie die nu voor de IRA en ETA wordt uitgesproken alles te maken heeft met een steeds groter wordende afkeer tegen het imperialisme van met name de Amerikanen, en dus niets te maken heeft met het streven om het noordelijk deel van Spanje en een deel van Zuid-Frankrijk vrij te geven aan de Basken om een eigen regering met zelfbestuur aan te stellen. Als het erop aan zou komen, zal de zittende regering in Madrid wel 2 keer nadenken, aangezien het Baskenland, samen met Catalonië, een belangrijk deel van de Spaanse economie vorm geeft.
Maar Al Qaeda lijkt ver weg te zijn van een soortgelijke sympathie. Wat zeker niet in het voordeel is van Al Qaeda, zijn de vele splintergroeperingen die wereldwijd allerlei gewelddadige acties ondernemen en dit in naam van Al Qaeda her en der op internetwebsites claimen, vaak terwijl de leiders van Al Qaeda niet eens iets afweten van de ondernomen acties.
De reguliere media hebben geen verdere toegang tot de structuren van organisaties als Al Qaeda en nemen deze informatie klakkeloos over van deze websites, zonder enige authenticiteit te checken. Dat laatste is dan ook vrijwel onmogelijk, des te meer de Amerikanen juist dit soort berichtgevingen volledig in hun voordeel benutten door de gereguleerde media dit breed te laten uitmeten en de bevolking van de VS op die manier steeds maar weer een soort van onderbouwingarme rechtmatigheid van de oorlogen in Afghanistan en Irak verschaffen. Maar ook de Amerikanen zien in dat dit niet lang meer standhoudt, al was het maar door de bodemloze put die het in financieel opzicht lijkt te worden. Ideologie valt met al het geld van de wereld niet te bestrijden.
De stelling van het NRC Handelsblad, die luidt dat de neergang van organisaties zoals de IRA en de ETA alles te maken heeft met de opkomst van Al Qaeda, klopt niet. Het is puur toeval, waarmee de redactie van het NRC Handelsblad laat zien hoezeer zij ook afhankelijk zijn van ongecontroleerde informatie op puberale websites, beheerd door jonge mensen met een gebrek aan een stabiel wereldbeeld.
Tegelijkertijd lijkt ook Al Qaeda te snakken naar een soortgelijke sympathie als de ETA nu geniet. De ideologische en politieke doeleinden van zowel Al Qaeda als de ETA verschillen in essentie vrijwel niets. Ook de middelen om deze doelen te bereiken vertonen weinig afwijkingen van elkaar. Het feit dat de ETA en de IRA de strijd hebben opgegeven heeft daarentegen alles te maken met het gebrek aan nieuwe aanwas. Waar Al Qaeda een steeds groter wordende groep sympathisanten geniet (al was het alleen maar door de economische achterstanden ten opzichte van de Westerse wereld), lijkt de potentiële aanwas voor de ETA en de IRA decadent te zijn geworden dankzij de stormachtige economische ontwikkeling die West-Europa heeft meegemaakt in de jaren ’90. De top van de ETA lijkt mede door de leeftijd van sleutelfiguren, alsmede het gebrek aan potentieel competente opvolgers, tot de conclusie te zijn gekomen dat alles wat zij hebben willen bereiken reeds bereikt is, afgezien van een zelfstandige republiek. In economisch opzicht floreert het Noorden van Spanje als nooit tevoren en ook op intellectueel vlak lijkt men een inhaalslag te hebben gemaakt. Daarnaast geldt ook de politieke bewustwording van de nieuwe generaties van de Europeanen en de groter wordende afkeer van het gebruik van geweld voor politieke doeleinden. Men mag voorzien dat de ETA op politiek en intellectueel vlak haar strijd voor een onafhankelijke Baskische republiek zal voortzetten. Men rekent op een sympathie voor Herri Batasuna, de politieke tak van de ETA, om zodoende alsnog tot de consensus te komen die de Basken voor ogen hebben.
Maar er gloort een ander gevaar: intern is de ETA verdeeld over de wapenstilstand. Een aantal leden zou tegen de wapenstilstand zijn en verder willen strijden op de manier zoals de ETA altijd heeft gedaan. Of dit succes zal hebben, is nog maar de vraag. In ieder geval is Spanje nog niet van de ETA af (zeker niet in het politieke spectrum), zoals de rest van de wereld waarschijnlijk ook nog lang zal horen van Al Qaeda. In ieder geval totdat Al Qaeda ook met een politieke en intellectuele strijd zal doorgaan en de wapens neerlegt. Wanneer dat gebeurt ben ik benieuwd of Al Qaeda op een soortgelijke sympathie kan rekenen als dat de ETA nu geniet, ondanks het feit dat beide bewegingen tot nu toe nooit hebben teruggedeinsd voor het maken van onschuldige burgerslachtoffers.
Door | Mohammed R. Jabri
Bovenstaand artikel is een vertaalde samenvatting van een essay, geschreven door Mohammed Jabri en gepubliceerd in The New York Times op 23 maart 2006. Voor de volledige essay klik op: www.nytimes.com
De IRA en ETA hebben hun oorsprong in de nasleep van bezettingsmachten, zoals de Engelsen een tijdlang in delen van Ierland en in het geval van de ETA, de wens om het Baskenland (een deel van Noord-Spanje en het zuidoosten van Frankrijk) af te scheiden en een eigen staat te creëren. In het geval van Al Qaeda ligt de oorsprong in de eerste aanwezigheid van Amerikaanse troepen in het Midden-Oosten, en dan met name in Saudie-Arabië. Laten we niet vergeten dat Al Qaeda is ontstaan tijdens de eerste Golfoorlog, toen de troepen van de Irakese ex-dictator Saddam Houssein uit Koeweit werden verdreven. Laten we ook niet vergeten dat de VS gigantische belangen hebben in de Koeweitse olie-industrie en dat dit de enige reden was voor de Amerikanen om zich actief te bemoeien met de Irakese invasie van Koeweit. Er zijn talloze andere oorlogen te noemen waar de Amerikanen zich niet mee bemoeiden, simpelweg omdat er geen belang bij was. Men kan dus ook niet zeggen dat de Amerikanen consequent optreden tegen iedere macht die een andere bezet, maar zich beperken tot de plaatsen waar Amerikaanse belangen in het geding komen. Een eenzijdige benadering van dit geheel zou de verleiding veroorzaken om dit een logische optelsom te noemen.
Al Qaeda zegt zich te laten inspireren door de Islam maar iedereen die ook maar een beetje verstand heeft van de basisbeginselen van iedere religie weet dat Al Qaeda ondertussen geen religieuze groepering meer is en is verworden tot een anti-politieke, anti-imperialistische en pro-terrorisme club. Al Qaeda lijkt de focus op hun eerste initiatief compleet te hebben verloren en dit alles heeft te maken met de interne ontwikkeling van verhoudingen tussen sleutelfiguren in de Al Qaeda-top. Sommige leden hebben een strikt politiek doeleinde als motivatie voor participatie aan de Al Qaeda-operaties, waar anderen zich puur laten leiden door hun religieuze overtuiging en totaal niets te maken willen hebben met een strijd buiten de Irakese, Afghaanse en Palestijnse gebieden. Zij zijn ervan overtuigd dat de strijd niet gevoerd dient te worden op plaatsen waar de strijd niet plaatsvindt (de VS, Europa en Australië), terwijl de contra-kant van deze groep juist op deze plaatsen wil toeslaan om zoveel mogelijk angst in te boezemen bij de Westerse bevolking, om op die manier druk te laten uitoefenen op hun Westerse regeringen en de terugtrekking uit de bezette gebieden te bewerkstelligen. In die context verschilt Al Qaeda helemaal niets met de IRA en de ETA, die met soortgelijke middelen terugtrekking danwel vrijgave uit en van gebieden eisen waarop zij het recht claimden. Ook in deze strijden ging dat gepaard met het maken van burgerslachtoffers.
Eerst was er de ontwapening van de IRA en nu de ETA een permanent staakt-het-vuren heeft aangekondigd, lijkt er zelfs sympathie te ontstaan voor de doeleinden van deze 2 bewegingen. Maar Al Qaeda wordt nog steeds gezien als de boosdoener. Het verschil zit hem waarschijnlijk in de publieke ruimte waar maar al te makkelijk wordt aangenomen dat Al Qaeda een strijd voert tegen een ieder die niet gelooft in God en vecht tegen de extreme secularisatie van de wereldbevolking. Niets is minder waar. Laten we niet vergeten dat de sympathie die nu voor de IRA en ETA wordt uitgesproken alles te maken heeft met een steeds groter wordende afkeer tegen het imperialisme van met name de Amerikanen, en dus niets te maken heeft met het streven om het noordelijk deel van Spanje en een deel van Zuid-Frankrijk vrij te geven aan de Basken om een eigen regering met zelfbestuur aan te stellen. Als het erop aan zou komen, zal de zittende regering in Madrid wel 2 keer nadenken, aangezien het Baskenland, samen met Catalonië, een belangrijk deel van de Spaanse economie vorm geeft.
Maar Al Qaeda lijkt ver weg te zijn van een soortgelijke sympathie. Wat zeker niet in het voordeel is van Al Qaeda, zijn de vele splintergroeperingen die wereldwijd allerlei gewelddadige acties ondernemen en dit in naam van Al Qaeda her en der op internetwebsites claimen, vaak terwijl de leiders van Al Qaeda niet eens iets afweten van de ondernomen acties.
De reguliere media hebben geen verdere toegang tot de structuren van organisaties als Al Qaeda en nemen deze informatie klakkeloos over van deze websites, zonder enige authenticiteit te checken. Dat laatste is dan ook vrijwel onmogelijk, des te meer de Amerikanen juist dit soort berichtgevingen volledig in hun voordeel benutten door de gereguleerde media dit breed te laten uitmeten en de bevolking van de VS op die manier steeds maar weer een soort van onderbouwingarme rechtmatigheid van de oorlogen in Afghanistan en Irak verschaffen. Maar ook de Amerikanen zien in dat dit niet lang meer standhoudt, al was het maar door de bodemloze put die het in financieel opzicht lijkt te worden. Ideologie valt met al het geld van de wereld niet te bestrijden.
De stelling van het NRC Handelsblad, die luidt dat de neergang van organisaties zoals de IRA en de ETA alles te maken heeft met de opkomst van Al Qaeda, klopt niet. Het is puur toeval, waarmee de redactie van het NRC Handelsblad laat zien hoezeer zij ook afhankelijk zijn van ongecontroleerde informatie op puberale websites, beheerd door jonge mensen met een gebrek aan een stabiel wereldbeeld.
Tegelijkertijd lijkt ook Al Qaeda te snakken naar een soortgelijke sympathie als de ETA nu geniet. De ideologische en politieke doeleinden van zowel Al Qaeda als de ETA verschillen in essentie vrijwel niets. Ook de middelen om deze doelen te bereiken vertonen weinig afwijkingen van elkaar. Het feit dat de ETA en de IRA de strijd hebben opgegeven heeft daarentegen alles te maken met het gebrek aan nieuwe aanwas. Waar Al Qaeda een steeds groter wordende groep sympathisanten geniet (al was het alleen maar door de economische achterstanden ten opzichte van de Westerse wereld), lijkt de potentiële aanwas voor de ETA en de IRA decadent te zijn geworden dankzij de stormachtige economische ontwikkeling die West-Europa heeft meegemaakt in de jaren ’90. De top van de ETA lijkt mede door de leeftijd van sleutelfiguren, alsmede het gebrek aan potentieel competente opvolgers, tot de conclusie te zijn gekomen dat alles wat zij hebben willen bereiken reeds bereikt is, afgezien van een zelfstandige republiek. In economisch opzicht floreert het Noorden van Spanje als nooit tevoren en ook op intellectueel vlak lijkt men een inhaalslag te hebben gemaakt. Daarnaast geldt ook de politieke bewustwording van de nieuwe generaties van de Europeanen en de groter wordende afkeer van het gebruik van geweld voor politieke doeleinden. Men mag voorzien dat de ETA op politiek en intellectueel vlak haar strijd voor een onafhankelijke Baskische republiek zal voortzetten. Men rekent op een sympathie voor Herri Batasuna, de politieke tak van de ETA, om zodoende alsnog tot de consensus te komen die de Basken voor ogen hebben.
Maar er gloort een ander gevaar: intern is de ETA verdeeld over de wapenstilstand. Een aantal leden zou tegen de wapenstilstand zijn en verder willen strijden op de manier zoals de ETA altijd heeft gedaan. Of dit succes zal hebben, is nog maar de vraag. In ieder geval is Spanje nog niet van de ETA af (zeker niet in het politieke spectrum), zoals de rest van de wereld waarschijnlijk ook nog lang zal horen van Al Qaeda. In ieder geval totdat Al Qaeda ook met een politieke en intellectuele strijd zal doorgaan en de wapens neerlegt. Wanneer dat gebeurt ben ik benieuwd of Al Qaeda op een soortgelijke sympathie kan rekenen als dat de ETA nu geniet, ondanks het feit dat beide bewegingen tot nu toe nooit hebben teruggedeinsd voor het maken van onschuldige burgerslachtoffers.
Door | Mohammed R. Jabri
Bovenstaand artikel is een vertaalde samenvatting van een essay, geschreven door Mohammed Jabri en gepubliceerd in The New York Times op 23 maart 2006. Voor de volledige essay klik op: www.nytimes.com