Seif
06-07-06, 21:00
Stop de sluipende angst voor ons moslims
In een Manifest van vooraanstaande moslims wordt opgeroepen tot een nieuw ‘wij-gevoel’.Wij prediken ‘de revolutie van het vertrouwen’, schrijft Tariq Ramadan.
Wij moslims hebben alle reden om bezorgd te zijn. Door terreuraanslagen overal ter wereld, door de Amerikaanse ‘war on terror’ en door de toenemende sociale spanningen is het beeld ontstaan dat de islam een bedreiging voor de westerse samenleving vormt. Angst en de emotionele reacties daarop zijn onderdeel van het publieke denken geworden.
Hoewel zulke reacties vaak gewettigd zijn, worden ze ook steeds meer uitgebuit voor politieke doeleinden. Vrijwel geen enkele westerse maatschappij is gevrijwaard gebleven van spanningen rond ‘identiteit’ of ‘integratie’.
Moslims staan voor een duidelijke keuze: ze kunnen de houding van ‘slachtoffer’ aannemen of ze kunnen hun problemen onder ogen zien en een volwaardig onderwerp van hun eigen geschiedenis worden. In laatste instantie hebben ze hun lot in eigen handen.
Er zal pas iets veranderen als zij de volle verantwoordelijkheid voor zichzelf aanvaarden, als zij leren van opbouwende kritiek, en als zij de sluipende ‘evolutie van de angst’ beantwoorden met een ‘revolutie van vertrouwen’.
De gebeurtenissen van de laatste jaren hebben de westerse bevolking geconfronteerd met een nieuwe werkelijkheid. Door de steeds zichtbaarder aanwezigheid van miljoenen moslims in hun bevolking beseft men dat de samenleving is veranderd. Dit heeft geleid tot angst en tot volstrekt legitieme vragen – al worden deze misschien met een zekere verwarring verwoord. Geconfronteerd met deze vragen moeten moslims blijk geven van zelfvertrouwen, en van vertrouwen in hun vermogen een vreedzaam onderdeel van de westerse maatschappij te zijn.
Het succes van de ‘revolutie van vertrouwen’ waartoe wij oproepen, zal afhangen van het zelfvertrouwen en van het vertrouwen in de eigen overtuigingen. Het is onze taak om ons het erfgoed opnieuw eigen te maken en een positieve maar kritische houding te ontwikkelen, die ervoor zorgt dat de leer van de islam moslims opwekt tot zelfhervorming. Beklemtoond dient te worden dat moslims worden geacht de wetten te eerbiedigen van het land waar ze verblijven.
Gelet op de legitieme angsten kunnen de westerse moslims de vragen niet zomaar wegwuiven.
Ze moeten een kritisch debat voeren waarin ze afstand nemen van de slachtofferhouding, en ook van de radicale, letterlijke en culturele interpretatie van de bronnen. Verder is het belangrijk dat ze niet meegaan in de verwarring rond de discussies over hun maatschappij: sociale problemen zijn geen ‘godsdienstige problemen’ en hebben niets met de islam als zodanig te maken.
De argumenten die gisteren nog voorbehouden waren aan ultrarechtse partijen, hebben helaas ook hun plaats gevonden binnen de partijen van het midden. Bij gebrek aan creatieve ideeën verkiezen tal van politici de gevaarlijke retoriek over de bescherming van de ‘identiteit’, de verdediging van de ‘westerse waarden’ en het opleggen van strenge beperkingen aan ‘buitenlanders’ – plus natuurlijk het hele apparaat van nieuwe veiligheidswetten ter bestrijding van het terrorisme. Impliciet beperkt de discussie zich vaak tot een onderscheid tussen twee elementen: ‘wij, westerlingen’ en ‘zij, de moslims’, ook als medeburgers moslim zijn.
Racistische uitspraken nemen hand over hand toe. Het verleden wordt zodanig uitgelegd dat elke bijdrage van de islam aan de totstandkoming van de westerse identiteit, wordt uitgesloten, waarmee deze wordt geherdefinieerd als zuiver Grieks-Romeins en joods-christelijk. Personen worden bij de grens getest om hun ‘morele flexibiliteit’ als immigrant te bepalen.
In antwoord op deze pogingen tot ‘instrumentalisatie’ moeten de moslimburgers hun natuurlijke reactie laten varen en zich heel anders opstellen: in plaats van zich terug te trekken in isolatie, moeten ze zich laten horen.
Het is tijd voor verzoening.
Moslims moeten zich samen met hun medeburgers inspannen om hun samenleving met hun eigen idealen te verzoenen. De inzet is op dit moment dat de idealen die elke maatschappij belijdt, worden vergeleken met de concrete praktijken aan de basis inzake mensenrechten en gelijkheid (tussen mannen en vrouwen, mensen van verschillende herkomst, enzovoort).
De maatschappij is in afwachting van een nieuw ‘w ij ’. Een ‘w ij dat die mannen en vrouwen zou samenbrengen (van alle godsdiensten en zonder godsdienst) die willen streven naar een oplossing van de tegenstellingen in hun maats chappij.
Het is hoognodig dat lokale initiatieven leiden tot nationale bewegingen waarin mensen met verschillende gevoeligheden nieuwe vergezichten kunnen openen: vergezichten van vertrouwen waaruit een nieuw ‘w ij ’ zal voortkomen.
De westerse maatschappij zal de strijd tegen de sociale onzekerheid niet winnen door zich alleen op de veiligheid te richten. In de steden draait het in de eerste plaats om sociale instellingen, om inburgering, om werkgelegenheid. De inzet van gemeenteraden kan beslissend zijn in de strijd tegen argwaan en burgers moeten ook niet aarzelen om daar aan te kloppen, om erop te wijzen dat de gekozen vertegenwoordiger in een democratische maatschappij in dienst staat van de kiezer, en niet andersom.
Een revolutie van vertrouwen en zelfvertrouwen, een nieuw ‘w ij dat voortkomt uit een nationale beweging van lokale initiatieven – ziedaar de contouren van een verantwoordelijke betrokkenheid van alle burgers. De burgers moeten op lange termijn werken, met voorbijgaan aan de electorale deadlines die politici verlammen en die de vorming van een vernieuwend, moedig beleid in de weg staat.
Tariq Ramadan is voorzitter van het European Muslim Network van de Lokahi Foundation aan de universiteit van Oxford. Dit is een verkorte versie van zijn toespraak op 2 juli, toen 180 vooraanstaande moslims een manifest tegen terrorisme ondertekenden.
De gehele tekst van genoemd manifest is te lezen op www.tariqramadan.com
Bron: NRC Handelsblad
In een Manifest van vooraanstaande moslims wordt opgeroepen tot een nieuw ‘wij-gevoel’.Wij prediken ‘de revolutie van het vertrouwen’, schrijft Tariq Ramadan.
Wij moslims hebben alle reden om bezorgd te zijn. Door terreuraanslagen overal ter wereld, door de Amerikaanse ‘war on terror’ en door de toenemende sociale spanningen is het beeld ontstaan dat de islam een bedreiging voor de westerse samenleving vormt. Angst en de emotionele reacties daarop zijn onderdeel van het publieke denken geworden.
Hoewel zulke reacties vaak gewettigd zijn, worden ze ook steeds meer uitgebuit voor politieke doeleinden. Vrijwel geen enkele westerse maatschappij is gevrijwaard gebleven van spanningen rond ‘identiteit’ of ‘integratie’.
Moslims staan voor een duidelijke keuze: ze kunnen de houding van ‘slachtoffer’ aannemen of ze kunnen hun problemen onder ogen zien en een volwaardig onderwerp van hun eigen geschiedenis worden. In laatste instantie hebben ze hun lot in eigen handen.
Er zal pas iets veranderen als zij de volle verantwoordelijkheid voor zichzelf aanvaarden, als zij leren van opbouwende kritiek, en als zij de sluipende ‘evolutie van de angst’ beantwoorden met een ‘revolutie van vertrouwen’.
De gebeurtenissen van de laatste jaren hebben de westerse bevolking geconfronteerd met een nieuwe werkelijkheid. Door de steeds zichtbaarder aanwezigheid van miljoenen moslims in hun bevolking beseft men dat de samenleving is veranderd. Dit heeft geleid tot angst en tot volstrekt legitieme vragen – al worden deze misschien met een zekere verwarring verwoord. Geconfronteerd met deze vragen moeten moslims blijk geven van zelfvertrouwen, en van vertrouwen in hun vermogen een vreedzaam onderdeel van de westerse maatschappij te zijn.
Het succes van de ‘revolutie van vertrouwen’ waartoe wij oproepen, zal afhangen van het zelfvertrouwen en van het vertrouwen in de eigen overtuigingen. Het is onze taak om ons het erfgoed opnieuw eigen te maken en een positieve maar kritische houding te ontwikkelen, die ervoor zorgt dat de leer van de islam moslims opwekt tot zelfhervorming. Beklemtoond dient te worden dat moslims worden geacht de wetten te eerbiedigen van het land waar ze verblijven.
Gelet op de legitieme angsten kunnen de westerse moslims de vragen niet zomaar wegwuiven.
Ze moeten een kritisch debat voeren waarin ze afstand nemen van de slachtofferhouding, en ook van de radicale, letterlijke en culturele interpretatie van de bronnen. Verder is het belangrijk dat ze niet meegaan in de verwarring rond de discussies over hun maatschappij: sociale problemen zijn geen ‘godsdienstige problemen’ en hebben niets met de islam als zodanig te maken.
De argumenten die gisteren nog voorbehouden waren aan ultrarechtse partijen, hebben helaas ook hun plaats gevonden binnen de partijen van het midden. Bij gebrek aan creatieve ideeën verkiezen tal van politici de gevaarlijke retoriek over de bescherming van de ‘identiteit’, de verdediging van de ‘westerse waarden’ en het opleggen van strenge beperkingen aan ‘buitenlanders’ – plus natuurlijk het hele apparaat van nieuwe veiligheidswetten ter bestrijding van het terrorisme. Impliciet beperkt de discussie zich vaak tot een onderscheid tussen twee elementen: ‘wij, westerlingen’ en ‘zij, de moslims’, ook als medeburgers moslim zijn.
Racistische uitspraken nemen hand over hand toe. Het verleden wordt zodanig uitgelegd dat elke bijdrage van de islam aan de totstandkoming van de westerse identiteit, wordt uitgesloten, waarmee deze wordt geherdefinieerd als zuiver Grieks-Romeins en joods-christelijk. Personen worden bij de grens getest om hun ‘morele flexibiliteit’ als immigrant te bepalen.
In antwoord op deze pogingen tot ‘instrumentalisatie’ moeten de moslimburgers hun natuurlijke reactie laten varen en zich heel anders opstellen: in plaats van zich terug te trekken in isolatie, moeten ze zich laten horen.
Het is tijd voor verzoening.
Moslims moeten zich samen met hun medeburgers inspannen om hun samenleving met hun eigen idealen te verzoenen. De inzet is op dit moment dat de idealen die elke maatschappij belijdt, worden vergeleken met de concrete praktijken aan de basis inzake mensenrechten en gelijkheid (tussen mannen en vrouwen, mensen van verschillende herkomst, enzovoort).
De maatschappij is in afwachting van een nieuw ‘w ij ’. Een ‘w ij dat die mannen en vrouwen zou samenbrengen (van alle godsdiensten en zonder godsdienst) die willen streven naar een oplossing van de tegenstellingen in hun maats chappij.
Het is hoognodig dat lokale initiatieven leiden tot nationale bewegingen waarin mensen met verschillende gevoeligheden nieuwe vergezichten kunnen openen: vergezichten van vertrouwen waaruit een nieuw ‘w ij ’ zal voortkomen.
De westerse maatschappij zal de strijd tegen de sociale onzekerheid niet winnen door zich alleen op de veiligheid te richten. In de steden draait het in de eerste plaats om sociale instellingen, om inburgering, om werkgelegenheid. De inzet van gemeenteraden kan beslissend zijn in de strijd tegen argwaan en burgers moeten ook niet aarzelen om daar aan te kloppen, om erop te wijzen dat de gekozen vertegenwoordiger in een democratische maatschappij in dienst staat van de kiezer, en niet andersom.
Een revolutie van vertrouwen en zelfvertrouwen, een nieuw ‘w ij dat voortkomt uit een nationale beweging van lokale initiatieven – ziedaar de contouren van een verantwoordelijke betrokkenheid van alle burgers. De burgers moeten op lange termijn werken, met voorbijgaan aan de electorale deadlines die politici verlammen en die de vorming van een vernieuwend, moedig beleid in de weg staat.
Tariq Ramadan is voorzitter van het European Muslim Network van de Lokahi Foundation aan de universiteit van Oxford. Dit is een verkorte versie van zijn toespraak op 2 juli, toen 180 vooraanstaande moslims een manifest tegen terrorisme ondertekenden.
De gehele tekst van genoemd manifest is te lezen op www.tariqramadan.com
Bron: NRC Handelsblad