PDA

Bekijk Volledige Versie : De verspilling en onzin van de westerse kapitalistische wegwerpmaatschappij.



Dwaalspoor
02-05-06, 00:58
Kopen, gebruiken, weggooien en weer opnieuw beginnen: mantra van de wegwerpmaatschappij

door Nienke Ledegang

De hak van een zeer favoriete laars lag eraf, dus naar de schoenmaker. Verbazing bij de goede man: een schoen voor zoveel geld laten repareren, dat komt niet vaak meer voor. De gemiddelde consument wil toch ieder seizoen, of eigenlijk met iedere nieuwe modetrend, een nieuw paar schoenen, dus de industrie voelt zich weinig geroepen kwalitatief hoogstaand spul te leveren.
Het verklaart direct waarom die hak er zomaar vanaf kon vallen. Kopen, gebruiken, weggooien en weer opnieuw beginnen. Dat is een beetje de mantra van onze consumptiemaatschappij.

Je ziet het niet alleen bij schoenen. Producten hebben een levensduur waar je als kritische consument op zijn minst soms de wenkbrauwen bij optrekt. Koop je voor veel geld een nieuwe printer, computer of camera, dan is het model de week erop al verouderd. En erger nog: de nieuwste versie is ook goedkoper dan jouw net aangesloten, maar inmiddels al antieke exemplaar. Nog ondoorzichtiger is de levenscyclus van de mobiele telefoon. Bij een abonnement krijg je een toestel cadeau dat los honderden euro’s kost - het maakt foto’s, speelt muziek af en haalt mail binnen. Je zou wel gek zijn als je niet om het jaar een nieuw exemplaar zou incasseren bij de mobiele-telefoonboer. Ook al zou je niet wéten hoe je via de ’Bluetoothoptie’ bestanden van de telefoon van een vriend kunt ’binnenhalen’. En ook al werkte die oude eigenlijk nog prima.

„Het is een algemene trend”, signaleert Casper Boks, universitair docent duurzame productontwikkeling, faculteit Industrieel Ontwerpen aan de TU Delft. „Mensen zijn voortdurend uit op nieuwe kicks, hebben een enorme bevredigingsbehoefte.” We vinden het niet zo leuk om te horen, ook al weten we het best als we er even bij stilstaan: Het is niet zo fraai, zoals wij met onze producten omgaan. „Sterker nog: het is heel erg”, vindt hoogleraar Han Brezet, directe collega van Boks. „Zeker op de langere termijn. We maken in deze maatschappij ontzettend veel op aan materiaal en energie. En als we in dit tempo doorgaan, is de vraag of die materialen en energie er over vijftig jaar nog zijn. Mensen hebben niet in de gaten dat ze domweg aan het verspillen zijn. We zijn daar heel onverantwoordelijk in.”

Boks voegt daaraan toe: „Ergens weten we wel dat het niet goed is wat we doen, maar we hebben een groot vertrouwen in de overheid. We denken: die regelt het wel voor ons. En dan koppelen we onze individuele behoeften met het grootste gemak los van onze bezorgheid om de toekomst van de aarde.”

Gooien wij zo gemakkelijk weg omdat we al die grandioze aanbiedingen nu eenmaal niet kunnen weigeren? Of bieden producenten al dat ’meer voor minder’ omdat wij consumenten daar massaal om vragen? „Dat is een beetje een wisselwerking”, meent Henri Christiaans, hoofddocent cognitieve ergonomie en cultuur, ook aan de TU Delft. „Wij leven in een maatschappij waar winkelen vrije-tijdsbesteding is. Kopen is fun. Nederland loopt daarin trouwens voorop. Er zitten in Delft bijvoorbeeld veel Italiaanse en Spaanse studenten en die verbazen zich erover hoe gewoon het hier is om op zaterdag ’de stad in te gaan’, zonder concreet doel, puur om geld uit te geven. Tja, als het zo werkt, dan speelt de industrie daar natuurlijk op in. Daar is het tenslotte commercie voor.”

Bewustwording, zowel bij de consumenten als de industrie, zou de sleutel naar minder spilzucht zijn. Maar voor veel mensen hangt er toch een hoog geitenwollensokkengehalte om het consuminderen en duurzaam consumeren. Wie anno 2006 zijn sokken nog stopt in plaats van ze weg te gooien of wie zijn spullen bij de Kringloopwinkel koopt, kan rekenen op ietwat meewarige blikken.

Is dat een generatiekwestie? Feit is dat jongeren minder moeite hebben met het weggooien van spullen dan ouderen. Het uitruimen van de gangkast bij schoonmoeder leidde tot hilarische taferelen, waarbij de regenbroek van 30 jaar oud volgens schoonmoeder ’nog prima, niks mis mee’ was en volgens de kinderen een vies, oud vod dat ’nooit meer iemand zou aantrekken.’ Weg ermee dus. Het kost de naoorlogse generatie allemaal net iets minder moeite. Bovendien zijn jongeren nu eenmaal de belangrijkste doelgroep van al die nieuwe, hippe producten. De verleiding is groot, het aanbod is er nu eenmaal, de producten kosten soms bijna niets: je kunt het de jongste generaties bijna niet verwijten dat ze bezwijken voor nieuwe aanbiedingen.

Maar er is hoop, bezweert Boks. „De discussie over duurzaamheid wordt gelukkig steeds vaker gevoerd dan een paar jaar geleden. Misschien nog niet door de consument, maar dan toch in ieder geval door de industrie. Ik merk het aan mijn eigen studenten. Die hebben veel meer aandacht voor de ethische kant van hun toekomstige vak. Daar werken wij ook bewust aan, we zeggen tegen ze: Realiseer je dat de kans groot is dat je voor een bedrijf komt te werken dat vervuilend te werk gaat, of waar de arbeidsomstandigheden slecht zijn. Studenten pikken dat op, leren dat het belangrijk is dat bedrijven aandacht hebben voor de wereld om hen heen. En ze hebben ook steeds meer belangstelling om daar zelf aan bij te dragen.”

Brezet: „Dat geitenwollensokken-idee leeft misschien nog bij de consumenten, maar niet bij producenten. De milieubeweging is allang geïnfiltreerd in producerende bedrijven. Nederland loopt daarin zelfs voorop. Een bedrijf als Philips is pro-actief bezig met milieubewust en duurzaam produceren. Langzaam verovert dat denken de markt. Het is de bedoeling dat dat overslaat op de consument.”

Waarbij die consument, gemakzuchtig als hij is, zo nu en dan wel met oneigenlijke middelen over de streep wordt getrokken. Boks: „De spaarlamp is een goed voorbeeld. Als milieuproduct is die niet zo goed gelukt, pas toen Philips ging adverteren met ’mooi licht’ en ’voordelig in het gebruik’, werden mensen over de streep getrokken. Het besef begint door te dringen dat je mensen moet verleiden met andere argumenten dan het milieu alleen.”

Tips voor een langer gebruik van producten
Ietwat sleets is de uitdrukking, maar wáár is het wel: een beter milieu begint bij jezelf. En minder spilzucht dus ook.

Op de website van Milieu Centraal, een onafhankelijke instantie die vragen van burgers over milieukwesties beantwoordt, zijn een hoop tips te vinden, die bijdragen aan een langere levensduur van producten. Ze liggen soms erg voor de hand, maar ernaar leven doen we nog maar mondjesmaat. Een overzicht:

Koop spullen van een goede kwaliteit.
Als iets stukgaat, laat het repareren.
Onderhoud je spullen goed;
Als je spullen uiteindelijk tóch wilt weggooien: breng de spullen die je niet meer wilt -maar nog wel werken- naar de Kringloopwinkel, veilingsites of andere sites voor tweedehandsspullen.
Meer info op www.milieucentraal.nl.

http://www.trouw.nl/degids/gidsartikelen/article300596.ece/Kopen%2C+gebruiken%2C+weggooien+en+weer+opnieuw+be ginnen%3A+mantra+van+de+wegwerpmaatschappij

Door zo een wegwerpcultuur worden vele volkeren in de (derde) wereld onderdrukt en uitgemoord.

tukkersterror
02-05-06, 01:17
Geplaatst door Dwaalspoor
Door zo een wegwerpcultuur worden vele volkeren in de (derde) wereld onderdrukt en uitgemoord.


Gelul meneer dwaalspoor!!!

observer
02-05-06, 09:20
Door zo een wegwerpcultuur worden vele volkeren in de (derde) wereld onderdrukt en uitgemoord. als we niet allemaal elk jaar nieuwe prada's zouden kopen zouden we helemaal niets meer nodig hebben uit die landen en zouden ze pas echt arm zijn

Nelis70
02-05-06, 11:53
Geplaatst door tukkersterror


Nounou, ik denk dat DS hier wel een punt heeft. Ben het laatste tijd niet zo vaak meer met hem eens, en wellicht zijn er wat kanttekeningen te maken, maar de grote lijn is tragisch genoeg wel te herkennen. En wordt niet vaak genoeg aan de kaak gesteld.