PDA

Bekijk Volledige Versie : Open rug geen reden euthanasie



Seif
12-06-06, 10:52
Open rug geen reden euthanasie

door onze redacteur Maarten Vermeulen

UTRECHT - Kinderen die geboren worden met een open ruggetje, ervaren nauwelijks ernstige pijn. Dat blijkt uit onderzoek dat de Rotterdamse kinderneurochirurg T.H.R. de Jong zaterdag presenteerde op een symposium van het Nederlands Artsenverbond en Juristenvereniging Pro Vita. De Jong is daarom tegenstander van actieve levensbeëindiging. Ieder jaar wordt in Nederland bij twintig tot dertig pasgeboren kinderen het leven actief beëindigd omdat artsen geen leefbare toekomst zien. Nog eens zestig tot zeventig pasgeborenen overlijden doordat de medische behandeling wordt stopgezet. De aantallen zijn schattingen omdat maar weinig zaken worden gemeld. Officieel is levensbeëindiging bij pasgeborenen strafbaar in Nederland. Het valt niet onder de euthanasiewetgeving omdat een uitdrukkelijke wilsverklaring van de patiënt ontbreekt.

Uit de periode 1997 en 2004 zijn slechts 22 gevallen van actieve levensbeëindiging bekend. Opvallend genoeg waren dat allemaal kinderen met een open ruggetje. Reden voor De Jong om onderzoek te doen naar de pijnbeleving van deze groep pasgeborenen. Daaruit blijkt dat 96,5 procent van de kinderen uit zijn onderzoek niet ernstig lijden. Bij de resterende 3,5 procent was de pijn meestal met relatief eenvoudige ingrepen te verhelpen.

Het is voor een arts onmogelijk te bepalen of het lijden van een kind in de toekomst ondraaglijk zal zijn, vindt De Jong. Kinderen die worden geboren met een open ruggetje (spina bifida) zullen het moeilijk hebben, zoveel is duidelijk. ,,Maar hóe moeilijk hangt bijvoorbeeld af van de beleving van het kind zelf. Daar moet je als arts niet in treden.''

De academische ziekenhuizen in Nederland zitten niet op één lijn als het gaat om levensbeëindiging van ernstig zieke kinderen. In Nijmegen of Rotterdam heeft een kind grotere kans geholpen te worden dan in Groningen. De overheid heeft aangedrongen op een toetsingscommissie. De beoogd voorzitter daarvan, hoogleraar gezondheidsrecht J.H. Hubben, vindt de verschillen tussen de ziekenhuizen kwalijk. ,,Er is meer eenduidigheid nodig. We zijn niet op de goede weg als ziekenhuis A zoveel verschilt van ziekenhuis B.''

Neurochirurg De Jong trekt een heel andere conclusie. Volgens hem is de medische wetenschap zover gevorderd dat palliatieve zorg altijd mogelijk is. Bij palliatieve zorg worden alleen nog pijnklachten van stervende patiënten bestreden. ,,Die aanpak maakt een toetsingscommissie overbodig.''

In december 2004 ontstond veel ophef over het zogenaamde 'Gronings protocol', waarin levensbeëindiging bij ernstig zieke baby's werd geregeld. Toen het stof was neergedaald, in juli 2005, aanvaardde artsenorganisatie KNMG het protocol van het academisch ziekenhuis in Groningen als landelijke richtlijn.

Om te voorkomen dat artsen in juridische moeilijkheden terechtkomen, heeft de overheid eind vorig jaar een toetsingsprocedure voorgesteld. Onderdeel daarvan is een speciale commissie waar artsen gevallen van levensbeëindiging bij baby's moeten melden. Als na onderzoek van de commissie blijkt dat de behandelend arts correct heeft gehandeld, wordt het Openbaar Ministerie geadviseerd de strafzaak te seponeren.

In Nederland bestaan verschillende 'scholen' als het gaat om de beëindiging van jonge levens, zegt Martien Bac, huisarts en voorzitter van de Christian Medical Fellowship in Nederland. Hij kent een geval waarin een kind met een open rug in Groningen niet werd behandeld en later in het Nijmeegse academisch ziekenhuis wel. ,,Medici nemen het recht in eigen hand'', stelt hij. ,,Het maakt veel uit waar je geboren wordt. In Rotterdam is de kans groter dat een kind behandeld wordt dan in Groningen.''

Volgens hem werd de ouders van het kindje in Groningen voorhouden dat er zeker vijftig operaties nodig waren. ,,Het jongetje is nu drie jaar en werd in Nijmegen slechts twee keer geopereerd.''

De Jong bevestigt dat beeld. ,,Elk universitair ziekenhuis heeft zijn eigen inzichten. Het is aan ouders moeilijk uit te leggen dat hun kind in het ene ziekenhuis wel wordt behandeld en in het andere niet.''

Het bestaan van verschillende scholen is een kwalijke zaak, vindt hoogleraar gezondheidsrecht J.H. Hubben, tevens beoogd voorzitter van de nieuwe toetsingscommissie. ,,Er is meer eenduidigheid nodig.''

Volgens de nieuwe toetsingsprocedure moet een arts een onafhankelijke collega raadplegen voordat het leven van een ernstig zieke pasgeborene wordt beëindigd. De collega-arts moet in een schriftelijke verklaring aangeven of hij het eens is met de ingreep. ,,Natuurlijk mag een arts niet zomaar iemand uitkiezen. Het moet echt een onafhankelijk advies zijn'', aldus Hubben, die de mogelijkheid openhoudt dat de rol van deze 'second opinion' in de toekomst verder wordt ingevuld door de commissie.

Levensbeëindiging mag nooit plaatsvinden zonder de toestemming van de ouders, staat in de landelijke richtlijn. Die regel is niet zomaar om te draaien, stelt Hubben. ,,Een verzoek van de ouders het leven te beëindigen mag niet de doorslag geven. Daar ligt de grens van het ouderlijk gezag. De arts moet overleggen met de ouders, maar uiteindelijk neemt hij de beslissing.''

Toetsing

Hubben verschilt van mening met de Rotterdamse kinderneurochirurg De Jong over de vraag of er vooraf of achteraf getoetst moet worden. De Jong wil om fouten te voorkomen vooraf toetsen. ,,We moeten ons afvragen of we ons een vergissing kunnen permitteren.''

Hoogleraar Hubben ziet daar niets in, al erkent hij het gevaar van fouten. ,,Vooraf toetsen leidt tot een soort orakel dat over leven en dood beslist.''

Daar komt nog bij dat toestemming vooraf tot problemen leidt met Europese wetgeving, waarin staat dat iedere burger zijn recht moet kunnen halen. ,,Een gang naar de rechter wordt lastig als de toetsingscommissie al heeft besloten dat het leven beëindigd mag worden'', aldus Hubben, die ervoor pleit alles 'voorlopig te laten zoals het is'. Naar verwachting gaat de adviescommissie deze zomer aan de slag.


Bron: Nederlands Dagblad (http://www.nd.nl/Document.aspx?document=nd_artikel&id=73828)