Column van de week
06-06-06, 22:54
FILM LAAT ZIEN WAAR EN WAAROM HET IN INBURGERINGSCURSUSSEN MIS GAAT
INBURGEREN DOE JE ZO
Twaalf inburgerings docenten uit Tilburg ondergingen in een Marokkaans dorp wat hun cursisten hier in Nederland door moeten maken.
Een eye-opener.
Jaarlijks volgen duizenden'nieuwkomers' in Nederland een inburgeringscursus, die hen in gemiddeld anderhalf jaar in staat moet stellen om deel te nemen aan deze samenleving. De cursussen worden gegeven door de Regionale Opleidings Centra (ROC's), meestal door Nederlandse docenten. Maar dat gaat niet helemaalgoed, vindt Noureddine Erradi al
jaren.. Erradi, van Marokkaanse afkomst, is docent maatschappijoriëntatie aan het Tilburgse ROC Midden Brabant. Uiteindelijk nam hij zijn Tilburgse collega's mee naar Marokko waar zij een inburgeringscursus 'ondergingen'.
Met de film van twintig minuten die hij daarvan maakte, is hij er in één klap in geslaagd om te latenzien waar de schoen wringt. 'Ik heb totaal verkeerd ingeschat hoe moeilijk het is om je te concentreren op leerstof waar je geen enkele greep op hebt', zegt Johan Baselmans, een van de Tilburgse docenten in die film. 'Na een tijdje blokkeer je, en je laat het maar over je heenkomen.'
UIT HET HOOFD Erradi hoorde van elke lichting cursisten die de opleiding had afgerond, dat de docenten hun best hadden gedaan, maar dat ze er niet genoeg rekening mee hielden hoeveel hier vreemd voor hen was. Docenten Nederlands als Tweede Taal spraken te snel, vonden ze. En toetsen gingen voor hun gevoel niet over de afgesproken leerstof. Op grond van hun ervaring met onderwijs in eigen land verwachtten ze dat getest zou worden wat ze van die stof uit hun hoofd hadden kunnen leren. Ze hadden het idee, vertelt Erradi, dat ze nooit precies wisten waar ze aan toe waren, en óf ze wel leerden wat ze nodig hadden.
Maar Erradi kon collega's er niet van overtuigen dat er 'iets niet klopte' in de aanpak. De cursisten zelf komen uit culturen waarin het niet gebruikelijk is om kritiek te leveren op leermeesters. Ze lieten het erbij. Maar Erradi bleef bezorgd over nieuwkomers die hun motivatie kwijtraken en Nederlanders die concluderen dat 'ze niet willen integreren'.
Twaalf docenten deden mee aan de inburgeringscursus die in Telouat, een verlaten, arm dorp in de Hoge Atlas, aan de rand van de woestijn, werd gegeven. "Een soort maanlandschap", zegt Erradi. In die vreemde omgeving kregen de docenten een week lang les volgens het stramien van hun eigen inburgeringscursus: 's ochtends drie uur Arabisch als tweede taal, 's middags maatschappij-oriëntatie in het Nederlands. Hun ervaringen, en ook de film die daarvan gemaakt is, leidden tot veranderingen in het lesprogramma in Tilburg. De film - Ana ismi ina; Newcomers in Morocco -heeft inmiddels in heel Europa discussies losgemaakt.
LICHTE PANIEK De film toont de Tilburgers eerst terwijl ze voor een exotische tegelwand en met behulp van een tolk een intakegesprek 'doormaken'. Er ligt onbegrip, maar hoopvolle verwachting in hun gezichten. Dan zijn ze te zien aan houten schoolbankjes in een lagere school in het bergdorp. "Ana ismi Yosef', zegt de docent in zijn witte stofjas. Langzaam herhaalt hij: ik heet Yóoosef. Maar dan wijst hij aan welke krullen op het bord bij welk woord horen. Onbegrip, verlorenheid en lichte paniek bij zijn leerlingen.
"Het was een "chaos in mijn hoofd", zegt docente Marjon van Dorp na een les. "Als je even informatie moet verwerken, mis je meteen het volgende. En na een paar uur neem je niets meer op." Al snel zitten ze elkaar in hun eigen taal om uitleg te vragen, iets wat aan de ROC's min of meer verboden is. Nico van Dorp, directeur van de inburgeringsopleiding was skeptisch voordat hij naar Marokko ging. Om meer van de cultuur van Marokkanen in Nederland te begrijpen kan je misschien beter naar Tilburg-noord gaan, denkt hij nog steeds. Maar cultuur bleek deze keer niet zozeer het punt. Afhankelijkheid, machteloosheid is wat hij en zijn collega's in Telouat ervoeren, en een beetje onbehagen omdat de onderwijzer niets van hen wist. Van Dorp is er nu vani doordrongen hoezeer het immigranten die de taal van hun nieuwe land niet spreken én het schrif niet kennen, aan elk houvast ont breekt. "Ons enige houvast bij het leren was om zoveel mogelijk van wat we hoorden fonetisch op te schrijven." Veel heeft het hun niet geholpen, want aan het einde van de week heeft geen van de twaalf de toets gehaald.
De ervaring leidde snel tot veranderingen. Meteen na de reis heeft het ROC Midden Brabant bestaande ideeën om de taalcursus voor nieuwkomers intensiever te maken, laten varen. In de klas word niet meer zo hard gehamerd op de regel dat er tijdens de taallessen alleen Nederlands gesproken mag worden. Er is extra aandacht voor analfabeten, die zelfs het hulpmiddel van hun eigen schrift niet hebben.
MINDER IN DE KLAS Bovendien vertelt stafmedewerker onderwijs Yvonne van Voort, is in overleg met de gemeente het lesprogramma binnen een jaar grondig aangepast. Algemene taallessen zijn minder belangrijk geworden Nieuwkomers zitten minder in de klas en de lessen zijn erop gericht om in het Nederlands consument te zijn, buurtbewoner of moeder van een schoolkind. Cursisten leren bijvoorbeeld om te helpen de leesles op een lagere school voor te bereiden, 's Middags gaan ze naar winkels, buurtbewoners of werkgevers om te praten.
Met dit competentiegerichte leren heeft het ROC nu twee jaar ervaring. Daarmee loopt het vooruit op de rest van het Middelbaar Beroeps Onderwijs en op de nieuwe inburgeringswet. Het taalniveau dat vereist is voor het verkrijgen van een Nederlands paspoort (A2) halen laagopgeleiden in twee tot drie jaar, hoogopgeleiden in een jaar. Niet sneller of langzamer dai vroeger, zegt Van Voort, maar we met veel meer enthousiasme.
Erradi maakt inmiddels furore met zijn film op conferenties over volwassenenonderwijs in heel Europa. Hij krijgt veel verzoeken voor kopieën, en in IJsland zijn naar aanleiding van zijn verhaal zelfs kamervragen gesteld. Op 2 mei kreeg hij het European Quality Label, een prijs die het Europees Platform voor Onderwijs uitlooft aan een bijzonder Europees project op het gebied van volwasseneneducatie.
Auteur: Dorrit van Dalen.
Copyright: NRC Handelsblad zaterdag 3 juni 2006
INBURGEREN DOE JE ZO
Twaalf inburgerings docenten uit Tilburg ondergingen in een Marokkaans dorp wat hun cursisten hier in Nederland door moeten maken.
Een eye-opener.
Jaarlijks volgen duizenden'nieuwkomers' in Nederland een inburgeringscursus, die hen in gemiddeld anderhalf jaar in staat moet stellen om deel te nemen aan deze samenleving. De cursussen worden gegeven door de Regionale Opleidings Centra (ROC's), meestal door Nederlandse docenten. Maar dat gaat niet helemaalgoed, vindt Noureddine Erradi al
jaren.. Erradi, van Marokkaanse afkomst, is docent maatschappijoriëntatie aan het Tilburgse ROC Midden Brabant. Uiteindelijk nam hij zijn Tilburgse collega's mee naar Marokko waar zij een inburgeringscursus 'ondergingen'.
Met de film van twintig minuten die hij daarvan maakte, is hij er in één klap in geslaagd om te latenzien waar de schoen wringt. 'Ik heb totaal verkeerd ingeschat hoe moeilijk het is om je te concentreren op leerstof waar je geen enkele greep op hebt', zegt Johan Baselmans, een van de Tilburgse docenten in die film. 'Na een tijdje blokkeer je, en je laat het maar over je heenkomen.'
UIT HET HOOFD Erradi hoorde van elke lichting cursisten die de opleiding had afgerond, dat de docenten hun best hadden gedaan, maar dat ze er niet genoeg rekening mee hielden hoeveel hier vreemd voor hen was. Docenten Nederlands als Tweede Taal spraken te snel, vonden ze. En toetsen gingen voor hun gevoel niet over de afgesproken leerstof. Op grond van hun ervaring met onderwijs in eigen land verwachtten ze dat getest zou worden wat ze van die stof uit hun hoofd hadden kunnen leren. Ze hadden het idee, vertelt Erradi, dat ze nooit precies wisten waar ze aan toe waren, en óf ze wel leerden wat ze nodig hadden.
Maar Erradi kon collega's er niet van overtuigen dat er 'iets niet klopte' in de aanpak. De cursisten zelf komen uit culturen waarin het niet gebruikelijk is om kritiek te leveren op leermeesters. Ze lieten het erbij. Maar Erradi bleef bezorgd over nieuwkomers die hun motivatie kwijtraken en Nederlanders die concluderen dat 'ze niet willen integreren'.
Twaalf docenten deden mee aan de inburgeringscursus die in Telouat, een verlaten, arm dorp in de Hoge Atlas, aan de rand van de woestijn, werd gegeven. "Een soort maanlandschap", zegt Erradi. In die vreemde omgeving kregen de docenten een week lang les volgens het stramien van hun eigen inburgeringscursus: 's ochtends drie uur Arabisch als tweede taal, 's middags maatschappij-oriëntatie in het Nederlands. Hun ervaringen, en ook de film die daarvan gemaakt is, leidden tot veranderingen in het lesprogramma in Tilburg. De film - Ana ismi ina; Newcomers in Morocco -heeft inmiddels in heel Europa discussies losgemaakt.
LICHTE PANIEK De film toont de Tilburgers eerst terwijl ze voor een exotische tegelwand en met behulp van een tolk een intakegesprek 'doormaken'. Er ligt onbegrip, maar hoopvolle verwachting in hun gezichten. Dan zijn ze te zien aan houten schoolbankjes in een lagere school in het bergdorp. "Ana ismi Yosef', zegt de docent in zijn witte stofjas. Langzaam herhaalt hij: ik heet Yóoosef. Maar dan wijst hij aan welke krullen op het bord bij welk woord horen. Onbegrip, verlorenheid en lichte paniek bij zijn leerlingen.
"Het was een "chaos in mijn hoofd", zegt docente Marjon van Dorp na een les. "Als je even informatie moet verwerken, mis je meteen het volgende. En na een paar uur neem je niets meer op." Al snel zitten ze elkaar in hun eigen taal om uitleg te vragen, iets wat aan de ROC's min of meer verboden is. Nico van Dorp, directeur van de inburgeringsopleiding was skeptisch voordat hij naar Marokko ging. Om meer van de cultuur van Marokkanen in Nederland te begrijpen kan je misschien beter naar Tilburg-noord gaan, denkt hij nog steeds. Maar cultuur bleek deze keer niet zozeer het punt. Afhankelijkheid, machteloosheid is wat hij en zijn collega's in Telouat ervoeren, en een beetje onbehagen omdat de onderwijzer niets van hen wist. Van Dorp is er nu vani doordrongen hoezeer het immigranten die de taal van hun nieuwe land niet spreken én het schrif niet kennen, aan elk houvast ont breekt. "Ons enige houvast bij het leren was om zoveel mogelijk van wat we hoorden fonetisch op te schrijven." Veel heeft het hun niet geholpen, want aan het einde van de week heeft geen van de twaalf de toets gehaald.
De ervaring leidde snel tot veranderingen. Meteen na de reis heeft het ROC Midden Brabant bestaande ideeën om de taalcursus voor nieuwkomers intensiever te maken, laten varen. In de klas word niet meer zo hard gehamerd op de regel dat er tijdens de taallessen alleen Nederlands gesproken mag worden. Er is extra aandacht voor analfabeten, die zelfs het hulpmiddel van hun eigen schrift niet hebben.
MINDER IN DE KLAS Bovendien vertelt stafmedewerker onderwijs Yvonne van Voort, is in overleg met de gemeente het lesprogramma binnen een jaar grondig aangepast. Algemene taallessen zijn minder belangrijk geworden Nieuwkomers zitten minder in de klas en de lessen zijn erop gericht om in het Nederlands consument te zijn, buurtbewoner of moeder van een schoolkind. Cursisten leren bijvoorbeeld om te helpen de leesles op een lagere school voor te bereiden, 's Middags gaan ze naar winkels, buurtbewoners of werkgevers om te praten.
Met dit competentiegerichte leren heeft het ROC nu twee jaar ervaring. Daarmee loopt het vooruit op de rest van het Middelbaar Beroeps Onderwijs en op de nieuwe inburgeringswet. Het taalniveau dat vereist is voor het verkrijgen van een Nederlands paspoort (A2) halen laagopgeleiden in twee tot drie jaar, hoogopgeleiden in een jaar. Niet sneller of langzamer dai vroeger, zegt Van Voort, maar we met veel meer enthousiasme.
Erradi maakt inmiddels furore met zijn film op conferenties over volwassenenonderwijs in heel Europa. Hij krijgt veel verzoeken voor kopieën, en in IJsland zijn naar aanleiding van zijn verhaal zelfs kamervragen gesteld. Op 2 mei kreeg hij het European Quality Label, een prijs die het Europees Platform voor Onderwijs uitlooft aan een bijzonder Europees project op het gebied van volwasseneneducatie.
Auteur: Dorrit van Dalen.
Copyright: NRC Handelsblad zaterdag 3 juni 2006