Dwaalspoor
26-05-06, 12:14
Ayaan Hirsi Ali / De Verlichting dicteert niet, ze ziet nuance
door Joël Vos
Hirsi Ali en haar geestverwanten misbruiken de Verlichting. Voltaire was niet zo eendimensionaal, hij bestreed de inquisitie én het atheïsme.
Of Ayaan Hirsi Ali Nederlands staatsburger is of niet, ze is nooit ingeburgerd geweest. Zij en Trouw-redacteur Jaffe Vink zien haar strijd als de strijd van de filosoof Voltaire uit de 18de eeuw (Letter en Geest, 20 mei), maar ze verpersoonlijkt juist het tegenovergestelde. De kritische blik waarmee de media haar volgden is daarom ook niet het resultaat van de ’linkse kerk’, maar van een oer-Hollandse mentaliteit die zich aangevallen voelt. Hirsi Ali vergeet dat wij in Nederland het niet gewend zijn om ééndimensionaal te denken: ’óf je bent religieus óf je bent verlicht’. Wij zien religie en Verlichting als twee aparte dimensies die je kunt, en volgens sommigen zelfs moet, combineren. Wij geloven in ’Verlichte religie’ en niet in Ayaans ’religie van de Verlichting’ (dat is: Verlichting als enig alternatief). Dit is precies de houding van Voltaire, en niet die van Ayaan Hirsi Ali: je hoeft geen atheïst te worden om kritisch te kunnen zijn naar je eigen geloof, en onder een Hollandse hoofddoek kan ook een liberale geest schuilen.
Op het graf van Voltaire (1694-1778) staat het duidelijk: ’hij bestreed de atheïsten en de fanatiekelingen, hij inspireerde de tolerantie, hij verkondigde de rechten van de mens tegen de onderwerping aan de feodaliteit’. Voltaire’s kritiek betrof de manier waarop ’de schaamteloze’, het kerkelijk instituut, de mensenrechten schond. Zoals Voltaire de uitwassen van de Inquisitie aan de kaak stelde, doet Hirsi Ali dat in de islam, met de besnijdenis en onderdrukking van vrouwen. Terecht!
Voltaire’s kritiek leidde echter niet tot atheïsme. Er bleef een diepe religiositeit bestaan en hij stichtte zijn eigen kerk onder de naam ’deo erexit Voltaire’ (voor God opgericht door Voltaire). Zijn geloof was geen irrelevant bijproduct van zijn filosofie. Hij weigerde te kiezen tussen religie en fundamentalistische religiekritiek, en daarom bestreed hij de inquisitie én het atheïsme . De Verlichting is niet zo eendimensionaal zoals zij en velen met haar denken. De naam ’Verlichting’ wordt misbruikt voor een kritische en mondige levenshouding. Ik spreek liever van ’openheid’, en zie de Verlichting bij filosofen als Descartes, Kant en Voltaire als het project om openheid en religie te combineren.
Hirsi Ali lijkt steeds opnieuw de radicale openheid te benoemen als het enige alternatief voor dogmatische religie. Ze identificeert de islam met de letterlijke vertaling van diens naam ’overgave aan Gods wil’. De hedendaagse islam en de westerse rechtsstaat zijn voor haar ’niet verenigbaar’, en de islam is ’niet alleen door een terroristische minderheid gegijzeld’, maar volledig ’door zichzelf’. Horen we haar ook niet spreken van ’gebrek aan gezond verstand’? Overdrijft ze niet de hedendaagse betekenis van de islamitische hiërarchie van joden onder christenen onder moslimvrouwen onder moslimmannen onder imams? Waarom durft ze überhaupt de islam en het nazisme in een adem te noemen in de Volkskrant? En andersom: waarom heeft ze het zo weinig over die imams die een open religie prediken? Waarom horen we haar niet over de gematigde islam en de samenwerkingsverbanden? De mogelijkheid van een open religie brengt ze zelden ter sprake, ook niet in haar artikel uit 2001 in Trouw getiteld: ’Laat ons niet in de steek, gun ons een Voltaire’, dat zaterdag opnieuw werd afgedrukt. Haar eendimensionaliteit is de oorzaak dat ze deze mogelijkheid niet ziet. Dit heeft enorme gevolgen.
In de eerste plaats roept haar eendimensionele boodschap het gevoel op bij gelovigen, dat ze het kind met het badwater weggooit. En een gelovige die gehecht is aan zijn kind, zal niet met haar meedoen om het water uit het bad te scheppen – zoals zij hoopt – maar die zal onmiddellijk het kind uit bad halen om het krampachtig in de armen te klemmen en te beschermen. Als iemand als enig reëel alternatief voor mijn geloof alleen spreekt over radicale openheid, dan blijf ik liever religieus. Een psychologische wet.
In de tweede plaats blijkt uit empirisch onderzoek dat integratie een tweedimensionaal proces is. Er is de loyaliteit naar de eigen cultuur en religie, en aan de andere kant de aanpassing aan de nieuwe cultuur. Wie aanpassing aan het nieuwe eist zonder de loyaliteit aan het oude (voorlopig) te bewaren, stuit op verzet. Migranten die breken met hun cultuur of hun geloof, blijken meer psychische problemen te hebben en soms zelfs slechter te integreren.
In de derde plaats is de fanatieke verdediging van het eendimensionele model paradoxaal. Als je openheid als ’Het Grote Alternatief’ voor religie verdedigt, wordt jouw standpunt dan geen nieuwe religie? In hoeverre is je openheid dan nog ’open’? Kan een moslim, christen of humanist jou dan nog serieus nemen? Daarom bestrijdt Voltaire het atheïsme en het fanatisme. Zijn strijd verwordt echter niet tot een nieuwe religie, als gevolg van zijn onuitputtelijke zelfspot en zelfrelativering, waaraan het Hirsi Ali ontbreekt.
In de vierde plaats miskent zij de Hollandse poldermentaliteit. Als tweedimensionaal denker versta ik hier méér onder dan het eeuwige water schenken bij de wijn tot er een drinkbare consensus ontstaat. Het is het fundamentele besef dat we nergens komen door ons eigen standpunt als ’het eeuwig ware’ te verdedigen. Tegelijkertijd werpen we ons eigen standpunt niet onverdedigd weg. Deze mix van openheid en engagement kenmerkt onze cultuur misschien al eeuwen.
Ayaan Hirsi Ali probeert haar eendimensionale visie in een tweedimensionale cultuur door te drukken, en dat raakt aan iets fundamenteels, waar onze media op reageren door haar als een contro-versieel persoon af te schilderen.
’Is de islam zelf niet eendimensionaal,’ kan men mij tegenwerpen, ’en vraagt zij niet zelf om een ééndimensionaal antwoord?’ Misschien, maar ik weet nog niet zeker of dit voor ’De islam’ in het geheel geldt. Als psycholoog zie ik alleen dat zij op deze manier weerstand, polarisatie, en desintegratie oproept. Ik zie hoofddoekdragers die geëmancipeerder zijn dan menig niet-moslim. Ik hoor imams liberaler dan mijn protestantse dominee ooit kan zijn. Ik spreek moslims die taallessen geven. Ik voel beweging in de moslimgemeenschap. Dit is de tweedimensionale ’islam van Hollandse bodem’.
Ayaan, durf een stap verder te zetten. Heb niet alleen het lef om misstanden aan te kaarten, maar om ook de loyaliteit in de islam te bevorderen. Gun het hun om mee te doen aan ons debat waarin we wegen zoeken naar waarden en normen zonder dogmatisch te worden. Gun ons geloof en openheid tegelijk. Gun ons een Voltaire.
Drs. Joël Vos is psycholoog en filosoof en werkt aan een promotieonderzoek aan de Universiteit Leiden.
http://www.trouw.nl/deverdieping/podium/article330579.ece/Ayaan_Hirsi_Ali_De_Verlichting_dicteert_niet%2C_ze _ziet_nuance
door Joël Vos
Hirsi Ali en haar geestverwanten misbruiken de Verlichting. Voltaire was niet zo eendimensionaal, hij bestreed de inquisitie én het atheïsme.
Of Ayaan Hirsi Ali Nederlands staatsburger is of niet, ze is nooit ingeburgerd geweest. Zij en Trouw-redacteur Jaffe Vink zien haar strijd als de strijd van de filosoof Voltaire uit de 18de eeuw (Letter en Geest, 20 mei), maar ze verpersoonlijkt juist het tegenovergestelde. De kritische blik waarmee de media haar volgden is daarom ook niet het resultaat van de ’linkse kerk’, maar van een oer-Hollandse mentaliteit die zich aangevallen voelt. Hirsi Ali vergeet dat wij in Nederland het niet gewend zijn om ééndimensionaal te denken: ’óf je bent religieus óf je bent verlicht’. Wij zien religie en Verlichting als twee aparte dimensies die je kunt, en volgens sommigen zelfs moet, combineren. Wij geloven in ’Verlichte religie’ en niet in Ayaans ’religie van de Verlichting’ (dat is: Verlichting als enig alternatief). Dit is precies de houding van Voltaire, en niet die van Ayaan Hirsi Ali: je hoeft geen atheïst te worden om kritisch te kunnen zijn naar je eigen geloof, en onder een Hollandse hoofddoek kan ook een liberale geest schuilen.
Op het graf van Voltaire (1694-1778) staat het duidelijk: ’hij bestreed de atheïsten en de fanatiekelingen, hij inspireerde de tolerantie, hij verkondigde de rechten van de mens tegen de onderwerping aan de feodaliteit’. Voltaire’s kritiek betrof de manier waarop ’de schaamteloze’, het kerkelijk instituut, de mensenrechten schond. Zoals Voltaire de uitwassen van de Inquisitie aan de kaak stelde, doet Hirsi Ali dat in de islam, met de besnijdenis en onderdrukking van vrouwen. Terecht!
Voltaire’s kritiek leidde echter niet tot atheïsme. Er bleef een diepe religiositeit bestaan en hij stichtte zijn eigen kerk onder de naam ’deo erexit Voltaire’ (voor God opgericht door Voltaire). Zijn geloof was geen irrelevant bijproduct van zijn filosofie. Hij weigerde te kiezen tussen religie en fundamentalistische religiekritiek, en daarom bestreed hij de inquisitie én het atheïsme . De Verlichting is niet zo eendimensionaal zoals zij en velen met haar denken. De naam ’Verlichting’ wordt misbruikt voor een kritische en mondige levenshouding. Ik spreek liever van ’openheid’, en zie de Verlichting bij filosofen als Descartes, Kant en Voltaire als het project om openheid en religie te combineren.
Hirsi Ali lijkt steeds opnieuw de radicale openheid te benoemen als het enige alternatief voor dogmatische religie. Ze identificeert de islam met de letterlijke vertaling van diens naam ’overgave aan Gods wil’. De hedendaagse islam en de westerse rechtsstaat zijn voor haar ’niet verenigbaar’, en de islam is ’niet alleen door een terroristische minderheid gegijzeld’, maar volledig ’door zichzelf’. Horen we haar ook niet spreken van ’gebrek aan gezond verstand’? Overdrijft ze niet de hedendaagse betekenis van de islamitische hiërarchie van joden onder christenen onder moslimvrouwen onder moslimmannen onder imams? Waarom durft ze überhaupt de islam en het nazisme in een adem te noemen in de Volkskrant? En andersom: waarom heeft ze het zo weinig over die imams die een open religie prediken? Waarom horen we haar niet over de gematigde islam en de samenwerkingsverbanden? De mogelijkheid van een open religie brengt ze zelden ter sprake, ook niet in haar artikel uit 2001 in Trouw getiteld: ’Laat ons niet in de steek, gun ons een Voltaire’, dat zaterdag opnieuw werd afgedrukt. Haar eendimensionaliteit is de oorzaak dat ze deze mogelijkheid niet ziet. Dit heeft enorme gevolgen.
In de eerste plaats roept haar eendimensionele boodschap het gevoel op bij gelovigen, dat ze het kind met het badwater weggooit. En een gelovige die gehecht is aan zijn kind, zal niet met haar meedoen om het water uit het bad te scheppen – zoals zij hoopt – maar die zal onmiddellijk het kind uit bad halen om het krampachtig in de armen te klemmen en te beschermen. Als iemand als enig reëel alternatief voor mijn geloof alleen spreekt over radicale openheid, dan blijf ik liever religieus. Een psychologische wet.
In de tweede plaats blijkt uit empirisch onderzoek dat integratie een tweedimensionaal proces is. Er is de loyaliteit naar de eigen cultuur en religie, en aan de andere kant de aanpassing aan de nieuwe cultuur. Wie aanpassing aan het nieuwe eist zonder de loyaliteit aan het oude (voorlopig) te bewaren, stuit op verzet. Migranten die breken met hun cultuur of hun geloof, blijken meer psychische problemen te hebben en soms zelfs slechter te integreren.
In de derde plaats is de fanatieke verdediging van het eendimensionele model paradoxaal. Als je openheid als ’Het Grote Alternatief’ voor religie verdedigt, wordt jouw standpunt dan geen nieuwe religie? In hoeverre is je openheid dan nog ’open’? Kan een moslim, christen of humanist jou dan nog serieus nemen? Daarom bestrijdt Voltaire het atheïsme en het fanatisme. Zijn strijd verwordt echter niet tot een nieuwe religie, als gevolg van zijn onuitputtelijke zelfspot en zelfrelativering, waaraan het Hirsi Ali ontbreekt.
In de vierde plaats miskent zij de Hollandse poldermentaliteit. Als tweedimensionaal denker versta ik hier méér onder dan het eeuwige water schenken bij de wijn tot er een drinkbare consensus ontstaat. Het is het fundamentele besef dat we nergens komen door ons eigen standpunt als ’het eeuwig ware’ te verdedigen. Tegelijkertijd werpen we ons eigen standpunt niet onverdedigd weg. Deze mix van openheid en engagement kenmerkt onze cultuur misschien al eeuwen.
Ayaan Hirsi Ali probeert haar eendimensionale visie in een tweedimensionale cultuur door te drukken, en dat raakt aan iets fundamenteels, waar onze media op reageren door haar als een contro-versieel persoon af te schilderen.
’Is de islam zelf niet eendimensionaal,’ kan men mij tegenwerpen, ’en vraagt zij niet zelf om een ééndimensionaal antwoord?’ Misschien, maar ik weet nog niet zeker of dit voor ’De islam’ in het geheel geldt. Als psycholoog zie ik alleen dat zij op deze manier weerstand, polarisatie, en desintegratie oproept. Ik zie hoofddoekdragers die geëmancipeerder zijn dan menig niet-moslim. Ik hoor imams liberaler dan mijn protestantse dominee ooit kan zijn. Ik spreek moslims die taallessen geven. Ik voel beweging in de moslimgemeenschap. Dit is de tweedimensionale ’islam van Hollandse bodem’.
Ayaan, durf een stap verder te zetten. Heb niet alleen het lef om misstanden aan te kaarten, maar om ook de loyaliteit in de islam te bevorderen. Gun het hun om mee te doen aan ons debat waarin we wegen zoeken naar waarden en normen zonder dogmatisch te worden. Gun ons geloof en openheid tegelijk. Gun ons een Voltaire.
Drs. Joël Vos is psycholoog en filosoof en werkt aan een promotieonderzoek aan de Universiteit Leiden.
http://www.trouw.nl/deverdieping/podium/article330579.ece/Ayaan_Hirsi_Ali_De_Verlichting_dicteert_niet%2C_ze _ziet_nuance