PDA

Bekijk Volledige Versie : Guantánamo / Officieel onschuldig maar toch opgesloten



Dwaalspoor
03-04-06, 00:52
Guantánamo / Onschuldig opgesloten

door Frank Kools

http://www.trouw.nl/multimedia/archive/00044/guantanamo_44625d.jpg

Voor het eerst wordt meer duidelijk over de rechtsgang in Guantánamo Bay. Sommige van de 480 gevangenen zijn officieel onschuldig verklaard, toch zitten ze nog steeds vast.
Advocaat Neil McGaraghan (36) had tot een jaar terug alleen in de krant over Guantánamo gelezen. Van het oorlogs- of internationaal recht, dat bepaalt hoe landen met gevangenen uit een gewapend conflict om moeten gaan, wist hij niets. Hij deed alleen commercieel werk. Op zijn bureau op de 19de verdieping van een kantorenkolos in het hart van Boston liggen papieren over beslechting van geschillen in de bouw.

Maar op een dag sprak een collega hem aan. „Die zei echt misselijk te worden van het nieuws over Guantánamo Bay. Dat dit in Amerika kon gebeuren. Hij wilde de partners van ons advocatenkantoor overhalen hem deels vrij te maken voor de verdediging van gedetineerden. Hij vroeg me te helpen.”

Sindsdien is er veel gebeurd. Bingham & McCutchen vertegenwoordigt intussen twaalf gevangenen. Op het hoofdkantoor in Boston werken zes man aan hun zaak. McGaraghan telt hardop: „Een paar advocaten op het kantoor in Washington helpen, één in Hartford en nog één in San Francisco.” Alles pro bono, wat betekent ’voor het algemeen goed’, gratis dus. McGaraghan besteedt een kwart van zijn tijd aan ’Gitmo’.

Het kantoor heeft een traditie van pro-bonowerk in burgerrechtenzaken en schept er eer in ook hierbij betrokken te zijn. Maar waarom deed McGaraghan mee? „Het kamp is een gevoelige nationale kwestie. Het roept juridische strijdpunten op. Hoe ver reikt de macht van de president in oorlogstijd? Die strijdpunten zullen een grote rol spelen in de ontwikkeling van het Amerikaanse recht. Het is geweldig als je daar bovenop zit.”

„Maar het humanitaire aspect speelt ook mee. Veel gedetineerden horen daar niet thuis, maar zitten al ruim vier jaar vast. Zonder dat ze aangeklaagd zijn en zonder enig uitzicht, omdat Amerika het recht claimt ze voor onbepaalde tijd vast te houden.” Hij valt stil en kijkt naar buiten, over de haven van Boston. „Ik geloof dat ik eerst de humanitaire reden had moeten noemen.”

De gedetineerden in Guantánamo Bay bevonden zich lang in een juridisch zwart gat. Washington stelde dat ze geen recht op juridische bijstand hadden. Advocaten die hen toch wilden helpen, stonden machteloos. Dat kon pas als ze de naam van de gevangene hadden en als die persoon te kennen gaf een advocaat te willen. Washington hield de namen geheim en stond amper contact toe.

De gevangenen moesten dus zelf of via familie het initiatief nemen. Zo ging het bij McGaraghans eerste twee cliënten, Abu Bakker Kassim en Adel Abdu Al-Hakim.

„Ze vroegen een medegevangene, die al wel een advocaat had, tijdens zijn onderhoud een boodschap over te brengen.”

Die advocaat speelde hun gegevens door aan het Centrum voor Constitutionele Rechten in New York, een juristenorganisatie die voor de burgerrechten opkomt. Die schakelde op haar beurt Boston in.

Hakim en Kassim bleken Oeigoeren te zijn, leden van een vervolgde moslimminderheid uit China. Niemand in Boston had ooit van de etnische groep gehoord, maar intussen zijn de advocaten experts. Hakim en Kassim hebben Boston weer de namen en verzoeken om hulp doorgespeeld van andere Oeigoeren, die ook op Cuba vastzitten. De twaalf cliënten van McGaraghan zijn allemaal Chinese moslims.

Het duurde vele maanden voordat de FBI de eerste advocaat, niet McGaraghan, en een tolk, die het Engels en Oeigoers machtig is, naar Guantánamo liet reizen. „Daar kregen we een enorme schok. Mijn collega moest met Hakim en Kassim praten terwijl zij aan een ring in de vloer van een soort isolatiecel vastgeketend zaten.”

„Pas in het gesprek ontdekte hij dat een apart militair tribunaal twee maanden eerder al besloten had dat de twee niets met terrorisme te maken hadden. Zij hadden vier jaar voor niets vastgezeten. Het aparte tribunaal had per gevangene bekeken of ze terecht als ’vijandige strijder’ uit de strijd in Afghanistan vastzaten.”

„Maar dat had de regering ons niet verteld. Sterker nog: die wekte tegenover de indruk dat het tribunaal de twee wél als vijandige strijders had aangemerkt. Hakim en Kassim hadden zelf geprobeerd ons het nieuws te laten weten, maar hun brief was de militaire controles nog niet gepasseerd. Die deed er ruim drie maanden over.”

„Ze zaten nog vast, omdat zij niet naar China teruggestuurd wilden worden. Zij zeggen dat ze daar gemarteld worden. En de regering weigerde hen in Amerika vrij te laten. Al hadden ze niets met terrorisme van doen, zij bleven een veiligheidsrisico. Washington beloofde te zoeken naar landen die hen wilden opnemen.”

Nu, ruim een jaar na hun vrijspraak, zitten ze nog altijd op Guantánamo. Geen land wil hen hebben. „Niet verwonderlijk als je eerst roept dat het gevaarlijke terroristen zijn.” McGaraghan probeert nu via de rechter hun onmiddellijke vrijlating in Amerika af te dwingen. Tot nu toe zonder succes.

Drie andere Oeigoeren zitten in hetzelfde schuitje. Van hen is alleen Saddiq Ahmad Turkistani cliënt bij Bingham. „Zijn verhaal is tragisch. Turkistani zat toen de oorlog in Afghanistan begon, in een Afghaanse gevangenis, omdat hij in 1998 een aanslag op Bin Laden zou hebben willen plegen.”

„Hij juichte toen de Amerikanen kwamen. Kort daarna zat hij geblinddoekt in een vliegtuig naar Cuba. Hij is een Oeigoer, groeide op in Saoedi-Arabië en heeft geen paspoort. Geen land wil een statenloze ex-terreurverdachte hebben.”

McGaraghan gaat volgende week voor de derde keer de drie Oeigoeren bezoeken op Guantánamo. „Bij elk bezoek zijn ze bozer en meer in de war. Zij geloven dat wij het goed met hen voor hebben. Maar ze verliezen de hoop dat er iets te doen is.”

„In het begin hebben via een noodprocedure bij de rechter hun leefsituatie wat kunnen verbeteren. De drie zijn, met nog zes andere onschuldige mannen, die ook nergens heen kunnen, overgebracht naar een eigen kamp, dat Iguana heet. Daar kunnen ze redelijk vrij bewegen. Iguana heeft een centrale ruimte, met daarin een tv, DVD en pingpongtafel. En Hakim heeft zijn zus in Zweden mogen bellen.”

„Ondanks die kleine dingen blijf ik het onbegrijpelijk vinden hoe wreed Amerika deze mensen behandelt. Waarom kan onze regering, na al haar fouten, de mensen niet humaan behandelen? Ze worden nog altijd met hun nummer aangesproken, niet met hun naam. De bewakers dragen altijd blauwe handschoenen, zodat ze niemand echt aanraken.”

McGaraghan gooit een tas met tuinierbladen op zijn bureau. „Turkistani houdt daar van. Als ik ze naar hem opstuur, komen ze soms door de militaire controles en soms ook niet. Volgende week neem ik ze mee. Dan mag hij ze inzien, maar niet houden. Mijn collega mocht Hakim een foto van zijn kinderen tonen, maar Hakim mocht die niet houden. Er zou een gecodeerde boodschap in kunnen staan. Hij was toch onschuldig?”

Van de negen andere gevangenen heeft McGaraghan er maar één ooit mogen zien. „De regering ontkent dat wij een cliënt-advocaatrelatie met hen hebben.” Vorig jaar zomer weigerde de overheid namelijk plots om verzoeken voor juridische hulp nog te erkennen die via medegevangenen naar buiten waren gekomen. Een gevangene moet nu zelf schriftelijk een advocaat aanwijzen.

Dat is bijna onmogelijk, zegt McGaraghan. „We schrijven brieven, maar die kunnen we niet als officiële juridische post sturen. Ze moeten bij de gewone post. Dan weet je nooit of ze die wel krijgen.” Een rechter veroordeelde recent het regeringsbeleid. McGaraghan denkt nu snel ook die andere cliënten te mogen spreken.

Hun situatie is anders dan die van Hakim en Kassim. Een militair tribunaal heeft wel hun status als ’vijandige strijder’ bevestigd. Het bewijs daarvoor mag de advocat niet zien. „Maar dat kan niets voorstellen. Alle Oeigoeren waren samen. Ze bouwden in een dorp in Afghanistan een eigen moskee. Ze hadden geen banden met Al Kaida of met de Taliban. Toen de oorlog begon, vluchtten ze de bergen in. Later vluchtten ze Pakistan in. Daar werden ze door een stam voor geld uitgeleverd aan de Amerikanen.”

In sommige stukken wordt gesproken over wapentraining. „Er was een AK-47. Enkele Oeigoeren heeft daarmee geoefend. Alleen om ooit hun geboortestreek van de Chinezen te kunnen bevrijden. In Amerika is met een wapen leren omgaan een grondrecht, maar Washington blijkt dat in het buitenland heel verdacht te vinden.”

„Onze cliënten tonen aan dat het officiële beeld van Guantánamo als gevangenis voor zware terroristen nergens op is gebaseerd en dat Amerika hen niet eerlijk behandelt. De Oeigoeren waren altijd samen en hebben hetzelfde verhaal. Hoe kan het dan dat het ene militaire tribunaal op grond daarvan Hakim en Kassim onschuldig noemt, en het andere besluit dat negen Oeigoeren bij terrorisme betrokken waren?”

Maar als er onder de negen toch fanatieke terroristen zitten? „Dan nog zie ik het als mijn taak de regering te dwingen zo eerlijk mogelijk te zijn. Als ze bewijzen heeft, laat die dan zien. Zoals we deden in de processen tegen de nazi’s in Neurenberg.”

„Na vier jaar hebben ze nog maar zo’n tien mensen formeel aangeklaagd. Op ongeveer 480 gevangenen is dat niet veel te noemen. Voor mij is toont dat aan dat al die bewijzen die ze tegen de rest hebben flinterdun zijn.”

McGaraghan hoopt misschien volgende week al de negen andere te mogen spreken.

Erg gemakkelijke gesprekken worden dat niet. Het Congres keurde onlangs een wet goed die het recht van de gedetineerden in Guantánamo op een normaal proces drastisch beperkt. „Abdul Sabour, de enige uit de groep die ik ooit mocht spreken, vroeg me direct wat ik voor hem kon doen, als ik zelf de onschuldige Oeigoeren al niet kon helpen. Dat vragen wij ons hier op kantoor ook vaak af.”


http://www.trouw.nl/deverdieping/overigeartikelen/article269183.ece/Guant%E1namo+%2F+Onschuldig+opgesloten

Nelis70
03-04-06, 01:07
De amerikaanse regering schendt de mensenrechten grof in deze gevangenis. Blij dat er amerikanen zijn die hun regering hiervoor ter verantwoording roepen.

Kijk, ds, zo doe je een duidelijk uitspraak.