PDA

Bekijk Volledige Versie : Ik voel stof in mijn buik, mama



Seif
27-07-06, 16:29
Naar Marokko in de zomer. Diarree, slapen op de parkeerplaats en dan: de euforie

Ik voel stof in mijn buik, mama

Naïma Elmaslouhi

Ongeveer 200.000 Nederlandse Marokkanen gaan elke zomer met de auto naar Marokko. Hoe verloopt zo’n lange, warme reis? „Aan de kant of ik rij je omver.”

Elk jaar worden duizenden auto’s zwaar bepakt om uit Nederland, België en Frankrijk te vertrekken naar Marokko. Het is een verschijnsel dat bestaat sinds de gastarbeider bestaat. En dat iets magisch heeft. Het is spannend en leuk om je spullen te pakken en op vakantie te gaan. Kinderen worden verwend met snoep en chips voor onderweg, ouders worden makkelijker met boodschappen doen, de dag voor vertrek.

De zomervakantie begint op zaterdag, maar de auto wordt al op vrijdagochtend ingeladen. Dan kunnen we vrijdagmiddag vertrekken. ’s Middags gebeurt er immers toch niet zo veel meer op school – en vader kan altijd wel een middagje vrij krijgen.

Het inpakken brengt spanning en nervositeit met zich mee. Alles moet goed gaan en goed in de auto liggen, zodat de auto in evenwicht blijft en niet scheef gaat rijden (en een ongeluk veroorzaakt).

Je vader in de weg lopen is dan niet aan te raden. Je wordt gewoon opzij geduwd.

Excuses komen later, in de vorm van een ijsje in snikheet Spanje.

Uiteindelijk leer je dat je je eigen dingen zelf de auto in kunt smokkelen, of af en toe iets door het raampje kan gooien.

Vaders worden namelijk ineens erg kritisch over wat wel en niet mee moet. „Tijdschriften heb je in Marokko ook.” „Ja, in het Frans.” „Tijdschrift is tijdschrift.

Kijk maar naar de plaatjes.”

Als de auto is ingepakt, staat het gezin officieel aan het begin van een twee- à tweeënhalfdaagse reis. Familie belt: „Zijn jullie bijna klaar? Je weet nog waar we hebben afgesproken? Dat grote Shellstation bij Breda? Kom op joh, er is er maar eentje bij Breda, die kan je niet missen!

Oké, bel even als je weggaat.”

Dan is het: Nederland, België, Frankrijk, Spanje en uiteindelijk Marokko.

België heb je zo gedaan. De Belgen verdienen niets aan ons. Er wordt weinig gestopt en er is geen tol. Dan komt Frankrijk.

Dat duurt langer – en iets na de grensovergang met België is een parkeerplaats waar veel Marokkanen op doorreis even stoppen: een korte pauze voor koffie en om te plassen. De eerste grote pauze komt na Parijs. Noord-Frankrijk is goed te doen. Iedereen is nog vrolijk en blij. Er zijn goede wegrestaurants, normale toiletten en eetbaar eten – en het is nog niet zo warm.

Het chagrijn slaat toe in Zuid-Frankrijk.

Het is warm, er zijn steeds meer hurktoiletten en er is steeds minder toiletpapier.

Mijn zusje deed ooit de beroemde uitspraak: „Mijn hoofd zegt boem boem.” Zelf zei ik als ik misselijk werd: „Ik voel stof in mijn buik.” Het wordt er allemaal niet beter op door alle mensen die zich ritueel wassen in de toiletten, om het gebed te doen. Soms zie je drie omaatjes met hun emmertjes naar de toiletten lopen, dan weet je genoeg. Er staat een laagje water op de vloer en je moet je broekspijpen ophouden. Spontaan hoef je al niet meer.

Naast de rituele wassing komt nog een ander probleem. Mensen krijgen last van diarree. Er wordt namelijk niet gelet op wat er wordt gegeten: sommige mensen bereiden hele maaltijden voor op kleine gasstelletjes. Tussen twee busjes, om het gaspitje tegen de wind te beschermen, worden de uien en aardappelen gesneden.

Jongeren zoeken uit schaamte een hoekje op de parkeerplaats, zodat niemand kan raden dat zij bij die kokkin horen.

Jongeren begrijpen van elkaar wat er aan de hand is.

Het eten in de benzinestations en de wegrestaurants is al schaars, maar nu de groep is versterkt met Marokkanen uit Frankrijk, raakt het nog sneller uitverkocht. Het meegenomen brood is niet meer te eten zo hard.

Het andere eten en drinken is ook niet meer wat het hoort te zijn, omdat het koelkastje achterin het busje dat op een gasflesje of de accu draait is verzwakt.

Van mij mochten mijn ouders altijd doorrijden. Ik hoefde ook nooit naar het toilet. Maar mijn ouders stopten juist vaak. „De auto hoeft niet kapot. En het is niet goed om als gekken door te rijden.”

Ik bleef vaak in de grote kofferbak van ons busje liggen. „Moet je komen kijken, ze slaapt gewoon! En ze heeft zich toegedekt!

In deze hitte! Volgens mij is ze buiten bewustzijn”, hoorde ik mijn ouders fluisteren, als ze de picknick bij elkaar aan het pakken waren. Ik sliep trouwens driekwart van de reis – en miste daardoor menige vakantieliefde. Op zo’n parkeerplaats loopt van alles rond. En iedereen is op zoek naar spanning. Maar slapen is ook belangrijk.

Iedereen slaapt op zo’n doorreis trouwens in de auto. Op een parkeerplaats bij een tankstation of wegrestaurant is het het veiligst, want soms zijn er dieven. En je moet altijd een plek zoeken waar meer auto’s staan, ook voor de veiligheid.

Sommige vaders slapen op de spullen die op het dak van de auto zijn vastgemaakt.

Op een nacht zaten mijn broertje, zusje en een kennisje te kletsen. Ineens bewoog de imperiaal van een busje. Er verscheen een man. „Hallo, er liggen hier mensen te slapen! Kan het niet wat zachter”, riep hij. We hadden het niet meer van het lachen. Een andere keer stapte een jongetje ons busje in. Hijwas aan het slaapwandelen. Hij noemde mij bij de naam van zijn zus en zei dat ik moest opschuiven, hij wilde gaan liggen.

Na Zuid-Frankrijk komt Spanje.

Daar zet iedereen zich schrap.

Spanjaarden zijn onaardig en nors. En het is daar nog slechter gesteld met het eten en de toiletten. Mensen beginnen al in Frankrijk te hamsteren. Intussen komt Marokko dichterbij. En dus gaat iedereen sneller rijden. Maar dat is niet gek in Spanje. Die Spanjaarden kunnen er zelf ook wat van: bumperkleven, rechts inhalen, toeteren, groot licht geven.

Langs de wegen in Spanje kun je na Madrid tickets kopen voor de veerboot naar Marokko. De eerste twintig kaartverkooppunten slaan we over. „Het is er te druk, er zullen vast geen kaartjes meer z ij n . ” Of: „Dat is die oplichter die drie jaar geleden het driedubbele van onze creditcard liet afschrijven.” Maar op een gegeven moment wordt mijn moeder nerveus. „Het is zo druk overal, die oversteek kun je vanmiddag toch niet meer maken. Regel die tickets nou maar!” Dus worden bij het laatste verkooppunt de tickets gekocht. In een noodgebouwtje staan twee mannen de ticketverkoop te doen. Ze geven ook een tijd van vertrek op, maar die klopt nooit.

Op de parkeerplaats van de haven is het zo druk, dat je uren moet wachten.

Hier is duidelijk merkbaar hoe zenuwachtig iedereen is. Je wordt meteen klemgereden – en als één auto de motor aanzet, schieten alle vaders achter het stuur.

Soms sta je van ’s ochtends tot ’s avonds op de parkeerplaats. Er is niets te doen en het is erg saai. De Spaanse douane controleert nog niet streng. Dat doen ze pas op de terugweg.

Eenmaal op de boot schiet iedereen met toilettas en handdoek de trappen op, om de toiletten te bezetten. Wat je daar aantreft: een ravage! Krappe, overvolle toiletten, waar iedereen zich probeert te wassen, de haren te kammen en op te maken.

Zo goed als het gaat, want de boot wil nog wel eens schommelen. En je moet natuurlijk op je best aankomen. Ze mogen niet aan je merken dat je een zware autoreis achter de rug hebt. Na een paar jaar weet je dus dat je als een van de eersten op het toilet moet zien te komen, zodat je in ieder geval je behoefte kan doen. Daarna kom je er niet meer terug.

Intussen worden op het dek foto’s gemaakt en ontluiken nieuwe liefdes. Heel discreet natuurlijk, want ouders mogen niets merken.

Na een kwartier of drie zie je Marokko opdoemen. Euforie! Opgeschoten jongens op waterscooters komen de boot tegemoet.

Op het parkeerdek van de boot wordt flink getoeterd: iedereen wil er zo snel mogelijk uit. En altijd krijgen de mensen die vooraan staan de schuld – z ij houden de boel op. „Zie je dat, een of andere mafketel houdt de boel op!Wedden dat die gek nog boven zit? Laat ’m ops ch i e t e n ! ” Feit is meestal dat de voorste auto’s nog geen seintje hebben gekregen dat ze mogen gaan rijden.

Eenmaal van de boot doen sommige bestuurders stoer: „Ik kom uit Europa hier het geld brengen. Dus aan de kant of ik rij je omver.” Een ander is alleen maar blij dat hij straks weer bij zijn moeder en de rest van de familie is en zwaait naar elke politieagent langs de weg.

De Marokkaanse douane controleert alles. Ze scheiden de Europese paspoorthouders van de Marokkaanse paspoorthouders – niemand weet waarom. En ze houden de reizigers opzettelijk op, om steekpenningen af te dwingen.

Jongeren die alleen reizen hebben het het zwaarst. Die krijgen vaak een controle waarbij ze al hun bagage uit moeten laden en openen: die wordt nagezocht op drugs en wapens. Maar ook gezinnen krijgen wel eens een zware controle. „Wat heeft u allemaal bij u, meneer? Doe de kofferbak maar even open.” De meeste mensen nemen ontzettend veel spullen mee: voor hun huis, dat ergens in Marokko staat, cadeaus voor de familie, spullen om te verkopen.

De douaniers weten daar een slaatje uit te slaan. Ze dreigen met het heffen van invoerkosten.

Daar kun je alleen onderuit als je een kopje koffie betaalt, zoals dat heet. Het betekent verder: papieren invullen over waar je vandaan komt, wie je bent, waar je heen gaat. Werkloze jongeren proberen wat bij te verdienen door tegen vergoeding die papieren in te vullen. Intussen lopen overal vrouwen met torenhoge bagage op hun rug. Zo worden toch nog allemaal spullen het land in gesmokkeld.

Iedereen ziet het, niemand doet wat.

Als je de chaos van de douane, bijverdieners en smokkelaars hebt gehad, ben je er eindelijk. Nu is echt iedereen blij. De mooiste kleren zijn tevoorschijn gehaald.

Franse jongeren herken je aan de buideltasjes die schuin over de borst hangen. Nederlanders zijn gemaakt nonchalant.

En Belgen vallen niet op.

Later op de dag, als de auto’s zijn schoongemaakt, wordt er gecruised langs de boulevard. Van de zware reis herinnert niemand zich meer iets.

Naïma Elmaslouhi (26, Utrecht) is freelance journaliste. Ze woont en werkt in Marokko. Als kind maakte ze vaak de reis van Nederland naar Marokko.

Bron: NRC Handelsblad

gh.wille
27-07-06, 18:03
Erg goed stukje !
We *staan er gewoon niet bij stil als mensen zeggen we zijn op vacantie geest naar onze famillie in Marokko ,(och leuk en hoe was het enz enz ) over de ellende van de reis woord bijna niet gerept !
Ik heb zo iets ook gehoort van mijn buurtjes die naar BOSNIE zijn geweest bij famillie ,maar dit slaat alles ! wel erg realistisch.

Verder hoop ik dat de moeite van een dergelijke reis beloond word met een fijne tijd in het land van de voorouders.

* Ik doel hier op de mensen zoals ik die geen famillie hebben in het buitenland.

:)