PDA

Bekijk Volledige Versie : Libanon



Marsipulami
20-07-06, 22:02
Libanon

Libanon (in het Arabisch al-Djoemhoerijja al-Loebnanijja) is een klein land gelegen aan de uiterste oostkust van de Middellandse Zee. In het zuiden grenst het aan Israël en in het oosten en noorden aan Syrië.

Libanon werd onafhankelijk op 22 november 1943. Sinds 1516 was het een deel van het Osmaanse Rijk en na de Conferentie van San Remo in 1920, volgend op de Eerste Wereldoorlog, werd het een mandaatgebied van Frankrijk.


Religieuze en etnische groepen

In Libanon worden in totaal 18 verschillende religieuze groepen onderscheiden en erkend. De hoofdscheiding is die tussen moslims en christenen.

De christenen (35% van de bevolking) wonen vooral in het westen van het land, waar ook de hoofdstad Beiroet is gelegen. Zij zijn onderverdeeld in Maronieten (20% van de bevolking), Grieks-Orthodoxen en Armeens-Orthodoxen. De Maronieten zijn over het algemeen welvarend, sommige van hen zijn grootgrondbezitters. Ze waren de heersende klasse voor de burgeroorlog. De Grieks-Orthodoxen wonen samen met de Armeens-Orthodoxen in de grote steden. Zij vormen de (hogere) middenklasse. De Armenen leven in de zogenaamde Armeense Diaspora.

De islamieten zijn onderverdeeld in Soennieten, Sjiïeten, Isma'iliten en Alawieten. Het geloof van de Druzen komt weliswaar uit het sjiisme voort, maar toch worden de Druzen als een aparte groep beschouwd.

De sjiieten wonen vooral in Zuid- en Oost-Libanon. Onder hen bevindt zich een kleine, welvarende laag, bijvoorbeeld grootgrondbezitters en handelaren. Ook zijn veel arbeiders sjiieten. De laatste decennia zijn zij aan het emanciperen.

De soennieten wonen vrijwel overal, maar vooral in het zuiden en oosten van het land. Na de christenen vormen zij de machtigste bevolkingsgroep. De soennitische toplaag bestaat uit overheidsbestuurders, sjeiks en welvarende boeren. Zij voelen zich verwant aan de Arabieren in de omliggende landen.

De Druzen bewonen vooral het Midden-Libanese Shouf Gebergte. Enkele voorname families zijn de clans van de Jumblatt en de Yazbak. De traditionele leiders bewonen prachtige paleizen. De laatste decennia spelen zij via hun Progressieve Socialistische Partij een rol van betekenis in de landspolitiek.

De Alawieten vormen thans een belangrijke minderheid. Zij wonen overal verspreid door het land en spelen sinds de Syrische overheersing (jaren tachtig) een rol van betekenis omdat de Syrische presidenten Alawitisch zijn, zoals Assad.

De Koerden vormen geen echte religieuze groep (Koerden zijn soennitisch of sjiietisch), maar een etnische groep.


Geschiedenis (1920-heden)

Zie Geschiedenis van Libanon voor het hoofdartikel over dit onderwerp
Nadat in de Eerste Wereldoorlog het Osmaanse Rijk verslagen is door de Geallieerden, werden in 1920 op de Conferentie van San Remo Libanon en Syrië toegewezen als een Frans mandaatgebieden. De Fransen bestuurden Libanon met behulp van de katholieke Maronieten, die toen de meerderheid van de bevolking vormden.

In 1943 werd het Franse mandaat over Libanon opgeheven en werd Libanon een onafhankelijke republiek. Hierbij werd het zogenaamde Nationaal Pact gesloten waarbij werd bepaald dat de president altijd een christen (maroniet) zou zijn, de premier een soenniet en de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden een sjiiet. Libanon zou zich cultureel zowel op Europa als op de Arabische Landen oriënteren. Tijdens een eventueel Arabisch conflict zou Libanon neutraal blijven.

Gedurende de jaren veertig en vijftig was de situatie in Libanon stabiel, hoewel er wel degelijk ongenoegen waarneembaar was onder de sjiieten, die, ondanks het feit dat hun bevolkingsgroep steeds meer toenam, nog altijd een tweederangspositie bekleedden in de regering. De jaren vijftig en zestig waren tijden van grote economische voorspoed en ver doorgedreven markteconomie.

In 1958 kwamen moslims in opstand, omdat zij een nieuwe volkstelling eisten. Zij meenden dat de volkstelling uit 1932 achterhaald was en dat zij inmiddels de meerderheid van de bevolking uitmaakten. De Libanese regering gaf geen gehoor aan de eis van de moslims en met Amerikaanse steun werd de opstand onderdrukt.

In 1973 vond er een geweldsuitbarsting plaats tussen regeringsmilities en de in Libanon verblijvende Palestijnen van de PLO. Daarnaast brak er een strijd uit tussen de falangisten van Pierre Gemayel en diverse islamitische partijen. In 1975 brak de Libanese Burgeroorlog uit.

De verschillende partijen in de burgeroorlog raken ook onderling verdeeld, wat de onoverzichtelijkheid in het conflict vergrootte. In 1976 komen Syrische troepen Libanon binnen, later gevolgd door VN-troepen en het Israëlische leger (1977 en 1982).

In 1989 werd uiteindelijk onder druk van Arabische landen het Vredesakkoord van Taif gesloten. De Israëlische troepen verlaten Libanon in 2000 en het Syrische leger bleef uiteindelijk tot 2005 in Libanon.

Op 14 februari 2005 wordt oud-premier en volksheld Rafik Hariri bij een bomaanslag gedood. Hierna breken enorme massademonstraties uit die voor democratie en voor de terugtrekking van Syrische troepen pleiten. Deze omwenteling wordt wel de Ceder-revolutie genoemd.

Nadat de Hezbollah-militie twee Israëlische militairen heeft ontvoerd vanaf het omstreden stukje grondgebied dat bekendstaat als de Shebaa-boerderijen en Katjoesjaraketten afvuurt, valt Israël Libanon aan. Naast de stellingen van Hezbollah worden ondere andere het vliegveld, wegen en bruggen vernietigd. Naar schatting een half miljoen mensen vlucht en honderden burgers komen om het leven. Zie verder: Israëlisch-Libanese crisis van 2006.

Staatsinrichting en politiek

Zie Politiek in Libanon voor het hoofdartikel over dit onderwerp
Libanon is een onafhankelijke republiek. In het zogenaamde Nationale Pact van 1943 is vastgelegd dat de belangrijkste functies in de politieke macht verdeeld zijn over de belangrijkste etnisch-religieuze groepen:

de president is een christen (Maroniet)
de premier is een soennitische moslim
de parlementsvoorzitter is een sjiietische moslim
de opperbevelhebber van het leger is een christen (Maroniet)
De macht is dus naar confessionele lijnen verdeeld. De verhouding qua politieke macht tussen moslims en christenen in het parlement is gelijkelijk verdeeld, maar wegens de president en de bevelhebber van het leger in het voordeel voor de christenen (Maronieten). Deze verhoudingen zijn gebaseerd op een volkstelling uit 1932 en later herzien bij het Vredesakkoord van Taif. Inmiddels vormen de moslims de meerderheid van de Libanese bevolking. Tijdens de verkiezingen van 2005 was de verdeling van de stemgerechtigden tussen christenen en moslims ruwweg 40% versus 60%.

De wetgevende macht berust bij een voor vier jaar gekozen Kamer van Afgevaardigden. Alle Libanezen van 21 jaar en ouder hebben stemrecht.

Geen der partijen heeft ooit een absolute meerderheid behaald, waardoor in Libanon altijd coalities gesmeed moesten worden om te kunnen regeren.


Verkiezingen van juni 2005

In juni 2005 werden in Libanon verkiezingen gehouden. Hiertoe sloten de verschillende politieke partijen diverse coalities. De overwinning ging naar een coalitie genaamd Lijst Martelaar Rafik Hariri, die geleid werd door Rafik Hariri's zoon Saad Hariri. Zijn coalitie won 72 zetels in het 128 zetels tellende parlement.

Uitslag:

Partij Zetels
Lijst Martelaar Rafik Hariri 72
Weerstand- en Ontwikkelingsblok 35
Vrije Patriottische Beweging 21

Fouad Siniora vormde hierna een regering. Deze bestond uit 24 personen, 12 christenen en 12 moslims. Ook Hezbollah maakt deel uit van de regering.


Geografie

Satellietfoto van LibanonLibanon grenst in het westen aan de Middellandse Zee met een kustlijn van 225 km. Ten noorden en oosten van het land ligt Syrië (grenslijn 375 km) en ten zuiden grenst het aan Israël (grenslijn 79 km).

In het land bevindt zich het gebergte Libanon. De oostgrens met Syrië wordt gemarkeerd door de Anti-Libanon, een ander gebergte. Het woord Libanon (ook "Loubnan" of "Lebnan") komt van het Aramese woord laban dat 'wit' betekent, een verwijzing naar de besneeuwde pieken van de Libanon. Tussen deze twee gebergtes in loopt de brede Bekavallei.

De belangrijkste rivieren zijn de Litani en de Orontes (of Asi).

Het land heeft door de hoge bergen geen gebrek aan water. Van oudsher is Libanon een belangrijke leverancier van hout. De Libanonceder is nog steeds het symbool van het land en opgenomen in de nationale vlag.


http://nl.wikipedia.org/wiki/Libanon