PDA

Bekijk Volledige Versie : Mist van oorlog maakt soldaten VS waanzinnig



MaRiaH
15-08-06, 15:11
Mist van oorlog maakt soldaten VS waanzinnig
Achtergrond Van onze medewerker Diederik van Hoogstraten


NEW YORK - De Amerikaanse soldaten die een Iraaks meisje misbruikten en haar familie vermoordden, beroepen zich op stress. De aanklager bestrijdt die visie: ‘Het was moord, niet oorlog.’

De Amerikaanse soldaten van de ‘B Company’ hadden de vorige dag vijf kameraden verloren. Dus toen op 8 februari 1968 de opdracht kwam om te schieten op ‘alles wat beweegt’, deden de boze, gespannen militairen in Vietnam dat. Een groep ongewapende dorpelingen betaalde de prijs: negentien doden.

Achtendertig jaar later sneuvelden twee leden van de ‘B Company’ in Al-Mahmudiya, ten zuiden van Bagdad. De volgende dag, 12 maart 2006, verkrachtten vijf kwade en dronken collega’s een 14-jarig meisje. Later schoten ze haar, de weerloze ouders en haar zusje dood.

De twee bloedbaden vertonen overeenkomsten. Jonge, aangeslagen soldaten in het Amerikaanse leger, ver van huis, verliezen alle besef van goed en kwaad, van regels en menselijkheid. Maar de verschillen zijn eveneens groot.

De mannen in Vietnam werden niet eens op de vingers getikt, ook niet nadat een van de soldaten, Jamie Henry, vertelde over de slachting. ‘We probeerden zoveel mogelijk publiciteit te krijgen’, zei hij in de Los Angeles Times, de krant die vorige week een artikel plaatste over de talrijke, onbestrafte gruwelijkheden in Vietnam. ‘Er gebeurde nooit iets.’

De daders van de volgende generatie in Irak staan terecht in Bagdad. Na een zogenoemde Artikel 32-hoorzitting zal een militair gerecht bepalen of de vier verdachten voor de krijgsraad in de VS moeten verschijnen. Als dat gebeurt en ze worden veroordeeld, kunnen zij de doodstraf krijgen. Een vijfde soldaat is voor een civiele rechtbank in Kentucky van hetzelfde beschuldigd.

Tijdens de zitting kwamen de gruwelijke details de afgelopen week naar voren. In het huis van de familie verkrachtten de soldaten om de beurt het meisje. Daarna doodden ze de ouders, het zusje, en uiteindelijk het meisje zelf. Haar lijk werd verbrand.

Eerst was er de mishandeling in de Abu Ghraib-gevangenis. Toen de slachtpartij in Haditha, waarvan Amerikaanse soldaten worden verdacht. Andere beschuldigingen van wangedrag volgden, en nu de Al-Mahmudiya-zaak, die grote woede in Irak veroorzaakte. Premier Nuri Al-Malaki wil af van de strafrechterlijke immuniteit van buitenlandse troepen in Irak.

De jonge infanteristen en hun advocaat beroepen zich op de impact van de ‘mist van oorlog’. Hun gedrag was een gevolg van de angst en de dood. De ellende was alleen te hanteren door drank en verdovende middelen, en die vertroebelden hun oordeelsvermogen.

Een getuige uit hetzelfde peloton beschreef de dagelijkse stress van leven in de ‘driehoek des doods’, het levensgevaarlijke gebied ten zuiden van Bagdad: ‘Je wordt er gek van. Je hebt het gevoel dat je bij elke stap kan worden opgeblazen. Je loopt gewoon een doodsmars.’

De advocaat van een van de verdachten: ‘Wanneer je een individu in zo’n gespannen situatie brengt, wordt hij een gasfles die wacht op een moment om te exploderen.’ Documentaires zoals Gunner’s Palace (2004) en The War Tapes (2006) brengen de chaos en het gevoel in een hoge-drukketel te leven indringend in beeld.

Maar de aanklager wilde niets weten van excuses of verklaringen. ‘Moord, niet oorlog. Verkrachting, niet oorlog. Daar hebben we het vandaag over. Ze kwamen samen om te kaarten en zuipen en verzonnen een plan om dit meisje te verkrachten en vermoorden.’

Wat de uitkomst van het proces ook zal zijn, het verschil met achtendertig jaar geleden is groot. In Vietnam was het dodelijke wangedrag nog veel erger. De Los Angeles Times legde de hand op voorheen geheime documenten van het leger. Daaruit blijkt dat eind jaren zestig zeker 320 ‘incidenten’ plaatsvonden, nog los van het ergste geval, de slachting in My Lai in 1968.

Er waren zeven massamoorden waarbij 137 doden vielen. In 141 gevallen mishandelden of martelden soldaten Vietnamezen. Tenminste vijftien vrouwen werden verkracht. Dit is waarschijnlijk het topje van de ijsberg. Uit de documenten blijkt dat 203 militairen werden aangeklaagd. Van hen verschenen er 57 voor de krijgsraad, en slechts 25 mannen werden veroordeeld.

Naar de moord op de negentien Vietnamezen werd wel een onderzoek gedaan. Maar tegen geen van de militairen werd juridische actie ondernomen, anders dan tegen de jongens van de ‘B Company’ in Irak.

Eén ding is niet veranderd. Destijds spraken de legertop en de minister van Defensie van een klein aantal ‘rotte appels’, en dat doen hun opvolgers nog steeds.