Seif
27-06-06, 20:19
Levensjaar mag 80 mille kosten
Door onze redacteur Antoinette Reerink
Den Haag, 27 juni. Als een medische behandeling meer dan 80.000 euro kost om één patiënt één extra levensjaar van goede kwaliteit te bieden, moet die ingreep niet meer vergoed worden door de basisverzekering.
De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) adviseert minister Hoogervorst (Volkgezondheid, VVD) deze grens te hanteren om de kosten van de gezondheidszorg in de hand te houden. De raad schrijft zelf dat het onderwerp controversieel is en wil met het aangeven van een bovengrens het debat op gang brengen.
Het adviesorgaan van de regering komt in zijn vandaag gepresenteerde rapport Zinnige en duurzame zorg met criteria waaraan behandelingen moeten voldoen om in aanmerking te komen voor vergoeding uit het basisverzekering. De belangrijkste criteria zijn de ziektelast van een patiënt en de kosteneffectiviteit van een behandeling. Momenteel worden beslissingen over het al dan niet vergoeden van een behandeling willekeurig en ad hoc genomen, schrijft de raad. Daarom pleit de raad voor „objectieve criteria”. Hoe erger de ziekte is, hoe eerder de patiënt in aanmerking moet komen voor een behandeling die verzekeraars automatisch vergoeden. En hoe lager de kosten van de behandeling en hoe hoger de gezondheidswinst, hoe eerder de zorg een plek in het basispakket verdient. Kost een ingreep meer dan 80.000 euro en is de gezondheidswinst gering, dan moeten patiënten zelf de kosten van hun behandeling betalen of zich daar aanvullend voor verzekeren.
Ten slotte moeten deze objectieve criteria naast het subjectieve criterium van rechtvaardigheid gelegd worden. Factoren als draagkracht, gezinssituatie, leeftijd en risicogedrag van de patiënt kunnen daarbij een rol spelen. Hoe precies, dat werkt de raad uit in een tweede rapport dat tegen het eind van het jaar verschijnt.
In de jaren negentig onderzocht de commissie-Dunning ook al welke criteria kunnen bepalen welke voorzieningen in het basispakket moeten. Deze commissie stelde voor om alle zorg door een trechter met vier filters te laten passeren. Zo moesten voorzieningen aan de criteria van noodzakelijkheid, werkzaamheid, doelmatigheid en verantwoording voldoen. Deze systematiek is nooit in de praktijk toegepast. Volgens de RVZ was de politiek nooit in staat zo’n model te accepteren. „Nu is de urgentie groter en kunnen we betere, objectieve berekeningen maken”, zegt voorzitter Rien Meijerink van de RVZ.
Bron: NRC Handelsblad (http://www.nrc.nl/binnenland/article360687.ece)
Door onze redacteur Antoinette Reerink
Den Haag, 27 juni. Als een medische behandeling meer dan 80.000 euro kost om één patiënt één extra levensjaar van goede kwaliteit te bieden, moet die ingreep niet meer vergoed worden door de basisverzekering.
De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) adviseert minister Hoogervorst (Volkgezondheid, VVD) deze grens te hanteren om de kosten van de gezondheidszorg in de hand te houden. De raad schrijft zelf dat het onderwerp controversieel is en wil met het aangeven van een bovengrens het debat op gang brengen.
Het adviesorgaan van de regering komt in zijn vandaag gepresenteerde rapport Zinnige en duurzame zorg met criteria waaraan behandelingen moeten voldoen om in aanmerking te komen voor vergoeding uit het basisverzekering. De belangrijkste criteria zijn de ziektelast van een patiënt en de kosteneffectiviteit van een behandeling. Momenteel worden beslissingen over het al dan niet vergoeden van een behandeling willekeurig en ad hoc genomen, schrijft de raad. Daarom pleit de raad voor „objectieve criteria”. Hoe erger de ziekte is, hoe eerder de patiënt in aanmerking moet komen voor een behandeling die verzekeraars automatisch vergoeden. En hoe lager de kosten van de behandeling en hoe hoger de gezondheidswinst, hoe eerder de zorg een plek in het basispakket verdient. Kost een ingreep meer dan 80.000 euro en is de gezondheidswinst gering, dan moeten patiënten zelf de kosten van hun behandeling betalen of zich daar aanvullend voor verzekeren.
Ten slotte moeten deze objectieve criteria naast het subjectieve criterium van rechtvaardigheid gelegd worden. Factoren als draagkracht, gezinssituatie, leeftijd en risicogedrag van de patiënt kunnen daarbij een rol spelen. Hoe precies, dat werkt de raad uit in een tweede rapport dat tegen het eind van het jaar verschijnt.
In de jaren negentig onderzocht de commissie-Dunning ook al welke criteria kunnen bepalen welke voorzieningen in het basispakket moeten. Deze commissie stelde voor om alle zorg door een trechter met vier filters te laten passeren. Zo moesten voorzieningen aan de criteria van noodzakelijkheid, werkzaamheid, doelmatigheid en verantwoording voldoen. Deze systematiek is nooit in de praktijk toegepast. Volgens de RVZ was de politiek nooit in staat zo’n model te accepteren. „Nu is de urgentie groter en kunnen we betere, objectieve berekeningen maken”, zegt voorzitter Rien Meijerink van de RVZ.
Bron: NRC Handelsblad (http://www.nrc.nl/binnenland/article360687.ece)