vlegeltje
15-06-06, 11:49
Geweld orthodoxe gezinnen komt nu aan de oppervlakte.
Trouw, 15-06-2006
Het aantal meldingen van huiselijk geweld in orthodox-christelijke kring stijgt opvallend sterk. Hulpverleners denken dat het een trend is.
„We kunnen het bijna niet meer bijhouden, zo regelmatig komt het voor. Afgelopen jaar hebben we meer meldingen van huiselijk geweld gehad dan ooit tevoren. Dit moet een trend zijn”, zegt Jan-Dirk Veenstra, hoofd maatschappelijk werk van de landelijk opererende stichting Schuilplaats. Die verleent hulp aan leden van orthodox-protestantse kerken.
Toch wijst het toegenomen aantal meldingen niet op een stijgend aantal mishandelingen, denkt Veenstra. „Het is eerder zo dat het taboe er een beetje vanaf is. Mensen, en dan vooral vrouwen, durven er nu over te praten.”
Volgens Veenstra zijn de kerken – meest aan de rechterkant van het kerkelijke spectrum, waar kerken tot voor kort gesloten bolwerken waren – de laatste jaren wat opener geworden.
De stichting Schuilplaats heeft momenteel vijf- tot zeshonderd mensen in haar bestand.
De ‘trend’ is volgens Veenstra te verklaren: „Er is binnen de kerken meer aandacht voor huiselijk geweld. Heel belangrijk, helemaal in zulke hechte gemeenschappen. Predikanten bijvoorbeeld kunnen, als ze goed zijn voorgelicht, het probleem vroegtijdig signaleren. Zo kun je met alleen al wat meer oog voor deze problemen een boel ellende voorkomen.”
Uit verschillende rapporten over huiselijk geweld, waaronder het onderzoek ’Als het naar buiten komt, is het vaak te laat’ van Fransien Attema in 2002, blijkt dat er in gezinnen met een christelijke achtergrond niet vaker of meer huiselijk geweld voorkomt dan in andere bevolkingsgroepen.
Wel kwam uit onderzoek naar voren dat geweld in christelijke kringen waarschijnlijk langer aanhoudt dan elders.
Sterk onderbouwd is die stelling nog niet; huiselijk geweld, helemaal in kerkelijke kringen, is moeilijk te meten.
Daarin komt verandering nu kerken er zelf attent op geworden zijn. Binnen de Raad van Kerken, die een breed scala aan kerken vertegenwoordigt, is een actieplan gelanceerd tegen huiselijk geweld. De Raad sluit daarmee aan bij het internationale programma van de Wereldraad van kerken. Die begon in 2001 met het project ’het decennium om geweld te overwinnen’.
De Raad van Kerken belegt congressen, seminars en cursussen om het geweld te bespreken en bloot te leggen.
Anneloes Steglisch van de Protestantse Kerk in Nederland vindt dat het doel al gehaald is. „Binnen kerken is het een een vast agendaonderwerp.”
Steglisch ziet de nieuwe openheid in reformatorische kringen, waarin stichting Schuilplaats opereert, alsook elders. „Maar we zijn er nog niet. In de herfst van dit jaar hopen we een draaiboek klaar te hebben, waarmee we predikanten gaan opleiden om huiselijk geweld sneller te signaleren. Daarnaast moet de drempel om hulp te vragen nog meer omlaag.”
„Die drempelverlaging is belangrijk, zeker voor christenen”, zegt Lisette van Gurp, beleidsadviseur van expertisecentrum huiselijk en seksueel geweld TransAct. „Zij stappen sowieso niet makkelijk naar hulpverleners. Vaak ook doordat iedereen alles van elkaar weet in zo’n hechte gemeenschap.”
Volgens Van Gurp kan die hechtheid ook gunstig werken: „De kerken hebben een specifieke toegang tot bepaalde groepen mensen, net als leraren en huisartsen. En met die vertrouwensband vervullen kerken een prominente schakel tussen slachtoffer en hulpverlener, vooral in de wat conservatieve, gelovige plattelandsgemeenten.”
Trouw, 15-06-2006
Het aantal meldingen van huiselijk geweld in orthodox-christelijke kring stijgt opvallend sterk. Hulpverleners denken dat het een trend is.
„We kunnen het bijna niet meer bijhouden, zo regelmatig komt het voor. Afgelopen jaar hebben we meer meldingen van huiselijk geweld gehad dan ooit tevoren. Dit moet een trend zijn”, zegt Jan-Dirk Veenstra, hoofd maatschappelijk werk van de landelijk opererende stichting Schuilplaats. Die verleent hulp aan leden van orthodox-protestantse kerken.
Toch wijst het toegenomen aantal meldingen niet op een stijgend aantal mishandelingen, denkt Veenstra. „Het is eerder zo dat het taboe er een beetje vanaf is. Mensen, en dan vooral vrouwen, durven er nu over te praten.”
Volgens Veenstra zijn de kerken – meest aan de rechterkant van het kerkelijke spectrum, waar kerken tot voor kort gesloten bolwerken waren – de laatste jaren wat opener geworden.
De stichting Schuilplaats heeft momenteel vijf- tot zeshonderd mensen in haar bestand.
De ‘trend’ is volgens Veenstra te verklaren: „Er is binnen de kerken meer aandacht voor huiselijk geweld. Heel belangrijk, helemaal in zulke hechte gemeenschappen. Predikanten bijvoorbeeld kunnen, als ze goed zijn voorgelicht, het probleem vroegtijdig signaleren. Zo kun je met alleen al wat meer oog voor deze problemen een boel ellende voorkomen.”
Uit verschillende rapporten over huiselijk geweld, waaronder het onderzoek ’Als het naar buiten komt, is het vaak te laat’ van Fransien Attema in 2002, blijkt dat er in gezinnen met een christelijke achtergrond niet vaker of meer huiselijk geweld voorkomt dan in andere bevolkingsgroepen.
Wel kwam uit onderzoek naar voren dat geweld in christelijke kringen waarschijnlijk langer aanhoudt dan elders.
Sterk onderbouwd is die stelling nog niet; huiselijk geweld, helemaal in kerkelijke kringen, is moeilijk te meten.
Daarin komt verandering nu kerken er zelf attent op geworden zijn. Binnen de Raad van Kerken, die een breed scala aan kerken vertegenwoordigt, is een actieplan gelanceerd tegen huiselijk geweld. De Raad sluit daarmee aan bij het internationale programma van de Wereldraad van kerken. Die begon in 2001 met het project ’het decennium om geweld te overwinnen’.
De Raad van Kerken belegt congressen, seminars en cursussen om het geweld te bespreken en bloot te leggen.
Anneloes Steglisch van de Protestantse Kerk in Nederland vindt dat het doel al gehaald is. „Binnen kerken is het een een vast agendaonderwerp.”
Steglisch ziet de nieuwe openheid in reformatorische kringen, waarin stichting Schuilplaats opereert, alsook elders. „Maar we zijn er nog niet. In de herfst van dit jaar hopen we een draaiboek klaar te hebben, waarmee we predikanten gaan opleiden om huiselijk geweld sneller te signaleren. Daarnaast moet de drempel om hulp te vragen nog meer omlaag.”
„Die drempelverlaging is belangrijk, zeker voor christenen”, zegt Lisette van Gurp, beleidsadviseur van expertisecentrum huiselijk en seksueel geweld TransAct. „Zij stappen sowieso niet makkelijk naar hulpverleners. Vaak ook doordat iedereen alles van elkaar weet in zo’n hechte gemeenschap.”
Volgens Van Gurp kan die hechtheid ook gunstig werken: „De kerken hebben een specifieke toegang tot bepaalde groepen mensen, net als leraren en huisartsen. En met die vertrouwensband vervullen kerken een prominente schakel tussen slachtoffer en hulpverlener, vooral in de wat conservatieve, gelovige plattelandsgemeenten.”