PDA

Bekijk Volledige Versie : 'Orgaanhandel is geen rekensom'



Juliette
04-05-06, 10:38
Interview met moraalfilosofie Donna Dickenson

Ze werd in Amsterdam bekroond met de Spinozalens, omdat ze originele en 'te weinig gehoorde' perspectieven toevoegt aan het bio-ethische debat. Filosofe Donna Dickenson over feminisme en de handel in lichaamsweefsel.

Van wie is uw lichaam?

Vroeger was dat een ietwat wereldvreemde vraag. Vandaag niet meer. Integendeel, het is een vraag die op een grondig antwoord wacht. Dat vindt tenminste de Amerikaans-Britse filosofe Donna Dickenson. Vorige week vrijdag kreeg zij in Amsterdam de tweejaarlijkse Spinozalens uitgereikt, omdat ze er volgens de jury in geslaagd is om 'de agenda van de traditionele bio-ethiek op te rekken en perspectieven in te brengen die te weinig worden gehoord'.

Zoals bijvoorbeeld die kwestie van het eigendomsrecht over ons lichaam. Het lijkt erg complex. Als we ons lichaam bezitten, mogen we er dan zomaar onderdelen van verkopen? En als we ons lichaam niet bezitten, kunnen we dan vermijden dat dokters of anderen er misbruik van maken? Het antwoord van Dickenson: het is geen kwestie van alles of niks, er bestaat zoiets als een 'bundel van eigendomsrechten' die in verschillende situaties op verschillende manieren kunnen gelden.

Dickenson (60) werd geboren in de VS, maar vertrok begin jaren zeventig - mede uit protest tegen de Vietnamoorlog - naar het Verenigd Koninkrijk, waar ze vandaag als hoogleraar verbonden is aan de Birbeck-universiteit in Londen. Daarnaast wordt ze vaak geconsulteerd bij biomedische onderzoeksprojecten van de Europese Commissie. Haar invalshoek is die van het feminisme. Ethische vraagstukken, legt ze uit, kun je bestuderen vanuit de kantiaanse invalshoek - dan kijk je vooral naar de principes waarop een daad gebaseerd is: een goede daad is dan een daad die gebaseerd is op goede principes. Of je kunt een daad ook beoordelen op de gevolgen ervan - een goede daad is dan een daad met goede gevolgen.

'Het feministische perspectief voegt daar iets cruciaals aan toe: de machtsrelaties', legt Dickenson uit. 'Typisch voor het neoliberalisme is dat er alleen gedacht wordt in functie van vrije individuen, die afspraken kunnen maken en contracten kunnen afsluiten. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Je moet ook kijken naar de context. Een dokter staat bijvoorbeeld in een machtsrelatie ten aanzien van de patiënt. Een biotechnologisch bedrijf is machtiger dan een individu in de derde wereld. Daar moeten we rekening mee houden als we praten over het patenteren van genen, bijvoorbeeld.'

ATLETISCHE EICELLEN
Wat zijn de risico's voor vrouwen? Het beste voorbeeld van een debat waarin die feministische invalshoek zogoed als volledig ontbreekt, is volgens Dickenson dat over stamceltechnologie. 'Wat doorgaans over het hoofd wordt gezien,' zegt ze, 'is dat je voor dat onderzoek eicellen nodig hebt. En daarover moeten we toch ook enigszins bezorgd zijn. Dát hebben feministen aangekaart.' 'Mensen lijken er soms van uit te gaan dat eicellen aan de bomen groeien', lacht ze. 'Maar ik kan u verzekeren: dat doen ze niet, echt niet. De technieken waarmee eicellen worden opgepikt, zijn behoorlijk lastig voor de vrouw, en bovendien niet zonder risico. Zeker niet als er vele tientallen eicellen per cyclus worden opgepikt, wat weleens gebeurt.'

'Toen de Zuid-Koreaanse wetenschapper Hwang Woo-Suk een tijd geleden aankondigde dat hij met succes menselijke embryo's had gekloond en daaruit een aantal stamcellijnen had verkregen, was iedereen aanvankelijk geweldig enthousiast. Het moment was nabij waarop iedereen dankzij deze technieken een persoonlijke voorraad stamcellen kon laten maken, zodat alle mogelijke cellen en organen op termijn zouden kunnen worden vervangen. (grijnst) Dat is toch het traditionele verkooppraatje. Iedereen die zich daar vragen bij stelde, was tegen de wetenschap, tegen de vooruitgang. Maar je moet helemaal niet tegen de vooruitgang zijn om je een aantal vragen te stellen. Niet alleen vragen over de status van het embryo, want daarover maken een aantal mensen zich ook zorgen. Je kunt je ook alvast zorgen maken over de vraag wie dat soort behandelingen zal kunnen betalen, en wie niet. En als feministe maakte ik mij zorgen over de vraag waar Hwang Woo-Suk zijn eicellen vandaan had gehaald. Toen hij zijn resultaten publiceerde, zagen we meteen dat hij meer dan 2000 eicellen had gebruikt. Dus vroegen wij ons af: waar komen die vandaan?'

'Al snel bleek dat Hwang een aantal van zijn jonge medewerksters onder druk had gezet om hun eicellen te 'doneren', tussen aanhalingstekens. U kunt zich voorstellen hoe dat gegaan is: die vrouwen wilden hun carrière natuurlijk niet op het spel zetten en besloten waarschijnlijk daarom maar om mee te werken. Dat soort druk uitoefenen is volstrekt onethisch en onprofessioneel.'

'Die bezorgdheid over de herkomst van de eicellen leidde ertoe dat een Amerikaanse medewerker van Hwang ontslag nam, en zo begon het hele verhaal in elkaar te storten en kwam uiteindelijk ook de fraude aan het licht. Het hele onderzoek was frauduleus, en daarvoor werden ruim 2000 eicellen gebruikt. Verspild, kun je wel zeggen.'

Dat stamcelonderzoek is volgens Dickenson tot dusver enorm overschat. Er is een hype gecreëerd, zegt ze, in de eerste plaats door de biotechnologische industrie. 'Ik zeg niet dat het allemaal onzin is', zucht ze. 'Uiteraard niet. Maar ik zeg wel dat we iets sceptischer mogen zijn als men ons allerlei behandelingen probeert voor te spiegelen. Laten we er niet altijd automatisch van uitgaan dat er straks mirakels gaan gebeuren. En laten we ons ervan bewust zijn dat je voor dat soort onderzoek eicellen nodig hebt. Laten we het ethische debat dus wat opentrekken, en niet alleen praten over de status van het embryo. Maar ook over de herkomst van de eicellen.'

Hoe het dan wel moet, op een ethische manier eicellen oogsten? Moeilijke vraag, vindt Dickenson. 'Er zijn feministen die vinden dat het helemaal níét moet. Dat het helemaal niet mogelijk is om dat op een ethische manier te doen. Behalve als het de vrouw zelf ten goede komt, zoals dat uiteraard het geval is bij kunstmatige bevruchting. Maar als een dokter eicellen weghaalt bij een vrouw zónder dat daar voor die vrouw een therapeutisch voordeel aan is verbonden - wel, dat behoort helemaal niet tot de taken van een dokter. Zelf ben ik niet zo extreem. We mogen dat onderzoek niet stilleggen, we moeten pragmatisch zijn.'

'Maar laten we op zoek gaan naar mogelijke alternatieven. Er zijn vaak eicellen op overschot bij ivf-procedures ('ivf' van in-vitrofertilisatie, kunstmatige bevruchting, nvdr). Er kan gezocht worden naar technieken om die eicellen te bewaren en dan te laten delen... Op dit moment is dat helaas nog niet mogelijk. En er is vooral goed wetgevend werk nodig, om misbruik te voorkomen. Want zeker als er geld wordt betaald, is misbruik altijd mogelijk.'

En er wórdt goed geld betaald, zegt Dickenson - uiteraard vooral met het oog op een ivf-procedure voor onvruchtbare koppels: 'In de Verenigde Staten kunnen eiceldonoren tussen de 5000 en 50.000 dollar verdienen. Enfin, men noemt het donoren, maar eigenlijk zijn het verkoopsters, natuurlijk. Er bestaat een checklist van gewenste karakteristieken, die de prijs omhoogjagen: als je blond bent, groot, atletisch, muzikaal... Hoe meer punten je scoort, hoe duurder je je eicellen kunt verkopen. Er bestaan ook speciale tarieven voor Joodse vrouwen die hun eicellen willen verkopen - Joods-zijn gaat over van moeder op kind, dus onvruchtbare Joodse koppels verkiezen een Joodse eiceldonor.'

'Kortom, er groeit een globale handel in eicellen. We weten bijvoorbeeld dat Roemeense en Kroatische vrouwen hun eicellen verkopen voor koppels die naar Spanje trekken voor een ivf-behandeling - Spanje heeft op dat vlak het meest gecommercialiseerde systeem. Duitse vrouwen kopen dus eitjes in Kroatië en trekken dan naar Spanje.'

En binnenkort trekken malafide onderzoekers misschien naar Afrika, zegt Dickenson: 'Als de etnische achtergrond van de donor er niet toe doet, zoals bij kloononderzoek, dan is dat straks misschien de goedkoopste oplossing. Vreselijk, niet?'

CHINESE ORGANEN
'We moeten bijzonder beducht zijn voor dit neokolonialisme', vindt Dickenson: 'Denk ook aan de Australische firma Autogen, die met de overheid in Tonga een overeenkomst had gesloten om gebruik te mogen maken van de genetische informatie van de plaatselijke bevolking - onder meer omdat diabetes er zo vaak voorkomt, kan die informatie van groot belang zijn om nieuwe behandelingen te ontwikkelen. Het probleem is alleen dat die bevolking zelf daar vermoedelijk niet de voordelen van zal genieten. Autogen is natuurlijk vooral bezig met de westerse markt.'

En dan is er nog de handel in organen. Onlangs pleitte de Britse filosoof Julian Savulescu er in Knack nog voor om die kwestie strikt rationeel te bekijken. Als persoon X geld nodig heeft en persoon Y een orgaan, dan zijn beide partijen wellicht gebaat als X een orgaan verkoopt aan Y. Mensen verkopen per slot van rekening ook andere vormen van risico: wie een gevaarlijk beroep uitoefent, wordt daar ook extra voor betaald.

'Ik ken Savulescu goed, hij is bijzonder charmant', lacht Dickenson. 'En ik ken zijn provocerende standpunten. Maar hij vergist zich natuurlijk. Om te beginnen aanvaarden wij niet alle risico's in de markt. Er bestaan heel wat gezondheids- en veiligheidsregels. We moeten een veiligheidsgordel dragen, bijvoorbeeld. Dus het argument van volstrekt vrije keuze gaat niet op. Je mag jezelf bijvoorbeeld ook niet verkopen als slaaf. Dat zou zelfs een contradictie zijn. Als je jezelf, uit vrije keuze, tot slaaf maakt - tja, dan ben je dus niet meer vrij en kun je niet meer geacht worden uit vrije wil die situatie te aanvaarden. Het contract zou dus nietig worden verklaard, en terecht.'

Het argument van Savulescu, legt Dickenson uit, is typisch voor zogenaamde utilitaristen, die om een ethisch oordeel te vellen een soort optelsom maken van winst en verlies. 'Zij streven naar the greatest happiness for the greatest number, en maken onderweg weleens denkfouten. Het probleem is namelijk dat je niet alles tot een rekensom kunt herleiden. Je moet ook de machtsrelaties in rekening brengen.'

Kijk naar China. Er bestaat zelfs een handel in organen van mensen die daar zijn geëxecuteerd. Helemaal onaanvaardbaar, vindt Dickenson. 'Ook hier zou een strikte utilitarist weer zeggen: moet kunnen, de donor zou namelijk sowieso ter dood zijn gebracht, dus waarom zou een van zijn of haar organen niet mogen worden gebruikt om het leven van iemand anders te redden. Maar er zijn twee problemen. Ten eerste zijn veel van die nierpatiënten niet ten dode opgeschreven, omdat ze een beroep kunnen doen op nierdialyse. Dus ze zouden eventueel nog wat langer kunnen wachten op een andere donor. En ten tweede, nog veel belangrijker, bestaat het vermoeden dat die Chinese ter dood veroordeelden worden geëxecuteerd in functie van de vraag naar bepaalde organen.'

'Die handel in organen is een nieuwe vorm van kolonialisme', besluit Dickenson. 'Na de andere grondstoffen exploiteert het Westen nu ook de lichaamsweefsels van mensen in de derde wereld. Dat is een nogal groot onevenwicht, waar we goed over moeten nadenken.'



BIJ UITGEVERIJ BOOM/STICHTING INTERNATIONALE SPINOZAPRIJS VERSCHEEN ZOPAS 'DONNA DICKENSON - LICHAAM EN EIGENDOM', 103 BLZ.

DOOR JOËL DE CEULAER