Juliette
13-04-06, 15:13
BRUSSEL Eigen berichtgeving Anne de Graaf
TWEE NICHTEN VERPLEGEN OP EIGEN INITIATIEF BRUSSELSE DAKLOZEN
‘Het duurt soms lang eer een clochard je zijn wonden wil toevertrouwen. Hij is het niet gewend dat iemand zich nog voor hem interesseert.’ Sinds januari trekken twee nichten, de verpleegsters Emilie Meessen (25) en Sara Janssens (25), er dagelijks op uit om de wonden van de Brusselse daklozen te zalven. Toen federaal minister voor Maatschappelijke Integratie Christian Dupont (PS) onlangs van het unieke project hoorde, maakte hij onmiddellijk 61.000 euro vrij voor de straatverplegers.
‘Die glimlach diep van onder het karton volstaat om te beseffen dat we goede dingen doen.’
Er hangt een zweem van The English Patient rondom de twee vrouwen die in januari een stadslazaret vestigden achter de Matongéwijk, de heimat van de Brusselse Congolezen.
Niemand komt naar hen.
Elke dag gaan ze zelf op zoek naar de ‘gewonden van de straat’ in stations, parken, onder bruggen. Ze verplegen met een bijna mechanisch respect de dakloze. Winnen zijn vertrouwen, knippen zijn nagels, verzorgen zijn doorligwonden en ontsmetten zijn zweren.
Dronkaards en zwakzinnigen verwijzen ze met folders door naar instanties die hen beter kunnen helpen.
Emilie Meessen en Sara Janssens deden hun terreinervaring op bij korte projecten in Burkina Faso, Guyana en Mali. “We waren brousseverpleegsters, we weten wat miserie is. Maar bij onze terugkeer beseften we telkens dat er in Brussel net zoveel stumperds liggen.
Toen zijn we hier begonnen. En ontdekten we per toeval dat we nichten van elkaar zijn.”
“We staken ons licht op bij de tientallen Brusselse vzw’s die al met daklozen bezig zijn: we wilden niet ‘dubbel lopen’. Er bleek geen mobiele verplegende brigade voor de sukkels van de straat. Ook niet wereldwijd. Alleen in Canada is iemand met een soortgelijk project begonnen.”
SCHURFT
Buiten op straat beseften de nichten hoe moeilijk het is om een dakloze te overtuigen van zijn recht op verzorging. Emilie Meessen: “Sommigen laten je meteen toe in hun wereldje. Anderen niet. Vaak zijn dat mensen die het vroeger ver geschopt hadden en nu nog liever buiten slapen dan bij hun familie te moeten aankloppen. Eentje zat zelf in de humanitaire sector, had een prachtbaan en doneerde veel aan de derde wereld.
Plots liep hij hepatitis op in Mexico en moest hij daar in quarantaine.
Zijn vrouw verliet het huis met have en goed, een vriend jatte de rest. Toen hij terug kwam, had hij niks meer.”
Sara Janssens: “Anderen hebben een schop gekregen, hebben een open wonde, schurft of luizen, maar zijn niet gewend dat iemand zich daarvoor interesseert. Langdurige daklozen kweken met de jaren een ander zelfbeeld. Hun pijngrens ligt elders. Sommigen weigeren zich te laten verzorgen.
Dan kunnen we alleen preventief optreden. Als ze vlooien hebben, vragen we ze hun dekens niet te delen met anderen.”
“We dringen door in hun intimiteit, de geur, de sfeer waarin ze twintig jaar (over)leven”, gaat Janssens verder. “Velen blijken incontinent en zijn daarover beschaamd.
We nemen ze mee naar de toiletten van het station, maken de letsels schoon, maar dan nog zijn de problemen niet van de baan. Je kunt bij zo’n patiënt niet zomaar een knieverband leggen. Je weet namelijk niet of je hem ooit nog terugziet. De windels, zijn ongemak...
Het zou zijn toestand alleen verergeren.”
Meessen: “Een dakloze legde ons weken lang op de rooster. Hij had een schrammetje op zijn arm en was argwanend, op het botte af. Later vernamen we dat hij overal reclame voor ons had gemaakt, dat het milieu ons ‘toestond’.”
UIT EIGEN ZAK
Tot vorige week betaalden de verpleegsters alles uit eigen zak, af en toe geruggensteund door de Rotaryclub en Apothekers zonder Grenzen.
Toen federaal minister voor Maatschappelijke Integratie Christian Dupont (PS) onlangs van het project hoorde, maakte hij onmiddellijk 61.000 euro vrij “voor de zusters van de straat”.
Voor het eerst konden Meessen en Janssens naar een lokaal uitkijken om hun Isobetadine, thermometers, bloeddrukmeters en windels op te bergen. Janssens: “Dupont gaf ons een hoop centen.
Van het bedrag kunnen we onszelf betalen, het project vorm geven.
Dan komt het eropaan te kijken wat nog nodig is. We hebben net de winter achter de rug, de gekloofde vingers, de onderkoelingen, de depressies. Veel depressies.
Maar de lente komt eraan, de daklozen komen uit hun stulpjes en zwerven naar hun zomerverblijf: de parken. Ander seizoen, andere kwaaltjes. Misschien moeten we eens kijken wat een tekentang kost.”
www.infirmiersderue.be
TWEE NICHTEN VERPLEGEN OP EIGEN INITIATIEF BRUSSELSE DAKLOZEN
‘Het duurt soms lang eer een clochard je zijn wonden wil toevertrouwen. Hij is het niet gewend dat iemand zich nog voor hem interesseert.’ Sinds januari trekken twee nichten, de verpleegsters Emilie Meessen (25) en Sara Janssens (25), er dagelijks op uit om de wonden van de Brusselse daklozen te zalven. Toen federaal minister voor Maatschappelijke Integratie Christian Dupont (PS) onlangs van het unieke project hoorde, maakte hij onmiddellijk 61.000 euro vrij voor de straatverplegers.
‘Die glimlach diep van onder het karton volstaat om te beseffen dat we goede dingen doen.’
Er hangt een zweem van The English Patient rondom de twee vrouwen die in januari een stadslazaret vestigden achter de Matongéwijk, de heimat van de Brusselse Congolezen.
Niemand komt naar hen.
Elke dag gaan ze zelf op zoek naar de ‘gewonden van de straat’ in stations, parken, onder bruggen. Ze verplegen met een bijna mechanisch respect de dakloze. Winnen zijn vertrouwen, knippen zijn nagels, verzorgen zijn doorligwonden en ontsmetten zijn zweren.
Dronkaards en zwakzinnigen verwijzen ze met folders door naar instanties die hen beter kunnen helpen.
Emilie Meessen en Sara Janssens deden hun terreinervaring op bij korte projecten in Burkina Faso, Guyana en Mali. “We waren brousseverpleegsters, we weten wat miserie is. Maar bij onze terugkeer beseften we telkens dat er in Brussel net zoveel stumperds liggen.
Toen zijn we hier begonnen. En ontdekten we per toeval dat we nichten van elkaar zijn.”
“We staken ons licht op bij de tientallen Brusselse vzw’s die al met daklozen bezig zijn: we wilden niet ‘dubbel lopen’. Er bleek geen mobiele verplegende brigade voor de sukkels van de straat. Ook niet wereldwijd. Alleen in Canada is iemand met een soortgelijk project begonnen.”
SCHURFT
Buiten op straat beseften de nichten hoe moeilijk het is om een dakloze te overtuigen van zijn recht op verzorging. Emilie Meessen: “Sommigen laten je meteen toe in hun wereldje. Anderen niet. Vaak zijn dat mensen die het vroeger ver geschopt hadden en nu nog liever buiten slapen dan bij hun familie te moeten aankloppen. Eentje zat zelf in de humanitaire sector, had een prachtbaan en doneerde veel aan de derde wereld.
Plots liep hij hepatitis op in Mexico en moest hij daar in quarantaine.
Zijn vrouw verliet het huis met have en goed, een vriend jatte de rest. Toen hij terug kwam, had hij niks meer.”
Sara Janssens: “Anderen hebben een schop gekregen, hebben een open wonde, schurft of luizen, maar zijn niet gewend dat iemand zich daarvoor interesseert. Langdurige daklozen kweken met de jaren een ander zelfbeeld. Hun pijngrens ligt elders. Sommigen weigeren zich te laten verzorgen.
Dan kunnen we alleen preventief optreden. Als ze vlooien hebben, vragen we ze hun dekens niet te delen met anderen.”
“We dringen door in hun intimiteit, de geur, de sfeer waarin ze twintig jaar (over)leven”, gaat Janssens verder. “Velen blijken incontinent en zijn daarover beschaamd.
We nemen ze mee naar de toiletten van het station, maken de letsels schoon, maar dan nog zijn de problemen niet van de baan. Je kunt bij zo’n patiënt niet zomaar een knieverband leggen. Je weet namelijk niet of je hem ooit nog terugziet. De windels, zijn ongemak...
Het zou zijn toestand alleen verergeren.”
Meessen: “Een dakloze legde ons weken lang op de rooster. Hij had een schrammetje op zijn arm en was argwanend, op het botte af. Later vernamen we dat hij overal reclame voor ons had gemaakt, dat het milieu ons ‘toestond’.”
UIT EIGEN ZAK
Tot vorige week betaalden de verpleegsters alles uit eigen zak, af en toe geruggensteund door de Rotaryclub en Apothekers zonder Grenzen.
Toen federaal minister voor Maatschappelijke Integratie Christian Dupont (PS) onlangs van het project hoorde, maakte hij onmiddellijk 61.000 euro vrij “voor de zusters van de straat”.
Voor het eerst konden Meessen en Janssens naar een lokaal uitkijken om hun Isobetadine, thermometers, bloeddrukmeters en windels op te bergen. Janssens: “Dupont gaf ons een hoop centen.
Van het bedrag kunnen we onszelf betalen, het project vorm geven.
Dan komt het eropaan te kijken wat nog nodig is. We hebben net de winter achter de rug, de gekloofde vingers, de onderkoelingen, de depressies. Veel depressies.
Maar de lente komt eraan, de daklozen komen uit hun stulpjes en zwerven naar hun zomerverblijf: de parken. Ander seizoen, andere kwaaltjes. Misschien moeten we eens kijken wat een tekentang kost.”
www.infirmiersderue.be