PDA

Bekijk Volledige Versie : Democratisme tegenover islamisme



IbnRushd
27-07-06, 12:07
Democratisme tegenover islamisme

Geschreven door Hajar Mulder
26 juli 2006

In onze westerse media zien we vaak de uitdrukking islamisme als beschrijving van een stroming die de islam op gewelddadige wijze aan volkeren zou willen opleggen. Het islamisme is in de volksverbeelding de verschrikkelijke sneeuwman die de geweldloze democraat belaagt.

De randverschijnselen die daar bijhoren, zijn dan de populaire begrippen 'islamitische terreur', 'moslimterreur' en 'islamitisch radicalisme'. Het islamisme zou een denkrichting zijn die geweld predikt, zowel in de zin van gewelddadige verspreiding van de leer als gewelddadige handhaving. In het islamisme zou ook geen zorgvuldige op waarheid gerichte rechtsgang bestaan, waardoor verschijnselen als willekeurig doden van onschuldigen als vergeldingsdaad toelaatbaar zijn. Het weerleggen van deze mythen aan de hand van de inhoud der islamitische leer is niet zo moeilijk, echter daar gaat dit stukje nu niet over. Het gaat om de vraag of 'terreur' in de westerse wereldbeschouwing inderdaad niet bestaat. Het antwoord op die vraag is eveneens niet moeilijk.

Wanneer we de geschiedenis der westerse beschaving volgen, zien we gewelddadige verspreiding dan wel verdediging van de eigen normen, zowel binnen eigen landen als daarbuiten. Kruistochten, kolonialisme, slavenhandel zijn de bekende uitingen daarvan. Tegenwoordig zegt men dat de achttiende eeuw een breuk betekende met de autoritaire op christelijke religie geënte Europese staatsinrichting, waarin elk individu een vaste nauw omschreven plaats in de groep toegewezen kreeg of hij of zij dat nu wenste of niet. De standenmaatschappij verdween formeel, evenals de concentratie van de macht bij enkelen. De scheiding van wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht moest het machtsmonopolie bij enkelen doorbreken. Echter wat is daarvan waargemaakt in bijvoorbeeld ons eigen land?

In Nederland bestaat sedert de revoluties in de achttiende en negentiende eeuw inderdaad een grondwet. Echter wie mag als enige daaraan toetsen? De rechter? De regering die een uitdrukking zou zijn van de volkswil? Slechts de door erfopvolging tot de macht voorbestemde monarch mag de grondwet toetsen. Nederland kent inderdaad een scheiding der drie machten, er bestaat dus een gekozen parlement, een regering van burgers die een afspiegeling moet vormen van dat gekozen parlement, en een aparte rechterlijke macht. Echter wie moet nog steeds toestemming geven voor nieuwe wetgeving en wie benoemt nog steeds de leider der regering? Nog steeds de monarch. Kortom in Nederland bestaat in elk geval geen trias politica-systeem, noch een grondwet welke deze naam werkelijk verdient. Dat heeft uiteraard gevolgen voor een maatschappij als geheel. Deze maatschappij is in wezen een autocratische maatschappij gebleven, waarin de ware macht bij de monarch ligt en versteende standsverschillen nooit helemaal zullen verdwijnen. Dat leidt net als vroeger tot het najagen van abstracties waarvan we ons kunnen afvragen: wie heeft ze nodig? Immers de burgers worden georganiseerd rondom koningshuis en democratie, hun belang moet daaraan ondergeschikt gemaakt worden. In wezen is onze democratie een corporatistisch systeem gebleven.

Belangrijke voorbeeld van noodlottig en destructief najagen van zowel standsverschillen als abstracties, is het trieste lot der niet-christelijke en raciaal afwijkende minderheden in ons land. Nederland is van oudsher een christelijke natie waarin God, vaderland en Oranje centraal staan. Zij die niet in dit christelijke beeld passen, hebben dus onvermijdelijk een status aparte. Meestal werden zij gedoogd, altijd echter werden en worden ze apart besproken, wonen en werken zij apart, hebben ze eigen instellingen. Eigen scholen, winkels, etc. waarvan het bestaan gezien wordt als teken van vrijheid. Echter eigen instellingen zijn ook voor de hogere standen van levensbelang, omdat een protestantse instelling doorgaans geen katholieke of nog andersdenkender personeelsleden accepteert. De apartheidsgedachte is een heel belangrijk Nederlands en Europees geestesmerk, dat dankzij een gedoogcultuur tot een fijnmazig collectivistisch systeem kan uitgroeien, doch ook tot een systeem waarbij de ene levensbeschouwing een hogere positie kan bekleden dan de andere. De blanke protestant stond altijd bovenaan de maatschappelijke ladder en de katholiek of doopsgezinde mocht lange tijd z'n geloof niet eens openlijk uitoefenen, doch werd wel gedoogd, en de jood mocht geen overheidsfuncties bekleden.

Binnen eigen land ontstond een zekere stabiele statusquo, doch het buitenland moest ook een plaatsje in de corporatie krijgen uiteraard. Heel Europa dacht op vanzelfsprekende wijze in termen van hoger en lager dan wel meer of minder waard en vanuit die visie van ongelijkwaardigheid der volken was gewelddadige bezetting der niet-christelijke en niet-blanke landen een natuurlijk basisrecht der verlichte christelijke blanke. Deze ongelijkheidsgedachte is nooit werkelijk verdwenen uit het Europees geestesmerk. Het leidde enerzijds tot de anti-beweging het communisme ofwel iedereen voortaan onder dwang gelijkmaken en anderzijds tot voortzetting van het aloude feodale en absolutistische corporatisme onder de hippe doch veelvuldig geprostitueerde naam fascisme. Onder de laarzen van al deze filosofieën verdwenen miljoenen burgers in massagraven of concentratiekampen.

De nieuwste expansionistische uiting van het corporatistisch kolonialisme kunnen we echter de benaming democratisme geven. Zoals elk isme, bedient ook het democratisme zich van geweld als toegestaan instrument ter verspreiding van de bevrijdende leer. Uit de rokende puinhoop der verwoeste steden en massagraven verrijst uiteindelijk de nieuwe democratische mens, waarbij donkere huidskleur en niet-germaanse taal een charmant nostalgisch vleugje eigenheid der overgebleven gepacificeerde barbaren zijn. Leuk dat zulke verschillen bestaan in de democratie. Democratisme weet zich echter geen raad met eigenzinnige volhardende eigenheimers als de joden. Gepoogd werd, hen tot de laatste man uit te roeien, echter een eigenzinnig volk laat zich niet uitroeien, doch wel in eigen kampen zetten. Voorheen had elke Europese stad wel een jodengetto, totdat zich een betere oplossing aandiende: het zionisme. Er kan wel een kamp voor de joden gecreëerd worden in het land dat beschreven wordt in de inspirator van het westerse denken, de Bijbel: Palestina. Uiteindelijk lukte dit. De leuke bijkomstigheid is dat de joden nu in de praktijk kunnen brengen wat ze tijdens hun stage in Europa mochten leren: moderne democratie. Joden en niet-joden in de westerse wereld werken nu noest samen om deze democratische verworvenheid te bouwen: de gated community kamp 'Israel'. Democratisme betekent tevens dat de oorspronkelijke inlanders hun plek gewezen moet worden, en wel in een nieuw nog nader te benoemen kamp, eveneens omheind door muren met elektronische bewaking. Elke inlander die daar uit probeert te komen, krijgt automatisch de kogel. Echter de onfortuinlijke oorspronkelijke bevolking van Palestina behoort grotendeels tot die andere krachtige volhardende eigenheimer: de islamitische umma. Die laat zich net zo min als de joden toedekken onder de heerlijke elektrische democratische deken, aangezien de werkelijkheid der democratistische deken elektrocutie is in plaats van verlichting en bescherming. Als moslims zijnde, menen we te mogen opstaan tegen dreigende elektrocutie.

Hajar Mulder (NieuwsFeit.nl)