Qaiys
22-06-06, 14:05
Chiracs museum ‘blanken-project’
Van onze correspondent Fokke Obbema
PARIJS - Het spectaculaire Musée du Quai Branly dat vandaag door president Chirac wordt geopend, zou wel eens de enige herinnering kunnen zijn die komende generaties Fransen aan het tijdperk-Chirac overhouden. Het eerste moderne museum van allure in Parijs sinds het Centre Georges-Pompidou voor de moderne kunst in de jaren zeventig, geldt als het ‘Grote Werk’ van Chirac.
Binnen waant de bezoeker zich in een donker oerwoud, door het gedempte licht, het gebruik van stemmige kleuren en een glaswand vol junglegroen. De gangen die hem langs de kunstobjecten voeren, kronkelen als rivieren omhoog en omlaag.
Buiten wordt het Musée du Quai Branly voor niet-westerse kunst omgeven door een enorme tuin, waarvan de jonge bomen straks een jungle om het gebouw moeten gaan vormen. Vanuit het museum oogt de Eiffeltoren als een moderne totempaal.
Chiracs voorliefde voor primitieve kunst bracht hem er in 1995 toe, aan het begin van zijn presidentschap, een museum voor dit genre aan te kondigen. Elf jaar later, een jaar voor zijn afscheid, is het zover en daarmee plaatst Chirac zich in de traditie van presidenten die met ‘Grands Travaux’ hun stempel op de culturele geschiedenis van Frankrijk hebben willen drukken.
Georges Pompidou ging hem voor, met zijn buizentempel voor moderne kunst bij de Hallen. Evenals Giscard d’Estaing met zijn Musée d’Orsay in een voormalig stationsgebouw. En niet te vergeten François Mitterrand, die een hele reeks ‘Grote Werken’ op zijn naam heeft staan waarvan het ‘Groot Louvre’-project met de piramide van de Chinese architect I.M. Pei het bekendste is.
Een verschil met zijn voorgangers is dat Chirac expliciet politieke doelen nastreeft. Hij wil ‘waardigheid geven aan volkeren die te vaak met arrogantie, onkunde, domheid en blindheid zijn behandeld’. Zijn museum moet het ‘begrip voor andere culturen en volkeren verbeteren’ en een wapen vormen tegen de aanhangers van een ‘botsing van beschavingen’.
Jean Nouvel, de bekendste architect van Frankrijk, kreeg carte blanche. Hij gebruikte zijn vrijheid om een eigenzinnig, modern gebouw neer te zetten. ‘Een ontvangstgebied om de waarde van deze kunst uit te laten komen’, zo oreert hij op de persdag in de hagelwitte ontvangsthal. Een reusachtige glazen cylinder, waarin 9800 muziekinstrumenten bovenop elkaar staan, vormt het hart daarvan.
Nouvels uitgangspunt om de kunst uit niet-westerse landen met de natuur te verbinden, is onder vuur komen te liggen. Een groep moderne Afrikaanse kunstenaars in Parijs vindt dat het museum te veel een project is van blanke Fransen, die experts uit de betrokken landen te weinig hebben geconsulteerd. De koloniale geschiedenis van Frankrijk is daardoor verduisterd, zo menen zij. Zij wijzen erop dat het grootste deel van de collectie tijdens de koloniale periode is ‘verworven’, terwijl Afrika nu als een continent zonder geschiedenis en met alleen maar natuur wordt gepresenteerd. ‘Een maagdelijk, puur Afrika, dat nog niet door de kolonisatie is besmeurd’, meent Olivier Sultan, wiens Musée des Arts Derniers een tegenwicht aan Quai Branly wil bieden.
Museumdeskundige Germain Viatte, bij Quai Branly verantwoordelijk voor de inrichting, toont zich niet onder de indruk van de kritiek: ‘Het is tijd dat we ophouden te denken in termen van kolonisator en gekoloniseerde.’ Volgens hem besteedt zijn museum wel degelijk aandacht aan de koloniale geschiedenis.
Maar Nanette Snoep, een Nederlandse conservator van het museum die voor de historische collectie verantwoordelijk is, geeft volmondig toe dat de koloniale geschiedenis van Frankrijk is verduisterd: ‘Dit is een presidentieel project, dus ieder risico is vermeden. Van de kant van de museumdirectie is er van grote politieke druk sprake geweest om te voorkomen dat er iets kritisch zou worden gezegd.’
Het 232 miljoen euro kostende project van Chirac mikt op vijf miljoen bezoekers per jaar.
http://www.volkskrant.nl/kunst/article321707.ece/Chiracs_museum_blanken-project
Van onze correspondent Fokke Obbema
PARIJS - Het spectaculaire Musée du Quai Branly dat vandaag door president Chirac wordt geopend, zou wel eens de enige herinnering kunnen zijn die komende generaties Fransen aan het tijdperk-Chirac overhouden. Het eerste moderne museum van allure in Parijs sinds het Centre Georges-Pompidou voor de moderne kunst in de jaren zeventig, geldt als het ‘Grote Werk’ van Chirac.
Binnen waant de bezoeker zich in een donker oerwoud, door het gedempte licht, het gebruik van stemmige kleuren en een glaswand vol junglegroen. De gangen die hem langs de kunstobjecten voeren, kronkelen als rivieren omhoog en omlaag.
Buiten wordt het Musée du Quai Branly voor niet-westerse kunst omgeven door een enorme tuin, waarvan de jonge bomen straks een jungle om het gebouw moeten gaan vormen. Vanuit het museum oogt de Eiffeltoren als een moderne totempaal.
Chiracs voorliefde voor primitieve kunst bracht hem er in 1995 toe, aan het begin van zijn presidentschap, een museum voor dit genre aan te kondigen. Elf jaar later, een jaar voor zijn afscheid, is het zover en daarmee plaatst Chirac zich in de traditie van presidenten die met ‘Grands Travaux’ hun stempel op de culturele geschiedenis van Frankrijk hebben willen drukken.
Georges Pompidou ging hem voor, met zijn buizentempel voor moderne kunst bij de Hallen. Evenals Giscard d’Estaing met zijn Musée d’Orsay in een voormalig stationsgebouw. En niet te vergeten François Mitterrand, die een hele reeks ‘Grote Werken’ op zijn naam heeft staan waarvan het ‘Groot Louvre’-project met de piramide van de Chinese architect I.M. Pei het bekendste is.
Een verschil met zijn voorgangers is dat Chirac expliciet politieke doelen nastreeft. Hij wil ‘waardigheid geven aan volkeren die te vaak met arrogantie, onkunde, domheid en blindheid zijn behandeld’. Zijn museum moet het ‘begrip voor andere culturen en volkeren verbeteren’ en een wapen vormen tegen de aanhangers van een ‘botsing van beschavingen’.
Jean Nouvel, de bekendste architect van Frankrijk, kreeg carte blanche. Hij gebruikte zijn vrijheid om een eigenzinnig, modern gebouw neer te zetten. ‘Een ontvangstgebied om de waarde van deze kunst uit te laten komen’, zo oreert hij op de persdag in de hagelwitte ontvangsthal. Een reusachtige glazen cylinder, waarin 9800 muziekinstrumenten bovenop elkaar staan, vormt het hart daarvan.
Nouvels uitgangspunt om de kunst uit niet-westerse landen met de natuur te verbinden, is onder vuur komen te liggen. Een groep moderne Afrikaanse kunstenaars in Parijs vindt dat het museum te veel een project is van blanke Fransen, die experts uit de betrokken landen te weinig hebben geconsulteerd. De koloniale geschiedenis van Frankrijk is daardoor verduisterd, zo menen zij. Zij wijzen erop dat het grootste deel van de collectie tijdens de koloniale periode is ‘verworven’, terwijl Afrika nu als een continent zonder geschiedenis en met alleen maar natuur wordt gepresenteerd. ‘Een maagdelijk, puur Afrika, dat nog niet door de kolonisatie is besmeurd’, meent Olivier Sultan, wiens Musée des Arts Derniers een tegenwicht aan Quai Branly wil bieden.
Museumdeskundige Germain Viatte, bij Quai Branly verantwoordelijk voor de inrichting, toont zich niet onder de indruk van de kritiek: ‘Het is tijd dat we ophouden te denken in termen van kolonisator en gekoloniseerde.’ Volgens hem besteedt zijn museum wel degelijk aandacht aan de koloniale geschiedenis.
Maar Nanette Snoep, een Nederlandse conservator van het museum die voor de historische collectie verantwoordelijk is, geeft volmondig toe dat de koloniale geschiedenis van Frankrijk is verduisterd: ‘Dit is een presidentieel project, dus ieder risico is vermeden. Van de kant van de museumdirectie is er van grote politieke druk sprake geweest om te voorkomen dat er iets kritisch zou worden gezegd.’
Het 232 miljoen euro kostende project van Chirac mikt op vijf miljoen bezoekers per jaar.
http://www.volkskrant.nl/kunst/article321707.ece/Chiracs_museum_blanken-project