PDA

Bekijk Volledige Versie : Vandaag is het goede vrijdag



Marsipulami
14-04-06, 09:47
Goede Vrijdag

Kort
Goede Vrijdag is de vrijdag vóór Pasen. De Kerk herdenkt dat Jezus Christus werd gegeseld en, aan het kruis genageld, stierf. Door zijn kruisdood, zo leert de kerk, heeft Jezus Christus ons van onze zonden verlost.

Goede dag
Goede Vrijdag is de droevigste dag van het Kerkelijk jaar in het algemeen en van het Paasfeest in het bijzonder. Het lijden en sterven van Jezus staan centraal. Toch spreekt de Kerk van ‘Goede' Vrijdag. Het woord ‘Goede’ herinnert er namelijk aan dat Jezus is gestorven om ons van onze Zonden te verlossen.

Offer
Er zijn veel overeenkomsten tussen het Christelijke Pasen en het Joodse Pesach. Op Goede Vrijdag wordt dit, net als op Witte Donderdag, goed duidelijk. Tijdens Pesach slachtten de Joden een paaslam, om zich van dood en ellende te vrijwaren. Op Goede Vrijdag is Jezus voor de christenen het paaslam: Hij is het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt.

Passio
Tijdens hun Pesachfeest herdenken de Joden dat God hen uit de Egyptische slavernij heeft geleid. Daarbij staat de doorgang door de Rode Zee centraal. Het Latijnse woord voor ‘doorgang’ is passio. Ook de lijdensgeschiedenis van Jezus wordt vaak aangeduid met de term passio, in het Nederlands: Passie. De passie van Christus is de doorgang die hij, door lijden en sterven, naar zijn Verrijzenis heeft gemaakt.

Kajafas
De gebeurtenissen van Goede Vrijdag komen in de vier evangeliën in grote lijnen overeen. De Joodse schriftgeleerden, aangevoerd door hogepriester Kajafas, beschuldigen Jezus van godslastering. Aangezien zij Jezus' dood wensen, en zij hem als Joden zelf niet ter dood mogen brengen, leveren zij hem uit aan de Romeinse stadhouder Pilatus.

Pilatus
Het valt de Romein Pilatus zwaar om Jezus te veroordelen. Meerdere malen maakt hij de Joodse aanklagers duidelijk geen schuld te kunnen vinden in deze zogenaamde ‘koning der Joden’. Hij laat de Joden zelfs kiezen tussen de vrijlating van Jezus of die van de gevreesde rover Barabas. De menigte kiest voor Barabas. Pilatus laat Jezus dan geselen, en toont hem, getooid met doornenkroon en purperen kleed, aan de menigte: "Zie, de mens" (Latijn: Ecce homo). De menigte heft daarop een dreigend "Kruisig hem" aan. Uiteindelijk geeft Pilatus toe: Jezus zal aan het kruis ter dood worden gebracht. Gelaten wast de Romein zijn handen, zeggende "Ik ben onschuldig aan dit bloed. U moet het zelf maar zien." (Matt. 27, 24) Hier komt de uitdrukking ‘zijn handen in onschuld wassen’ vandaan.

"Heden is het ‘Hosanna!’, morgen ‘Kruisig hem!’"
De traditie leert dat de menigte die bij Pilatus het "Kruisig hem!" uitroept, dezelfde menigte is die nog geen week eerder, op Palmzondag, Jezus met een luid "Hosanna!" in Jeruzalem heeft ingehaald. Hier komt de Nederlandse uitdrukking "Heden is het ‘Hosanna!", morgen ‘Kruisig hem!" vandaan, die in het verleden vaak gebruikt werd om de onbestendigheid van de volksgunst te illustreren.

Naar Golgotha
Jezus begint na het oordeel van Pilatus aan zijn gang naar Golgatha, de schedelvormige berg – letterlijk: Schedelplaats – die even buiten de stad ligt. Hij wordt beschimpt en mishandeld door de soldaten die hem meevoeren. De Bijbel vermeldt over deze weg naar het kruis slechts dat Simon van Cyrene, een toeschouwer, wordt ingeschakeld om het kruis voor Jezus te dragen en dat Jezus een aantal wenende vrouwen toespreekt.

Kruisiging
Jezus wordt, boven op de schedelberg aangekomen, aan het kruis genageld. Aan weerszijden hangt een misdadiger. Eén van hen bekeert zich ter plekke. Soldaten verloten de kleren van Jezus, geven hem zure wijn, bespotten zijn machteloosheid en voorzien zijn kruis van het opschrift "Koning der Joden".



Overlijden
De laatste woorden die Jezus aan het kruis spreekt zijn niet in alle evangeliën gelijk. Lucas laat Jezus de geest geven met de woorden: "Vader, in uw handen leg ik mijn geest". Volgens Johannes, die veel nadruk legt op de vervulling der Schrift door deze gebeurtenissen, sterft Jezus terwijl hij zegt: "Het is volbracht". Dit is een verwijzing naar de laatste regel van Psalm 22.

"Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?"
Marcus en Matteüs benadrukken de vervulling van de Schrift evenzeer als Johannes, door Jezus te laten uitroepen: "Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?". Deze uitroep vormt het wanhopige begin van Psalm 22, een gebedstekst die als geheel juist blijk geeft van het grootst mogelijke Godsvertrouwen. Veel commentatoren ontgaat het belang van Psalm 22 in dit verband. Als zij lezen dat Jezus op de drempel van zijn Kruisdood heeft geroepen "Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?", willen zij deze uitroep nogal eens duiden als een moment van Godsverlatenheid. Marcus en Mattheus willen hier juist het tegendeel uitdrukken.

Natuur in opstand
Nadat Jezus, de Zoon van God, aan het Kruis is gestorven, komt de natuur in opstand: de zon wordt verduisterd, de aarde beeft en het voorhangsel van de Joodse tempel scheurt doormidden.

Begrafenis
Jozef van Arimathéa, lid van de Joodse raad en in het geheim een volgeling van Jezus, gaat tegen de avond naar Pilatus. Deze willigt het verzoek van Jozef om Jezus’ lichaam mee te nemen in. Jozef wikkelt het lichaam van Jezus in linnen. Onder het toeziend oog van enkele van Jezus’ vrouwelijke bekenden legt Jozef het lichaam vervolgens in een in de rotsen uitgehouwen graf, en wentelt daarna een grote steen voor de ingang.

Plechtigheid
De liturgische plechtigheid ter herdenking van de kruisdood van Jezus wordt op Goede Vrijdag bij voorkeur gehouden rond drie uur in de middag, het tijdstip waarop Christus stierf. In de kerk is de Godslamp gedoofd, ten teken van de afwezigheid van het Lichaam van Christus in het Tabernakel. Het altaar is volledig kaal, dus ontdaan van kruis, kandelaren en iedere verdere aankleding. De liturgische kleur is rood: een verwijzing naar het lijden en het vergoten bloed van Christus.

Drievoudige verbeelding
Lijden en dood van Jezus Christus worden op Goede Vrijdag in de liturgie drievoudig ‘verbeeld’: in de dienst van het woord, in de kruisvertoning en -verering en in het ontvangen van de hostie in een communieviering. Paus Benedictus XIV (1740-1758) schreef hierover: "Alle ceremoniën hebben thans tot doel om ons Jezus’ lijden levendig voor ogen te brengen en onze harten bij die aanblik te beroeren, opdat wij ons bereid maken om van de vrucht van Zijn lijden ons deel te mogen ontvangen".

Dienst van het woord
Tijdens de Dienst van het Woord op Goede Vrijdag staat het lijdensverhaal volgens Johannes centraal. Johannes toont met zijn Evangelie aan dat Jezus Christus de Messias was, over wie reeds in het Oude Testament werd geprofeteerd. Om dit te bevestigen gaat in de kerk aan de lezing van Johannes een lezing uit het oudtestamentische boek Jesaja vooraf. De voorbeden in de dienst van het woord van de Goede Vrijdag zijn zeer uitgebreid.

"Kruisig hem'"
Het is in veel parochies gebruikelijk om de gelovigen ook een rol te geven in de lezing van het lijdensverhaal volgens Johannes. Zij nemen daarbij de uitroepen van de menigte voor hun rekening. Vooral het herhaalde malen gezamenlijk uitspreken van de woorden "Kruisig hem", versterkt bij de aanwezigen het besef dat iedereen, door te zondigen, schuld heeft aan Christus' dood.

Kruisverering
De ceremonie van de kruisverering vindt haar oorsprong in Jeruzalem. Aetheria, de pelgrim van Bordeaux (385) verhaalt het volgende:
"Het ware Kruis des Heren, dat door de H. Helena gevonden was, werd op Goede Vrijdag door allen vereerd. Het kruis werd op een tafel gelegd, waarachter de bisschop gezeten was, die zijn handen op het boveneinde van het kostbare Relikwie legde".
Vanuit Jeruzalem verspreidde het gebruik zich naar Constantinopel en naar die steden van het Byzantijnse rijk, waar men een partikel (een deel) van het H. Kruis bezat. Paus Sergius de I, een Byzantijn van geboorte, voerde in de zevende eeuw de plechtigheid in Rome in. Nog altijd viert de paus Goede Vrijdag in de kerk van het H. Kruis te Rome. Daar worden grote kruisrelikwieën en enige van Golgotha afkomstige grond bewaard.

Corpus Christi
Oorspronkelijk werd in de kruisverering alleen het ware Kruis van Christus of een voornaam partikel daarvan vereerd. De gewoonte ontstond om het partikel aan een volledig kruisbeeld te hechten. Toen de ceremonie van kruisverering zich vanuit Rome over West-Europa verspreidde, was niet voor iedere kerk meer een partikel beschikbaar. In plaats van een kruis met aangehechte Relikwie werd voortaan vaak een gewoon kruis met een gebeeldhouwd lichaam van Christus – een zogeheten Corpus Christi - gebruikt.

Indrukwekkend
De kruisceremonie is in ieder kerkgebouw indrukwekkend. Als het goed is, is er in het kerkgebouw op het moment van de ceremonie namelijk maar één enkel kruisbeeld zichtbaar. Alle overige kruisbeelden zijn na de avondmis van Witte Donderdag uit de kerk verwijderd of tenminste bedekt. In de kruisceremonie van Goede Vrijdag kan het kruis daardoor worden binnengedragen en vereerd, als was het een fonkelnieuw symbool van de dood die Christus voor ons gestorven is.

Vertoning van het kruis
De kruisceremonie begint met de kruisvertoning. Deze kan op verschillende manieren worden vormgegeven. Vaak wordt het altaarkruis in processie door de priester of diaken de kerk binnengedragen, begeleid door acolieten die kandelaars met brandende kaarsen dragen. Op verschillende momenten wordt het kruis tijdens de processie ter aanbidding omhoog geheven. Tot slot wordt het kruis bij de ingang van het priesterkoor geplaatst, tussen de kandelaars.

Verering van het kruis
Op de kruisvertoning volgt de kruisverering. Daarbij is het de bedoeling dat alle aanwezigen langs het kruis trekken en dit vereren met een kniebuiging of, waar dit gebruikelijk is, een kus. Indien wegens het grote aantal aanwezigen niet iedereen naar voren kan komen, gaat de priester op een gegeven moment met het kruis voor het altaar staan, waarbij hij het ter aanbidding korte tijd opheft. Aan het einde van de kruisverering wordt het kruis op zijn gebruikelijke plaats op het altaar geplaatst.

Communieviering
Op Goede Vrijdag - en op Stille zaterdag - wordt traditiegetrouw de Eucharistie in het geheel niet gevierd. De Kerk acht het niet passend om op de dag waarop zij het bloedig offer van Jezus herdenkt, dit onbloedig te hernieuwen in het offer van de Mis. Wel wordt de gelovigen op Goede Vrijdag de gelegenheid gegeven te Communie te gaan. Daarbij worden hosties gebruikt die tijdens de avondmis van Witte Donderdag speciaal voor de communie op Goede Vrijdag zijn geconsacreerd. Het altaar is tijdens de communieviering bedekt met Dwaal en Corporale.

Buitenliturgische devotie
Vroeg in de geschiedenis van de Kerk stond in de viering van Goede Vrijdag de symbolische betekenis van de dag centraal. In de beleving van de middeleeuwse christenen kwam echter langzaam maar zeker de herdenking van de historische gebeurtenissen op de sterfdag van Jezus centraal te staan. Dat leidde tot buitenliturgische passiespelen en boeteprocessies, die heden ten dage vooral in Zuid-Europa nog altijd een belangrijke plaats innemen. In Nederland en Vlaanderen is de kruisweg die in veel parochies op Goede Vrijdag wordt afgelegd een overblijfsel van de buitenliturgische devotie van weleer.

Kruisweg
De Kruisweg is een godsdienstoefening waarbij gelovigen symbolisch de weg afleggen die Jezus Christus op zijn sterfdag ging. Daarbij overwegen zij zijn lijden onder gebed of gezang. Het gebruik stamt uit de late Middeleeuwen en vindt zijn oorsprong in Jeruzalem. Daar bezochten pelgrims de feitelijke historische plaatsen, zoals die beschreven waren in de lijdensverhalen van het Nieuwe Testament en in andere overleveringen.

Veertien staties
Het afleggen van een kruisweg werd in de Middeleeuwen binnen de Westerse kerk aangemoedigd en nagebootst. Omdat er geen historische plaatsen konden worden aangedaan, werden afbeeldingen hiervan in de kerk aangebracht. Een kruisweg als beeldengalerij bevat veertien lijdenstaferelen, de zogenoemde staties, beginnend bij de veroordeling door Pilatus en eindigend met de graflegging. De veertien staties zijn in 1751 officieel vastgelegd.

Limburgse heuvels
Een Kruisweg kan overigens ook buiten de kerk worden opgericht. Met name tegen een heuvel laat zich een mooie kruisweg realiseren. De gelovige kan de kruisweg immers beginnen aan de voet van de heuvel, om te eindigen bij een kruis – bij voorkeur levensgroot - dat bovenaan is opgericht, als was de heuvel die beklommen wordt de Golgotha-berg. Met name in de heuvels van Nederlands en Belgisch Limburg is menige prachtige kruisweg gerealiseerd.

Druk bezocht
De kruisweg kan op Goede Vrijdag in vrijwel alle katholieke parochies of parochieverbanden worden afgelegd. De plechtigheid wordt vaak beter bezocht dan de liturgische herdenking eerder op de middag. Zo mogelijk lopen alle parochianen bij de kruisweg mee, maar in principe is het voldoende als de priester met enkele acolieten van statie tot statie gaat.

Vastendag
Goede Vrijdag is, net als Aswoensdag, een dag van verplicht Vasten en Onthouding. De Nederlandse bisschoppenconferentie heeft in 1989 in aanvulling op de canones 1251 en 1253 van het kerkelijk wetboek het volgende voorgeschreven. "Wij bepalen dat Aswoensdag en Goede vrijdag dagen van verplichte vasten en onthouding in spijs en drank zijn en dat verder het bepalen van de wijze van de beoefening van Boete en onthouding aan het eigen geweten en initiatief van de gelovigen wordt overgelaten".

wytze
14-04-06, 10:02
en de paus gaat vandaag es ff goed los.


"The Pope will deliver a blistering attack on the 'satanic' mores of modern society today, warning against an 'inane apologia of evil' that is in danger of destroying humanity.... Particular condemnation is reserved for scientific advances in the field of genetic manipulation. Warning against the move to 'modify the very grammar of life as planned and willed by God', the Pope will lead prayers against 'insane, risky and dangerous' ventures in attempting 'to take Gods place without being God'."
---
Pope condemns geneticists 'who play at being God'
By Ruth Gledhill, Religion Correspondent
The Times, April 14, 2006
http://www.timesonline.co.uk/article/0,,3-2134140,00.html

Pope Benedict XVI will deliver a blistering attack on the mores of modern society

THE Pope will deliver a blistering attack on the satanic mores of modern society today, warning against an inane apologia of evil that is in danger of destroying humanity.
In a series of Good Friday meditations that he will lead in Rome, the Pope will say that society is in the grip of a kind of anti-Genesis described as a diabolical pride aimed at eliminating the family. He will pray for society to be cleansed of the filth that surrounds it and be restored to purity, freed from decadent narcissism.

Particular condemnation is reserved for scientific advances in the field of genetic manipulation. Warning against the move to modify the very grammar of life as planned and willed by God, the Pope will lead prayers against insane, risky and dangerous ventures in attempting to take Gods place without being God.

The Pope has not actually composed the prayers for the traditional Way of the Cross, but is certain to have given his blessing to the Good Friday meditations at the Colosseum.

Their author is Archbishop Angelo Comastri, Vicar General at Vatican City. The tone of the meditations is striking in its contrast to the contemporary fashion for feel-good religion.

While some will regard their emphasis on sin and the dark side of human nature as retrograde, others will welcome them as a sign of the strong and conservative leadership that Pope Benedict XVI was elected to provide. All Roman Catholic churches and many others, including Anglican churches in the Anglo-Catholic tradition, celebrate a liturgy around the Stations of the Cross on Good Friday.

The 14 stations begin with Jesuss condemnation to death, take Christians through meditations of the Way of the Cross and the Crucifixion and end with the laying of Jesuss body in the tomb. The Pope wrote the meditations himself for last years Way of the Cross in Rome. But todays Catholic prayers, published in Italian this week and in English on the Zenit website yesterday, go further than most in their thorough denunciation of contemporary culture.

At the Third Station of the Cross, where Jesus falls for the first time, Archbishop Comastri has written: Lord, we have lost our sense of sin. Today a slick campaign of propaganda is spreading an inane apologia of evil, a senseless cult of Satan, a mindless desire for transgression, a dishonest and frivolous freedom, exalting impulsiveness, immorality and selfishness as if they were new heights of sophistication.

At the Fourth Station, where Jesus is helped by Simon the Cyrene to carry the cross, Pope Benedict and his followers will pray: Lord Jesus, our affluence is making us less human, our entertainment has become a drug, a source of alienation, and our societys incessant, tedious message is an invitation to die of selfishness.

One of the strongest meditations warns against the attack on the family. Today we seem to be witnessing a kind of anti-Genesis, a counter-plan, a diabolical pride aimed at eliminating the family.

There is a moving meditation for the Eighth Station, where Jesus meets the women of Jerusalem, describing the River of tears shed by mothers, mothers of the crucified, mothers of murderers, mothers of drug addicts, mothers of terrorists, mothers of rapists, mothers of psychopaths, but mothers all the same.

The Pope will also confront the question of evil in the world in a meditation that asks: Where is Jesus in the agony of our own time, in the division of our world into belts of prosperity and belts of poverty . . . in one room they are concerned about obesity, in the other, they are begging for charity?

Ruth Gledhill weblog http://timescolumns.typepad.com/gledhill

tukkersterror
14-04-06, 10:03
Geplaatst door Marsipulami
Goede Vrijdag

Kort
Goede Vrijdag is de vrijdag vóór Pasen. De Kerk herdenkt dat Jezus Christus werd gegeseld en, aan het kruis genageld, stierf. Door zijn kruisdood, zo leert de kerk, heeft Jezus Christus ons van onze zonden verlost.

Goede dag
Goede Vrijdag is de droevigste dag van het Kerkelijk jaar in het algemeen en van het Paasfeest in het bijzonder. Het lijden en sterven van Jezus staan centraal. Toch spreekt de Kerk van ‘Goede' Vrijdag. Het woord ‘Goede’ herinnert er namelijk aan dat Jezus is gestorven om ons van onze Zonden te verlossen.

Offer
Er zijn veel overeenkomsten tussen het Christelijke Pasen en het Joodse Pesach. Op Goede Vrijdag wordt dit, net als op Witte Donderdag, goed duidelijk. Tijdens Pesach slachtten de Joden een paaslam, om zich van dood en ellende te vrijwaren. Op Goede Vrijdag is Jezus voor de christenen het paaslam: Hij is het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt.

Passio
Tijdens hun Pesachfeest herdenken de Joden dat God hen uit de Egyptische slavernij heeft geleid. Daarbij staat de doorgang door de Rode Zee centraal. Het Latijnse woord voor ‘doorgang’ is passio. Ook de lijdensgeschiedenis van Jezus wordt vaak aangeduid met de term passio, in het Nederlands: Passie. De passie van Christus is de doorgang die hij, door lijden en sterven, naar zijn Verrijzenis heeft gemaakt.

Kajafas
De gebeurtenissen van Goede Vrijdag komen in de vier evangeliën in grote lijnen overeen. De Joodse schriftgeleerden, aangevoerd door hogepriester Kajafas, beschuldigen Jezus van godslastering. Aangezien zij Jezus' dood wensen, en zij hem als Joden zelf niet ter dood mogen brengen, leveren zij hem uit aan de Romeinse stadhouder Pilatus.

Pilatus
Het valt de Romein Pilatus zwaar om Jezus te veroordelen. Meerdere malen maakt hij de Joodse aanklagers duidelijk geen schuld te kunnen vinden in deze zogenaamde ‘koning der Joden’. Hij laat de Joden zelfs kiezen tussen de vrijlating van Jezus of die van de gevreesde rover Barabas. De menigte kiest voor Barabas. Pilatus laat Jezus dan geselen, en toont hem, getooid met doornenkroon en purperen kleed, aan de menigte: "Zie, de mens" (Latijn: Ecce homo). De menigte heft daarop een dreigend "Kruisig hem" aan. Uiteindelijk geeft Pilatus toe: Jezus zal aan het kruis ter dood worden gebracht. Gelaten wast de Romein zijn handen, zeggende "Ik ben onschuldig aan dit bloed. U moet het zelf maar zien." (Matt. 27, 24) Hier komt de uitdrukking ‘zijn handen in onschuld wassen’ vandaan.

"Heden is het ‘Hosanna!’, morgen ‘Kruisig hem!’"
De traditie leert dat de menigte die bij Pilatus het "Kruisig hem!" uitroept, dezelfde menigte is die nog geen week eerder, op Palmzondag, Jezus met een luid "Hosanna!" in Jeruzalem heeft ingehaald. Hier komt de Nederlandse uitdrukking "Heden is het ‘Hosanna!", morgen ‘Kruisig hem!" vandaan, die in het verleden vaak gebruikt werd om de onbestendigheid van de volksgunst te illustreren.

Naar Golgotha
Jezus begint na het oordeel van Pilatus aan zijn gang naar Golgatha, de schedelvormige berg – letterlijk: Schedelplaats – die even buiten de stad ligt. Hij wordt beschimpt en mishandeld door de soldaten die hem meevoeren. De Bijbel vermeldt over deze weg naar het kruis slechts dat Simon van Cyrene, een toeschouwer, wordt ingeschakeld om het kruis voor Jezus te dragen en dat Jezus een aantal wenende vrouwen toespreekt.

Kruisiging
Jezus wordt, boven op de schedelberg aangekomen, aan het kruis genageld. Aan weerszijden hangt een misdadiger. Eén van hen bekeert zich ter plekke. Soldaten verloten de kleren van Jezus, geven hem zure wijn, bespotten zijn machteloosheid en voorzien zijn kruis van het opschrift "Koning der Joden".



Overlijden
De laatste woorden die Jezus aan het kruis spreekt zijn niet in alle evangeliën gelijk. Lucas laat Jezus de geest geven met de woorden: "Vader, in uw handen leg ik mijn geest". Volgens Johannes, die veel nadruk legt op de vervulling der Schrift door deze gebeurtenissen, sterft Jezus terwijl hij zegt: "Het is volbracht". Dit is een verwijzing naar de laatste regel van Psalm 22.

"Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?"
Marcus en Matteüs benadrukken de vervulling van de Schrift evenzeer als Johannes, door Jezus te laten uitroepen: "Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?". Deze uitroep vormt het wanhopige begin van Psalm 22, een gebedstekst die als geheel juist blijk geeft van het grootst mogelijke Godsvertrouwen. Veel commentatoren ontgaat het belang van Psalm 22 in dit verband. Als zij lezen dat Jezus op de drempel van zijn Kruisdood heeft geroepen "Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?", willen zij deze uitroep nogal eens duiden als een moment van Godsverlatenheid. Marcus en Mattheus willen hier juist het tegendeel uitdrukken.

Natuur in opstand
Nadat Jezus, de Zoon van God, aan het Kruis is gestorven, komt de natuur in opstand: de zon wordt verduisterd, de aarde beeft en het voorhangsel van de Joodse tempel scheurt doormidden.

Begrafenis
Jozef van Arimathéa, lid van de Joodse raad en in het geheim een volgeling van Jezus, gaat tegen de avond naar Pilatus. Deze willigt het verzoek van Jozef om Jezus’ lichaam mee te nemen in. Jozef wikkelt het lichaam van Jezus in linnen. Onder het toeziend oog van enkele van Jezus’ vrouwelijke bekenden legt Jozef het lichaam vervolgens in een in de rotsen uitgehouwen graf, en wentelt daarna een grote steen voor de ingang.

Plechtigheid
De liturgische plechtigheid ter herdenking van de kruisdood van Jezus wordt op Goede Vrijdag bij voorkeur gehouden rond drie uur in de middag, het tijdstip waarop Christus stierf. In de kerk is de Godslamp gedoofd, ten teken van de afwezigheid van het Lichaam van Christus in het Tabernakel. Het altaar is volledig kaal, dus ontdaan van kruis, kandelaren en iedere verdere aankleding. De liturgische kleur is rood: een verwijzing naar het lijden en het vergoten bloed van Christus.

Drievoudige verbeelding
Lijden en dood van Jezus Christus worden op Goede Vrijdag in de liturgie drievoudig ‘verbeeld’: in de dienst van het woord, in de kruisvertoning en -verering en in het ontvangen van de hostie in een communieviering. Paus Benedictus XIV (1740-1758) schreef hierover: "Alle ceremoniën hebben thans tot doel om ons Jezus’ lijden levendig voor ogen te brengen en onze harten bij die aanblik te beroeren, opdat wij ons bereid maken om van de vrucht van Zijn lijden ons deel te mogen ontvangen".

Dienst van het woord
Tijdens de Dienst van het Woord op Goede Vrijdag staat het lijdensverhaal volgens Johannes centraal. Johannes toont met zijn Evangelie aan dat Jezus Christus de Messias was, over wie reeds in het Oude Testament werd geprofeteerd. Om dit te bevestigen gaat in de kerk aan de lezing van Johannes een lezing uit het oudtestamentische boek Jesaja vooraf. De voorbeden in de dienst van het woord van de Goede Vrijdag zijn zeer uitgebreid.

"Kruisig hem'"
Het is in veel parochies gebruikelijk om de gelovigen ook een rol te geven in de lezing van het lijdensverhaal volgens Johannes. Zij nemen daarbij de uitroepen van de menigte voor hun rekening. Vooral het herhaalde malen gezamenlijk uitspreken van de woorden "Kruisig hem", versterkt bij de aanwezigen het besef dat iedereen, door te zondigen, schuld heeft aan Christus' dood.

Kruisverering
De ceremonie van de kruisverering vindt haar oorsprong in Jeruzalem. Aetheria, de pelgrim van Bordeaux (385) verhaalt het volgende:
"Het ware Kruis des Heren, dat door de H. Helena gevonden was, werd op Goede Vrijdag door allen vereerd. Het kruis werd op een tafel gelegd, waarachter de bisschop gezeten was, die zijn handen op het boveneinde van het kostbare Relikwie legde".
Vanuit Jeruzalem verspreidde het gebruik zich naar Constantinopel en naar die steden van het Byzantijnse rijk, waar men een partikel (een deel) van het H. Kruis bezat. Paus Sergius de I, een Byzantijn van geboorte, voerde in de zevende eeuw de plechtigheid in Rome in. Nog altijd viert de paus Goede Vrijdag in de kerk van het H. Kruis te Rome. Daar worden grote kruisrelikwieën en enige van Golgotha afkomstige grond bewaard.

Corpus Christi
Oorspronkelijk werd in de kruisverering alleen het ware Kruis van Christus of een voornaam partikel daarvan vereerd. De gewoonte ontstond om het partikel aan een volledig kruisbeeld te hechten. Toen de ceremonie van kruisverering zich vanuit Rome over West-Europa verspreidde, was niet voor iedere kerk meer een partikel beschikbaar. In plaats van een kruis met aangehechte Relikwie werd voortaan vaak een gewoon kruis met een gebeeldhouwd lichaam van Christus – een zogeheten Corpus Christi - gebruikt.

Indrukwekkend
De kruisceremonie is in ieder kerkgebouw indrukwekkend. Als het goed is, is er in het kerkgebouw op het moment van de ceremonie namelijk maar één enkel kruisbeeld zichtbaar. Alle overige kruisbeelden zijn na de avondmis van Witte Donderdag uit de kerk verwijderd of tenminste bedekt. In de kruisceremonie van Goede Vrijdag kan het kruis daardoor worden binnengedragen en vereerd, als was het een fonkelnieuw symbool van de dood die Christus voor ons gestorven is.

Vertoning van het kruis
De kruisceremonie begint met de kruisvertoning. Deze kan op verschillende manieren worden vormgegeven. Vaak wordt het altaarkruis in processie door de priester of diaken de kerk binnengedragen, begeleid door acolieten die kandelaars met brandende kaarsen dragen. Op verschillende momenten wordt het kruis tijdens de processie ter aanbidding omhoog geheven. Tot slot wordt het kruis bij de ingang van het priesterkoor geplaatst, tussen de kandelaars.

Verering van het kruis
Op de kruisvertoning volgt de kruisverering. Daarbij is het de bedoeling dat alle aanwezigen langs het kruis trekken en dit vereren met een kniebuiging of, waar dit gebruikelijk is, een kus. Indien wegens het grote aantal aanwezigen niet iedereen naar voren kan komen, gaat de priester op een gegeven moment met het kruis voor het altaar staan, waarbij hij het ter aanbidding korte tijd opheft. Aan het einde van de kruisverering wordt het kruis op zijn gebruikelijke plaats op het altaar geplaatst.

Communieviering
Op Goede Vrijdag - en op Stille zaterdag - wordt traditiegetrouw de Eucharistie in het geheel niet gevierd. De Kerk acht het niet passend om op de dag waarop zij het bloedig offer van Jezus herdenkt, dit onbloedig te hernieuwen in het offer van de Mis. Wel wordt de gelovigen op Goede Vrijdag de gelegenheid gegeven te Communie te gaan. Daarbij worden hosties gebruikt die tijdens de avondmis van Witte Donderdag speciaal voor de communie op Goede Vrijdag zijn geconsacreerd. Het altaar is tijdens de communieviering bedekt met Dwaal en Corporale.

Buitenliturgische devotie
Vroeg in de geschiedenis van de Kerk stond in de viering van Goede Vrijdag de symbolische betekenis van de dag centraal. In de beleving van de middeleeuwse christenen kwam echter langzaam maar zeker de herdenking van de historische gebeurtenissen op de sterfdag van Jezus centraal te staan. Dat leidde tot buitenliturgische passiespelen en boeteprocessies, die heden ten dage vooral in Zuid-Europa nog altijd een belangrijke plaats innemen. In Nederland en Vlaanderen is de kruisweg die in veel parochies op Goede Vrijdag wordt afgelegd een overblijfsel van de buitenliturgische devotie van weleer.

Kruisweg
De Kruisweg is een godsdienstoefening waarbij gelovigen symbolisch de weg afleggen die Jezus Christus op zijn sterfdag ging. Daarbij overwegen zij zijn lijden onder gebed of gezang. Het gebruik stamt uit de late Middeleeuwen en vindt zijn oorsprong in Jeruzalem. Daar bezochten pelgrims de feitelijke historische plaatsen, zoals die beschreven waren in de lijdensverhalen van het Nieuwe Testament en in andere overleveringen.

Veertien staties
Het afleggen van een kruisweg werd in de Middeleeuwen binnen de Westerse kerk aangemoedigd en nagebootst. Omdat er geen historische plaatsen konden worden aangedaan, werden afbeeldingen hiervan in de kerk aangebracht. Een kruisweg als beeldengalerij bevat veertien lijdenstaferelen, de zogenoemde staties, beginnend bij de veroordeling door Pilatus en eindigend met de graflegging. De veertien staties zijn in 1751 officieel vastgelegd.

Limburgse heuvels
Een Kruisweg kan overigens ook buiten de kerk worden opgericht. Met name tegen een heuvel laat zich een mooie kruisweg realiseren. De gelovige kan de kruisweg immers beginnen aan de voet van de heuvel, om te eindigen bij een kruis – bij voorkeur levensgroot - dat bovenaan is opgericht, als was de heuvel die beklommen wordt de Golgotha-berg. Met name in de heuvels van Nederlands en Belgisch Limburg is menige prachtige kruisweg gerealiseerd.

Druk bezocht
De kruisweg kan op Goede Vrijdag in vrijwel alle katholieke parochies of parochieverbanden worden afgelegd. De plechtigheid wordt vaak beter bezocht dan de liturgische herdenking eerder op de middag. Zo mogelijk lopen alle parochianen bij de kruisweg mee, maar in principe is het voldoende als de priester met enkele acolieten van statie tot statie gaat.

Vastendag
Goede Vrijdag is, net als Aswoensdag, een dag van verplicht Vasten en Onthouding. De Nederlandse bisschoppenconferentie heeft in 1989 in aanvulling op de canones 1251 en 1253 van het kerkelijk wetboek het volgende voorgeschreven. "Wij bepalen dat Aswoensdag en Goede vrijdag dagen van verplichte vasten en onthouding in spijs en drank zijn en dat verder het bepalen van de wijze van de beoefening van Boete en onthouding aan het eigen geweten en initiatief van de gelovigen wordt overgelaten".

Dank u mijn broeder voor de goddelijke woorden!

En de herrindering van zijn lijden aan het kruis, dat het niet voor niets zal zijn en onze zonden mogen zijn vergeven.

Wens u dan ook een prettig weekend in het Belgisch land. :blij:

Wortel
14-04-06, 10:03
Een goede en indringende Kruisweg toegewenst, Mars.
Wij vieren en beleven het Sacrum Triduum op zijn Protestants, en zijn bijgevolg niet erg gecharmeerd van de Improperia. De intensiteit van het gaan van deze weg is in Protestantse kring echter niet minder, integendeel.

Marsipulami
14-04-06, 12:27
Geplaatst door Wortel
Een goede en indringende Kruisweg toegewenst, Mars.
Wij vieren en beleven het Sacrum Triduum op zijn Protestants, en zijn bijgevolg niet erg gecharmeerd van de Improperia. De intensiteit van het gaan van deze weg is in Protestantse kring echter niet minder, integendeel.

Verliefd op het katholicisme
Verhaal van een Paasbekering


Geplaatst op 14/4 '06 om 0:42u
Door Theo Borgermans (Bron: TERTIO)


ANTWERPEN (RKnieuws.net) - Marianne Miller-Servaas, haar man en hun vier kinderen lieten zich twee jaar geleden tijdens de paaswake dopen en opnemen in de rooms-katholieke kerk. Twee jaar later blikt Marianne op die beslissing terug en vertelt ze over haar leven als overtuigd katholiek in het christelijk opinieweekblad TERTIO.


"Ik heb ooit eens gelezen dat bekeerlingen best twee jaar op een onbewoond eiland worden geplaatst om de nodige wijsheid te vergaren en anderen niet te overweldigen met hun enthousiasme. Wel, twee jaar geleden, tijdens de paaswake, werden onze vier kinderen gedoopt en mijn man en ik opgenomen in ‘volledige gemeenschap met de rooms-katholieke kerk’. Nu kan ik eindelijk mijn verhaal met jullie delen waarom ik als katholiek christen een sprankelende levensvreugde ervaar die ik daarvoor nooit voor mogelijk had gehouden.



Mijn reis naar het katholicisme ging me in het begin niet zo voor de wind. Eerst moest ik heel wat vooroordelen overwinnen. Ik was diep geworteld in de evangelisch-protestantse gemeenschap. Samen met mijn man werkte ik al jarenlang met hart en ziel voor een evangelisch-protestantse studentenvereniging, eerst op de Filipijnen, dan in Vlaanderen. Mijn beste vrienden en meest zingevende relaties lagen daar. Het is daarom niet te verwonderen dat onze bekering wederzijds de nodige pijn bracht. Wat trok me dan toch zo aan, dat ik bereid was de eerste helft van mijn leven achter te laten, werk en vriendschappen te verliezen, en een nieuwe onbekende weg te volgen?



Hét ogenblik waarop ik zeker wist dat ik katholiek wilde worden, kwam, niet toevallig, tijdens de eerste paaswake die ik in mijn leven bijwoonde, drie jaar geleden bij de monastieke gemeenschap van Jeruzalem in Sint-Gillis. Vrienden hadden me daarop uitgenodigd en ik was wat aarzelend meegegaan. Tijdens de viering begon iets almaar luider in mij te zingen en kreeg ik de rotsvaste overtuiging dat dit voor mij ‘thuiskomen’ was. Twee momenten maakten me zo blij dat het bijna lichamelijk pijn deed: de consecratie van het brood en de wijn, en de litanie van de heiligen. Ik voelde me niet alleen intens met God en de kerk verbonden, ik wist me ook echt gedragen door die eeuwenlange geloofsgemeenschap.

Hiermee raak ik aan het hart van de aantrekkingskracht die het katholicisme op mij heeft. Om het heel eenvoudig te zeggen: het katholicisme reikt zoveel middelen aan waarin ontmoetingen met God en met elkaar kunnen plaatsvinden. In de katholieke kerk weet ik me stevig verankerd in Gods liefde, opgenomen in de hele gemeenschap van gelovigen. Het hangt zoveel minder af van mijn individuele inzet of gevoelens. Daardoor ervaar ik een innerlijke rust die me meer in staat stelt open te staan voor God en voor anderen.



Wat bedoel ik hier nu concreet mee? Het katholicisme stelt je in staat Christus niet alleen te ontmoeten in en door het Woord, maar ook wezenlijk in de sacramenten. Neem nu de eucharistie. Het werd me duidelijk hoe anders ik die als katholiek beleef – in vergelijking met mijn protestantse verleden – toen ik merkte dat ik altijd verlang naar het deelnemen aan de eucharistie. Het evangelisch-protestantse avondmaal voelde anders aan. Het vroeg te veel inspanning van mijn verbeelding om elke keer de dood en verrijzenis van Jezus alleen spiritueel te herdenken. De katholieke nadruk op de wezenlijke aanwezigheid van Christus in brood en wijn, hoe mysterieus ook, blijven voor mij wonderlijk en versterkend. Het is heel bijzonder om in de eucharistie Christus op een intieme, tastbare manier tot mij te laten komen. Ik zou het niet meer willen missen.



Dan is er het sacrament van de verzoening. Als evangelisch-protestant deed ik ook aan schuldbelijdenis, maar dan als een rechtstreeks onderonsje tussen God en mezelf. Nu ervaar ik biechten als iets dierbaars en helends, juist omdat het gebeurt voor een priester die in naam van Christus en de kerk mij vrij laat spreken. De vier of vijf keer dat ik tot nu toe ben gaan biechten, waren ontroerende en bevrijdende momenten waarin ik me niet alleen intens geliefd wist, maar waar die liefde tot het diepste van mijn binnenste doordrong en mij daadwerkelijk veranderde. Ik voelde me, in de aanwezigheid van het aandachtige luisteren van de priester, ook ernstig genomen door de reële kerkgemeenschap.



Iets anders dat rijkelijk tot me spreekt, is het kerkelijke jaar. Het ritme van gewone tijden en hoogtijden, van advent en vasten, helpen niet alleen mij, maar ons hele gezin het christelijke verhaal meer intens te beleven. Ook hier wordt ons zoveel gegeven. Ik geniet eveneens van de wekelijkse misvieringen, niet het minst omdat het allemaal zo lichamelijk is. Ik hoor, zie, tast, smaak en ruik wat heilig en kostbaar is. Ik kan mijn eerbied tot God uiten door te staan, te zitten, te buigen en te knielen en door mijn stem te gebruiken in zang en gebed. Al die dingen dragen bij tot de pracht van het samenzijn bij God.



Maar het is niet alleen de boeiende gegevenheid van het katholicisme die mij aantrekt. Het is ook de actieve participatie die mogelijk is. Soms krijg ik de reactie dat het vreemd is dat ik als ‘vrouw’ katholiek wilde worden. De onmogelijkheid om op dit moment als vrouw te worden gewijd, ligt aan de oorsprong van dat onbegrip. Mijn ervaring is juist dat ik als vrouw veel meer ruimte krijg om mezelf te zijn en me te uiten dan ooit tevoren, vooral, maar zeker niet uitsluitend, op intellectueel gebied.

Trouwens, als ik iets zou aanduiden als een allereerste interesse in het katholicisme, dan zou het zijn sterke intellectuele traditie zijn. Het is eigen aan het katholicisme voortdurend bereid te zijn in gesprek te gaan met alles wat ons mens-zijn raakt. Ik denk hier bijvoorbeeld aan het oprechte denken en worstelen met de betekenis van de spirituele en morele kracht in andere religies, of de eeuwenlange interesse in filosofie en kunst. Niet dat dit altijd moeiteloos of zonder spanning verloopt, maar die openheid is wel fundamenteel voor het katholicisme. Het is moeilijker voor het evangelisch-protestantisme – met de nadruk op ‘alleen de Bijbel’ – om diezelfde openheid te handhaven.

Dat brengt me tot iets dat daarmee is verbonden. Wat voor mij de doorslag gaf in het kiezen voor de katholieke, en niet voor bijvoorbeeld de anglicaanse kerk, had te maken met het leergezag en de paus. Waarom?

Ik vind het bijzonder mooi dat eenheid in het katholicisme wordt geuit in een ‘persoon’ – de bisschop van Rome. Dat schept een aantrekkelijke concreetheid en zichtbaarheid die iets diep menselijks heeft. Het verklaren van eenheid in specifieke confessionele geloofsverklaringen, zoals in het protestantisme, is niet alleen minder krachtig, het leidt ook tot verdeeldheid. Meer nog, ik merk, zeker in mijn theologische studies, dat de realiteit van het leergezag en de paus de juiste vorm van stabiliteit brengen die creativiteit en vitaliteit mogelijk maakt. Door voortdurend rekening te moeten houden met een objectief element in het leergezag, kan ik niet anders dan dieper gaan. Als ik het niet eens ben met het leergezag of de paus, moet ik dat heel goed kunnen staven. Mijn eigen ideeën, en die van mijn collega-theologen, krijgen daardoor minder gewicht en dat lijkt me heel gezond.



Kardinaal John Henry Newman heeft ooit gezegd dat de kerk klaar moet zijn voor bekeerlingen en de bekeerlingen voor de kerk. Voor ons bracht onze weg naar het katholicisme groeiende vreugde, maar ook wel verdriet. Ik zal nooit vergeten hoe eenzaam die maanden voor onze ontvangst in de kerk waren: stilletjes achteraan zitten tijdens vieringen en nooit een gevoel van welkom ervaren. De hulp die we kregen om over protestantse drempels heen te komen en eenvoudige dingen te leren zoals het maken van een kruisteken, kwam van internationale vrienden, niet van een plaatselijke parochie of gemeenschap. De eerste Vlaamse priester met wie we spraken over ons verlangen katholiek te worden, gaf eerlijk toe dat hij niet wist wat hij met ons moest doen. De uitdaging tot degelijke volwassenencatechese, die niet alleen intellectueel maar ook liturgisch vormt, schreeuwt in Vlaanderen.



Maar voor mij ligt ook een uitdaging. Ik ben verliefd geworden op het katholicisme. Zelfs na twee jaar moet ik nog leren hoe dat in de praktijk wordt omgezet binnen de specifieke context van de kerk in Vlaanderen. Het is fijn een gemeenschap te hebben gevonden waarin ik me in vrijheid aan zo’n leerproces kan overgeven. Een gemeenschap waarin ik niet alleen kan groeien, maar die ook openstaat voor de dingen die bekeerlingen soms scherper ervaren dan geboren en getogen katholieken. Het voelt aan als wederzijdse bevruchting.

Toen ik pas katholiek werd, wist ik met mijn blijdschap geen raad. Ik dacht dat het allemaal wel wat minder intens zou worden. Tot mijn verbazing is dat niet het geval. Het beeld dat in mij opkomt, is dat ik eerst wat heen en weer dreef in een evangelisch-fundamentalistisch aquarium, dan een tijdje in het meer van de anglicaanse kerk dook, en nu eindelijk de ruimte, speelsheid en vrijheid heb om te zwemmen in de oceaan van het katholicisme. Al het water komt van God, maar in de oceaan is zoveel te ontdekken, zoveel om van te genieten, zoveel om voor en in te leven. Ik ben God en de kerk dan ook diep dankbaar".